Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2018
Op 20 december ontving ik uw commissiebrief met genoemd kenmerk waarin u refereert
aan een brief van de wethouder van de gemeente Utrecht, mevrouw van Hooijdonk, mede
namens ElaadNL ten geleide van het rapport «Smart Charging van elektrische voertuigen,
Institutionele knelpunten en mogelijke oplossingen» van PwC1. Met deze brief reageer ik mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat
conform uw verzoek op het betreffende rapport, waarvan ik met interesse kennis heb
genomen.
Het belang van elektrisch vervoer
De verdere ontwikkeling van elektrisch vervoer heeft voor mij en dit kabinet hoge
prioriteit, getuige de ambitieuze doelstellingen in het Regeerakkoord (bijlage bij
Kamerstuk 34 700, nr. 34) op het terrein van duurzame mobiliteit en daarbinnen het streven naar 100% zero-emissie
nieuwe verkoop van auto’s in 2030. Samen met maatschappelijke partners geef ik uitvoering
aan Green Deal Elektrisch Vervoer 2016–2020. Hierin is de ambitie opgenomen dat in
2020 10% van de nieuwverkochte auto’s een elektrische aandrijflijn heeft en dat dat
in 2025 geldt voor 50% van de nieuwverkochte auto’s waarvan minimaal 30% (oftewel
15% van het totaal) volledig elektrisch is.
Het rapport van PwC smart charging van elektrische auto’s; Institutionele knelpunten
en mogelijke oplossingen
Het rapport omschrijft smart charging als «het laden en ontladen van een elektrisch
voertuig waarbij het tijdstip, de snelheid en de laadmethode (laden/ontladen) af worden
gestemd op de voorkeuren van de e-rijder en de dan geldende marktomstandigheden (zoals
beschikbaarheid van duurzame energie).»
Slim laden kan zowel voordelen hebben voor de e-rijder, de producent van energie (duurzame
energie zo efficiënt mogelijk inzetten) en de netbeheerder (flexibiliteit creëren
ten behoeve van de balans in het energienet en het voorkomen van congestie).
PWC stelt dat er vier knelpunten met hoge impact op korte termijn zouden moeten worden
opgelost. Het betreft drie belemmeringen op het terrein van suboptimale financiële
prikkels en een op het terrein van marktordening:
-
• Er is geen prikkel voor optimalisering van opslag in het elektrisch voertuig achter
de meter.
-
• Dubbele energiebelasting ontmoedigt bi-directioneel laden.
-
• Er is geen prikkel vanuit de nettarieven voor laadinfrastructuur met maximale laadcapaciteit
voor smart charging en
-
• Er is onduidelijkheid over de mogelijkheid van de inzet van smart charging ten behoeve
van congestiemanagement netbeheerder.
Deze vier punten zijn bij het kabinet bekend en worden reeds geadresseerd. Zo is het
gegeven met betrekking tot de conclusie uit het rapport dat bij de opslag van elektriciteit
bij een andere partij dan de opwekker, tweemaal energiebelasting wordt geheven al
langer bekend. In de Energiedialoog van medio 2016 en in de Energieagenda – die de
voormalig Minister van Economische Zaken in december 2016 naar de Tweede Kamer heeft
gezonden (bijlage bij Kamerstuk 31 510, nr. 64) – is dit al benoemd als aandachtspunt. Momenteel onderzoekt het kabinet dan ook
of er aanleiding bestaat voor aanpassing van de belastingregels bij elektriciteitsopslag-
en conversie. In dezelfde Energieagenda heeft het vorige kabinet aangegeven te gaan
onderzoeken of de tariefstructuur van de elektriciteitsnetten meer rekening zou kunnen
houden met het moment van netbelasting en dat verkend wordt hoe netbeheerders meer
ruimte kunnen krijgen om flexibiliteit in de markt in te zetten om onnodige netverzwaring
te voorkomen. Beide maatregelen werkt de Minister van Economische Zaken en Klimaat
dit jaar nader uit in het kader van de wetgevingsagenda energietransitie. Bij die
uitwerking worden ook elektrisch vervoer en de kansen die smart charging biedt, betrokken.
Vervolgstappen
Teneinde te leren van de ervaringen uit de Nederlandse pilots op het terrein van smart
charging ben ik gaarne bereid om met betrokken partijen over deze pilots in de tweede
helft van 2018 in gesprek te gaan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer