De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister
van Defensie over de brief van 13 maart 2014 inzake openbaarmaking commercieel vertrouwelijke
bijlage programma SPEER (Kamerstuk 31 460, nr. 42).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 april 2014. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1
Waarom is niet eerder richting de Kamer transparantie gegeven over de inhoud en uitkomsten
van de tussenbalans waarvan uit de toelichting bij de tabel blijkt dat deze tussenbalans
in juni 2010 is gemaakt en waarover de Kamer pas op 14 oktober 2011 is geïnformeerd
met de Commercieel vertrouwelijke antwoorden op schriftelijke vragen programma SPEER?
De Kamer is eerder met de voortgangsrapportage van 12 oktober 2010 over project SPEER
(Kamerstuk 31 460, nr. 14) geïnformeerd over de resultaten van de Tussenbalans SPEER. De Tussenbalans vormde
daarna de basis voor de volgende voortgangsrapportage van april 2011 (Kamerstuk 31 460, nr. 19). Hierover heeft de Kamer vragen en aanvullende vragen gesteld (Kamerstukken 31 460, nrs. 20 en 21). Deze laatste betreffen de commercieel vertrouwelijke antwoorden die de Kamer op
14 oktober 2011 heeft ontvangen.
2
Waarom is de Kamer pas op 14 oktober 2011 geïnformeerd over het op pagina 2 gestelde:
«De derde kolom bevat alle functionaliteiten die sinds 2003 zijn uitgesteld.», gezien
dit al sinds 2003 bij Defensie bekend is?
Het uitstellen van de functionaliteiten in de derde kolom was nog niet bekend in 2003.
De derde kolom bevat de functionaliteiten die in 2003 werden beoogd, maar die in de
jaren daarna bij de programmabijstellingen van 2006, juni 2010 (Tussenbalans) en 2011
zijn uitgesteld of aangepast.
3
Waarom konden de commercieel vertrouwelijke antwoorden op de schriftelijke vragen
over het programma SPEER, d.d. 14 oktober 2011, destijds niet openbaar behandeld worden?
Waarom kunnen deze commercieel vertrouwelijke antwoorden na aandringen van de Kamer
nu wel openbaar behandeld worden met de brief Openbaarmaking commercieel vertrouwelijke
bijlage programma SPEER, d.d. 13 maart 2014?
De antwoorden waren commercieel vertrouwelijk met het oog op de onderhandelingspositie
van Defensie. De marktpartijen die destijds waren betrokken bij de ontwikkeling van
ERP hadden op dat moment onevenredig voordeel kunnen hebben van deze informatie ten
opzichte van andere marktpartijen. De ontwikkeling van ERP bevindt zich nu in de eindfase
en gebeurt in de lijn, waardoor dit niet meer relevant is.
4
Is er een budget vrijgemaakt voor de activiteiten die zijn verplaatst naar de doorontwikkeling?
De doorontwikkeling van ERP komt ten laste van het budget «Investeringen informatievoorziening»
onder beleidsartikel 6 «Investeringen krijgsmacht». In de defensiebegroting is voor
de planperiode 2015–2022 voorlopig een bedrag van € 120 miljoen (€ 15 miljoen per
jaar) gereserveerd voor de doorontwikkeling.
5
Welke gevolgen heeft het verplaatsen van de activiteiten naar de doorontwikkeling,
voor het in gebruik nemen van het systeem?
Het verplaatsen van activiteiten naar de doorontwikkeling heeft geen gevolgen voor
de ingebruikname van het systeem. De desbetreffende functionaliteiten zullen echter
pas in de periode van doorontwikkeling worden opgeleverd en kunnen daarna worden gebruikt.
6
Kan een overzicht gegeven worden van de kosten die verbonden zijn aan de activiteiten
die zullen plaats vinden tijdens de doorontwikkeling?
In de loop van 2014 wordt een plan voor verdere doorontwikkeling opgesteld voor de
periode 2015–2022. De Kamer zal hierover nader worden geïnformeerd.