Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2019
Bijgaand bieden wij uw Kamer deelrapport 1 aan van het vorig jaar in de Miljoenennota
(Kamerstuk 35 000, nrs. 1 en 2) aangekondigde Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) naar het stelsel van toeslagen
(zorg-, huur- en kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget)1. Dit deelrapport is recent door de Ambtelijke Commissie Heroverweging (ACH) vastgesteld.
Het betreft de uitkomsten van het onderzoek naar mogelijke verbeteringen binnen het
bestaande stelsel van toeslagen. Het eerste deelrapport van dit IBO Toeslagen heeft
als titel «Eenvoud of maatwerk: uitruilen binnen het bestaande toeslagenstelsel».
Het onderzoek toont aan dat de problemen van het huidige stelsel de keerzijdes zijn
van de beleidsmatige keuzes voor gerichtheid en tijdigheid. Met gerichtheid wordt
bedoeld het op de euro nauwkeurig uitkeren, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende
omstandigheden en de uitvoering plaatsvindt tegen zo laag mogelijke kosten. Met tijdigheid
wordt de voorschotsystematiek op basis van het actuele inkomen bedoeld zodat huishoudens
kosten niet hoeven voor te schieten. Het streven om toeslagen te richten op specifieke
groepen, gecombineerd met het streven de toeslagen aan te laten sluiten op de actuele
situatie van huishoudens, zorgt voor onzekerheid over het uiteindelijke recht op toeslagen.
Een hoofdconclusie van dit onderzoek over de maatregelen binnen het bestaande stelsel
van toeslagen is dat altijd een «prijs» moet worden betaald voor elke maatregel om
het bestaande stelsel te verbeteren en te vereenvoudigen. Dit IBO-rapport is naar
het oordeel van het kabinet heel verhelderend in het schetsen van de onontkoombare
uitruilen bij beleidskeuzes binnen het bestaande toeslagenstelsel tussen gerichtheid
en tijdigheid enerzijds, en begrijpelijkheid en zekerheid anderzijds.
Het onderzoek verkent maatregelen die gericht zijn op het beter faciliteren van burgers,
op het verder terugbrengen van terugvorderingen en nabetalingen in aantal en hoogte
daarvan en het sneller waarnemen van veranderingen in de persoonlijke omstandigheden
van burgers.
Hoewel daarmee verbeteringen kunnen worden bewerkstelligd zijn deze maatregelen op
zichzelf onvoldoende om de volledige problematiek van terugvorderingen, nabetalingen
en niet-gebruik op te lossen.
Het tweede deel van dit IBO dat op dit moment nog loopt heeft een bredere reikwijdte
en richt zich op een herziening van het stelsel voor de lange termijn (na deze kabinetsperiode).
In dit tweede deelonderzoek zal onder meer worden gekeken of toeslagen (deels) opgevangen
kunnen worden binnen het instrumentarium van inkomstenbelasting en inkomensondersteuning,
binnen de stelsels rond wonen, zorg, kinderen of via (gedeeltelijke) overheveling
naar medeoverheden.
Reden voor het kabinet om met aanbieding van deelrapport 1 aan uw Kamer niet te wachten
tot na afronding van deelonderzoek 2 zijn de actuele discussies over toeslagen in
uw Kamer. Daarmee heeft de Kamer de mogelijkheid om de informatie in dit rapport mee
te wegen in deze discussies.
Een reactie op deelrapport 1 van het IBO Toeslagen zal het kabinet u gelijktijdig
doen toekomen met deelrapport 2. Naar verwachting zal dit begin 2020 zijn.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees