Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2013
In de Ontwerpbegroting van Defensie van 2012 is de beleidsdoorlichting van het Actieplan
Werving en Behoud aangekondigd. Hierbij bied ik u het eindrapport aan1.
Appreciatie van de beleidsdoorlichting
In de periode 2007–2008 ondervond Defensie als een van de grootste werkgevers van
Nederland de gevolgen van de krappe arbeidsmarkt. Gelet op de urgentie van het probleem
waren op korte termijn maatregelen nodig. Dit leidde tot het Actieplan Werving en
Behoud met als doel te komen tot een volledig gevulde defensieorganisatie.
Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de doelstelling uit het actieplan Werving en
Behoud, te weten het bereiken van volledige vulling, niet is gehaald. Dat is niet
verwonderlijk. Als gevolg van de door het kabinet Rutte I opgelegde taakstellingen
in 2010 werd namelijk besloten de instroom van nieuw personeel tot een minimum te
beperken. Terwijl het actieplan was gericht op verhoging van de instroom, werden er
dus maatregelen getroffen om de instroom juist terug te brengen. Het nagenoeg stopzetten
van de werving heeft grote en langdurige gevolgen gehad voor de vulling van de defensieorganisatie.
De stevige positie en de zichtbaarheid van Defensie op de arbeidsmarkt waren in een
klap vrijwel verdwenen. De ervaring leert dat het jaren kost om weer een goede positie
op te bouwen. Vorig jaar is de arbeidsmarktcommunicatie hervat en langzaamaan begint
dit haar vruchten af te werpen. Achteraf bezien, constateer ik dat de werving te rigoureus
is gestopt. Het weer op gang krijgen van de werving is te vergelijken met het weer
op gang krijgen van een tanker; het duurt lange tijd voordat die weer op stoom komt.
De belangrijkste les die ik trek uit de gang van zaken in 2010 is dat we ervoor moeten
zorgen dat Defensie structureel een goede positie op de arbeidsmarkt behoudt. Het
moet altijd mogelijk blijven de instroom tijdelijk te verhogen of te verlagen als
de omstandigheden hiertoe aanleiding geven, maar dit moet wel gedoseerd gebeuren.
Wel blijkt uit de beleidsdoorlichting dat, vanaf de start van het actieplan tot het
moment waarop de instroom doelbewust werd beperkt, de personele vullinggraad licht
is gestegen, zowel generiek als in de schaarstecategorieën (onder meer technisch en
medisch personeel).
Ondanks dat het actieplan feitelijk is afgebroken in 2010, verschaft de beleidsdoorlichting
waardevolle inzichten in de afzonderlijke maatregelen van het actieplan en bevat zij
waardevolle aanbevelingen. Ten aanzien van de aanbevelingen zijn er twee zaken waaraan
ik waarde hecht. Ten eerste onderschrijf ik de noodzaak van een langetermijnperspectief
op het gebied van werving van personeel. Een tweede belangrijk aandachtspunt betreft
de meetbaarheid van doelstellingen. Ik hecht er belang aan dat vooraf de relatie tussen
maatregelen en doelstellingen duidelijk zijn gedefinieerd.
Onafhankelijke toets
De Rijksbegrotingsvoorschriften 2012 stellen dat bij elke beleidsdoorlichting een
onafhankelijke externe expert betrokken moet worden. Voor de beleidsdoorlichting Actieplan Werving en behoud is dit Commandeur b.d. H.H.J. Ploeg. Hij heeft het plan van aanpak getoetst, de gebruikte
informatie beoordeeld en zeker gesteld dat alle relevante informatie is gebruikt.
Het onafhankelijk oordeel van Commandeur b.d. Ploeg wordt met de beleidsdoorlichting
meegezonden2.
De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert