De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de OECD recentelijk heeft aanbevolen om over te gaan tot een verdere afbouw van bestaande handelsbarrières
om de verstoring van landbouwondernemerschap als gevolg van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) tegen te gaan;
constaterende, dat volgens het WRR-rapport «Minder pretentie, meer ambitie» economische groei in de agrarische sector een
cruciale stap is in de economische ontwikkeling van landen;
overwegende, dat Nederland zich naar aanleiding van de unaniem gesteunde motie-Jacobi c.s. reeds actief inzet om de gevolgen
van de GLB-voorstellen onder de aandacht te brengen in de onderhandelingen over het gemeenschappelijk landbouwbeleid;
verzoekt de regering bij de GLB-onderhandelingen niet alleen de gevolgen voor ontwikkelingslanden onder de aandacht te brengen,
maar ook in te zetten op een afbouw van resterende handelsbarrières voor ontwikkelingslanden, waaronder in ieder geval wordt
verstaan de door de OECD genoemde beperkingen in de vorm van exportsubsidies waar deze gelden voor landbouwproducten zoals
suiker;
verzoekt de regering voorts zich in te zetten voor een betere markttoegang voor de armste landen, onder andere door andere
grote handelsmogendheden op te roepen net als de EU tarief- en quotumvrije markttoegang te geven aan de armste landen en door
het Europese en Nederlandse Aid for Trade beleid te benutten om ontwikkelingslanden in staat te stellen hun marktpreferenties
ook daadwerkelijk te gebruiken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hachchi
Van Veldhoven
Ferrier