31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 196 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2017

Het rentederivatendossier is een bijzonder vervelend dossier voor helaas te veel MKB-ondernemingen. Voor al deze ondernemingen is het van belang dat dit dossier zo snel als mogelijk en op zorgvuldige wijze wordt afgerond. Eind vorig jaar hebben drie onafhankelijke deskundigen een uniform kader opgesteld waar de zes banken die rentederivaten hebben geleverd aan MKB-ondernemingen zich aan hebben gecommiteerd. Dit kader dient als basis om ervoor te zorgen dat de problemen die zijn ontstaan door de grootschalige verkoop van rentederivaten aan MKB-ondernemingen op een correcte en zorgvuldige manier worden opgelost. Op een wijze die recht doet aan de belangen van de gedupeerde MKB-ondernemingen. De banken doen dit onder toeziend oog van de Autoriteit Financiële Markten. Met deze brief bied ik u de tweede voortgangsrapportage rentederivaten van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan1.

Uitvoering uniform herstelkader

Met het uniform herstelkader wordt getracht om op een, ook in internationaal perspectief, unieke wijze via een breed gedragen aanpak een oplossing te vinden in dit weerbarstige dossier De betrokken banken hebben zich gecommitteerd aan het uniform herstelkader en de met checks and balances omgeven uitvoering hiervan. Nu het herstelkader door de banken en de externe dossierbeoordelaars wordt toegepast, blijkt helaas dat de uitvoering complexer is dan de banken, de externe dossierbeoordelaars en de AFM hadden voorzien.

In de tweede voortgangsrapportage concludeert de AFM, zoals reeds op 24 oktober 2017 met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 31 311, nr. 195), dat er bij de uitvoering van het herstelkader door de banken opnieuw vertraging is opgetreden. Deze vertraging wordt veroorzaakt door knelpunten in de automatisering van het proces van herbeoordeling en de kwaliteit van de data waarmee de compensatie moet worden berekend en gecontroleerd.

Ik heb van de AFM vernomen dat inmiddels één bank helemaal klaar is met het versturen van alle aanbodbrieven.

Om de gevolgen van de vertraging voor MKB-ondernemingen te beperken bieden banken, op aandringen van de AFM, aan zowel kwetsbare als aan niet-kwetsbare klanten voorschotten aan. Ik vind het belangrijk dat er vol wordt ingezet op het uitkeren van ruimhartige voorschotten door de banken aan MKB-ondernemingen die langer op hun compensatie moeten wachten. Ik vind het positief dat de betrokken banken deze voorschotten aanbieden en dat zij er in de afgelopen maanden in geslaagd zijn ruim 407 miljoen euro aan voorschotten aan MKB-ondernemingen aan te bieden. Tegelijkertijd ben ik niet tevreden over de voortgang van de banken. Ik blijf hierover met de AFM in gesprek en zal in mijn (kennismakings)gesprekken met banken de komende tijd hier ook aandacht voor vragen.

Ik wijs er met de AFM op dat in de voortgangsrapportage niet de voorschotten zijn verwerkt die volgens de toezeggingen van de banken nog zullen worden aangeboden vóór het einde van dit jaar. Het aantal MKB-klanten aan wie voorschotten worden aangeboden zal daarom nog verder toenemen.

Verlenging verjaringstermijn

Het uniform herstelkader biedt naar mijn overtuiging een noodzakelijke en adequate oplossing die recht doet aan de belangen van MKB-ondernemingen. Desondanks kunnen MKB-ondernemingen het aanbod weigeren en hun recht zoeken bij het speciaal hiervoor in het leven geroepen tijdelijk Kifid-loket rentederivaten, dan wel bij de rechter. In dat laatste geval is verjaring een relevant gegeven. Vorderingen van MKB-ondernemingen die binnen het toepassingsbereik van het herstelkader vallen en die na 1 maart 2016 eigenlijk zouden verjaren, verjaren volgens het uniform herstelkader op 19 december 2017 daadwerkelijk. De Kamer heeft hier in het schriftelijk overleg terecht aandacht voor gevraagd. Ik heb inmiddels vernomen dat de onafhankelijke deskundigen, in overleg met de banken, de verjaringstermijn voor vorderingen van MKB-ondernemingen die binnen het toepassingsbereik van het herstelkader vallen maar waarvan de vordering verjaart gedurende de uitvoering van het herstelkader, hebben verlengd. Voor vorderingen van MKB-ondernemingen die binnen het toepassingsbereik van het herstelkader vallen, geldt sinds 10 november jl. dat de verjaringstermijn (ten minste) wordt verlengd tot 12 weken na dagtekening van de betreffende aanbodbrief. Deze flexibiliteit van de zijde van de banken juich ik toe. Ook ben ik de onafhankelijke deskundigen erkentelijk voor hun blijvende betrokkenheid op dit dossier.

De betrokken MKB-ondernemingen en de Tweede Kamer verwachten dat de banken dit traject zo snel als mogelijk afronden. Zoals ik heb toegezegd tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen zal ik daar, uiteraard ook met oog voor de zorgvuldigheid, druk op houden (Handelingen II 2017/18, nr. 20, items 4, 6 en 16).

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven