31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 396 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2014

Om te voldoen aan artikel 6.2, achtste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bied ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, hierbij de Beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs 2014 aan1. Deze treedt in juli 2014 in werking.

In de Wet kwaliteit in verscheidenheid, de evaluatie van de Wet versterking besturing en de beleidsreactie op het advies van de Commissie-Van der Touw heb ik reeds verschillende maatregelen aangekondigd die nu hun weerslag krijgen in deze beleidsregel. Van deze gelegenheid heb ik bovendien gebruik gemaakt om een aantal elementen in de beleidsregel te verbeteren naar aanleiding van de ervaringen ermee. De wijzigingen zijn uitgebreid uiteengezet in de toelichting op de beleidsregel.

Verder, zoals reeds toegezegd in het wetgevingsoverleg kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs, ontvangt uw Kamer later dit jaar een brief over het opleidingenaanbod in het hoger onderwijs.

Een brief van dezelfde strekking brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven