Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2014
Nadat spaarders bij het Nederlandse bijkantoor van Landsbanki in 2008 de toegang verloren
tot hun spaargeld heeft De Nederlandsche Bank het depositogarantiestelsel in werking
gesteld. Depositohouders werden hierbij tot een bedrag van € 100.000 gecompenseerd.
De kosten hiervoor werden in eerste instantie gedragen door de Nederlandse banken
en de Nederlandse Staat. In 2008/2009 heeft De Nederlandsche Bank een bedrag uitgekeerd
van € 1,635 miljard aan de depositohouders. Hiervan namen de Nederlandse banken € 208
miljoen voor hun rekening en de Nederlandse Staat € 1.428 miljoen. Vervolgens werden
de kosten verhaald op de boedel van Landsbanki en zodoende ontstond een vordering
op deze private entiteit.
In nauwe samenspraak met De Nederlandsche Bank is besloten om een proces in gang te
zetten tot verkoop van deze vordering. Een verkoop is momenteel de snelste en minst
risicovolle wijze om het bedrag dat in 2008/2009 is uitgekeerd aan de depositohouders
volledig te recupereren. Met deze verkoop worden verdere risico’s voorkomen.
Door boedeluitkeringen is van het bedrag van € 1.428 miljoen tot op heden € 811 miljoen
geïncasseerd. Aan hoofdsom staat derhalve, voor zover het de Nederlandse staat betreft,
nog € 617 miljoen open. De verkoop die nu is afgerond, voorziet in een opbrengst voor
de Nederlandse Staat van € 623 miljoen. De hoge recuperatiegraad heeft meerdere redenen.
In de eerste plaats bevat de boedel van Landsbanki volgens de curatoren voldoende
middelen om uiteindelijk de hoofdsom aan de preferente crediteuren te voldoen. De
sterkte van de boedel vertaalt zich in de hoge verkoopopbrengst. Een tweede reden
is dat er op de boedeluitkeringen in het verleden, die niet alleen in euro, maar ook
in Britse ponden en Amerikaanse dollars zijn gedaan, koerswinst is behaald.
Bij deze cijfers zijn niet inbegrepen de eerder uit de boedel uitgekeerde € 11 miljoen
aan IJslandse Kronen die momenteel op een rekening staan bij de IJslandse Centrale
Bank in afwachting van conversie door de IJslandse autoriteiten. Bovendien loopt momenteel
een rechtszaak tegen het IJslandse depositogarantiestelsel waarbij De Nederlandsche
Bank onder andere de gederfde rente-inkomsten claimt. De recuperatie kan dus uiteindelijk
hoger uitvallen.
De opbrengst van de verkoop leidt tot een verlaging van de overheidsschuld en is niet
relevant voor het uitgavenkader aangezien transacties die samenhangen met de financiële
crisis geen onderdeel hiervan uitmaken. Het heeft voorts geen effect op het EMU-saldo.
De vorderingen op de boedel van Landsbanki zijn vrij verhandelbaar. Het staat crediteuren
in principe vrij om te verkopen. Eerder dit jaar heeft een groot deel van de Britse
lagere overheden, ongeveer honderd partijen, besloten om hiertoe over te gaan. We
zijn in gesprek met de Nederlandse medeoverheden die ook vorderingen hebben op oud
Landsbanki en hebben met hen het verkoopproces gedeeld. Uiteraard zijn we bereid hen
bij een verkooptraject te adviseren.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem