31 482 Cultuursubsidies

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2017

Hierbij bied ik uw Kamer de Erfgoedbalans 2017 aan1. Deze vierjaarlijkse publicatie biedt het parlement, het erfgoedveld, overheden, wetenschappers en particulieren inzicht in de staat waarin ons erfgoed verkeert en de effecten van het gevoerde rijksbeleid.

Aan de orde komen zowel het roerende erfgoed, zoals museale collecties en mobiel erfgoed, als het onroerende erfgoed, zoals gebouwde en archeologische monumenten en het cultuurlandschap. Het immateriële cultureel erfgoed en overstijgende thema’s, als het bereik van het erfgoed en digitalisering, komen ook aan de orde. Tot slot biedt de Erfgoedbalans een korte vooruitblik. In de bijlage bij deze aanbiedingsbrief treft u een overzicht aan van moties en toezeggingen aan het parlement die door middel van deze Erfgoedbalans worden ingevuld2.

De Erfgoedbalans is grotendeels gebaseerd op gegevens uit de Erfgoedmonitor van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).3 De Erfgoedmonitor is een waardevol nieuw kennisinstrument dat is ontwikkeld in samenwerking met gemeenten, provincies en de erfgoedsector. De Erfgoedbalans verdiept en duidt de feiten en cijfers over het erfgoed uit de Erfgoedmonitor en diverse andere bronnen, in relatie tot de verantwoordelijkheid van de Minister van OCW.

Bij de totstandkoming van de Erfgoedbalans is met een groot aantal organisaties gesproken over de staat waarin het erfgoed verkeert. Ook is aan hen de vraag gesteld welke trends en ontwikkelingen op dit moment het meest relevant zijn.

Hoe staat het erfgoed ervoor?

Voor erfgoed bestaat veel belangstelling. Een groot aantal Nederlanders neemt – vaak als vrijwilliger – actief deel aan het behoud, het beheer en het toegankelijk maken van erfgoed. Met het behoud van het erfgoed is het over het algemeen goed gesteld. De samenleving erkent het belang en de potentie van erfgoed en in het primair en voortgezet onderwijs is er volop aandacht voor.

De rijksmonumenten staan er over het algemeen goed bij. De restauratieachterstand is de afgelopen decennia teruggebracht. Eigenaren die van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (Sim) gebruik maken plegen structureel onderhoud. De vereenvoudiging van de regelgeving is redelijk succesvol gebleken. In de komende jaren blijft er echter aandacht nodig voor de herbestemming van monumenten, de restauratie van grote monumenten en het herstel en de versteviging van cultureel erfgoed in het Groningse aardbevingengebied. Het financieringsstelsel voor de monumentenzorg wordt herijkt.

In de archeologie wordt in een aanzienlijk aantal gevallen besloten om archeologische resten in de bodem (in situ) te behouden. Het principe «de verstoorder betaalt» werkt over het algemeen naar wens, hoewel er bij natuurlijke erosie geen verstoorder is die aangesproken kan worden op de kosten. Dit speelt met name bij maritiem erfgoed. De met de Erfgoedwet geïntroduceerde certificering van archeologische bedrijven en diensten krijgt in de komende jaren zijn beslag.

Erfgoed speelt een steeds grotere rol in afwegingen over de ruimtelijke ordening. De Visie Erfgoed en Ruimte heeft de gebiedsgerichte benadering van het cultureel erfgoed een belangrijke impuls gegeven.

De rijksgesubsidieerde musea worden goed bezocht. De bezoekersaantallen stijgen jaarlijks fors. Ook het bezoek uit het buitenland is gestegen. Hoger opgeleiden bezoeken vaker musea dan lager opgeleiden. Het bezoek van Nederlanders met een migratieachtergrond blijft achter. Musea gaan zorgvuldig om met de rijkscollectie. De registratie van deze collecties is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw verbeterd. Er zijn ook meer veiligheids- en beheerplannen en de zorgvuldigheidsregels voor het afstoten van objecten door overheden zijn aangescherpt. De in 2013 geïntroduceerde samenwerkingsregeling wordt goed benut. Diverse maatregelen hebben bovendien de afgelopen jaren de wetenschappelijke contacten tussen musea en universiteiten bevorderd. Mobiel erfgoed krijgt in toenemende mate aandacht bij zowel een breed publiek als bij overheden.

Ook bij het immaterieel erfgoed zijn veel mensen betrokken. In korte tijd is er een groot aantal aanmeldingen voor de nationale inventaris gedaan. In vergelijking met andere Europese landen heeft Nederland een van de rijkst gevulde inventarissen. De inventaris is nu nog tamelijk eenzijdig samengesteld en representeert nog onvoldoende de veelzijdigheid aan culturen die in Nederland aanwezig is, zoals erfgoed van jongeren en migranten. Er zijn inmiddels maatregelen genomen om de inventaris toegankelijker en meer divers te maken.

Met de investeringen van het Rijk in een aantal grote digitaliseringsprojecten is een sterke basis gelegd voor het digitaal ontsluiten van collecties. Het werk is echter nog niet klaar. Vooral voor de kleinere instellingen ligt hier nog een opgave. Het accent verschuift nu naar het organiseren van de toegankelijkheid, netwerkvorming en het leggen van verbindingen tussen de collectie-beherende organisaties onderling en de eindgebruikers, zoals het onderwijs, de wetenschap en de burger. De aandacht voor born digital materiaal is groeiende.

Uitdagingen

Er zijn vele ontwikkelingen die in de komende jaren een steeds sterkere invloed zullen uitoefenen op het erfgoed en het erfgoedbeleid. Van krimp en vergrijzing tot bodemdaling en zeespiegelstijging. Ook de manier waarop met het erfgoed wordt omgegaan is aan veranderingen onderhevig: van overblijfsel naar inspiratiebron, van object naar omgeving, van betekenis naar beleving, van behoud naar ontwikkeling en van dominantie van deskundigen naar betrokkenheid van burgers.

Twee zaken zijn naar mijn mening van belang voor het gehele erfgoedbeleid: duurzaamheid en diversiteit. Een duurzamer omgang met de wereld om ons heen zal in de komende decennia voor het erfgoed steeds grotere gevolgen hebben. De gestaag veranderende bevolkingssamenstelling stelt daarnaast nieuwe vragen aan de keuzes die we ten aanzien van het erfgoed maken. Het erfgoedbeleid van de komende jaren zal aan deze twee zaken in ieder geval aandacht moeten besteden.

Duurzaamheid

De ambitie van klimaatakkoord van Parijs vraagt om vergaande maatregelen op het gebied van duurzaamheid, meer specifiek ten aanzien van energieopwekking en -besparing. Dit raakt ook het erfgoed.

Zowel in de (historische) stad als in het buitengebied moet ruimte gevonden worden voor opwekking, opslag en transport van energie. Het gaat daarbij om windmolens, zonneboilers- en panelen, biogasinstallaties, locaties voor warmte- en koudeopslag, maar ook om het vervangen van bestaande infrastructuur voor bijvoorbeeld gas en elektriciteit. De energietransitie zal het aangezicht van Nederland veranderen. Daarbij is het de opgave om het behoud van het erfgoed niet uit het oog te verliezen en het verleden te gebruiken als inspiratiebron voor de toekomst. Het erfgoed, maar ook de kunsten en de creatieve industrie, kunnen een inhoudelijke en inspirerende bijdrage leveren aan de energietransitie.

Om leegstand en functieverlies te voorkomen is de verduurzaming van monumenten een vereiste. Vastgoed zal in toenemende mate worden beoordeeld op energie-efficiëntie. Gebouwen die hierop laag scoren, lopen het risico onverhuurbaar of onverkoopbaar te worden. Voor monumenten is verduurzaming – al dan niet bij herbestemming – een bijzondere opgave omdat noodzakelijke maatregelen zich niet altijd goed verhouden tot de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Tegelijkertijd bieden monumenten de kans om met nieuwe technieken te experimenteren. Bij de herijking van het stelsel van monumentenfinanciering zal verduurzaming een belangrijk onderwerp zijn.

Diversiteit

De samenstelling van de Nederlandse bevolking verandert. In 2060 telt Nederland naar verwachting 5,7 miljoen inwoners met een migratieachtergrond. Dat is 2 miljoen meer dan in 2015. Tegelijkertijd vergrijst de bevolking.

Het bereik van het erfgoed onder de bevolking als geheel is groot, maar het bereik onder Nederlanders met een migratieachtergrond blijft achter. Dit geldt ook voor mensen met een lage opleiding. Het is een belangrijke uitdaging voor de erfgoedsector om een zo breed mogelijke doelgroep te bereiken.

Het is ook van belang de veranderende bevolkingssamenstelling te betrekken bij de keuzes die we maken ten aanzien van het erfgoed dat we doorgeven aan volgende generaties. Het erfgoed dat de geschiedenis van migratie in Nederland weerspiegelt verdient daarbij bijzondere aandacht. Erfgoededucatie is bij dit alles een belangrijk middel. Ook een goede naleving van de Code Culturele Diversiteit is van belang.

Tot slot

Erfgoed is ván iedereen en vóór iedereen. Erfgoed is dynamisch. Een deel doorstond oorlogen en natuurrampen. Ander erfgoed werd aangepast aan veranderingen in smaak of ontstond in de wisselwerking tussen nieuwkomers en zij die hier al woonden. Doordat we dit erfgoed bewaren en ruimte geven aan ontwikkeling, kunnen we verhalen weer tot leven laten komen. Verhalen die ons vertellen waar we vandaan komen, wie we zijn en die daarmee ook een belangrijke inspiratiebron kunnen zijn voor het werken aan de toekomst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven