31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 105
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN NEPPÉRUS EN VERMEIJ TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 101

Voorgesteld 8 april 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er over het al of niet gedogen van permanente bewoning van recreatiewoningen reeds vaak in de Kamer is gedebatteerd en dat het heeft geleid tot aanvaarding van de motie-Veenendaal c.s. in 2005;

overwegende, dat per 1 januari 2010 aan de bewoners van vóór 31 oktober 2003 door de gemeenten duidelijkheid zal moeten zijn gegeven of zij gelegaliseerd, gedoogd of «gehandhaafd» zullen worden, en bij het niet geven van die duidelijkheid de gemeenten verplicht zijn om op verzoek daartoe een persoonsgebonden ontheffing te verlenen;

overwegende, dat er nog steeds veel onrust is bij bezitters van recreatiewoningen in gemeenten waar gemeentebesturen de bewoning van recreatieverblijven niet willen legaliseren of een persoonsgebonden beschikking willen afgeven;

overwegende, dat er gemeenten zijn die willen handhaven met terugwerkende kracht bij de permanente bewoning van recreatiewoningen, ook als zij vóór 31 oktober 2003 niet handhaafden in de praktijk;

van mening, dat deze situatie niet wenselijk is, behalve bij gemeenten die kunnen aantonen dat zij vóór 31 oktober 2003 niet alleen op papier maar ook in de praktijk handhaafden, dan wel waar de rechter reeds uitspraak heeft gedaan;

verzoekt de regering om gemeenten die pas na 31 oktober 2003 zijn gaan handhaven, op te roepen om voor 1 januari 2010 de betrokken recreatiebewoners van vóór 31 oktober 2003 in die gemeenten alsnog een persoonsgebonden beschikking te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Neppérus

Vermeij

Naar boven