nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2008
In mijn brief van 12 december 2006 (Kamerstukken II, 2006/2007, 30 800
VI en 29 271, nr. 29) berichtte ik uw Kamer over de voortgang van GPS
en de inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening. Tijdens het wetgevingsoverleg
van 19 november 2007 (31 200 VI/29 628, nr. 42) zegde ik toe
uw Kamer een brief te sturen over de voortgang van GPS en de aansluiting OM-Rechtspraak.
Tevens zegde ik toe dat ik in de brief een passage zou opnemen over de mate
waarin digitaal door de politie verstrekte informatie nu reeds bruikbaar is
voor de aansluiting bij het OM en in welke mate daarvoor verdere standaardisering
nodig is. Tijdens de behandeling van de Justitiebegroting 2008 op 22 november
2007 heb ik die toezegging herhaald (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar
2007–2008, nr. 27, blz. 2061–2072).
In deze brief doe ik deze toezeggingen gestand en informeer ik u tevens
over de inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening.
(1) GPS en aansluiting OM-Rechtspraak
Over de voortgang van GPS en de aansluiting OM-Rechtspraak is sinds augustus
van vorig jaar intensief overleg gevoerd tussen het College van procureurs-generaal
en de Raad voor de rechtspraak. Dit overleg heeft geresulteerd in een gezamenlijk
besluit van het College en de Raad dat op 17 december jl. met mij is
besproken. De uitkomst van de besluitvorming is als volgt. Er wordt binnen
GPS onderscheid gemaakt tussen drie functionaliteiten: Registratie, Digitaal
Dossier en Werkstroombesturing. Het openbaar ministerie voert GPS in zijn
geheel en zonder meer in. De invoering van GPS aan de kant van de Rechtspraak
wordt opgedeeld in vier fasen:
– voor de OM-afdoening zal de Rechtspraak gaan werken met het onderdeel
Registratie (in zijn huidige vorm), maar overigens met papieren dossiers;
– voor standaardzaken zal de Rechtspraak beginnen te werken met
het onderdeel Registratie (waarin dan echter tal van verbeteringen moeten
zijn verwerkt), maar vooralsnog met papieren dossiers;
– in een latere fase zal de Rechtspraak gaan werken met het onderdeel
Digitaal Dossier en
– vervolgens ook met het onderdeel Werkstroombesturing.
Over de mate waarin digitaal door de politie verstrekte informatie nu
reeds bruikbaar is voor de aansluiting bij het OM en in welke mate daarvoor
verdere standaardisering nodig is, kan ik u mede namens mijn ambtgenote van
BZK het volgende melden. De digitale aanlevering van processen-verbaal door
de politie aan het OM is voorzien als onderdeel van de versiegewijze ontwikkeling
van de Basisvoorziening handhaving (BVH). De eerste versie van de BVH wordt
conform de Samenwerkingsafspraken 2008 die mijn ambtgenote van BZK en ik hebben
gemaakt met de korpsbeheerders, in 2008 en 2009 ingevoerd door de korpsen.
De digitale aanlevering van eenvoudige procesdossiers is niet voorzien in
de eerste versie, maar in één van de volgende versies van de
BVH. Voor de werkprocessen bij het OM en de Rechtspraak is deze digitale aanlevering
echter van groot belang. Mijn ambtgenote en ik zullen daarom in overleg treden
met het Bestuur van de VTS-PN over de prioriteit die de digitale aanlevering
van processen-verbaal door de politie aan het OM in de planning van de versies
van de BVH moet krijgen. Het betreft een complex traject, dat niet alleen
de techniek (ICT) raakt maar ook gevolgen heeft voor de werkprocessen, en
waarover nadere afstemming met vele partijen in de strafrechtsketen noodzakelijk
is. In de regio Amsterdam-Amstelland wordt intussen al een proef uitgevoerd.
De digitale handtekening, op basis waarvan de strafzaak volledig digitaal
kan worden behandeld, vergt echter meer dan alleen de aanlevering van digitale
documenten. Het is immers van het grootste belang dat de noodzakelijke eisen
van betrouwbaarheid, integriteit en veiligheid van het digitale verkeer in
de strafrechtsketen in het algemeen en van het elektronische proces-verbaal
in het bijzonder stevig worden verankerd in de wetgeving en in de werkprocessen.
De voor de implementatie van de elektronische handtekening vereiste regelgeving
wordt inmiddels voorbereid door mijn ministerie.
Vervolgens zullen de organisatie, de werkprocessen en de informatisering
van de betrokken partijen moeten worden aangepast teneinde de digitale handtekening
te kunnen effectueren. Ook over deze aspecten zullen de nodige bestuurlijke
afspraken moeten worden gemaakt.
(2) Invoering Wet OM-afdoening
De voorbereidingen van de (gefaseerde) inwerkingtreding van de Wet OM-afdoeningen
hebben in de afgelopen periode enige vertraging opgelopen. Hierdoor is de
eerder aan uw Kamer gecommuniceerde planning van de start van de inwerkingtreding
met één maand vertraagd. De Wet OM-afdoening zal op 1 februari
2008 gefaseerd in werking treden (zie het koninklijk besluit van 21 december
2007, Stb. 2008, 4). Zoals ik reeds gemeld heb in mijn brief van 2 oktober
2007 aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken
I 2007/08, 29 849, I) en waarvan ik een afschrift ook aan uw Kamer heb
gezonden, wordt begonnen met de afdoening van lichte gevallen van rijden onder
invloed (artikel 8 WVW 1994) met een OM-strafbeschikking in de arrondissementen
Amsterdam en Den Bosch. De komende jaren wordt de wet gefaseerd verder ingevoerd,
totdat alle binnen deze wet vallende zaakstromen met een strafbeschikking
kunnen worden afgedaan. Dit betekent uiteindelijk dat naast het openbaar ministerie
ook de politie en (aangewezen) bestuursorganen via de Wet OM-afdoening
geldboeten kunnen gaan opleggen. Bij deze gefaseerde invoering wordt zo veel
mogelijk aangesloten bij de uitrol van GPS zoals hierboven geschetst.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin