31 200 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2007

nr. 123
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2008

De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen (08-DEF-B-072) voorgelegd aan de staatssecretaris van Defensie over de brief van 7 april 2008 inzake het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000 (Kamerstuk 31 200 X, nr. 104).

De staatssecretaris van Defensie heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 juni 2008. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Baalen

De griffier van de commissie,

De Lange

1 en 7

In hoeverre is er met het vaststellen van de kwantitatieve behoefte reeds rekening mee gehouden dat, in geval van missies, er mogelijk relatief grote hoeveelheden zullen worden verschoten?

Wat is de concrete kwantitatieve behoefte aan Precisiemunitie, onderverdeeld in LGP en CCF?

De geraamde hoeveelheden Laser Guided Projectiles(LGP-granaten) en Course Correcting Fuses (CCF-buizen) betreffen een periode van drie jaar. Het geschatte verbruik tijdens missies is in de raming verwerkt. De concrete aantallen vormen op dit moment commercieel vertrouwelijke informatie. Deze informatie is opgenomen in de bijgevoegde commercieel vertrouwelijke brief.1

2

Is er voorzien in additionele opleidings- en oefencapaciteit, gelet op het karakter van de munitie die deels lasergestuurd is? Is er voorzien in additionele uitrusting voor de Forward Air Controllers die voor de lasergeleide munitie doelen moeten aanstralen?

In de vervolgfasen van dit project zullen de gevolgen voor opleiding en training nader worden beschouwd. De behoefte aan additionele opleidings- en oefencapaciteit wordt als gering geschat aangezien de toekomstige opleidings- en trainingsactiviteiten vergelijkbaar zijn met de huidige. Een afzonderlijk project voorziet in de uitrusting van waarnemers voor lasergeleide munitie.

3 en 8

Hoe wordt voorkomen dat tot het moment van verwerving en ingebruikname van de Course Correcting Fuses (CCF) en Laser Guided Projectiles (LGP) door het gebruik van de huidige «domme» munitie nevenschade geleden wordt?

Wat zal de operationele uitwerking zijn van ingebruikname van de precisiemunitie? Welke gevolgen heeft dit voor de op dit moment lopende missies?

De munitie is naar verwachting niet beschikbaar voor de lopende missies. Totdat de munitie beschikbaar is, wordt ongewenste nevenschade zoveel mogelijk voorkomen met de bestaande procedures. Door een vergroting van de nauwkeurigheid kan de gewenste uitwerking effectiever en efficiënter worden bereikt en wordt ongewenste nevenschade nog beter voorkomen.

4, 21 en 23

Welke omstandigheden kunnen het gebruik van een LGP beperken?

Welke omstandigheden kunnen het gebruik van een LGP beperken?

Hoe vallen de verschillende omstandigheden te onderscheiden waarin de verschillende typen effectief en efficiënt ingezet kunnen worden?

Voor het effectief gebruik van lasergeleide munitie is goed zicht op het doel van de waarnemer en de ontvanger in de LGP-granaat vereist. Wanneer klimatologische of andere omstandigheden het zicht beperken, kan de LGP-granaat niet worden gebruikt. Er kunnen dan granaten voorzien van een CCF-buis worden ingezet.

5 en 22

Welke percentage «missers» is acceptabel bij de te verwerven precisiemunitie?

Valt te kwantificeren, en zo niet anderszins te duiden, hoeveel minder nauwkeurig CCF t.o.v. LGP zijn?

Het karakter van deze informatie is operationeel-vertrouwelijk.

6

Heeft de toenemende inzet op grotere afstand te maken met de inzet van International Security Assistance Force (ISAF) troepen in Afghanistan? Zo neen, waarmee dan wel? Kunt u aangeven wat de gemiddelde afstand was waarop vuurmonden werden ingezet in respectievelijk 1990, 1996, 2003, 2006 en 2008 tot april? Zo neen, kunt aangeven op welke vergelijking de constatering dat het inzet op grotere afstand betreft dan wel is gebaseerd?

In relatief grote operatiegebieden zoals in Afghanistan wordt vuursteun geboden met zo min mogelijk middelen. Meer dan bij het traditionele optreden moet daarbij over grotere afstanden vuur kunnen worden uitgebracht. De invoering van de PzH2000 in 2006 heeft het mogelijk gemaakt met betrekkelijk weinig systemen grote gebieden af te dekken. De maximale schootsafstand van de PzH2000 is 40 kilometer, terwijl de oude vuurmonden M109 en M114 18 tot 24 kilometer konden overbruggen.

9 en 10

Wat wordt gezien als een «gemiddeld» projectrisico? Welke definitie en/of criteria worden gehanteerd bij het inschatten van dit risico?

Zijn er naast eventuele technische tegenvallers nog andere risico’s voorzien?

Het projectrisico is de beoordeling van het totaalbeeld van onderkende risico’s in de gradaties laag, gemiddeld of hoog. Bij de risicoanalyse worden de kans op de verwezenlijking van het risico en de invloed daarvan op het projectresultaat beoordeeld.

Het project is in deze fase afhankelijk van ontwikkelingen bij de industrie. Het daarmee gemoeide risico wordt als gemiddeld beoordeeld. Daarnaast is er nog een zeker risico dat de internationale samenwerking niet van de grond komt. Het gevolg daarvan zou zijn dat de kosten voor de typeclassificatie en beproevingen niet kunnen worden verdeeld over de verschillende partners. Zie ook het antwoord op vraag 13.

11 en 25

Welke ervaringen heeft de Koninklijke Luchtmacht bij het gebruik van precisiemunitie waarvan de techniek overeenkomt met de voor de PzH2000 aan te schaffen precisiemunitie?

Wordt bij de al toegepaste technieken bij precisiemunitie voor de luchtstrijdkrachten gedoeld op de Enhanced Paveway?

De Nederlandse krijgsmacht heeft goede ervaringen met de operationele inzet van precisiemunitie met vliegtuigen. Deze inzet blijkt in hoge mate effectief en efficiënt te zijn. De industrie gebruikt de technische ervaringen met precisiemunitie van vliegtuigen bij het vervaardigen van precisiemunitie voor artilleriesystemen. Hierbij wordt niet gedoeld op één bepaald type munitie.

12 en 17

Welke gebeurtenissen en/of ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat diverse grote landen de urgentie voor de snelle doorontwikkeling van precisiemunitie hebben onderstreept? Om welke landen gaat het?

Wat wordt bedoeld met «Gezien de markt en de ontwikkelingen bij NAVO-partners»? Op welke ontwikkelingen binnen welke markt wordt hier gedoeld? Over welke NAVO-partners gaat het?

De behoefte aan precisiemunitie houdt verband met de strikte juridische, humanitaire en operationele kaders bij militaire inzet in crisisbeheersingsoperaties. Het beperken van ongewenste nevenschade is bovendien van groot belang voor het maatschappelijke draagvlak voor het militaire optreden in zowel het missiegebied als in het thuisland. Dat geldt voor alle landen die thans aan crisisbeheersingsoperaties deelnemen.

De behoefte aan PGM-granaten stimuleert de ontwikkeling bij de industrie. In de (voor)studiefase van dit project wordt een uitgebreide marktverkenning gedaan en worden de lopende internationale ontwikkelingen onderzocht.

13

Wat wordt gezien als een «laag» financieel risico? Welke definitie en/of criteria worden gehanteerd bij het inschatten van dit risico? Kunt u concrete bedragen noemen? Zo neen, waarom niet?

Het projectbudget is taakstellend en de verwerving heeft pas plaats wanneer de munitiesoorten voldoende zijn uitontwikkeld. De munitie wordt bovendien van de plank gekocht. De uiteindelijke stuksprijs bepaalt de aantallen aan te schaffen LGP-granaten en CCF-buizen. Financieel wordt daardoor weinig risico gelopen. Als in de toekomst de behoefte groter blijkt te zijn dan thans geraamd, wordt een nieuwe behoefte gesteld.

14 en 27

Met welke landen zal in dit project worden samengewerkt? Met welke landen kunnen de kosten van typeclassificatie en beproeving worden gedeeld? Zullen hiervoor bindende Memoranda of Understanding worden opgesteld en getekend?

Kunt u aangeven met welke landen wordt samengewerkt bij het aankopen van de beide PGM-typen?

In de volgende fase wordt een marktonderzoek uitgevoerd waarbij ook de mogelijkheden voor samenwerking worden onderzocht, bij voorkeur met landen die ook over de PzH2000 beschikken. Momenteel zijn dat Duitsland, Italië en Griekenland. Mogelijk kan worden samengewerkt binnen het kader van een bestaand MoU. Een nieuw MoU behoort echter ook tot de mogelijkheden.

15, 16, 20 en 29

Hoe kan worden voorkomen dat bestaande opslagcapaciteit niet hoeft te worden uitgebreid, wanneer vrijwel tegelijkertijd de bestaande voorraad oude munitie voorzien zal worden van CCF, en nieuwe LGP verworven wordt? Hoe zal deze infrastructuur eruit komen te zien?

Hoe verhoudt zich het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000 tot de uitvoering van de motie Eijsink (31 200 X, nr. 38), waarin wordt opgeroepen opslagcomplexen met verouderde munitie te saneren en vitale munitiesoorten aan te vullen? Welke rol speelt het Defensie Munitiebedrijf hierbij?

Wat is naar verwachting de concrete financiële omvang van de vrijval van het exploitatiebudget voor de te vervangen oudere munitiesoorten?

Is al bekend wat er met de te vervangen munitie gaat gebeuren?

Het Defensie Munitiebedrijf is verantwoordelijk voor de opslag, de distributie en het onderhoud aan de PGM voor de PzH2000. Het coördineert tevens de inkoop van aanvullingen op de voorraad nadat de nieuwe munitie is geïntroduceerd. Door de reeds in gang gezette afstoting en vernietiging van de Dual Purpose Improved Conventional Munition (DPICM), waarover de Kamer is geïnformeerd op 27 juni 2006 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 760), en de relatief geringe hoeveelheid aan te schaffen LGP-granaten, volstaat de bestaande infrastructuur. De overige munitie voor de PzH2000, te weten de (I)HE-granaten ((Improved) High Explosive), blijft gehandhaafd. De CCF-buizen zijn voor deze granaten bedoeld. De geplande uitgaven voor de exploitatie van de DPICM zullen worden aangewend voor de exploitatielasten van de PGM-granaten.

18 en 24

Wanneer zal de (voor)studiefase zijn afgerond? Wanneer zal duidelijk zijn in hoeverre de Nederlandse industrie en Nederlandse kennisinstituten kunnen participeren in het project Precision Guided Munitions voor de PzH2000? Kan de Kamer over de resultaten van deze studiefase worden geïnformeerd? Zo neen, waarom niet?

Met welke frequentie en op welke wijze bent u voornemens de Kamer over de voortgang van het project Precision Guided Munitions (PGM) voor de PzH2000 te informeren?

De (voor)studiefase zal na een jaar zijn voltooid. Het is de bedoeling het project gemandateerd uit te voeren en de Kamer zoals gebruikelijk via de begroting en de verantwoording over de voortgang te informeren.

19

Kunt u een specifieker bedrag voor de projectomvang noemen dan een schatting tussen 25 en 50 miljoen euro? Zo neen, waarom niet?

Vanwege de positie van Defensie bij de komende onderhandelingen met de industrie verwijs ik voor de beantwoording van deze vraag naar de bijgevoegde commercieel vertrouwelijke brief.

25

Welke typen LGP en/of CCF vergelijkbaar met de wensen van Defensie, zijn op de markt beschikbaar? Welke internationale fabrikanten produceren, cq. ontwikkelen welke soorten PGM die voor de PzH2000 geschikt zou zijn?

Uit de marktverkenning in het vervolg van dit project zal blijken welke typen precisiemunitie beschikbaar zijn.

28

Klopt het dat de PGM-munitie voor de PzH 2000 een klein aantal submunities zal bevatten, dat gedeactiveerd wordt indien het vijandelijke gepantserde doel wordt gemist? Kunt u aangeven om hoeveel submunities het gaat in de thans voorziene PGM en hoe dit zich verhoudt tot de lopende onderhandelingen voor een internationaal verbod op clustermunitie?

Nee, CCF-buizen of LGP-granaten bevatten geen submunities.

30, 31 en 32

Kunt u aangeven hoe de ervaringen met de PzH2000 in Afghanistan zijn?

Hoeveel PzH2000’s zijn er ingezet in Afghanistan en zijn er momenteel actief?

Zijn er problemen met de PzH2000 in Afghanistan omdat deze moeilijk bestand is tegen de grote hoeveelheid zand waarmee ze daar te maken krijgen?

De Task Force Uruzgan (TFU) heeft goede ervaringen met de PzH2000. Het wapensysteem is de afgelopen twee jaren in Afghanistan zeer betrouwbaar gebleken en ook de beschikbaarheid was goed. Er zijn in Afghanistan drie PzH2000-systemen ingezet. Twee daarvan zijn permanent operationeel en het derde is de operationele en logistieke reserve. Net als alle andere voertuigen en wapensystemen van de TFU heeft de PzH2000 last van vervuiling en slijtage door zand en stof. Door extra onderhoud zijn er geen structurele problemen met het systeem geweest.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Van Baalen (VVD), voorzitter, Ferrier (CDA), Kortenhorst (CDA), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Griffith (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Jacobi (PvdA), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (CU), Pechtold (D66), Van Gennip (CDA), Ten Broeke (VVD), Peters (GL) en Thieme (PvdD).

Plv. leden: Lempens (SP), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Van Beek (VVD), Ormel (CDA), Jonker (CDA), De Wit (SP), De Vries (CDA), Roefs (PvdA), Wolbert (PvdA), Smeets (PvdA), Arib (PvdA), Blok (VVD), Roemer (SP), Vacature (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Samsom (PvdA), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Van der Ham (D66), Omtzigt (CDA), Teeven (VVD), Vendrik (GL) en Ouwehand (PvdD).

XNoot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alléén voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven