Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2020
Jaarlijks wordt de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland gemeten door middel
van de Landelijke Kwaliteitsmonitor (LKK). Door de uitbraak van Covid-19 hebben in
2020 geen metingen in het kader van LKK kunnen plaatsvinden. Mijn voorganger heeft
uw Kamer daarover bericht en aangekondigd dat in de plaats daarvan verdiepende analyses
zullen plaatsvinden.1
Hierbij bied ik u het eerste verdiepende onderzoek aan dat resultaten weergeeft over
de kwaliteit van de baby-opvang en factoren die bijdragen aan een hogere kwaliteit.
Het is goed om te vermelden dat het in deze analyses om samenhangen gaat en niet om
oorzakelijke verbanden2.
Uit de LKK-metingen van 2017, 2018 en 2019 blijkt dat de emotionele kwaliteit van
opvang van baby’s over het algemeen voldoende tot goed is en de educatieve kwaliteit
wat lager ligt, net als in de rest van de kinderdagopvang. De emotionele en educatieve
kwaliteit van opvang van baby’s is over het algemeen beter in horizontale dan in verticale
groepen.3 Meer specifiek blijken pedagogisch medewerkers daar beter in staat hun interacties
aan te laten sluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van baby’s (programma en taal)
en is de inrichting van de ruimte voor baby’s beter in horizontale groepen. Als het
gaat om de kwaliteit van het materialenaanbod en activiteitenaanbod voor baby’s scoren
de verticale groepen gemiddeld beter. Voor dreumesen4 zijn de mogelijkheden voor exploratie beter in verticale groepen. Naarmate er meer
baby’s in een groep zijn, zijn de mogelijkheden voor exploratie en spel voor de oudere
kinderen in de groep minder. Uit het onderzoek komt naar voren dat factoren die met
name bepalend zijn voor de kwaliteit van baby-opvang liggen in de opleiding van pedagogisch
medewerkers, werkervaring en (continue) professionalisering.
Het rapport bevat waardevolle informatie voor de praktijk van de kinderopvang en het
is goed te vernemen dat het onderzoek vervolg krijgt in een handreiking voor de medewerkers
in de sector. De onderzoekers zullen een handreiking opstellen waarmee pedagogisch
medewerkers suggesties krijgen aangereikt om met name de educatieve kwaliteit van
het aanbod beter aan te passen aan de ontwikkelingsbehoeften van baby’s in zowel horizontale
als een verticale groepen. Hiermee draagt het onderzoek direct bij aan het behoud
én de verbetering van de kwaliteit van de opvang in Nederland.
Naast dit onderzoek over baby-opvang zullen in de loop van dit jaar nog twee andere
onderzoeken afgerond worden door de onderzoekers van LKK. Zo wordt onderzoek gedaan
naar de verschillen in kwaliteit naar regio, stedelijkheidsgraad, uurprijs en groepssamenstelling.
Daarnaast verwacht ik eind 2020 de resultaten van het onderzoek naar de relaties tussen
kenmerken van organisaties en typen ondernemerschap en de geboden kwaliteit van de
kinderopvang openbaar te maken.
Met deze onderzoeken wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan kennisverwerving
over het thema «ontwikkeling van het kind». Dit past in de pilot onderzoeks- en evaluatieplanning
Kinderopvang, waarover ik u bij brief van 14 september 2020 heb geïnformeerd. Zoals
in de brief aangekondigd, zal ik uw Kamer op de hoogte blijven stellen van de uitkomsten
van onderzoeken en de verbinding leggen tussen de resultaten en daaruit voortkomende
beleidsontwikkeling.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van ’t Wout