31 521 Taxibeleid

Nr. 73 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2013

Hierbij ontvangt u de eerste voortgangsrapportage over de aanpak van illegaal taxivervoer ter uitvoering van de door uw Kamer aangenomen motie van de leden Bashir en Elias (Kamerstuk 33 400 XII, nr. 23) van 22 november 2012. In deze motie is verzocht de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) prioriteit te laten geven aan de aanpak van illegale straattaxi’s en twee keer per jaar te rapporteren aan de Tweede Kamer over de vorderingen.

De omvang van de problematiek van illegale straattaxi’s is feitelijk niet vast te stellen, in deze brief zal ik dat toelichten. Ik kan u daarom geen meetbare «vorderingen» melden, zoals de leden Bashir en Elias hebben gevraagd. Wel informeer ik u over door de ILT en politie verrichte activiteiten gericht op het terugdringen van zowel het aanbieden als het verrichten van illegaal taxivervoer.

Omvang problematiek illegaal taxivervoer

Illegaal taxivervoer is personenvervoer per auto tegen betaling zonder de daarvoor vereiste taxivergunningen. We spreken in zulke gevallen van snorders. De omvang van de illegale taximarkt is niet vast te stellen. Illegale taxi’s zijn immers niet als taxi herkenbaar. Ze hebben geen taxibord op het dak en geen blauwe kentekenplaten. Bovendien is illegaal taxivervoer alleen vast te stellen als er betaling voor het vervoer bewezen kan worden.

Op veel plaatsen lijkt sprake van een toename van het aantal snorders, onder andere bij festivals en danceparty’s. Vaak zijn er na afloop onvoldoende taxi’s om aan de vraag van alle klanten te voldoen, een ideale markt voor snorders.

Telefoonnummers van snorders worden onderling uitgewisseld en regelmatig ook door horecagelegenheden verstrekt. Sommige passagiers bellen een «vaste» snorder waarmee zij goede ervaringen hebben. Men lijkt pro’s en contra’s af te wegen en soms toch bewust te kiezen voor een snorder en daarmee voor een hoger risico omdat niet voldaan wordt aan de taxiregelgeving. In situaties als deze, waarbij de vraag naar taxi’s vele malen groter is dan het aanbod, is het moeilijk het aantal snorders terug te dringen. Dit is een probleem in de marktordening, dat zich niet eenvoudig laat oplossen door het inzetten van meer handhavingscapaciteit.

Vaststellen illegaal taxivervoer

De inspectie krijgt wekelijks meldingen over snorderactiviteiten, vanuit de legale taxibranche of van andere toezichthouders en instanties zoals politie en gemeenten. De meeste meldingen komen uit het zuiden van het land en uit Amsterdam. De ILT registreert naar aanleiding van meldingen of op basis van eigen waarneming kentekens van vermoedelijke snorders.

Een vermoeden kan ontstaan wanneer een bepaalde personenauto meerdere malen achter elkaar op dezelfde plaats passagiers ophaalt of afzet. Zolang geen financiële transactie kan worden vastgesteld, is een dergelijk vermoeden evenwel nog geen bewijs.

De aanpak om bewijs van illegaal taxivervoer te verkrijgen, is in grote lijnen als volgt. Een onopvallende dienstauto moet de aangegeven locaties langsrijden om te proberen de betreffende personenauto te signaleren. Als de vermoedelijke snorder wordt aangetroffen, wordt deze gevolgd om vast te kunnen stellen dat het vervoer tegen betaling wordt verricht. Als bewijs van een financiële transactie is een getuigenverklaring nodig van de passagier. Bij voldoende bewijs wordt de chauffeur aangehouden en tegen hem proces-verbaal opgemaakt.

Vermoedens van illegaal taxivervoer kunnen in veel gevallen uiteindelijk niet bewezen worden. Zo komt het regelmatig voor dat passagiers geen getuigenverklaring willen afleggen en dan is er geen zaak. Daarnaast zijn snorders na verloop van tijd vaak niet meer traceerbaar omdat zij actief zijn geworden onder andere kentekens.

Aanpak illegaal taxivervoer

De ILT en de politie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Wet Personenvervoer (WP) 2000, waarin het taxivervoer is geregeld. De bestrijding en opsporing van illegaal taxivervoer is een belangrijk onderdeel van het totale toezicht op taxivervoer door de ILT.

Bij acties tegen illegaal taxivervoer werkt de ILT altijd samen met meerdere handhavingsdiensten en andere relevante ketenpartners (politie, gemeenten, lokale taxibranche). Dat is nodig omdat bij snorders vaak sprake is van verstoring van de openbare orde. Daarnaast genereren snorders inkomsten die niet worden opgegeven bij de Belastingdienst. Snorderactiviteiten worden daarom doorgegeven aan de Belastingdienst en als uitkeringsfraude wordt geconstateerd, meldt de gemeente (sociale recherche) deze bij het UWV.

De aanpak van de inspectie is planmatig en bevat zowel preventieve als repressieve maatregelen. De volgende elementen zijn belangrijk in deze aanpak:

  • 1 meldingen of eigen waarneming die aanleiding vormen voor een snorderactie;

  • 2 omgevinganalyse – op basis van signalen en eigen waarneming vaststellen van de omvang van het probleem, de mate van overlast voor de branche en/of de omgeving, de medewerking van andere partners en de beschikbare capaciteit bij politie;

  • 3 op basis van omgevingsanalyse bepalen van locaties, data en tijdstippen;

  • 4 bestrijding door middel van maatwerk, afhankelijk van de situatie die wordt aangetroffen:

    • preventieve maatregelen – voorlichten van het publiek over de risico’s van illegaal taxivervoer (onverzekerd bij een ongeval) en het feit dat illegale taxi’s vaak niet goedkoper zijn dan reguliere taxi’s en waarschuwen van eventuele snorders voor de gevolgen;

    • en/of repressieve maatregelen – sancties;

  • 5 opleggen maatregelen – Snorders waarbij de overtreding kan worden vastgesteld en bewezen worden bestraft met een proces verbaal (PV) en een last onder dwangsom (LOD) van € 10.000 per keer, met een maximum van € 200.000. Als een snorder binnen twee jaar opnieuw wordt betrapt, wordt de LOD verbeurd en moet hij de dwangsom betalen. Op last van de Officier van Justitie kan tevens de auto in beslag worden genomen.

Handhavingsactiviteiten en resultaten

De ILT heeft in 2012 en 2013 103 waarschuwingsbrieven gestuurd aan vermoedelijke snorders op basis van binnengekomen signalen of eigen bevindingen. Een pilot in Limburg eind 2012 lijkt aan te tonen dat het sturen van waarschuwingsbrieven effect sorteert. De taxibranche heeft een vermindering van snorderactiviteit vastgesteld in die regio.

Maar afgezet tegen alle inspanningen – de toezichtactiviteiten op het gebied van illegaal taxivervoer zijn zeer arbeidsintensief – vallen de resultaten van uitgevoerde snorderactiviteiten over het algemeen tegen. Zoals ik hierboven heb geschetst is het erg lastig om snorders op heterdaad te betrappen. Er worden tijdens snorderacties doorgaans slechts enkele snorders opgepakt of soms zelfs helemaal geen.

In de eerste helft van 2013 zijn bij snorderacties en reguliere taxicontroles in totaal 78 snorders aangehouden. De meeste acties vonden plaats in Amsterdam en in diverse steden in Brabant en Limburg. In alle gevallen is proces verbaal opgemaakt tegen de overtreders en kregen ze van de ILT een last onder dwangsom (LOD) opgelegd.

De resultaten van de uitgevoerde activiteiten gericht op snorders in de maanden januari tot en met juni 2013 zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Maand

Lokatie

PV

LOD

LOD verbeurd1

Januari 2013

Amsterdam/Tilburg

11

11

1

Februari 2013

Amsterdam/Breda/Den Bosch

7

7

1

Maart 2013

Maastricht/Amsterdam/ Eindhoven/Leiden

42

42

1

April 2013

Amsterdam/Roermond/ Tilburg/Den Haag

5

5

1

Mei 2013

Tilburg/Den Bosch/Amsterdam

6

6

0

Juni 2013

Amsterdam/Maastricht/ Weert/Den Bosch

7

7

0

X Noot
1

Een LOD wordt verbeurd als tijdens een handhavingsactie een snorder wordt betrapt die in de twee jaar daarvoor een last onder dwangsom heeft ontvangen. Het komt echter zelden voor dat recidivisten betrapt worden.

Sinds begin 2013 heeft de inspectie haar aanpak verbreed naar aanbieders van illegaal taxivervoer via internet. Zoals ik u recentelijk heb gemeld in antwoord op Kamervragen van de leden Kuiken (PvdA) en De Boer (VVD) (kamerstuk Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, Aanhangsel 2971), treedt de inspectie in eerste instantie waarschuwend op. Aanbieders worden gebeld en vervolgens per brief door de inspectie gewezen op het feit dat zij in overtreding handelen met de wet. Ook de gevolgen worden kenbaar gemaakt in geval van voortzetting van het aanbieden van illegaal vervoer. Als de inspectie op een later toetsmoment een eerder gewaarschuwde aanbieder (recidivist) tegenkomt, dan zal tegen hem/haar proces verbaal worden opgemaakt en een last onder dwangsom worden opgelegd.

Een deel van de aanbieders past na de waarschuwing de informatie op internet aan of verwijdert deze helemaal. De ILT gaat ook beheerders van internetpagina’s actief te gaan benaderen om hen te wijzen op het feit dat zij medewerking verlenen aan ongewenste berichtgeving op internet en hen te verzoeken de toegankelijkheid ervan te blokkeren.

Het inzetten van mystery guests die een snorder bellen voor een rit is een nieuwe methode om snorders aan te pakken die sinds kort wordt toegepast. Onlangs heeft het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie ingestemd met landelijke toepassing van deze methode. Het toestaan van deze methode is gebaseerd op de Wet Personenvervoer (art 75 1e lid), waarin het aanbieden van taxivervoer gelijkgesteld wordt aan het verrichten van het vervoer. De inzet van mystery guests is noodzakelijk om vast te kunnen stellen wie het vervoer aanbiedt. Het aanpakken van snorders door de ILT en politie wordt hiermee in de toekomst mogelijk vergemakkelijkt. Tevens wordt via deze «belmethode» door mystery guests de pakkans van snorders vergroot.

Tot slot

De inspectie gaat voort op de ingeslagen weg en beoogt met slimme inzet van mensen en middelen en gerichte handhavingsacties optimale resultaten te boeken in het tegengaan van oneerlijke concurrentie door snorders. De inspectie houdt zich goed op de hoogte van de taxiproblematiek in de diverse steden en regio’s, neemt signalen over illegaal taxivervoer serieus, registreert deze nauwgezet en blijft regelmatig controleren. De samenwerking met politie, gemeenten en belastingdienst wordt gecontinueerd.

Ik vind dat hiermee, binnen de mogelijkheden, op een goede manier invulling wordt gegeven aan de motie. Ik ben blij met de nieuwe mogelijkheden die de inzet van mystery guests ons biedt. Verdere uitbreiding van de inzet acht ik niet doelmatig, mede met het oog op de andere prioriteiten in het taxitoezicht, want ook in het legale taxivervoer is toezicht noodzakelijk.

Een volgend voortgangsbericht over deze problematiek stuur ik u in het eerste kwartaal van 2014.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven