31 239 Stimulering duurzame energieproductie

Nr. 139 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2012

Met deze brief stel ik u op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot de motie van de leden Van der Werf en Wiegman-van Meppelen Scheppink¹ van 5 december 2011. In deze motie wordt de regering gevraagd te onderzoeken hoe (collectieven van) kleinverbruikers via laagdrempelige modellen in staat kunnen worden gesteld om zelf decentraal duurzame energie op te wekken. Vervolgens is in het Begrotingsakkoord 2013 een concretere wens opgenomen ten aanzien van decentrale opwekking. In het Begrotingsakkoord is de brede wens uitgesproken om te onderzoeken op welke manier saldering van de energierekening ook buiten «eigen dak» (o.a. flats of boerenschuur) via de uitgavenkant mogelijk is, die ook houdbaar is voor overheidsfinanciën.

Ik zal deze initiatieven als volgt uitvoeren. Op dit moment werkt het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan een brede visie op decentrale energie. Deze is behulpzaam bij beantwoording van de vraag welk type decentrale energie-initiatieven voor de toekomstige energievoorziening het meest kansrijk zijn. Aan deze visie wordt momenteel de laatste hand gelegd, waarna de betrokken marktpartijen (energiebedrijven, netbeheerders, industrie) zullen worden geconsulteerd.

Tegelijkertijd start ik met de uitvoering van het in het Begrotingsakkoord opgenomen onderzoek om te bezien of, en zo ja op welke manier saldering van de energierekening ook buiten «eigen dak» (o.a. flats of boerenschuur) via de uitgavenkant mogelijk is, die ook houdbaar is voor overheidsfinanciën.

Ik zal uw Kamer deze visie en de resultaten van het onderzoek na het zomerreces toezenden. Hierbij zal tevens een voorstel worden gedaan voor een specifieke invulling van de salderingspilot.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

---

1 Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 69.