31 263 Mensenrechtenstrategie voor het buitenlands beleid

Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2013

Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 3 april 2013 over Rusland bracht het lid Omtzigt (CDA) de brief aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa (SG Jagland) inzake de zaak Magnitsky ter sprake. Ik heb daarop toegezegd u deze brief te doen toekomen.

In deze brief van 20 maart 2013 heb ik, samen met mijn ambtgenoten van het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Duitsland en Zweden, bij SG Jagland mijn bezorgdheid geuit over de opstelling van Rusland in de zaak Magnitsky en de SG aangemoedigd om door te gaan op de ingeslagen weg.

De brief is positief door SG Jagland ontvangen en vormt een goede steun voor zijn acties richting Rusland en voor zijn meer algemene oproep aan Rusland tot modernisering van de rechtspleging.

Nederland zal in het Comité van Ministers (Mensenrechtenvergaderingen) actief interveniëren wanneer een eventuele veroordeling van Rusland door het EHRM in de zaak Magnitsky op de agenda verschijnt. Ik zal ook tijdens het Comité van Ministers op 16 mei a.s. aandacht voor de zaak Magnitsky vragen.

Tevens treft u hierbij de tijdens het AO toegezegde lijst begunstigden Matra en MR-Fonds aan.1

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven