Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2014
Hierbij doe ik u toekomen het jaarverslag 2013 van het «Paris Memorandum of Understanding
on Port State Control»1.
Het «Paris Memorandum of Understanding on Port State Control» is een samenwerkingsverband
tussen 27 landen met betrekking tot de inspectie van buitenlandse zeeschepen (havenstaatcontrole).
Ook Nederland is aangesloten bij deze overeenkomst. Het doel is om door middel van
een geharmoniseerd inspectieregime milieuincidenten tegen te gaan en de veiligheid
en werk- en leefomstandigheden van de bemanning aan boord van de zeeschepen te verbeteren.
Mijn Ministerie van Infrastructuur en Milieu faciliteert een permanent secretariaat
ten behoeve van de doelmatige werking van het Memorandum. In die zin publiceert het secretariaat een jaarverslag waarin onder andere een
overzicht wordt gegeven van de resultaten van de havenstaatcontroles. Het secretariaat
is ondergebracht bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.
In de loop der jaren is het jaarverslag van het Memorandum uitgegroeid tot een gezaghebbend,
veel geciteerd document in de scheepvaartwereld. Met name de in het jaarverslag opgenomen
«White, Grey and Black List» van vlaggenstaten en de «RO List», een lijst van Erkende
Klassenbureaus die als vertegenwoordiger van vlaggenstaten kunnen optreden, worden
met grote belangstelling door het internationale maritieme bedrijfsleven en de vakpers
ontvangen.
De lijsten worden door de Europese Commissie erkend als een maatstaf voor kwaliteit
van het scheepsregister.
In 2013 is Nederland gezakt van plaats 15 naar plaats 19 van de White List.
In 2012 is Nederland gezakt van plaats 4 naar plaats 15 van de White List. Hoewel
Nederland daarmee nog steeds tot de groep van bovengemiddeld goed presterende landen
behoort, is dit natuurlijk geen goede ontwikkeling.
Mijn streven is en blijft om de Nederlandse vloot tot de veiligste vloten van de wereld
te laten behoren. Naar aanleiding van de daling op de ranglijst heb ik een aantal
maatregelen genomen, waaronder het uitvoeren van thema-inspecties Vlaggenstaat gericht
op de naleving van de rusttijden aan boord van schepen die onder Nederlandse vlag
varen. Voorts is het Inspectieprogramma Vlaggenstaattoezicht verder aangescherpt en
zal het toezicht meer gefocust worden op slecht presterende scheepsbeheerders. De
scheepsbeheerders zijn immers primair verantwoordelijk voor de veiligheid van hun
schepen. Om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid zijn in samenwerking met de
KVNR in 2013 en 2014 separaat seminars georganiseerd om de deficiencies (tekortkomingen,
geconstateerde defecten) en aanhoudingen te bespreken en deze in de toekomst te voorkomen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus