Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2015
In vervolg op mijn toezegging aan uw Kamer (brief 13 oktober 2014, Kamerstuk 31 409, nr. 68) ben ik verheugd om u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Defensie, de
Minister van Veiligheid en Justitie, de Minister van Economische Zaken, de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en de Staatssecretaris van Financiën, de rijksbrede Nederlandse Maritieme Strategie,
2015 – 2025 (verder: rijksbrede maritieme strategie) toe te zenden1.
Aanleiding voor de rijksbrede maritieme strategie is de wens om de positie van de
maritieme cluster te versterken, vanwege zijn belang voor de Nederlandse economie
(7,3% BNP). Omdat er sprake is van steeds nauwere samenwerking en verwevenheid tussen
partijen uit de maritieme cluster is daarvoor een rijksbreed en integraal overheidsbeleid
noodzakelijk. Een overheidsbeleid dat als doel heeft om Nederland als sterke maritieme
natie blijvend op de kaart te zetten met als ambitie «een internationale duurzame
maritieme toppositie voor Nederland door integrale samenwerking tussen rijksoverheid
en maritieme cluster op basis van een gezamenlijke maritieme strategie».
De rijksbrede maritieme strategie is in nauwe samenwerking tussen de betrokken ministeries
en partijen uit de maritieme cluster tot stand gekomen. Het is een uniek document,
dat tezamen met ander relevant nationaal en internationaal kabinetsbeleid, zoals het
topsectorenbeleid, een antwoord biedt op uitdagingen waarvoor de maritieme cluster
zich de komende jaren gesteld ziet.
Met de rijksbrede beleidsagenda wordt concreet invulling gegeven aan de maritieme
strategie. Hier worden de maatregelen genoemd die gezamenlijk door de rijksoverheid
en partijen uit de maritieme cluster moeten worden genomen om de ambities van de maritieme
strategie te realiseren. Het gaat daarbij om maatregelen op grote thema’s die de positie
van de gehele maritieme cluster raken: Human Capital, Innovatie, Handel, Bereikbaarheid,
Veiligheid en Milieu en de aanpak van Veiligheidsdreigingen en stabiliteit. Waar nodig
kunnen en zullen deze thema’s verder worden uitgewerkt in werkprogramma’s, zoals het
eerder aan uw Kamer aangeboden werkprogramma zeehavens 2014–2016 (brief 25 juni 2014,
Kamerstuk 29 862, nr. 25).
Ik ben er van overtuigd dat met gezamenlijke inspanningen de Nederlandse Maritieme
Strategie een succes wordt en kan bijdragen aan het bereiken van een duurzame internationale
maritieme toppositie voor Nederland. Het feit dat een groot aantal partijen heeft
aangegeven daaraan te willen bijdragen stemt mij dan ook optimistisch voor de toekomst.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus