Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2013
In het Regeerakkoord «Bruggen slaan» is aangekondigd dat de wettelijk verplichte maatschappelijke
stage in het voortgezet onderwijs wordt afgeschaft. Een wetsvoorstel daartoe is in
voorbereiding en wordt aan het eind van dit jaar aan uw Kamer aangeboden. Met deze
brief informeer ik u op hoofdlijnen over de uitwerking van deze opdracht.
Meer ruimte en flexibiliteit in het onderwijsprogramma
Ik vind het belangrijk dat scholen vrijheid hebben om zelf hun onderwijs en leeromgeving
in te richten, passend bij hun onderwijsvisie. Door de wettelijk voorgeschreven maatschappelijke
stage met ingang van schooljaar 2014/2015 te schrappen ontstaat er meer ruimte in
het onderwijsprogramma. Scholen kunnen dan zelf kiezen of ze de maatschappelijke stage
aanbieden of niet; het wordt een facultatief programmaonderdeel. Er zullen scholen
zijn die ervoor kiezen de stage in te zetten, bijvoorbeeld als één van de instrumenten
waarmee ze invulling geven aan hun wettelijke burgerschapstaak. Andere scholen zullen
ervoor kiezen de vrijgekomen onderwijstijd op een andere manier in te vullen. Dit
komt de diversiteit van het onderwijsaanbod ten goede en past bij het algemene streven
van dit kabinet om scholen meer ruimte te bieden voor eigen afwegingen bij het curriculum.
Maatschappelijke stage in het voortgezet speciaal onderwijs
Met de wet kwaliteit (v)so (Stb. 2012, 545) gaan op 1 augustus aanstaande voor het uitstroomprofiel vervolgonderwijs in het
voortgezet speciaal onderwijs de verplichtingen uit de Wet op het voortgezet onderwijs
gelden over de onderwijsopzet en – inhoud, waaronder ook de verplichte maatschappelijke
stage. Ik kies ervoor de verplichte maatschappelijke stage hiervan uit te zonderen,
vanwege mijn voornemen om deze af te schaffen. Dit betekent dat de maatschappelijke
stage niet verplicht wordt in het voortgezet speciaal onderwijs, maar per 1 augustus
2014 gaat gelden als facultatief programmaonderdeel.
Financiële gevolgen voor de scholen
Scholen ontvangen jaarlijks tot € 55 miljoen aan aanvullende bekostiging voor de organisatie
van de verplichte maatschappelijke stage. Nu deze verplichting komt te vervallen,
wordt deze bekostiging stopgezet. Dit geldt ook voor de middelen in het Gemeentefonds.
Concreet betekent dit dat vanaf 2015 € 20 miljoen structureel wordt ingehouden op
het Gemeentefonds en dat in totaal vanaf schooljaar 2015/2016 € 55 miljoen op de lumpsum
van scholen wordt gekort. Dit is een bezuiniging uit het Regeerakkoord. Mede door
deze bezuiniging ontstaat ruimte om te investeren in leraren en schoolleiders.
Scholen kunnen met de reguliere bekostiging de onderwijstijd invullen, net zoals zij
dat vóór invoering van de verplichte maatschappelijke stage deden. Ik hanteer hierbij
een ruime financiële overgangstermijn: de verplichting vervalt met ingang van 1 augustus
2014 en de extra bekostiging vervalt met ingang van 1 augustus 2015. Scholen worden
zo in staat gesteld tijdig en zorgvuldig te anticiperen op de toekomstige situatie.
Vervolg
Ik streef ernaar om het wetsvoorstel aan het eind van dit jaar aan uw Kamer aan te
bieden. In dit voorstel wordt de afschaffing van de verplichte maatschappelijke stage
nader uitgewerkt en toegelicht.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker