nr. 65
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2009
Hierbij bied ik u drie onderzoeken aan over Kinderopvang1:
1) «Wachtlijsten en wachttijden buitenschoolse opvang en dagopvang
(4e meting), Stand van zaken 1 december 2008», van Regioplan Beleidsonderzoek.
2) «Waar wachten ouders op? Nader onderzoek naar een «harde
kern» op de wachtlijst voor dagopvang en BSO», van B&A Centrum
voor Beleidsevaluatie in samenwerking met Regioplan Beleidsonderzoek en Pelosa
BV.
3) «Tijd voor buitenschoolse opvang, onderzoek naar de administratieve
lasten van scholen bij de organisatie van de aansluiting met de BSO»,
van Sardes.
Vierde meting wachtlijsten en wachttijden (1 december
2008)
Ondernemers in de kinderopvang zijn er opnieuw in geslaagd meer kinderen
op te vangen. De wachtlijstomvang als percentage van de capaciteit is gedaald.
De wachtlijst als percentage van de capaciteit vertoont bij zowel de buitenschoolse
opvang als de dagopvang een dalende trend. Dit blijkt uit de onderzoeksresultaten
van de vierde meting, waarvan de samenvattende tabel in deze brief is overgenomen
(zie onderzoeksrapport, blz. I).
De omvang van de wachtlijst in de dagopvang steeg wel. Dit komt omdat
de vraag naar kinderopvang sneller steeg dan het aanbod. De gemiddelde wachttijd
op 1 december 2008 is gedaald ten opzichte van de vorige meting, en is
daarmee op hetzelfde niveau gekomen als de wachttijd van een jaar geleden
(1 december 2007). Bij de volgende meting van de wachtlijsten zal blijken
in hoeverre deze daling zich voortzet.
In mijn brief d.d. 5 november 2008 (kamerstuk 31 322, nr. 40)
heb ik u reeds geïnformeerd over de maatregelen die ik heb genomen om
verlaging van de wachttijden te stimuleren. In het najaar ontvangt u de vijfde
meting van de wachtlijsten.
| BSO | DAGOPVANG |
---|
| 1/8 2007 | 1/12 2007 | 1/6 2008 | 1/12 2008 | 1/8 2007 | 1/12 2007 | 1/6 2008 | 1/12 2008 |
Wachtlijstomvang absoluut | 20 200 | 22 000 | 21 469 | 21 349 | 23 100 | 23 200 | 27 743 | 29 714 |
Gemiddelde wachttijd op peildatum | 196 | 181 | 230 | 180 | 156 | 143 | 194 | 146 |
Gemiddelde wachttijd bij plaatsing | Niet meetbaar | 79 | 89 | 78 | Niet meetbaar | 76 | 69 | 96 |
Wachtlijstomvang % capaciteit | 21% | 19,6% | 13,8% | 12,6% | 18% | 16,4% | 16,5% | 14,8% |
Toelichting bij de tabel
• De eerste indicator «wachtlijstomvang absoluut»
geeft aan hoeveel kinderen er op het tijdstip van de meting (de peildatum)
op de wachtlijst staan.
• De tweede indicator «gemiddelde wachttijd op peildatum»
geeft weer hoe lang ouders op de peildatum van de meting gemiddeld op de wachtlijst
staan.
• De derde indicator «gemiddelde wachttijd bij plaatsing»
beschrijft hoe lang ouders waarvan het kind is geplaatst tussen de genoemde
en de voorgaande meting, gemiddeld op die plaats hebben gewacht.
• Bij de vierde indicator «wachtlijstomvang % capaciteit»
zijn de gegevens over de absolute wachtlijstomvang (de eerste indicator) gerelateerd
aan de capaciteit.
Onderzoek naar een «harde kern» op wachtlijsten
Dit onderzoek gaat na of er een «harde kern» is van kinderen
die wel op de wachtlijst staan, maar geen plaats krijgen in BSO of dagopvang.
Daarnaast zijn mogelijke verklarende factoren voor de snelheid van plaatsing
onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat er geen «harde kern»
is. Wel is het logischerwijs zo dat de voorkeur voor ouders (bijvoorbeeld
voor specifieke dagen) en het voorkeursbeleid van kinderopvangorganisaties
(bijvoorbeeld het voorrangsbeleid voor kinderen uit hetzelfde gezin) de wachttijd
van ouders beïnvloedt.
Onderzoek «tijd voor buitenschoolse opvang»
Dit onderzoek is uitgevoerd om de structurele hoeveelheid tijd te onderzoeken
die scholen besteden aan de administratieve en organisatorische taken voor
het organiseren van de aansluiting met de buitenschoolse opvang.
Uit het onderzoek blijkt dat de hoeveelheid tijd die scholen structureel
aan deze taak kwijt zijn tussen oktober 2006 tot oktober 2008 is teruggelopen.
De onderzoekers verwachten dat scholen de komende jaren hieraan niet meer
dan ongeveer 1¼ uur per week zullen besteden.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma