Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2016
Om te voldoen aan artikel 6.2, achtste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek, bied ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, hierbij een wijziging
van de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs 2014 aan1.
In mijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer van 31 oktober 2014 over leven
lang leren (Kamerstuk 30 012, nr. 41) heb ik aangekondigd om in de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs, naar analogie
van de uitzondering die geldt voor werkend leren bij duale opleidingen, een uitzondering
op te nemen voor werkend leren bij deeltijdopleidingen, zodat de bepalingen ten aanzien
van vestigingsplaats geen belemmeringen meer opleveren om optimaal gebruik te maken
van leren op de werkplek.
In de Strategische Agenda 2015–2025 heb ik aangekondigd de aanvullende criteria voor
het starten van een hbo-masteropleiding (restrictie tot de prioritaire terreinen)
op te heffen, om meer ruimte te bieden aan bekostigde hbo-masters.
Met de onderhavige wijziging worden deze beleidsvoornemens gerealiseerd. De achtergrond
van de wijziging is uiteengezet in de toelichting.
Een brief van dezelfde strekking heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker