De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het beroep van leraar ingrijpend is veranderd door de maatschappelijke
spanningen over polariserende burgerschapsthema's die dagelijkse de klas binnenkomen;
constaterende dat burgerschap uitgedragen dient te worden binnen een democratische
cultuur in een school en dat deze burgerschapsthema's voorgeleefd en voorgedragen
worden door schoolleiding, leraren en leerlingen;
constaterende dat veel leraren zich onvoldoende gesteund voelen en geen handvatten
hebben om moeilijk bespreekbare thema's aan te kaarten in hun lesprogramma's;
constaterende dat er lesprogramma's bestaan van verschillende aanbieders waarbij leeftijdsgenoten
als rolmodel voor de klas staan om het gesprek over maatschappelijke en schurende
thema's in de school open te breken en de verinnerlijking van democratische waarden
te stimuleren;
constaterende dat de wens van leraren is om hier vaker gebruik van te maken;
verzoekt de regering om aanvullend op de rol en de inzet van de leraar in kaart te
brengen hoe jonge rolmodellen met een gedeeld referentiekader en credible voice structureel
meerwaarde kunnen leveren aan het stimuleren van de verinnerlijking van democratische
waarden en de versterking van het onderwijs;
verzoekt de regering tevens in kaart te brengen op welke wijze scholen die op dit
moment grote uitdagingen ervaren vanwege maatschappelijke spanningen die spelen binnen
de school op korte termijn makkelijker gebruik kunnen maken van dergelijke programma’s
die zich reeds in de praktijk hebben bewezen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling
te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Hoop