31 066 Belastingdienst

Nr. 402 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2018

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 11 april jl. heeft het lid Omtzigt gevraagd om het memo van 13 november 2017 waarnaar zou worden verwezen in mijn brief van 31 januari jl. met betrekking tot de nadere toedracht rondom de vertraagde oplevering van de nieuwe systemen van de schenk- en erfbelasting.1

In mijn brief van 31 januari jl. staat de volgende passage opgenomen:

«Op 13 november ben ik, tijdens een bespreking van de concept Halfjaarsrapportage met daarin de melding van de problemen, voor het eerst geïnformeerd over de vertraging in de oplevering van de nieuwe systemen, en op 14 november zijn de Minister en ik per notitie geïnformeerd over de tegenvallende kasrealisaties. Kort daarna is uw Kamer geïnformeerd; op 24 november 2017 via de Najaarsnota en op 29 november 2017 via de 20e Halfjaarsrapportage Belastingdienst.»

Zoals in deze passage is aangegeven, ben ik op 13 november 2017 mondeling geïnformeerd over de vertraging, waarbij in de toen voorliggende concepttekst van de 20e Halfjaarsrapportage een eerste concepttekst hierover was opgenomen. Op 29 november 2017 heeft uw Kamer de 20e Halfjaarsrapportage ontvangen, waarin de vertraagde oplevering wordt gemeld en waarin ik heb aangegeven dat er vanzelfsprekend geen belastingrente in rekening zou worden gebracht die

het gevolg is van de genoemde vertraging.

In diezelfde passage van mijn brief van 31 januari jl. wordt aangegeven dat de minster van Financiën en ik in een notitie d.d. 14 november 2017 over de Najaarsnota 2017 zijn geïnformeerd over de tegenvallende kasrealisaties binnen het domein van de schenk- en erfbelasting. In die notitie was één alinea hierover opgenomen, die als volgt luidt:

Eén van de ramingsbijstellingen bij de belasting- en premieontvangsten betreft een neerwaartse bijstelling van de erf- en schenkbelasting met 450 miljoen euro. Deze bijstelling hangt samen met de vertraagde oplevering van de nieuwe kantoorautomatisering voor de Schenk- en Erfbelastingprocessen bij de Belastingdienst. Het bedrag dat als gevolg daarvan in 2017 niet opgelegd kan worden, zal in latere jaren alsnog geïnd worden. In de 20e halfjaarsrapportage van de Belastingdienst is een nadere toelichting opgenomen.

Ik hoop dat ik met deze brief heb kunnen voorzien in de informatiebehoefte van uw Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 395.

Naar boven