31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 359 MOTIE VAN HET LID VAN MEENEN C.S.

Voorgesteld 13 februari 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de prestaties van Nederlandse scholieren in het voortgezet onderwijs bij het internationale PISA-onderzoek een voortdurend dalende tendens laten zien op alle niveaus;

constaterende dat de ontwikkeling van de gemiddelde cijfers voor het centraal examen gelijkblijvend tot stijgend is, in het bijzonder voor kernvakken sinds de introductie van de kernvakkenregeling, terwijl de ontwikkeling van de gemiddelde cijfers voor het schoolexamen gelijkblijvend is;

overwegende dat voor de vaststelling van de cijfers van het centraal examen de N-termen een cruciale rol spelen;

van mening dat het van groot belang is dat de kwaliteit van examens en de ontwikkeling van de vaardigheden van scholieren optimaal kunnen worden vastgesteld en gevolgd;

verzoekt de regering, onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de reële ontwikkeling van de vaardigheden van de scholieren in de afgelopen tien jaar, ten minste in de vakken wiskunde en Engels, en naar de mate waarin het gebruik van de N-termen en mogelijke andere factoren het beeld op deze ontwikkeling bevorderen of bemoeilijken, en de Kamer daarover voor 2019 te informeren

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Meenen

Bruins

Van Haga

Rog

Naar boven