31 051 Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2010

Bij brief van 18 november 2010 heeft de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie, onder verwijzing naar de brief van de Ministers van Justitie en van BZK van 2 februari 2010, TK 2009–2010, 31 051, nr. 6, mij verzocht u schriftelijk te informeren over de stand van zaken over de toepassing van Automatic Number Plate Recognition (ANPR). De genoemde brief bevatte een kabinetsreactie op de bevindingen van het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) met betrekking tot de toepassing van ANPR, in het bijzonder het bewaren van zogenaamde no-hits. Het kabinet conformeerde zich aan de bevindingen van het Cbp. Ook is in die brief naar voren gebracht dat een wettelijke regeling voor het gebruik van ANPR voor de strafrechtelijk handhaving – met daarbij de mogelijkheid voor het bewaren van no hits – zal worden opgesteld.

Met betrekking tot de stand van zaken kan ik u als volgt informeren.

Inmiddels hebben de desbetreffende politiekorpsen hun werkwijze aangepast door een combinatie van organisatorische en technische maatregelen. Do Door Regioplan is onderzoek gedaan naar het gebruik en de resultaten van ANPR ten behoeve van de opsporing met vaste camera’s boven de A28 bij Zwolle in 2008 en 2009. In deze periode werden de no-hits nog 10 dagen bewaard. Regioplan concludeert in het onderzoek «Kentekenherkenning op de A28» dat ANPR soms leidt tot specifieke opsporingsinformatie, een meerwaarde heeft ten opzichte van andere opsporingsmiddelen en «bijvangst» kan genereren. In twaalf van de negentien onderzochte zaken leidde de inzet van ANPR tot specifieke opsporingsinformatie. In een aantal specifieke gevallen kon door toepassing van ANPR richting worden gegeven aan opsporingsonderzoeken. Het rapport treft u als bijlage bij deze brief aan1.

Een wetsvoorstel voor het bewaren van gegevens die met ANPR zijn verkregen is in voorbereiding. Het gaat om door de politie geregistreerde kentekengegevens die een no hit opleveren met kentekens van voertuigen die toebehoren aan personen die van belang zijn voor de uitvoering van de politietaak. Het wetsvoorstel zal zo mogelijk nog dit jaar in consultatie worden gegeven.

In het regeerakkoord wordt een brede inzet van ANPR aangekondigd. Naast de bestaande toepassingen waarbij opvolging wordt gegeven aan hits, stellen nieuwe technische mogelijkheden de politie in staat ANPR breder toe te passen, hetgeen een efficiënte taakuitvoering door de politie kan bevorderen. Daarnaast is ANPR ook toepasbaar voor andere handhavers en toezichthouders. Zoals aan de orde komt in de bevindingen van de Commissie Brouwer-Korf hebben ook inspecties en de Belastingdienst belang bij het gebruik van automatische kentekenherkenning en samenwerking met de politie.

Voor een goede inzet van ANPR als bedoeld in het regeerakkoord is het noodzakelijk om de bestaande en nieuwe toepassingen goed in beeld te hebben. Bij deze inventarisatie zal de aandacht uitgaan naar de juridische vormgeving, ontwikkelmogelijkheden en mogelijk knelpunten. Het doel van de inventarisatie is te komen tot een landelijk eenduidige aanpak, gebaseerd op een goed juridisch kader met gezamenlijke spelregels en met aandacht voor het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van persoonsgegevens van burgers. De onderzoeksresultaten van het WODC-onderzoek naar het meer en beter inzetten van technische toepassingen ten behoeve van de opsporing, dat naar verwacht medio 2011 zal worden opgeleverd, zal ook bij deze gedachtenvorming worden betrokken. Om ontwikkelingen in goede banen te leiden is een Platform ANPR opgericht waarin alle betrokken departementen en ook de politie, OM en alle betrokken diensten met elkaar samenwerken aan de verdere ontwikkeling van ANPR. Medio 2011 verwacht ik met nadere voorstellen te komen over de verdere ontwikkeling van ANPR.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven