31 293 Primair Onderwijs

Nr. 229 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2014

Hierbij ontvangt u de resultaten van de derde meting van de Monitor ouderbetrokkenheid in het po, vo en mbo.1, 2 De meting is uitgevoerd door Panteia en ITS. Zij stelden vragen aan ouders, leraren en schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Deze derde meting volgt op eerdere metingen uit 2009 en 2012.

Uit deze derde meting blijkt dat schoolleiders, leraren en ouders positiever oordelen over ouderbetrokkenheid. Vooral ouders zijn positiever over de inspanningen van scholen om hen te betrekken. In het vo en mbo zijn scholen sinds 2012 duidelijk van houding veranderd. Ze geven ouders meer ruimte om betrokken te zijn. Er ligt daarmee een goede basis om samen op te trekken.

De meeste betrokkenen zijn redelijk tevreden over de communicatie tussen ouders en school. In alle onderwijssectoren vindt het merendeel van de ouders dat er voldoende contact is tussen ouders en school. In het primair onderwijs is dat 81%, in het voortgezet onderwijs 77% en in het mbo 63%. De mate waarin ouders actief zijn in inspraak of medezeggenschap (formele participatie) is ten opzichte van 2012 niet veranderd. Alleen het aandeel ouders dat zegt lid te zijn van een ouderraad mbo is fors gestegen ten opzichte van 2012 (36% ten opzichte van 14%).

Een opvallende uitkomst is het verschil in tevredenheid over de mate waarin ouders uitgenodigd worden om thuis hun kinderen te ondersteunen. De meeste leraren zijn tevreden over hun eigen contact met ouders. Een deel van de leraren vindt dat er nog verbetering mogelijk is in de mate van betrokkenheid van ouders. Daarbij gaat het om 15% van de leraren in het primair onderwijs en 40% in het voortgezet onderwijs. Ouders zijn ook tevreden, maar wel minder. In het primair onderwijs heeft 57% van de ouders het gevoel dat zij thuis kunnen bijdragen aan de schoolprestaties van hun kinderen. In het voortgezet onderwijs (44%) en het middelbaar beroepsonderwijs (32%) is dat iets minder.

Ouderbetrokkenheid is een zaak van individuele scholen. Het is belangrijk dat zij een heldere visie hebben op hoe zij de samenwerking met ouders willen vormgeven en ouders betrekken bij de ontwikkeling en schoolloopbaan van hun kind en de school. Maar ook ouders spelen een belangrijke rol. Van hen mag verwacht worden dat zij de school informeren over relevante ontwikkelingen (van hun kind) thuis, dat zij thuis een stimulerende en motiverende omgeving creëren en op constructieve wijze met de school samenwerken in het belang van het kind.

De rol van ouders krijgt bij veel beleidstrajecten, zoals voor- en vroegschoolse educatie, toptalenten, passend onderwijs, krimp en het tegengaan van pesten, voortdurend aandacht en er worden maatregelen genomen om ouders te betrekken. Wij vinden het belangrijk om ons goed op de hoogte te stellen van wat er leeft bij ouders, bijvoorbeeld door werkbezoeken, onderzoeken en klankbordgesprekken met ouders en hun vertegenwoordigers.

Om ouders succesvol te betrekken is het noodzakelijk dat ouders en leerlingen toegang hebben tot goede en begrijpelijke informatie over de scholen in hun omgeving. Die informatie helpt ouders een passende school voor hun kind te kiezen, op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op de school en in gesprek te gaan met de school. Daarom willen we meer transparantie in het onderwijs bevorderen. Komend voorjaar ontvangt u een brief over het belang van transparantie waarin onder andere wordt ingegaan op wat we hier, samen met de Landelijke Ouderraad, voor gaan doen.

In het mbo wordt ouderbetrokkenheid bij loopbaanontwikkeling, studiekeuze en studievoortgang specifiek gestimuleerd via het stimuleringsproject Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Verder subsidieert OCW activiteiten van sectororganisaties, vakbonden, de Landelijke Ouderraad, het JOB en het LAKS ter verbetering van de medezeggenschap. Medezeggenschap is immers een belangrijke vorm van ouderbetrokkenheid. Hoofddoel van de gezamenlijke aanpak is het verbeteren van de communicatie tussen het schoolbestuur, de school en de medezeggenschapsraad.

Tot slot investeren we in meer kennis over ouderbetrokkenheid. Dit gebeurt door middel van drie onderzoeken naar de effecten van ouderbetrokkenheid en naar effectieve mechanismen en interventies van docenten en scholen. Deze onderzoeken lopen via het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Ouderbetrokkenheid gaat over het partnerschap tussen ouders en school gedurende de hele schoolcarrière: als partners in de opvoeding, als klankbord, als ondersteuner thuis, in de medezeggenschap op school, als vrijwilliger of «gewoon» als gesprekspartner.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven