nr. 48
MOTIE VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPMAN C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat een groot aantal vergisters in de problemen is geraakt
doordat restproducten na vergisting (de digistaat) als afvalstof worden aanmerkt
door de AID, en dat de problemen terug zijn te voeren op de onduidelijkheid
over de interpretatie van de positieflijst van organische materialen;
constaterende, dat de regering in de brief van 20 februari 2009 laat
weten, positief te staan tegenover de uitbreiding van toegelaten biomassastromen
voor energieopwekking met onder meer vloeibare reststromen en reststromen
uit de voedings- en genotmiddelenindustrie (VGI);
van mening, dat ook GFT-afval en reststromen uit de agro-industrie een
belangrijke bron van vergisting vormen;
van mening, dat co-vergisting een belangrijke bijdrage aan de groene stroomproductie
levert en daarmee aansluit bij de afspraken zoals gemaakt in het convenant
Schoon en Zuinig en dat de onduidelijkheid over de definitie van reststoffen
niet mag leiden tot het stilvallen van biogasinstallaties;
verzoekt de regering in overleg met het bedrijfsleven op zo kort mogelijke
termijn duidelijkheid te geven over de uitbreiding van de witte lijst en de
te gebruiken reststromen en hiermee te voorkomen dat vergisters vanwege deze
problematiek stil komen te liggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Ten Hoopen
Samsom
Jansen
Van der Vlies
Zijlstra