nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2007
De Adviescommissie inrichting verkiezingsproces heeft heden, 27 september
2007, haar advies uitgebracht. Het advies (met bijlagen) treft u bij deze
brief aan1. Zoals ik in mijn brief van 5 juni
2007 (TK 2006–2007, 30 800 VII, nr. 54) heb aangeven zal ik
snel met een kabinetsstandpunt komen op dit rapport. De planning is erop gericht
om het kabinetstandpunt in de eerste week van december 2007 aan uw Kamer toe
te zenden.
Van deze gelegenheid maak ik ook gebruik om u te informeren over de Regeling
voorwaarden en goedkeuring stemmachines. Ik heb besloten om de huidige regeling
in te trekken. Immers reeds in het kabinetsstandpunt (TK 2006–2007,
30 800 VII, nr. 46) over het rapport van de commissie Besluitvorming
Stemmachines heb ik vastgesteld dat de huidige regeling hiaten bevat die niet
aanvaardbaar zijn.
Ik had het voornemen om de regeling wel aan te passen. Dit conform de
aanbevelingen van de Commissie Besluitvorming Stemmachines. Aan die aanpassing
is de afgelopen maanden door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
gewerkt. Gaandeweg is mij echter gebleken dat aanpassing van de regeling toch
geen begaanbare weg is. De nieuwe eisen die moeten worden gesteld hebben namelijk
niet alleen betrekking op de stemmachines zelf, maar ook op het ontwikkelingsproces
daarvan. Gezien het advies van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces
en het tijdelijke karakter van de aan te passen regeling, is dat naar mijn
oordeel niet verstandig.
Ik besef dat mijn besluit betekent dat bij verkiezingen die op korte termijn
gaan plaatsvinden, waaronder in ieder geval de verkiezing in juni 2009 van
de leden van het Europese Parlement, niet meer met de huidige stemmachines
zal kunnen worden gestemd. In alle gemeenten zal dan met papieren stembiljetten
gestemd moeten worden. Dat deze consequentie tot de mogelijkheden behoorde
heb ik reeds in het Algemene Overleg van 24 mei 2007 (Kamerstuk
30 800 VII, nr. 56) en bij de behandeling van het verslag van dit
AO op 26 juni 2007 aangegeven (Handelingen II, vergaderjaar 2006–2007,
nr. 85, blz. 4674–4678). Het spreekt voor zich dat ik binnenkort
over de nu ontstane situatie overleg zal plegen met de gemeenten.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten