Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2014
Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën informeer ik, mede namens de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie, uw Kamer met deze brief over de berichten in de media
over de procesverstoring die zich in mei 2014 heeft voorgedaan in het berichtenverkeer
tussen het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de Belastingdienst.
Zoals ik heb aangegeven in het Algemeen Overleg Belastingdienst van 15 mei jl. kan
ik procesverstoringen bij massale uitvoeringsprocessen nooit uitsluiten. De samenleving
is in toenemende mate afhankelijk van complexe systemen, waarbij een zeker niveau
van falen geaccepteerd moet worden. Zo kan een energiemaatschappij niet uitsluiten
dat zich een stroomstoring voordoet, kan een provider niet uitsluiten dat een mailserver
tijdelijk uitvalt en kan niet uitgesloten worden dat soms een poststuk verkeerd bezorgd
wordt. De Belastingdienst heeft jaarlijks honderden miljoenen contacten met burgers
en bedrijven, int iedere werkdag ca. € 1 miljard en keert maandelijks ca. 7,1 miljoen
toeslagen uit1. De foutenmarge van de Belastingdienst bij deze werkzaamheden ligt laag, desondanks
worden er vrijwel iedere dag wel kleine en soms grotere fouten gemaakt. Een procesverstoring,
hoewel onvermijdelijk, kan heel vervelend zijn voor de burgers die daarmee te maken
krijgen. Daarom is de eerste prioriteit van de Belastingdienst om de eventuele schade
voor burgers zo snel mogelijk te herstellen. Een professionele organisatie is niet
een organisatie die geen fouten maakt, maar een organisatie die fouten herkent, erkent,
herstelt, daarvan leert en daarover communiceert met de betrokken burgers. De Belastingdienst
communiceert met de betrokkenen via het meest effectieve communicatiemiddel, zoals
een brief of een bericht op de website èn een brief. Als een procesverstoring een
grote maatschappelijke impact heeft, wordt de Kamer geïnformeerd.
Met betrekking tot de procesverstoring die zich in mei heeft voorgedaan, kan ik u
melden dat medio april het afmelden van wanbetalers2 in de zorg niet goed is verlopen en dat daarom op 20 mei jl. de zorgtoeslag in ca
3.600 gevallen ten onrechte door de Belastingdienst aan het CJIB is uitbetaald. De
omleiding van de zorgtoeslag van wanbetalers is wettelijk geregeld. Uit de eerste
analyse van de procesverstoring komt naar voren dat een menselijke fout bij de aanpassing
van de software in de programmatuur die het berichtenverkeer regelt tussen het CJIB
en de Belastingdienst de oorzaak van de procesverstoring is. Na constatering van de
fout, is het CJIB direct gestart met het uitbetalen van de zorgtoeslag aan de verzekerden.
Op dit moment zijn bijna alle zorgtoeslagen uitbetaald door het CJIB. Tevens hebben
de betrokken verzekerden een excuusbrief ontvangen van het CJIB. In ca. 600 van de
ca. 3.600 gevallen is de zorgtoeslag op vrijdag 20 juni opnieuw door de Belastingdienst
uitgekeerd aan het CJIB. Betrokken verzekerden ontvangen naar verwachting binnen twee
weken een herstelbetaling van het CJIB.
Vooruitlopend op de uitkomsten van de interne analyse van deze procesverstoring, worden
bij het CJIB en de Belastingdienst extra controles ingebouwd tussen de bestanden met
personen die afgemeld moeten worden als wanbetaler en de bestanden van personen waarvan
de zorgtoeslag moet worden ingehouden.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.D. Wiebes