31 125 Defensie Industrie Strategie

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 augustus 2014

Tijdens het algemeen overleg over IV/ICT op 2 juli jl. (Kamerstuk 31 125, nr. 38) heb ik toegezegd u nader te informeren over de relatie tussen de staat van de IV/ICT en de aanbesteding van het project VOSS. Met deze brief voldoe ik aan die toezegging.

Achtergrond

Het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) is voortgekomen uit het Soldier Modernisation Programma (SMP) en beoogt de effectiviteit en bescherming van de militairen op de grond te verbeteren. Het project bevindt zich in de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase). De Kamer is op 23 september 2011 geïnformeerd over de uitkomsten van de studiefase (C-fase, Kamerstuk 33 000 X, nr. 3). Er zijn drie deelprojecten te onderscheiden: Smart Vest, Geïntegreerde Hoofdbescherming (helm) en E-Lighter (minigenerator). Alleen het Smart Vest bevat ICT-componenten.

Om de relatie tussen de geconstateerde problemen in de IV/ICT en de aanbesteding van het project VOSS te kunnen beoordelen, is het belangrijk onderscheid te maken tussen verschillende IV/ICT-infrastructuren die Defensie gebruikt.

Ten eerste is er de centrale IV/ICT-infrastructuur die bestaat uit bijvoorbeeld rekencentra, werkstations en netwerken. Hierop draaien toepassingen zoals kantoorautomatisering, SAP en Peoplesoft die voor heel Defensie beschikbaar zijn. Deze infrastructuur is ontworpen en gebouwd voor grootschalige centrale informatieverwerking en -distributie.

Ten tweede is er de TITAAN-infrastructuur die op missies en oefeningen lokaal wordt gebruikt voor zowel administratieve als militair-operationele toepassingen. De TITAAN-infrastructuur wordt door middel van satellietverbindingen gekoppeld aan de centrale IV/ICT-infrastructuur in Nederland.

Ten derde worden mobiele toepassingen gebruikt om binnen en tussen operationele eenheden gevechtsinformatie te delen. Deze toepassingen draaien op een aparte IV/ICT-infrastructuur die meestal in wapensystemen is ingebouwd. De toepassingen die voor het Smart Vest worden ontwikkeld vallen in deze derde categorie. Een ander bekend voorbeeld is het Battlefield Management System (BMS) dat in voertuigen van het Commando Landstrijdkrachten is ingebouwd. De infrastructuur van deze systemen kan voor informatie-uitwisseling worden gekoppeld aan TITAAN, dat op zijn beurt weer gekoppeld is aan de centrale IV/ICT-infrastructuur van Defensie. Ook koppelingen met de IV/ICT-infrastructuur van andere landen waarmee operationeel wordt samengewerkt zijn mogelijk.

Gebruik van open standaarden

Veel wapensystemen bevatten ICT-componenten en ieder wapensysteem heeft zijn eigen IV/ICT-infrastructuur, speciaal ontworpen om het optimaal te laten functioneren. Het is niet wenselijk, en ook niet mogelijk, om voor elk systeem een gelijke IV/ICT-infrastructuur toe te passen. Er moet bijvoorbeeld rekening gehouden worden met de gebruiksomstandigheden. Zo kan een systeem dat in een voertuig wordt ingebouwd van veel zwaardere, en dus krachtigere, IV/ICT-componenten worden voorzien dan een systeem dat «op de man» wordt meegedragen. Als een wapensysteem van de plank wordt gekocht, ligt de IV/ICT-infrastructuur grotendeels vast. Maar ook als Defensie een wapensysteem laat ontwikkelen, wordt het ontwerp van de IV/ICT-infrastructuur zoveel mogelijk overgelaten aan de leverancier.

Om te zorgen dat er, ondanks het gebruik van verschillende IV/ICT-infrastructuren, een goed samenwerkend geheel ontstaat, stelt Defensie eisen aan de interface die de fabrikant levert om zijn systeem aan andere systemen te kunnen koppelen. Defensie hanteert daarbij de regel dat dergelijke interfaces moeten voldoen aan open standaarden of in ieder geval Navo-standaarden. Dit bevordert een goede samenwerking tussen systemen onderling. Ook biedt het de mogelijkheid om systemen onafhankelijk van elkaar te laten doorontwikkelen of bijvoorbeeld te vervangen door een systeem van een andere leverancier.

Ook voor het project VOSS is het gebruik van Navo-standaarden van belang. Het Smart Vest moet bijvoorbeeld kunnen worden gekoppeld aan het eerder genoemde Battlefield Management System en ook aan het COMBAT/NIMCIS-systeem dat in gebruik is bij het Korps Mariniers.

Conclusie

De recente onderzoeken naar de staat van IV/ICT bij Defensie waren gericht op de centrale IV/ICT-infrastructuur. De wapensysteem-gebonden IV/ICT-infrastructuur maakt hier geen deel van uit. Het opvolgen van de aanbevelingen die voortvloeien uit deze onderzoeken zijn niet van invloed op de aanbesteding van het Smart Vest.

Ten slotte

Zoals verzocht in de motie Eijsink c.s. (Kamerstuk 31 125, nr. 33) van 3 juli 2014 zal ik de nieuwe IV/ICT-visie uiterlijk 31 oktober 2014 naar de Kamer sturen. De behandeling van de DMP-D-brief voor het project VOSS is later voorzien. Deze planning komt tegemoet aan de wens van de Kamer om bij VOSS geen onomkeerbare stappen te zetten, voordat de IV/ICT-visie is ontvangen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven