Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31031-VI nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 31031-VI nr. 1 |
Aangeboden 16 mei 2007
Gerealiseerde ontvangsten 2006 (bedragen in miljoen €)
Gerealiseerde uitgaven 2006 (bedragen in miljoen €)
A. Algemeen | 6 | |
Hoofdstuk 1 Voorwoord | 6 | |
Hoofdstuk 2 Dechargeverlening | 7 | |
Hoofdstuk 3 Leeswijzer | 11 | |
B. Beleidsverslag | 15 | |
Hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten | 15 | |
Hoofdstuk 5 Beleidsartikelen | 23 | |
11 Nederlandse rechtsorde | 23 | |
12 Rechtspleging en rechtsbijstand | 35 | |
13 Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding | 46 | |
14 Jeugd | 70 | |
15 Vreemdelingen | 84 | |
16 Integratie | 101 | |
17 Internationale rechtsorde | 108 | |
Hoofdstuk 6 Niet-Beleidsartikelen | 112 | |
Hoofdstuk 7 Bedrijfsvoeringsparagraaf | 114 | |
Hoofdstuk 8 Toezichtrelatie ZBO/RWT | 116 | |
Hoofdstuk 9 Raad voor de rechtspraak | 119 | |
C. Jaarrekening | 123 | |
Hoofdstuk 10 Verantwoordingsstaat | 123 | |
Hoofdstuk 11 Departementale saldibalans | 124 | |
Hoofdstuk 12 Baten-Lastendiensten | 132 | |
IND | 133 | |
DJI | 136 | |
CJIB | 139 | |
NFI | 142 | |
dienst JUSTIS | 144 | |
GBO | 147 | |
D. Bijlagen | 150 | |
Hoofdstuk 13 Overzichtsconstructies | 150 | |
13.1 Asiel en Migratie | 150 | |
13.2 Integratiebeleid etnische minderheden | 158 | |
Hoofdstuk 14 Toezeggingen Algemene Rekenkamer | 183 | |
Hoofdstuk 15 Publicatieplicht op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens bij het ministerie van Justitie | 185 | |
Hoofdstuk 16 Lijst met afkortingen | 186 | |
Stroomschema strafrechtketen | 192 | |
Stroomschema vreemdelingenketen | 193 |
Met dit jaarverslag over de Justitiebegroting 2006 geef ik inzicht in de resultaten die zijn bereikt bij de uitvoering van het beleid in het jaar 2006. In dit jaarverslag maakt Justitie, volgens de regels van de beleidsverantwoording, inzichtelijk in hoeverre eerder aangekondigde doelen zijn bereikt en welke financiële gevolgen daaraan verbonden waren. Daarnaast is ook de financiële verantwoording over het jaar 2006 in de vorm van een jaarrekening in dit departementale jaarverslag opgenomen.
HOOFDSTUK 2 – VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening van de Minister van Justitie aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Justitie decharge te verlenen over het in het jaar 2006 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het ministerie van Justitie.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:
a. het gevoerde financieel en materieel beheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in de jaarverslagen en jaarrekeningen;
d. de departementale saldibalansen;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
van het ministerie van Justitie. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2006; dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;
b. de slotwet van het ministerie van Justitie over het jaar 2006; de slotwet is als afzonderlijk kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2006 met betrekking tot de onderzoeken, bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel Jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2006 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2006 alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2006 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001); het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
In dit Departementaal Jaarverslag 2006 legt het ministerie van Justitie verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2006. Met ingang van de begroting 2005 van het ministerie van Justitie is de structuur van de begroting aangepast met als doel meer duidelijkheid, samenhang en overzichtelijkheid. In de begroting 2006 is voortgegaan op het ingezette traject van 2005. Bij de beleidsartikelen is, behoudens de artikelen 11 «Nederlandse rechtsorde» en 17 «Internationale rechtsorde», ingegaan op de motivering van overheidshandelen op de betreffende terreinen en de specifieke bijdrage en verantwoordelijkheid van Justitie daarin. Tevens zijn de succesfactoren bij het realiseren van de beleidsdoelstellingen benoemd. Dit vindt uiteraard zijn weerslag in dit jaarverslag over 2006.
Dit jaarverslag valt uiteen in:
– deel A Algemeen;
– deel B Beleidsverslag;
– deel C Jaarrekening;
– deel D Bijlagen.
In deel A zijn opgenomen het voorwoord van de Minister van Justitie alsmede het verzoek tot dechargeverlening aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal en deze leeswijzer.
In deel B wordt ingegaan op de beleidsmatige resultaten. Hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten geeft een overzicht van de belangrijkste door Justitie behaalde successen in 2006, die ook maatschappelijk in het oog springen. Hoofdstuk 5 Beleidsartikelen schetst per beleidsartikel de resultaten van het in 2006 gevoerde beleid. Hierbij is nadrukkelijk gekeken naar de doelstellingen uit de begroting 2006. De realisatie van deze doelstellingen wordt in dit jaarverslag toegelicht, evenals de politiek en maatschappelijk relevante resultaten. Hoofdstuk 6 bevat de niet-beleidsartikelen. In deel B is tevens opgenomen de Bedrijfsvoeringsparagraaf (hoofdstuk 7), een overzicht toezichtrelatie ZBO/RWT (hoofdstuk 8) en het hoofdstuk Raad voor de rechtspraak (hoofdstuk 9).
De indeling van de beleidsartikelen volgt de indeling van de begroting 2006, te weten:
11 Nederlandse rechtsorde;
12 Rechtspleging en rechtsbijstand;
13 Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding;
14 Jeugd;
15 Vreemdelingen;
16 Integratie;
17 Internationale rechtsorde.
Naast deze beleidsartikelen kent Justitie ook een drietal niet-beleidsartikelen, te weten:
91 Algemeen;
92 Nominaal en onvoorzien;
93 Geheim.
Deel C bestaat uit de verantwoordingsstaat van het departement, de departementale saldibalans en de samenvattende verantwoordingsstaat van de Baten-lastendiensten. Per Baten-lastendienst wordt de balans, de staat van baten en lasten en het kastrooomoverzicht gepresenteerd.
In de beleidsartikelen in deel B is het jaarrekeninggedeelte terug te vinden in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid met bijbehorende financiële toelichting. In de toelichtende paragraaf zijn in de regel alle verschillen en mutaties toegelicht die groter zijn dan € 5 miljoen, danwel politiek of anderszins relevant. Mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletore begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen vermeld.
Deel D bevat de volgende bijlagen:
– overzichtsconstructie Asiel en Migratie;
– overzichtsconstructie Integratiebeleid Etnische Minderheden;
– toezeggingen aan de Algemene Rekenkamer;
– overzicht uit publieke middelen gefinancierde topinkomens bij het ministerie van Justitie.
Tevens zijn als sluitstuk van het jaarverslag twee stroomschema’s opgenomen, één voor de strafrechtketen en één voor de vreemdelingenketen. Deze schema’s bieden inzicht in de diverse organisatie-onderdelen die deel uitmaken van de keten en hun onderlinge relaties.
Afspraken ten aanzien van de begroting 2006
Zoals in de begroting 2006 is vermeld heeft het ministerie van Justitie met betrekking tot een aantal punten specifieke afspraken gemaakt met het ministerie van Financiën. De afspraken die ook doorwerken in deze verantwoording worden hieronder gememoreerd.
De uitzonderingen rond het vermelden van de motivering van overheidshandelen betreffen de beleidsartikelen 11 «Wetgeving» en 17 «Internationale rechtsorde». De taak van het ministerie van Justitie op deze terreinen spreekt voor zich.
In de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt onder het niveau van de operationele doelstellingen een zogenaamd instrumentniveau voorgeschreven. Justitie maakt inderdaad gebruik van dat niveau, maar gebruikt in plaats van de term «instrument» de term «actor».
Positionering apparaatsuitgaven
Alle apparaatsbudgetten van de beleidsdirecties – met uitzondering van het apparaatsbudget van de Directie Wetgeving – zijn bij het niet-beleidsartikel 91 «Effectieve besturing van het Justitie-apparaat» ondergebracht.
Bij de tabellen betreffende de budgettaire gevolgen van beleid worden subsidieverplichtingen niet gespecificeerd.
Positionering baten-lastendiensten
De uitgaven van alle uitvoerende diensten, inclusief de baten-lastendiensten van het ministerie van Justitie, worden wat betreft de begrotingsindeling aangemerkt als programma-uitgaven.
Toelichten van programma- en apparaatsuitgaven met volume- en prijsgegevens
In overleg met het ministerie van Financiën is afgeweken van het toelichten van apparaats- en programma-uitgaven met volume- en prijsgegevens indien Justitie dit niet zinvol acht.
Bij de beleidsartikelen 11 «Wetgeving» en 17 «Internationale Rechtsorde» ontbreken mogelijk outcome- en outputindicatoren. Een goed functionerende rechtsorde laat zich niet in outcome- en output-indicatoren vangen. Een selectie van de belangrijkste wetsvoorstellen uit het wetgevingsprogramma geeft in beleidsartikel 11 overigens wel inzicht in de activiteiten van Justitie op dit terrein. Bij brief van 22 juni 2005 is de Tweede Kamer over dit onderwerp door middel van de zogenaamde «comply or explain-brief» geïnformeerd (TK 29 949, nr. 24).
Het ministerie van Financiën maakt bij prestatiegegevens een onderscheid tussen gegevens die regulier van aard zijn en gegevens die niet-regulier van aard zijn. Het ministerie van Justitie maakt eveneens dit onderscheid, maar hanteert daarbij andere begrippen. Hiervoor is gekozen vanwege het feit dat deze andere begrippen ingeburgerd zijn in de organisatie. Reguliere gegevens worden aangeduid als «kengetallen» en niet-reguliere gegevens hebben betrekking op evaluatieonderzoeken.
Interpretatie (financiële) instrumenten
Onder financiële instrumenten verstaat het ministerie van Justitie «middelen die worden ingezet om de beleidsdoelstellingen te realiseren». Financiële beleidsinstrumenten zijn onder andere subsidies, leningen, garanties en deelnemingen.
In de Wet op de Rechtelijke Organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en de Raad voor de rechtspraak. Daarmee heeft de Minister van Justitie geen directe verantwoordelijkheid meer voor de bedrijfsvoering. Wel heeft de minister een verantwoordelijkheid als toezichthouder.
Vanaf 1 januari 2005 geldt een nieuwe bekostigingssystematiek voor de rechtspraak. De nieuwe bekostigingswijze is volledig gebaseerd op outputfinanciering. Bij de rechtspraak is per 1 januari 2005 het baten-lastenstelsel ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop de Raad in de begroting en verantwoording wordt gepositioneerd. Door Justitie is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op beleidsartikel 12 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de gerealiseerde bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad niet in de begrotings- en verantwoordingsstaat inzake baten/lastendiensten is opgenomen. Voor de Raad is een apart hoofdstuk opgenomen (deel B, hoofdstuk 9).
Gehanteerde toerekeningssleutels
Het komt voor dat een budgethouder of organisatie-eenheid een bijdrage levert aan meerdere doelstellingen. Daar waar geen betere informatie voorhanden is, zijn bij de verantwoording de toerekeningssleutels toegepast zoals gehanteerd bij de begroting 2006.
Daar waar informatie verkregen van derden is opgenomen, wordt dit specifiek in de toelichting bij de betreffende operationele doelstelling vermeld.
Relatie rijksbijdrage en baten-lastendiensten
Het ministerie van Justitie draagt aan de diverse baten-lastendiensten (IND, DJI, CJIB, NFI, Dienst Justis, GBO) een jaarlijkse bijdrage af. Omdat deze diensten vaak beschikken over meerdere inkomstenbronnen en zij onder andere hun uitgaven ten laste kunnen brengen van meerdere jaren is het niveau van de gerealiseerde uitgaven ten laste van het ministerie (de rijksbijdrage) meestal niet gelijk aan de kosten van de Baten-lastendienst in het betreffende kalenderjaar. In de Justitiebegroting en het Jaarverslag zijn de (gerealiseerde) rijksbijdragen op de betreffende operationele doelstellingen vermeld. Voor een juist beeld van de kosten en het exploitatieresultaat van de baten-lastendiensten wordt verwezen naar de specifieke verantwoording over de baten-lastendiensten (deel C, hoofdstuk 12).
HOOFDSTUK 4 – BELEIDSPRIORITEITEN
In het Beleidsprogramma 2004–2007 stond een aantal thema’s centraal voor Justitie. De afgelopen jaren is hieraan hard gewerkt door het departement. Daarbij ging het om:
– Vermindering van (jeugd)criminaliteit;
– Verbetering veiligheidsketen/strafrechtketen;
– Modernisering rechtsorde;
– Restrictief toelatingsbeleid;
– Aanpak illegaliteit en effectief terugkeerbeleid;
– Integratie.
Daarnaast waren er vele andere dossiers die de aandacht vroegen en die tot de core business behoren van Justitie. De meest in het oog springende beleidsontwikkelingen in 2006 worden hieronder toegelicht.
Rechtshandhaving en sanctietoepassing
Het Veiligheidsprogramma «Naar een veiliger samenleving» beoogt een daling van criminaliteit en overlast in het publieke domein met 20 tot 25% in de periode 2008–2010. In de periode 2002–2005 zijn goede resultaten geboekt. Het aantal door burgers ondervonden vermogensdelicten is in genoemde periode afgenomen met 9,3%. Het aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten is gedaald met 10,8%. Van de algehele doelstelling van het Veiligheidsprogramma is daarmee een daling van zo’n 10% gerealiseerd. Voor de periode tot en met 2008–2010 moet nog een verdere daling van zo’n 10 tot 15% worden gerealiseerd. Op basis van cijfers van de nieuwe Veiligheidsmonitor Rijk blijkt dat de dalende trend zich ook in de periode 2005–2006 voortzet. Voorjaar 2007 zal moeten blijken of deze trendmatige ontwikkeling continueert1.
Met de ontwikkeling van de gevoelens van onveiligheid gaat het eveneens de goede kant op. Het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt, is in de periode 2002–2005 gedaald van 30,8% naar 24%. Dit is een substantiële verbetering, zoals werd beoogd. Uit de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2006 (TK 28 684, nr. 111) blijkt dat vergeleken met 2004 de criminaliteit is gedaald in alle onderzochte sectoren, te weten de bouwnijverheid, de detailhandel (bijvoorbeeld diefstal: – 20%), de horeca, de transportsector en de zakelijke dienstverlening. Hetzelfde geldt voor de totale schade. Deze bedroeg in 2006 naar schatting € 569 miljoen, een afname van 17%.
In mei 2006 heeft het vorige kabinet de vooruitblik op het Veiligheidsprogramma aan de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 85). Hierin gaf het vorige kabinet de hoofdlijnen aan waarlangs het veiligheidsbeleid de komende jaren vormgegeven zou kunnen worden: naast blijvende aandacht voor het strafrechtelijk optreden, zou meer nadruk gelegd moeten worden op preventie van criminaliteit en overlast, en ingezet moeten worden op een intensieve aanpak van cybercrime, financieel-economische criminaliteit en de georganiseerde misdaad, en op het beter benutten van technologische ontwikkelingen.
In 2005 concludeerde de Stuurgroep Evaluatie Politieorganisatie (de Commissie Leemhuis) dat het huidige regionale politiebestel veel knelpunten kent en dat fundamentele wijzigingen van het politiebestel noodzakelijk zijn. Het kabinet nam naar aanleiding hiervan het standpunt in dat een oplossing voor de knelpunten niet uit mag blijven en dat omvorming van het regionale politiebestel tot een landelijke politieorganisatie met een eigen rechtspersoonlijkheid noodzakelijk is.
Op 8 en 21 februari 2006 hebben de beide politieministers het kabinetsstandpunt met de Tweede Kamer besproken. Op 1 juni 2006 is het ontwerp voorstel van wet, na consultatie van alle bij de politie betrokken partijen, voor advies aan de Raad van State gezonden. Op 26 oktober 2006 heeft de Raad van State het advies uitgebracht. Op 21 november 2006 is het wetsvoorstel tot vaststelling van een nieuwe Politiewet bij de Tweede Kamer ingediend.
Verbetering handhaving decentrale overheden
Eind 2000 stelde de minister van Justitie voor een periode van vijf jaar de stuurgroep Handhaven op niveau (HoN) in. De Stuurgroep kreeg tot taak nieuwe initiatieven te nemen en bestaande te ondersteunen ter verbetering van de samenwerking bij en professionalisering van de handhaving van ordeningswetgeving. De stuurgroep introduceerde een tweetal programmalijnen, te weten de «best practices» en «programmatisch handhaven». De activiteiten en producten van HoN hebben de nodige bekendheid verworven. Met name de bekendheid van de activiteiten rondom programmatisch handhaven is goed. Bijna driekwart van de ambtenaren en bestuurders van decentrale besturen menen dat de activiteiten van Handhaven op Niveau hebben bijgedragen aan de verbetering van de handhaving. 85% van de Nederlandse gemeenten zegt inmiddels een handhavingsprogramma te hebben.
In alle arrondissementen zijn zogenaamde Reclasseringsbalies ingericht waarmee voor de justitiële opdrachtgevers OM, ZM en DJI één aanspreekpunt is gerealiseerd. Vanaf 1 januari 2007 zijn deze balies operationeel. Daarnaast zijn vanaf begin 2007 de adviestaken functioneel afgescheiden van de overige taken van de reclassering. Om de vorm en inhoud van de adviezen beter aan te laten sluiten op de behoefte van OM, ZM en DJI is door de reclasseringsorganisaties in 2006 een nieuw samenstel van adviesproducten ontwikkeld. Tenslotte zal ook de verdere ontwikkeling van wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek-instrumenten die in 2006 heeft plaatsgevonden, verder bijdragen aan een betere advisering door de reclassering.
Daarnaast is een groot aantal gedragsinterventies (voor jeugdigen en volwassenen) ingediend bij de in 2005 ingestelde Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Inmiddels zijn zes gedragsinterventies voorlopig erkend door de Erkenningscommissie.
In juni 2006 is het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie TBS naar de Tweede Kamer gezonden. Hierin wordt tegemoet gekomen aan de aanbevelingen die de commissie Visser heeft gedaan om het TBS-stelsel te verbeteren. De commissie concludeerde in haar rapport «TBS, vandaag over gisteren en morgen» dat het TBS-systeem aan zijn taakstelling voldoet, maar dat de uitvoering moet worden aangepast aan de eisen van deze tijd.
De maatregelen om het systeem te verbeteren zijn concreet uitgewerkt in het plan van aanpak dat op 10 oktober 2006 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Op verzoek van de Kamer is het plan nog op enkele punten aangescherpt. Over de uitvoering zal twee maal per jaar aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd, voor het eerst in juni 2007.
De belangrijkste maatregelen zijn:
– de uitbreiding van het aantal voorzieningen voor TBS-gestelden en voor gedetineerden met psychiatrische problemen;
– de verlenging van de duur van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS met dwangverpleging én van de TBS met voorwaarden naar maximaal 9 jaar;
– de verdere professionalisering van de verloftoetsing;
– de vergroting van de forensisch-psychiatrische deskundigheid.
Overigens ziet het plan van aanpak ook toe op de uitvoering van het kabinetsstandpunt inzake uitvoering van de motie-Van de Beeten over de aansluiting tussen justitiële en zorgvoorzieningen.
Naast de bovenstaande maatregelen, worden ook maatregelen genomen om het verlof verder te beveiligen. Daartoe worden de geweldsinstructie en het verlofbeleid aangepast. Belangrijkste wijziging in het verlofbeleid is dat in het begeleid verlof een nieuwe fase mogelijk wordt: de beveiligde fase. In de geweldsinstructie worden de mogelijkheden die begeleiders hebben om een onttrekking tegen te gaan uitgebreid.
Het in 2003 gestarte en begin 2007 afgeronde kabinetsprogramma «Jeugd Terecht» richt zich op de aanpak van jeugdcriminaliteit, met name op het terugdringen van recidive. Daarbij staat een samenhangende justitiële ketenaanpak centraal en het Justitieel casusoverleg (JCO) speelt daarin een belangrijke rol. Er is een landelijk kader voor een instrument risicotaxatie ontwikkeld waarmee risico’s bij jongeren in kaart worden gebracht. Er is een kader ontwikkeld waarin de verantwoordelijkheden en taken zijn vastgelegd van de verschillende organisaties die bij nazorg na detentie, betrokken zijn. Tussen politie en de Bureaus Jeugdzorg is het landelijk convenant «Vroegsignalering en doorverwijzing 0–18 jaar» operationeel. De groeiende aandacht voor het slachtoffer en de pedagogische opdracht van het jeugdstrafrecht komen tot uitdrukking in de landelijke invoering van slachtoffer-dadergesprekken als aanvulling op de justitiële afdoening. Ook is geëxperimenteerd met een ambulante, zeer intensieve begeleiding van jongeren én hun ouders.
Op 10 juli 2006 zijn in een brief aan de Tweede Kamer verbetervoorstellen voor de uitvoering van de PIJ-maatregel1 geformuleerd. Zowel voor de fase van het strafproces, als bij de uitvoering van de maatregel en de nazorg zijn doelen geformuleerd en extra middelen beschikbaar gesteld om de resultaten bij de aanpak tot gedragsverandering van deze zwaarste doelgroep van jeugdige criminele jongeren te verbeteren en de veiligheid van de samenleving beter te beschermen. De implementatie van deze maatregelen zal grotendeels in de komende kabinetsperiode plaatsvinden.
Het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding (ATb) is in 2006 verder ontwikkeld en het aantal sectoren is uitgebreid. Aan de vitale bedrijfssectoren die al op het systeem waren aangesloten (zoals spoor, luchtvaart, drinkwater, etcetera) is in 2006 de financiële sector toegevoegd. Er zijn verschillende regiobijeenkomsten georganiseerd met als doel de lokale samenwerking tussen security-managers van bedrijven, regionale politiefunctionarissen en gemeenteambtenaren te bevorderen. Daarnaast is voor het eerst geoefend met de op het systeem aangesloten bedrijven. De oefeningen hadden tot doel om te leren van het complexe informatie- en besluitvormingstraject dat voorafgaat aan een terroristische aanslag, nadat de inlichtingendiensten een dreiging hebben geconstateerd. De oefeningen zijn goed verlopen en de oefendoelen zijn gerealiseerd.
In 2006 is de publiekscampagne «Nederland tegen terrorisme» gestart. In de campagne wordt aandacht besteed aan wat de overheid doet op het gebied van terrorismebestrijding en wat mensen zelf kunnen doen. De kennis over wat men zelf kan doen om een terroristische aanslag te helpen voorkomen, is toegenomen (50% zegt te weten waarop te moeten letten; was 38% in 2005). Het publieksonderzoek 2006 laat positieve effecten zien van de eerste fase van de publiekscampagne. De bezorgdheid onder Nederlanders rondom terrorisme is gedaald. Noemde in augustus 2005 nog 39% van de ondervraagden «terrorisme» spontaan als eerste zorg, nu is dat percentage teruggelopen tot 20%. Daarnaast is het vertrouwen in de overheid als bestrijder van terrorisme toegenomen van 27% in 2005 tot 40% in 2006.
Oprichting Dienst Speciale Interventies
Het stelsel van speciale eenheden is in 2006 fundamenteel herzien. Hierdoor is meer samenhang in het stelsel gewaarborgd. Daartoe is op 1 juli 2006 de nieuwe, overkoepelende Dienst Speciale Interventies (DSI) bij het Korps Landelijke Politiediensten opgericht waarin militair en politiepersoneel op unieke wijze in één organisatie samenwerken. Deze dienst is belast met de operationele aansturing van de speciale eenheden in het geval van terrorismegerelateerde situaties, situaties van grof geweld en in bijzondere gevallen.
Evaluatie modernisering rechterlijke organisatie
In 1998 luidde het rapport «Rechtspraak bij de tijd» van de Commissie Leemhuis de start in van een ingrijpende reorganisatie van de rechtspraak, vastgelegd in twee wetten die in 2002 van kracht werden: de Wet Organisatie en bestuur gerechten en de Wet Raad voor de rechtspraak.
In 2004 is de Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie (Commissie Deetman) ingesteld met de opdracht om de modernisering van de rechterlijke organisatie te evalueren.
De commissie concludeerde in het in december 2006 gepresenteerde eindrapport «Rechtspraak is kwaliteit» dat de Nederlandse rechtspraak na een majeure stelselwijziging grotendeels weer bij de tijd is. Alle beoogde doelstellingen zijn bereikt. Er is meer eenheid en transparantie, de bestuurskracht is vergroot, en er wordt sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en professionele gebruikers van de rechtspraak toe. Het rapport is op 12 december 2006 aan de Tweede Kamer gezonden (TK 29 279, nr. 42). In de loop van 2007 zal een kabinetsreactie volgen.
Per 1 januari 2007 zullen de taxonomie en infrastructuur voor het opstellen en aanleveren van de jaarrekening met behulp van XBRL1 operationeel zijn. Verschillende accountantsorganisaties en softwareleveranciers zijn klaar met implementatie in hun organisaties en producten, zodat de jaarrekeningen van circa 150 000 vennootschappen, met name in de MKB-sector, vanaf die datum in XBRL-formaat opgemaakt kunnen worden. In de loop van 2007 zal dit aantal nog aanzienlijk groeien.
De voorbereidingen van het nieuwe inburgeringsstelsel zijn in 2006 afgerond. De Wet inburgering is op 6 juli door de Tweede Kamer en op 28 november door de Eerste Kamer aangenomen. Daarmee geldt per 1 januari 2007 een resultaatgerichte inburgeringsplicht voor zogeheten «onderdanen uit derde landen». Aan deze inburgeringsplicht wordt voldaan wanneer het inburgeringsexamen met succes is afgelegd. Bij de uitvoering van de Wet inburgering vervullen de gemeenten een belangrijke rol. Zo kunnen gemeenten een inburgeringsvoorziening aanbieden aan uitkeringsgerechtigden en oudkomers zonder inkomsten uit werk of uitkering en zijn zij verplicht om een inburgeringsvoorziening aan te bieden aan asielgerechtigden en geestelijke bedienaren. Naast de Wet inburgering is voor 2007 een tijdelijke regeling ontwikkeld, die het mogelijk maakt dat gemeenten ook een inburgeringsvoorziening kunnen aanbieden aan personen die niet inburgeringsplichtig zijn maar wel een inburgeringsachterstand hebben. Inburgeringsplichtigen die geen inburgeringsvoorziening van de gemeente krijgen aangeboden kunnen vanaf 1 januari 2007 een beroep doen op een stelsel van leningen en vergoedingen, dat in samenwerking met de IB-groep is ontwikkeld.
De Wet inburgering in het buitenland is per 15 maart 2006 in werking getreden. De implementatie van het technische systeem en de invoering op de posten in het buitenland is zonder noemenswaardige problemen verlopen. In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens afgenomen met een slagingspercentage van 86%.
In- en oprichting Dienst Terugkeer en Vertrek
In 2006 is de Kwartiermakersorganisatie Terugkeer van start gegaan, onder verantwoordelijkheid van de projectDirecteur-Generaal Herinrichting Vreemdelingenketen. Vanaf januari 2007 is deze Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) verantwoordelijk voor het hele vertrekproces van vreemdelingen die het land dienen te verlaten. De DT&V heeft als taakorganisatie van Justitie het doel het daadwerkelijke vertrek te bevorderen en realiseren van, in het kader van het vreemdelingentoezicht of grensbewaking aangehouden, illegale vreemdelingen en van alle asielzoekers die het land dienen te verlaten. De DT&V doet dit in samenwerking met de partners in de vreemdelingenketen: Vreemdelingenpolitie (VP), Koninklijke Marechaussee (KMar), Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, Dienst Justitiële Inrichtingen en de Internationale Organisatie voor Migratie.
B. Overzichtstabel met belangrijkste beleidsmatige mutaties 2006
Tabel 1: Belangrijkste beleidsmatige mutaties x € 1 000
OD | Begroting 2006 | |
1 Meeropbrengst griffierechten | 12 | 16 500 |
2 Sanctiecapaciteit/TBS | 13/14 | 38 200 |
TBS-plaatsen | 13 | 30 900 |
Extramurale trajecten | 13 | 4 800 |
Taakstraffen | 13/14 | 2 500 |
3 Verscherpt verlof tbs-ers | 13 | 1 047 |
4 Terrorismebestrijding | 13 | 21 990 |
5 Veelplegers ISD | 13 | 9 400 |
6 Gezinsvoogdij | 14 | 6 600 |
7 Justitiële Jeugdinrichtingen | 14 | – 14 000 |
8 Pleegzorgmiddelen | 14 | – 14 198 |
9 Enveloppe Jeugd | 14 | 12000 |
10 Asiel: bezetting COA | 15 | 124 700 |
11 Asiel: opvang ex-amv’s | 15 | 15 000 |
12 Asiel: COA nieuw opvangmodel | 15 | 15 400 |
13 Asiel: ramingsbijstelling productieaantallen | 15 | – 12 100 |
14 Asiel: lagere kosten terugkeer 26 000 | 15 | – 9 600 |
15 Voortzetten remigratiewet | 16 | 11 113 |
16 Co-financiering ESF | 16 | 22 500 |
– Negatieve reeks = lagere uitgaven/hogere ontvangsten
Toelichting op de belangrijkste beleidsmatige mutaties in 2006
1. Meeropbrengst griffierechten
De griffierechtenontvangsten zijn in 2006 lager uitgevallen dan was geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2006 relatief meer lichte zaken zijn afgedaan dan voorgaande jaren. Aangezien de griffierechtenontvangsten ten dele zijn gerelateerd aan de omvang van de zaak vallen daarmee ook de ontvangsten lager uit. Er wordt nog onderzocht in hoeverre dit een structureel karakter heeft.
De reguliere TBS-capaciteit is in 2006 uitgebreid van 1 688 tot 1 738 plaatsen per ultimo het jaar. Hierin is begrepen de uitbreiding van de longstaycapaciteit van 164 plaatsen tot 184 plaatsen en de uitbreiding van de behandelmogelijkheden voor TBS-gestelden in het gevangeniswezen van 134 plaatsen tot 146 plaatsen.
Het verlofbeleid wordt verder aangescherpt door aanpassing van het verlofbeleidskader en de geweldsinstructie.
In 2006 is de organisatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) verder vormgegeven. De beschikbaar gestelde middelen zijn enerzijds aangewend ter versterking van de personele staf van de Eenheid Bewaken en Beveiligen. Daarnaast zijn de middelen aangewend voor de uitvoering van het NCTb programma, waaronder de publiekscampagne.
De landelijke aanpak van veelplegers is verbreed met het onderwerp aansluiting nazorg. Landelijke overlegstructuren zijn gereactiveerd ten behoeve van een goede informatie-uitwisseling met de ketenpartners en het oplossen van knelpunten bij de implementatie van het veelplegerbeleid. Opgeleverd zijn de factsheet Monitor Veelplegers, het Plan van Aanpak Veelplegers 2006–2008, en het onderzoek «Lokale Aanpak Veelplegers; justitieel traject».
Van de beschikbare € 6,6 miljoen is een bedrag van € 4,1 miljoen toegevoegd aan de middelen die aan de provincies en groot stedelijke regio’s in 2006 ter beschikking zijn gesteld ten behoeve van de gefaseerde implementatie van het Deltaplan. Het restant van € 2,5 miljoen is door de Raad voor de Kinderscherming aangewend voor de herinvoering van de toetsende taak bij beëindiging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsingen.
7. Justitiële Jeugdinrichtingen
In het kader van het besluit tot een stapsgewijze beëindiging van civiele crisisplaatsingen in de justitiële jeugdinrichtingen is een bedrag van € 14 miljoen overgeheveld naar het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van het opbouwen van zorgaanbod.
Met de invoering van de Wet op de jeudzorg vallen alle pleegzorgvoorzieningen onder het zorgaanbod. In verband hiermee zijn de middelen overgeboekt naar het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport.
Een bedrag van € 7 miljoen is toegevoegd aan de doeluitkeringen aan de provincies en groot stedelijke regio’s om de groei van de maatregelen op te kunnen vangen. Van het bedrag van € 5 miljoen geraamd voor de aanpak van de criminaliteit onder allochtone jongeren is een bedrag van € 4,5 miljoen ter beschikking gesteld aan de G4. Een bedrag van € 0,5 miljoen, dat gereserveerd was voor eventuele ondersteuning van gemeenten bij de uitvoering van de plannen, is onbesteed gebleven.
De uitstroomverwachting uit de opvang is tegengevallen. Daarnaast heeft de lagere uitstroom van asielzoekers tot een temporisering van de krimpkosten geleid. Het voorgaande had tot gevolg dat de bezetting hoger uitkwam dan aanvankelijk werd geraamd.
In 2004 bleek dat alleenstaande minderjarige vluchtelingen die 18 jaar zijn geworden, op grond van gerechtelijke uitspraken, de Nidos-voorzieningen niet ontzegd konden worden. In 2005 is de wet- en regelgeving aangepast en is een project «Beëindiging leefgelden» gestart en in 2006 voortgezet. Medio 2007 zal het project worden beëindigd.
12. Asiel: COA nieuw opvangmodel
De opvang van asielzoekers is, in lijn met de Terugkeernota, ingericht naar twee verschillende soorten opvanglocaties, de oriëntatie- en de terugkeerlocaties. Dit heeft tot extra kosten geleid.
13. Asiel: ramingsbijstelling productieaantallen
Vanwege de lagere asielinstroom en de doorrekening hiervan voor de betrokken organisaties in de asielketen is minder capaciteit benodigd. Bij aanvang van 2006 werd verwacht dat daardoor de productiecapaciteit zou kunnen worden verlaagd. Als gevolg daarvan zou een besparing optreden. Dit is uiteindelijk niet gerealiseerd.
14. Asiel: lagere kosten terugkeer 26 000
Minder mensen maken gebruik van de vertrekcentra, zodat de bezetting lager is uitgevallen en daarmee ook de kosten.
Het voornemen was de Remigratiewet, conform het Hoofdlijnenakkoord, in te trekken. Het wetsvoorstel daartoe is echter in oktober 2004 ingetrokken, omdat in de Tweede Kamer geen meerderheid aanwezig was voor intrekking van de Remigratiewet. In 2006 is de facilitering op grond van de Remigratiewet van degenen die willen remigreren, maar deze wens niet zelfstandig kunnen realiseren, derhalve voortgezet.
16. Co-financiering Europees Sociaal Fonds (ESF)
Voor de jaren 2006 en 2007 is per jaar € 22,5 miljoen aan extra middelen vrijgemaakt voor de emancipatie van allochtone vrouwen via inburgering omdat financiering met behulp van ESF-gelden niet mogelijk bleek door sluiting van het ESF-loket. In 2006 is hiervan € 18 miljoen gebruikt voor subsidiering van een aantal pilots bij een vijftal gemeenten. De rest van de middelen (€ 4,5 miljoen) is beschikbaar gesteld aan gemeenten op basis van een specifieke regeling.
HOOFDSTUK 5 – BELEIDSARTIKELEN
Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
Nederlandse rechtsorde: 0,18%
Een goed functionerende rechtsorde, waarbinnen samenleving en burger tot hun recht komen.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Uitvoering van de beleidsdoelstelling veronderstelt het ontwerp van nieuwe regelgeving en de aanpassing van bestaande aan de actuele behoeften in de samenleving. Beleidsmaatregelen gericht op de meest uiteenlopende vraagstukken, zoals de dreiging van terrorisme, het juridisch kader voor ondernemingen, de organisatie van de politie, de inburgering in binnen- en buitenland, en de implementatie van Europees recht behoeven een basis in wetgeving. Op genoemde en vele andere terreinen is dan ook wetgeving voorbereid en tot stand gebracht.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 12 737 | 10 143 | 12 220 | 8 690 | 15 929 | – 7 239 |
Apparaat-uitgaven | 13 314 | 12 409 | 12 315 | 10 030 | 15 929 | – 5 899 |
11.1 (Nationale) wetgeving | 5 306 | 5 450 | 5 658 | 5 469 | 5 327 | 142 |
11.1.1 Directie Wetgeving | 5 306 | 5 450 | 5 658 | 5 469 | 5 327 | 142 |
11.2 Wetgevingskwaliteitsbeleid | 8 008 | 6 959 | 6 657 | 4 561 | 10 602 | – 6 041 |
11.2.1 Directie Wetgeving | 8 008 | 6 959 | 6 657 | 4 561 | 10 602 | – 6 041 |
Ontvangsten | 349 | 969 | 21 | 1 265 | 0 | 1 265 |
Door de overheveling naar het ministerie van Financiën van bijna € 5 miljoen voor het project XBRL zijn de verplichtingen ook lager uitgevallen.
Operationele doelstelling 11.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de overheveling van bijna € 5 miljoen naar het ministerie van Financiën in het kader van het project XBRL. Dit is, omdat de financiering van de projectorganisatie Nederlands Taxonomie Project (NTP) voornamelijk via het ministerie van Financiën verloopt.
Operationele doelstelling 11.1
Het tot stand brengen van wet- en regelgeving ter uitvoering van de grondwettelijke opdracht het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk- en strafprocesrecht in algemene wetboeken en algemene regels van bestuursrecht bij wet vast te leggen, het tot stand brengen van regelgeving ter realisering van de beleidsdoelen van Justitie, de adequate implementatie van internationale regelgeving in de Nederlandse rechtsorde.
Tot stand kwamen de Wet afgeschermde getuigen, de Wet uitbreiding bevoegdheden verruiming opsporing en vervolging terroristische misdrijven, de Wet stroomlijning hoger beroep en de Wet OM-afdoening. Op het terrein van het penitentiair recht is bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling. In werking trad de Wet computercriminaliteit II. In consultatie werd gezonden het wetsvoorstel positie deskundige in het strafproces. De Tweede Kamer nam het wetsvoorstel voor een nieuwe Wet politiegegevens aan.
Op 1 januari 2007 traden de Wet en de Amvb inburgering, één van de belangrijkste onderdelen uit het Hoofdlijnenakkoord, in werking. In december 2006 is het wetsvoorstel Politiewet 2007 (naar aanleiding van de evaluatie Leemhuis) bij de Tweede Kamer ingediend. Implementaties van verschillende EU-richtlijnen op het gebied van vreemdelingenrecht zijn tijdig afgerond. Bij andere EU-richtlijnen is het proces nog gaande. In korte tijd is een voorstel tot wijziging van de Wet particuliere beveiliging door de beide Kamers geloodst in verband met een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Voortgang is geboekt met onder andere de wetsvoorstellen wijziging Politiewet in verband met Koninklijke Marechaussee (KMar), kansspelen op Internet, tolken en vertalers, notaris in loondienst en tuchtrechtspraak accountants. Verschillende voorstellen (wet en amvb) op het gebied van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren kwamen tot stand. Het wetsvoorstel stelselherziening rechtsbijstand werd bij de Tweede Kamer ingediend. Op het gebied van het algemeen bestuursrecht is de derde evaluatie van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) vrijwel afgerond, is het voorstel vierde tranche gereed gemaakt voor plenaire behandeling en is een voorontwerp aanpassing bestuursprocesrecht in consultatie gebracht.
Op het gebied van het privaatrecht is belangrijke voortgang geboekt bij de vernieuwing van het recht, zoals de inwerkingtreding van de nieuwe verzekeringstitel, de parlementaire behandeling van het nieuwe pachtrecht, het huwelijksvermogensrecht en de personenvennootschap en de ministerraadbehandeling van het nieuwe bv-recht. Lastenverlichting werd onder andere bereikt in het jaarrekeningrecht en vennootschapsrecht.
De volgende wetsvoorstellen/onderwerpen zijn in de begroting 2006 expliciet genoemd. In onderstaand overzicht is de voortgang van deze belangrijkste onderwerpen en wetgevingsinitiatieven weergegeven.
De stadia die een wetsvoorstel doorloopt van beleidsvoornemen tot geïmplementeerde wet is hieronder in schema op hoofdlijnen weergegeven:
FASE 1Departementale voorbereiding – behandeling in de Ministerraad | FASE 2Raad van State | FASE 3Behandeling Tweede Kamer | FASE 4Behandeling Eerste Kamer | FASE 5Publicatie in het Staatsblad | FASE 6Inwerkingtreding |
Het tijdsbeslag om van één stadium naar een volgend stadium te gaan is nooit gelijk. Daarom is indicatief aangegeven in welke fase een wetsvoorstel zich bevindt en wanneer het over gaat naar een volgend stadium. Eventuele oorzaak van een vertraging of een speciale vermelding is daarbij specifiek weergegeven.
Wetsvoorstel/onderwerp | Kamerstuk | Gevorderd t/m fase | Verwachte doorgang naar volgende fase d.d. | Beoogde inwerkingtreding | Opmerking |
Verruiming opsporing en vervolging terroristische misdrijven | 30 164 | 5 | Inwerkingtreding | 1-2-1007 | |
Stroomlijning hoger beroep | 30 320 | 5 | Inwerkingtreding | 1-3-2007 | |
Electronische aangiften en pv’s | 29 438 | 5 | n.v.t. | 1-1-2007 | |
Afgeschermde getuigen | 29 743 | 5 | n.v.t. | 1-9-2007 | |
Herijking strafmaxima | 28 484 | 5 | n.v.t. | 1-2-2006 | |
Politiegegevens | 30 327 | 3 | Behandeling in Eerste Kamer – mei 2007 | 1-1-2008 | |
Wederzijdse erkenning geldelijke sancties | 30 669 | 3 | Behandeling in Eerste Kamer – maart 2007 | 1-4-2007 | |
Doorplaatsen in eerste aanleg | 29 519 | 5 | n.v.t. | 1-1-2006 | |
Voorwaardelijke invrijheidstelling | 30 513 | 3 | Behandeling in Eerste Kamer – mei 2007 | 1-1-2008 | |
Strafbaarstelling apologie | – | – | – | – | Minister van Justitie heeft wetsvoorstel afgevoerd. |
Elektronische detentie | – | 1 | Naar Raad van State – juni 2007 | 1-7-2008 | |
Beginselenwet tbs in verband met aansturing particuliere inrichtingen | – | 1 | Naar Ministerraad – oktober 2007 | 1-1-2009 | |
Positie slachtoffer in het strafproces | 30 143 | 3 | Naar Eerste Kamer – april 2007 | 1-1-2008 | |
Verplichte HIV-test | – | 1 | Naar Ministerraad – april 2007 | 1-5-2008 | |
Computercriminaliteit II | 26 671 | 5 | n.v.t. | 1-7-2007 | |
Implementatie kaderbesluit confiscatiebeslissingen | – | 1 | Naar Ministerraad – september 2007 | 1-4-2008 | |
Implementatie kaderbesluit geldelijke sancties | 30 699 | 3 | Behandeling in Eerste Kamer |
Wetsvoorstel/onderwerp | Kamerstuk | Gevorderd t/m fase | Verwachte doorgang naar volgende fase d.d. | Beoogde inwerkingtreding | Opmerking |
Wetsvoorstel inburgering (inclusief uitvoeringsregelgeving) | 30 308 | 6 | 1-1-2007 | Afgerond. | |
Politiewet 2007 | – | 2 | Na formatie | 1-1-2008 | Wachten op politieke besluitvorming. |
Wijziging Politiewet in verband met KMar | 30 557 | 3 | Maart 2007 | 1-7-2007 | |
Wijziging Politiewet in verband met versterken bevoegdheden | 29 704 | 4 | 1-1-2008 | Controversieel verklaard. | |
Wet BOD | 30 182 | 5 | 1-1-2007 | Uitvoerings-regeling thans in voorbereiding. | |
Wet wapens en munititie (preventief fouilleren) | –- | 1 | Juni 2007 | 1-7-2008 | |
Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid | 30 566 | 3 | Maart 2007 | 1-7-2007 | |
Wetsvoorstellen bestuurlijke boete | 30 098, 30 101 | 3 | Maart 2007 | 1-7-2007 | |
Wijziging Awb (vierde tranche) | 29 702 | 3 | Maart 2007 | 1-1-2008 | |
Aanpassingswet Awb (vierde tranche) | – | 2 | Maart 2007 | 1-1-2008 | |
Aanpassing bestuursprocesrecht | – | 1 | Juni 2007 | 1-1-2009 | |
Regels inzake schadevergoeding en nadeelcompensatie | – | 1 | Maart 2007 | 1-1-2009 | Opstellen rapport, uitbrengen advies. Studiegroep heeft werkzaamheden vrijwel afgerond. |
Beroep bij niet-tijdig beslissen | 30 435 | 3 | Opgenomen in initiatief-voorstel (Wolfsen/Luchtenveld) dwangsom bij niet-tijdig beslissen: datum inwerkingtreding voorzien op 1-7-2007. | ||
Derde evaluatie Awb | – | 1 | Afronding maart 2007 | ||
Voorstel rechtseenheidskamer | – | 1 | Politieke besluitvorming. | ||
Voorstel herverkaveling bestuursrechtspraak | – | 1 | April 2007 | 1-1-2008 | |
Wetsvoorstel extern klachtrecht | – | 2 | Maart 2007 | 1-1-2009 | |
Wetsvoorstel samenwerking gerechten | – | 1 | Maart 2007 | 1-1-2008 | |
Notaris in dienstbetrekking | 30 350 | 4 | Maart 2007 | 1-7-2007 | |
Wijziging Advocatenwet in verband met Van Wijmen | – | 1 | December 2007 | 1-1-2009 | |
Wijziging Wet op de rechtsbijstand in verband met herziening stelsel | 30 436 | 3 | Maart 2007 | 1-8-2007 | |
Tolken en vertalers | 29 936 | 3 | Maart 2007 | 1-7-2007 | |
Tuchtrechtspraak accountants | 30 397 | 3 | Maart 2007 | 1-1-2008 | Onderbroken; controversieel verklaard. |
Wijziging Notariswet in verband met evaluatie, waaronder borging kwaliteit | – | 1 | Juli 2007 | 1-1-2009 | |
Wijziging wet bescherming persoonsgegevens | – | 1 | April 2007 | 1-1-2008 | Vermindering van administratieve lasten. |
Kansspelen op Internet | 30 362 | 4 | Maart 2007 | 1-4-2007 | |
Wet op de kansspelen (algehele herziening) | – | 1 | Juni 2007 | 1-7-2008 | |
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2003/109), inclusief uitvoeringsregelgeving | 30 567 | 6 | Inwerkingtreding per 1-1-2007 | ||
Wijziging Vw 2000 in verband met visumbepalingen | – | 2 | Maart 2007 | 1-7-2008 | |
Wijziging Vw 2000 in verband met reguliere migratie | – | 1 | Najaar 2007 | 1-7-2009 | |
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2004/82) | 30 897 | 3 | Februari 2007 | 1-7-2007 | |
Wijziging Vw 2000 (implementatie EU-richtlijn 2004/83 | 30 925 | 3 | Februari 2007 | 1-10–2007 |
Wetsvoorstel/onderwerp | Kamerstuk | Gevorderd t/m fase | Verwachte doorgang naar volgende fase d.d. | Beoogde inwerkingtreding | Opmerking |
Afschaffing procuraat | 30 815 | 3 | 1-4-2007 | 1-7-2007 | |
Nieuwe regeling verzekeringsovereenkomst | 19 529 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Affectieschade | 28 781 | 4 | 1-7-2008 | 1-1-2009 | |
Collectieve afwikkeling grote schades | 29 414 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Verhaal verzorgingskosten naasten | 1 | 1-4-2007 | 1-1-2008 | ||
Personenvennootschap (titel 7.13) | 28 746 | 4 | 1-7-2007 | 1-1-2008 | |
Vereenvoudiging bv-recht | 2 | 1-4-2007 | 1-1-2008 | ||
Openbare biedingen | 30 419 | 4 | 1-4-2007 | 1-6-2007 | |
Goedkeuring NGO-verdrag | 28 764 | 5 | 1-2-2007 | 1-2-2007 | |
Aanpassing boek 2 (rechtspersonen) aan elektronisch rechtsverkeer | 30 019 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Monistisch besturingssysteem/bestuur grote vennootschappen | 1 | 1-6-2007 | Afhankelijk beslissing nieuw kabinet. | ||
Bericht jaarrekening | 6 | Inwerkinggetreden | |||
Nieuwe pachttitel | 30 448 | 4 | 1-6-2007 | 1-7-2007 | |
Overeenkomst van goederenvervoer per spoor | 30 365 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Aanpassing WSNP | 29 942 | 4 | 1-4-2007 | 1-9-2007 | |
Aanpassing huwelijksgoederenrecht | 28 867 | 3 | 1-5-2007 | 1-1-2008 | |
Herziening kinderalimentatiestelsel | 29 480 | – | Ingetrokken. | ||
Geweldsverbod in de opvoeding | 30 316 | 4 | 1-6-2007 | 1-7-2007 | |
Uithuisplaatsing pleger huiselijk geweld | 30 567 | 3 | 1-6-2007 | 1-1-2008 | |
Wijziging verzoek gezamenlijk gezag | 29 353 | 3 | 1-6-2007 | 1-7-2007 | Afhankelijk beslissing nieuw kabinet. |
Wijziging Rijkswet op het Nederlanderschap | 30 166 | 3 | 1-6-2007 | 1-7-2007 | Afhankelijk beslissing nieuw kabinet. |
Opneming buitenlandse pleegkinderen ter adoptie | 1 | 1-6-2007 | |||
Aanvullende maatregelen Antilliaanse risicojongeren | 2 | 1-6-2007 | |||
Europese Executoriale Titel | 30 069 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Europese Coöperatie | 30 382 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Volgrecht | 29 912 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Handhaving i.e.-rechten | 30 392 | 4 | 1-4-2007 | 1-9-2007 | |
Brussel II bis | 29 980 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
5e WAM-richtlijn | 30 860 | 3 | 1-6-2007 | ||
Oneerlijke handelspraktijken | 30 928 | 3 | 1-6-2007 | 12-12-2007 | |
Internationale fusies | 30 929 | 3 | 1-6-2007 | 15-12-2007 | |
Financiëlezekerheidsovereenkomsten | 30 138 | 6 | Inwerkinggetreden | ||
Schadeloosstelling slachtoffers geweldmisdrijven | 30 151 | 6 | Inwerkinggetreden |
Operationele doelstelling 11.2
Het bevorderen van de bruikbaarheid van wet en regels, van de onderlinge samenhang en consistentie van de wetgeving, alsmede van een beheerste ontwikkeling van wet- en regelgeving.
In het kader van het programma Bruikbare rechtsorde zijn zes wetgevingscomplexen doorgelicht en drie onderzoeksrapporten gereedgekomen. Voorts is het gedachtegoed van het programma uitgedragen bij wetgevingsjuristen, beleidsmedewerkers en politici onder meer door middel van conferenties. Twee projecten zijn onlangs van start gegaan dan wel aangekondigd: «internetconsultatie» en «kernwaarden van de rechtsorde».
Reductie administratieve lasten
De uitvoering van het programma met maatregelen voor reductie van administratieve lasten op het terrein van Justitie is in 2006 voortgezet. Projecten waarop extra inzet is gepleegd zijn het Nederlandse Taxonomie Project (realisering XBRL-taxonomie voor samenstellen en uitwisselen van jaarrekeningen, fiscale aangiftes en statistieken, inclusief de benodigde infrastructurele voorzieningen) en vereenvoudigingen in de privacyregelgeving. In het najaar is nader overleg gevoerd met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) over de mogelijke vereenvoudigingen. Een wetsvoorstel ter implementatie daarvan wordt op korte termijn in procedure gebracht. Daarmee kunnen eerder geraamde reducties alsnog worden gerealiseerd.
Onderwerp | Beoogde realisering | Mogelijke reductie (x € mln.) | Realisatie 2006 |
Jaarrekeningrecht, elektronische deponering stukken bij Kamer van Koophandel | 2007 | 6,9 | 6,9 |
Jaarrekeningrecht XBRL | 2006/2007 | 50/300 | – |
Elektronische communicatie in de a.v.a. | 2006 | 69,2 | – |
Wet Bescherming Persoonsgegevens | 2005/2006 | 2,8 | – |
Wet op de Kansspelen | 2006 | 1,45 | – |
Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus | 2006 | 2,24 | 3,78 |
Jaarrekening: verhoging grenswaarden | – | – | 86 |
Wet op de rechtsbijstand – vereenvoudiging (ViValt) | – | – | 6 |
De mogelijkheid om stukken elektronisch te deponeren bij de Kamer van Koophandel is een jaar eerder dan voorzien gerealiseerd. De reducties als gevolg van de invoering van de Nederlandse Taxonomie worden vanaf 1 januari 2007 merkbaar. Conform de verwachtingen, geuit in de kabinetsbrieven over vermindering administratieve lasten (AL) van september 2005 en april 2006 was de prognose voor realisatie van deze reducties overigens al bijgesteld naar 2007 (TK 29 515, nrs. 94en 135). De wetswijziging die nodig was om elektronische communicatie ten behoeve van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders mogelijk te maken is in 2006 door de Tweede Kamer geaccordeerd en op 1 januari 2007 in werking getreden. Over de wijzigingen in de privacywetgeving was nader overleg met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) en andere betrokken organisaties nodig, waardoor deze zijn opgehouden. Een wetsvoorstel is in voorbereiding, waardoor de voorziene reducties doorschuiven naar 2008. De voorgenomen wijziging van de Wet op de Kansspelen is niet haalbaar gebleken in het licht van het huidige kansspelbeleid en Europeesrechtelijke ontwikkelingen daarin. De reductie op het terrein van de particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus is in 2006 gerealiseerd en bleek uitgebreider dan voorzien.
Voorts zijn eind 2006 de grensbedragen in het jaarrekeningrecht verhoogd met 20%, waardoor meer ondernemers kunnen volstaan met de eenvoudigste vorm voor een jaarrekening. De maatregel geldt al voor jaarrekeningen voor het boekjaar 2006. Tot slot is in 2006 door ViValt een sterke vereenvoudiging van de aanvraagprocedure rechtsbijstand voor de advocatuur gerealiseerd.
Onderwerp | Beoogde realisering | Mogelijke reductie; tijd (uren) | Mogelijke reductie; kosten (x € mln.) | Realisatie 2006 |
Wetboek van Strafvordering (elektronische aangifte) | 2007 | 101 000 | 0,2 | – |
Wet op het notarisambt (marktwerking notariaat) | 2007 | 52 | – | |
Vreemdelingenwet | ||||
vereenvoudiging regulier toelatingsbeleid | 2007 | 175 875 | – | |
BW | ||||
Diverse maatregelen, waaronder: | ||||
– vervallen rechterlijke toets wijzigen huwelijkse voorwaarden | 2006 | 2 | – | |
– civiele register | 2007 | 2 950 | – | |
Wet schuldsanering natuurlijke personen (schrappen saneringsplan) | 2007 | 5 000 | – |
Voor zover bij de bovengenoemde maatregelen realisatie in 2007 was voorzien blijft dit gehandhaafd. Afwijkend van de begroting 2006 is de realisatie van de wijziging van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de huwelijksvoorwaarden. Dit voorstel ligt sinds november 2005 ter behandeling bij de Tweede Kamer en is dus nog niet in werking getreden.
In 2006 werden 475 toetsingsdossiers behandeld, waarvan 15 nota’s van wijziging en 26 nadere rapporten in verband met een negatief advies van de Raad van State over het desbetreffende voorstel. Bij de toetsing werd aandacht besteed aan de bekende kwaliteitseisen voor wetgeving. Zoals gebruikelijk kon in de meeste gevallen op ambtelijk niveau overeenstemming worden bereikt over dossiers. Verschillende keren leidde echter ook interventie van de Minister van Justitie in de Ministerraad nog tot aanpassingen.
Overige activiteiten op het terrein van kwaliteit van wetgeving
Bruikbare rechtsorde | Op te leveren rapport/stand van zaken | Opmerkingen |
Doorlichting van wetgevingscomplexen | ||
De maatschappelijke onderneming | Het rapport is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. | Een inhoudelijke reactie wordt overgelaten aan het volgende kabinet. |
Voortgezet onderwijs | Het rapport is gereed en wordt zeer binnenkort naar de Tweede Kamer gezonden. | Een inhoudelijke reactie wordt overgelaten aan het volgende kabinet. |
Tuchtrecht | Het rapport is gereed en wordt zeer binnenkort naar de Tweede Kamer gezonden met de opmerking dat een inhoudelijke kabinetsreactie zal worden voorbereid. | |
Particuliere recherche en beveiliging | Het rapport is gereed; een inhoudelijke kabinetsreactie wordt voorbereid. | |
Biotechnologie | Het rapport is gereed en met een inhoudelijke kabinetsreactie aan de Tweede Kamer gezonden. | |
Privaatrechtelijke rechtsvormen decentraal | Het rapport is gereed en wordt zeer binnenkort aan de Kamer gezonden met de opmerking dat een inhoudelijke kabinetsreactie zal worden voorbereid. | |
Onderzoeken | ||
Open normen en regeldruk | Het onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. | |
Wie draagvlak zoekt, die regeldruk ontmoet | Het onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. | |
Wat is regeldruk? | Het onderzoek is gereed en naar de Tweede Kamer gezonden. |
Kenniscentrum wetgeving | Op te leveren producten | Opmerkingen |
Het uitvoeren van projecten en de ontwikkeling van instrumenten | Het project wetsevaluatie leidde tot een notitie die besproken werd in de ICCW.Het project benchmark wetgevingsvoortgangssystemen leidde tot een overzicht van systemen en een interdepartementale bijeenkomst daarover.Het project Herijking werd afgesloten.Het project Normalisatie en Certificatie werd stilgezet in afwachting van een kabinetsstandpunt hieromtrent. | De ICCW besliste tot een project een «clearing house» voor wetsevaluatie in te richten.De benchmark leidde tot de beslissing te bezien of een gezamelijk interdepartementaal voortgangssysteem mogelijk is. |
De instandhouding van de KCW-website en het voeren van een actief communicatiebeleid gericht op kennisuitwisseling en samenwerking | De website is verder verrijkt. In 2006 werd de website meer dan 110 000 maal bezocht. Er zijn 12 digitale nieuwsbrieven verzonden. Het jaarboek met een Wie Weet Wat werd een gezamenlijke uitgave van het Kenniscentrum en de Academie voor Wetgeving.Er werden vier kenniskringen gehouden.In samenwerking met de Academie en Vereniging voor Wetgeving werd een internationaal congres georganiseerd over «The learning legislator». | |
Dag van de Wetgeving | De voorbereiding van de Dag van de Wetgeving 2007 vond plaats. De Dag wordt op 15 maart 2007 gehouden. | |
Het bevorderen van onderzoek op het terrein van wetgeving en het betrekken van de wetgevingsjuristen daarbij | Onderzoek digitale ondersteuning wetgevingsproces is afgerond.Onderzoek kosten en tijdsduur wetgevingsprocessen is afgerond. |
In 2006 tot stand gekomen wetten
Wet/amvb (Citeertitel) | Staatsblad | Datum inwerkingtreding |
Wijziging Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen) | Stb. 2006, 3 | 1-3-2006 |
Goedkeuring van het te Luxemburg totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake grensoverschrijdend politieel optreden (Trb. 2005, 35) | Stb. 2006, 5 | 13-1-2006 |
Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende aanpassing van het inkomens- en vermogensbegrip aan het fiscale inkomens- en vermogensbegrip | Stb. 2006, 9 | 1-4-2006 |
Wijziging Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima | Stb. 2006, 11 | 1-2-2006 |
Uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiële zekerheidsovereenkomsten | Stb. 2006, 15 | 20-1-2006 |
Besluit getuigenbescherming | Stb. 2006, 21 | 1-4-2006 |
Reparatiewet II Justitie | Stb. 2006, 24 | 1-2-2006 |
Besluit indexering griffierechten bestuursrechtelijke en civielrechtelijke wetten 2006 | Stb. 2006, 26 | 1-2-2006 |
Wet inburgering in het buitenland | Stb. 2006, 28 | 15-3-2006 |
Wijziging Burgerlijk Wetboek omtrent de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling | Stb. 2006, 29 | deels 1-4-2005;deels 1–3-2006 |
Wijziging van het Besluit centrale beoordeling medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (uitbreiding medisch-wetenschappelijk onderzoek dat centrale beoordeling behoeft) | Stb. 2006, 39 | 1-2-2006 |
Aanpassing van de Auteurswet 1912 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk (PbEG L 272) | Stb. 2006, 60 | 1-4-2006 |
Wijziging van het Besluit rangen politie en het Besluit taken vrijwillige ambtenaren van politie met het oog op de uitbreiding van rangen die kunnen worden toegekend aan de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak | Stb. 2006, 65 | 22-2-2006 |
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met wijziging van de bevoegdheden tot het stellen van aantekeningen in reisdocumenten, bekendmaking van beschikkingen, alsmede aanwijzing van documenten waarover een vreemdeling moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie | Stb. 2006, 73 | 24-2-2006 |
Wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met onder meer de formalisering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord sector Rechterlijke Macht 2004 en de toepasselijkheid van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 ten aanzien van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding | Stb. 2006, 80 | 1-4-2006 en terugwerkend |
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met inburgering in het buitenland | Stb. 2006, 94 | 15-3-2006 |
Vaststelling van nadere regels over de verplichting tot betaling van het volgrecht en vaststelling van de hoogte van het volgrecht | Stb. 2006, 100 | 1-4-2006 |
Wet internationaal goederenvervoer over de binnenwateren | Stb. 2006, 121 | 1-6-2006 |
Goedkeuring van het te ’s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (Trb. 1997, 299) | Stb. 2006, 122 | 8-3-2006 |
Uitvoeringswet internationale kinderbescherming | Stb. 2006, 123 | 1-5-2006 |
Wijziging van het Besluit naturalisatietoets | Stb. 2006, 131 | 1-5-2006 |
Besluit rechtspositie leden Commissie Gelijke Behandeling | Stb. 2006, 140 | 22-3-2006 |
Wijziging van het Besluit politieregisters met het oog op de verstrekking van gegevens aan personen of instanties met een publieke taak belast | Stb. 2006, 149 | 24-3-2006 |
Wijziging van onder meer het Besluit draagkrachtcriteria rechtsbijstand, het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en het Subsidiebesluitraden voor rechtsbijstand | Stb. 2006, 160 | 1-4-2006 |
Verlenging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescher- ming II | Stb. 2006, 161 | 1-4-2006 |
Wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, met het oog op de verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeel | Stb. 2006, 178 | 5-4-2006 en terugwerkend |
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de wijziging van bepalingen voor de financiële verslaglegging door verzekeringsmaatschappijen | Stb. 2006, 180 | 1-6-2006 |
Wijziging van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen in verband met enkele gemeentelijke herindelingen in de arrondissementen Alkmaar, ’s-Gravenhage en Utrecht | Stb. 2006, 181 | 5-4-2006 |
Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij dienstverlening met het oog op de explicitering van de reikwijdte, versterking van het toezicht op de naleving alsmede het aanbrengen van enkele andere wijzigingen | Stb. 2006, 187 | 1-5-2006 |
Wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken | Stb. 2006, 190 | 15-5-2006 |
Besluit artikel 10 overnamerichtlijn | Stb. 2006, 191 | 31-12-2006 |
Organisatiebesluit Raad voor de Kinderbescherming 2006 | Stb. 2006, 192 | 21-4-2006 en terugwerkend |
Wijziging van enkele besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen) in verband met de toetreding van Andorra tot het groene kaart systeem | Stb. 2006, 200 | 26-4-2006 en terugwerkend |
Opheffing van de schorsing van de besluiten van 6 december 2005 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer tot intrekking van de gebruiksvergunningen voor het cellencomplex op het perceel Ten Pol 64 te Oude Meer en aanzegging bestuursdwang, neergelegd in het koninklijk besluit van 7 december 2005 (Stb. 634) | Stb. 2006, 205 | 20-4-2006 |
Wijziging van het besluit tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties | Stb. 2006, 212 | 28-4-2006 |
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PbEU L 158 en L 229) | Stb. 2006, 215 | 29-4-2006 |
Wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 | Stb. 2006, 225 | 15-5-2006 |
Wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap | Stb. 2006, 250 | deels 1-10-2006;deels 1-1-2007 |
Goedkeuring van het te Enschede totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de grensoverschrijdende politiële samenwerking en de samenwerking in strafrechtelijke aangelegenheden (Trb. 2005, 86 en 241) | Stb. 2006, 255 | 7-6-2006 |
Wijziging van artikel 274 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (teneinde doorstroming in voor studenten bestemde woonruimte te bevorderen) | Stb. 2006, 270 | 15-7-2006 |
Besluit videoconferentie | Stb. 2006, 275 | 21-6-2006 |
Wet op de bijzondere opsporingsdiensten | Stb. 2006, 285 | |
Implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PbEU L 335) | Stb. 2006, 292 | 1-7-2006 |
Goedkeuring van het te Boedapest totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (Trb. 2002, 18) | Stb. 2006, 299 | 14-7-2006 |
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie (computercriminaliteit II) | Stb. 2006, 300 | deels 1-9-2006;deels 1–9-2007 |
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (verlenging verjaring inzake overtredingen na stuiting) | Stb. 2006, 310 | 7-7-2006 |
Wijziging van de Wet op de orgaandonatie (evaluatie) | Stb. 2006, 311 | 1-10-2006 |
Aanvulling van de opsomming van de gewelds- en zedenmisdrijven waarop de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van toepassing is | Stb. 2006, 312 | 1-8-2006 |
Wet Speciaal Hof voor Sierra Leone | Stb. 2006, 315 | 7-7-2006 |
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Koophandel, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestiging | Stb. 2006, 325 | 19-7-2006 |
Wijziging van het Besluit nationaliteitstoets zeeschepen en intrekking van het besluit van den 13den April 1927, tot uitvoering van artikel 13 der Zeebrievenwet 1926, houdende vaststelling van voorschriften ter verkrijging van tijdelijke vergunningen tot het voeren van de Nederlandsche vlag (Stb. 84) in verband met het Europese recht op vrije vestiging | Stb. 2006, 326 | 19-7-2006 |
Wet OM-afdoening | Stb. 2006, 330 | |
Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen | Stb. 2006, 355 | deels 1-10-2006;deels 1-11-2006 |
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg alsmede wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering | Stb. 2006, 356 | deels 2-8-2006 en terugwerkend |
Wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, met het oog op verdere verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeel | Stb. 2006, 372 | 23-8-2006 en terugwerkend |
Wijziging van de Wet werk en bijstand, van de Wet studiefinanciering 2000, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de totstandkoming van richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, alsmede goedkeuring van een daarmee samenhangend voorbehoud bij het Europees verdrag inzake sociale en medische bijstand | Stb. 2006, 373 | 11-10-2006 |
Wijziging van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 | Stb. 2006, 398 | 8-9-2006 |
Besluit vrijstelling voor fietsen met trapondersteuning van aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen | Stb. 2006, 400 | 1-10-2006 |
Besluit externe klachtencommissie Raad voor de Kinderbescherming | Stb. 2006, 402 | 20-9-2006 |
Wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van alternatieve munitie | Stb. 2006, 407 | 20-9-2006 |
Wijziging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming | Stb. 2006, 420 | 1-10-2006 |
Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschap | Stb. 2006, 425 | 13-10-2006 |
Wijziging van het Besluit verstrekking gegevens telecommunicatie en het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie | Stb. 2006, 426 | 22-9-2006 en terugwerkend |
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 tot implementatie van de richtlijn 2004/114/EG van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk (PbEU L 375) | Stb. 2006, 458 | 11-10-2006 |
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en enkele andere onderwerpen (afgeschermde getuigen) | Stb. 2006, 460 | 1-11-2006 |
Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG | Stb. 2006, 469 | 18-10-2006 |
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) | Stb. 2006, 470 | |
Verhoging van de grensbedragen, genoemd in de artikelen 396 lid 1 en 397 lid 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 (PbEU L 224) | Stb. 2006, 474 | 25-10-2006 |
Besluit technische hulpmiddelen strafvordering | Stb. 2006, 524 | 1-1-2007 |
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter bevordering van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen bij de besluitvorming van rechtspersonen | Stb. 2006, 525 | 1-1-2007 |
Wijziging van het Besluit tot vaststelling van de maximale termijn gedurende welke subsidie aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen wordt gegeven voor de inning van onderhoudsbijdragen voor kinderen | Stb. 2006, 544 | 15-11-2006 |
Wijziging van het Besluit kostenopslag inning kinderalimentaties in verband met aanpassing van enkele bedragen | Stb. 2006, 545 | 15-11-2006 |
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met onder meer de toepasselijkheid van de Wet verbetering poortwachter, de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren | Stb. 2006, 548 | 15-11-2006 en terugwerkend |
Vaststelling en invoering titel 8.18 (overeenkomst van goederenvervoer over spoorwegen) van het Burgerlijk Wetboek | Stb. 2006, 550 | 1-12-2006 |
Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiliging van personen, objecten en diensten | Stb. 2006, 560 | 22-11-2006 |
Wet toezicht financiële verslaggeving | Stb. 2006, 569 | 31-12-2006 |
Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en beveiliging | Stb. 2006, 574 | 1-1-2007 |
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven | Stb. 2006, 580 | 1-2-2007 |
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16) | Stb. 2006, 584 | 1-12-2006 |
Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16 en 2006, L 169) | Stb. 2006, 585 | 1-12-2006 |
Wijziging van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in verband met de wederzijdse erkenning van beroepseisen gesteld aan het verrichten of aanbieden van beveiligings- of recherchewerkzaamheden door het in stand houden van een beveiligingsorganisatie of recherchebureau | Stb. 2006, 588 | 1-12-2006 |
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter, alsmede van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering | Stb. 2006, 589 | |
Goedkeuring van het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties, alsmede invoering van enige regels met betrekking tot in een terrorismelijst vermelde organisaties waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde | Stb. 2006, 600 | 1-2-2007 |
Wijziging van het Besluit videoconferentie | Stb. 2006, 610 | 1-1-2007 |
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele verwante wetten op een aantal punten van uiteenlopende aard | Stb. 2006, 616 | deels 1-10-2006;deels 8-12-2006 |
Wet inburgering | Stb. 2006, 625 | 1-1-2007 |
Besluit inburgering | Stb. 2006, 645 | 1-1-2007 |
Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (zelfbinding) | Stb. 2006, 680 | |
Wijziging van het koninklijk besluit van 18-1-1971, Stb. 27 (vaststelling wettelijke rente) | Stb. 2006, 700 | 1-1-2007 |
Wijziging van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg | Stb. 2006, 721 | 29-12-2006 |
Besluit electronische aangifte | Stb. 2006, 727 | 1-1-2007 |
Besluit opsporing terroristische misdrijven | Stb. 2006, 730 | 1-2-2007 |
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Derde evaluatie AWB (5 deelprojecten) | 11.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie «Wet openstelling huwelijk» en van het geregistreerd partnerschap | 11.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 32 |
Evaluatie Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) – 1e fase | 11.1 | 2006 | 2007 | www.wodc.nl |
Researchsynthese van wetsevaluaties | 11.1 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Derde evaluatie AWB (5 deelprojecten) | 11.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie derdenrekening | 11.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Garantstelling curatoren/update effectevaluatie | 11.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 36 |
12 Rechtspleging en rechtsbijstand
Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
Rechtspleging en rechtsbijstand 22,1%
Een slagvaardige, toegankelijke en doelmatige rechtspleging, waaronder begrepen de buitengerechtelijke alternatieven van geschilbeslechting.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
In 2006 is het beleid enerzijds gericht geweest op het behoud en bevordering van een slagvaardige en toegankelijke rechtspraak. Hiertoe kan genoemd worden dat de rechterlijke processen (verder) zijn gestroomlijnd onder meer door het aangenomen wetsvoorstel stroomlijnen hoger beroep in strafzaken (TK 30 320, nr. 1–16, nr. A–E). Daarnaast is het eindrapport van de in 2006 uitgevoerde evaluatie van de modernisering van de rechterlijke organisatie, uitgevoerd door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Deetman, aangeboden aan de Tweede Kamer (TK 29 279, nr. 42). De conclusie van de commissie is dat de Nederlandse rechtspraak na de majeure stelselwijziging van 2002 grotendeels weer bij de tijd is.
Anderzijds is het beleid gericht geweest op het waarborgen van een effectieve toegang tot het rechtsbestel. Hiertoe kunnen de resultaten genoemd worden die geboekt zijn op het terrein van de stelselwijziging Rechtsbijstand door middel van de verfijning van de eerstelijns rechtshulpvoorziening (Juridische Loketten).
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 1 204 919 | 1 216 690 | 1 242 906 | 541 460 | 1 220 468 | – 679 008 |
Programma-uitgaven | 1 083 634 | 1 173 763 | 1 245 699 | 1 290 788 | 1 220 468 | 70 320 |
12.1 Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging | 706 475 | 769 793 | 823 652 | 863 468 | 811 142 | 52 326 |
12.1.1 Raad voor de rechtspraak – gerechten | 673 962 | 734 557 | 785 396 | 815 555 | 766 742 | 48 813 |
12.1.2 Hoge Raad | 19 262 | 19 939 | 21 793 | 25 396 | 24 871 | 525 |
12.1.3 Overige diensten | 13 251 | 15 297 | 16 463 | 22 517 | 19 529 | 2 988 |
12.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel | 377 159 | 403 970 | 422 047 | 427 320 | 409 326 | 17 994 |
12.2.1 Raden voor rechtsbijstand | 360 383 | 377 296 | 370 052 | 397 372 | 376 498 | 20 874 |
12.2.2 Overig | 16 776 | 26 674 | 51 995 | 29 948 | 32 828 | – 2 880 |
Ontvangsten | 142 756 | 169 030 | 250 859 | 180 292 | 178 606 | 1 686 |
Waarvan Griffie-ontvangsten | 130 372 | 155 718 | 168 058 | 163 487 | 170 237 | – 6 750 |
Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de verplichtingen. De verplichtingen worden namelijk vastgelegd op het moment dat de toekenningsbrief is verzonden. In 2005 zijn, conform de toen geldende afspraken, de verplichtingen met een kaseffect 2006 vastgelegd. Met ingang van 2006 worden de verplichtingen conform deze vorenstaande gedragslijn vastgelegd. Dit betekent dat in 2006 een daling in de stand van de verplichtingen is opgetreden.
Operationele doelstelling 12.1
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– op de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) hebben gedurende het jaar diverse budgetbijstellingen plaatsgevonden. Deze zijn bij 1e en 2e suppletore wet 2006 toegelicht en terug te voeren op hogere productieafspraken, bijdrage in de egalisatierekening en technische bijstellingen zoals loon- en prijsbijstelling;
– technische bijstellingen bij de Hoge Raad en de overige diensten;
– een onderuitputting van € 0,6 miljoen op het budget voor de Commissie Gelijke Behandeling (CGB);
– een onderuitputting van € 1,8 miljoen op de centrale budgetten ten behoeve van de rechtspleging met name als gevolg van vertragingen in betalingen en projecten.
Operationele doelstelling 12.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– de budgettaire aanpassingen bij de 1e en 2e suppletore wet 2006;
– een overschrijding op het reguliere budget voor rechtsbijstand (€ 0,3 miljoen). Deze overschrijding wordt veroorzaakt door een geringe toename van de kosten van deurwaarders die voor de gerechten exploten uitbrengen.
De gerealiseerde ontvangsten bestaan uit drie delen, te weten:
– Griffierechtenontvangsten
De griffierechtenontvangsten zijn in 2006 € 6,7 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2006 relatief meer lichte zaken zijn afgedaan dan voorgaande jaren. Aangezien de griffierechtenontvangsten ten dele zijn gerelateerd aan de omvang van de zaak vallen daarmee ook de ontvangsten lager uit. Er wordt nog onderzocht in hoeverre dit een structureel karakter heeft.
– Verbeurd verklaarde goederen en gelden
De ontvangsten inzake verbeurd verklaarde gelden zijn in 2006 € 1,5 miljoen hoger dan begroot en vertonen al jaren een ongelijkmatig patroon. Het betreft hier een totaal van incidentele posten, waarover de rechter of de Officier van Justitie beslist tot verbeurd verklaring. Op basis van een gemiddelde over vele jaren wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten ontvangsten. Afwijkingen in de uitkomst zijn dus steeds mogelijk.
– Overige ontvangsten
Dit betreft met name een OM-ontvangst van € 1,8 miljoen ten behoeve van de Justitiële Informatiedienst (JustID).
De stichting Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVCN) is in 2006 in liquidatie gegaan. Als gevolg hiervan is een bedrag van € 4,8 miljoen ten gunste van Justitie vrijgevallen.
Operationele doelstelling 12.1
Het scheppen van voorwaarden voor en het instandhouden van een stelsel voor slagvaardige, toegankelijke en doelmatige rechtspleging.
Behoud en bevordering van een slagvaardige en toegankelijke rechtspraak
Het beleid gericht op een slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging zoals uiteengezet in de brief van 9 juli 2004 (TK 29 279, nr. 10) en de brief van 21 april 2006 (TK 29 279, nr. 35) heeft tot de volgende resultaten geleid. Rechterlijke processen zijn gestroomlijnd. De diverse wettelijke maatregelen op dit terrein hebben beoogde effecten als werklastvermindering, terugdringing van raadkamerzittingen, minder aanhoudingen en een verhoogde effectiviteit van regiezittingen. Door de Tweede Kamer is aangenomen het wetsvoorstel stroomlijnen hoger beroep in strafzaken (TK 30 320, nr. 1–16, nr. A-E). Naar verwachting zal na de inwerkingtreding een gerichter zaaksbehandeling tot hogere kwaliteit van het hoger beroep leiden.
De modernisering van de rechterlijke organisatie is in 2006 geëvalueerd door een onafhankelijke commissie onder voorzitterschap van de heer Deetman. Op 11 december jl. heeft de commissie haar eindrapport «Rechtspraak is kwaliteit» aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 29 279, nr. 42). De commissie Deetman concludeert dat de Nederlandse rechtspraak na de majeure stelselwijziging van 2002 grotendeels weer bij de tijd is. Alle beoogde wetdoelstellingen zijn bereikt: er is meer eenheid; de bestuurskracht is vergroot; er is meer transparantie; en wordt er sneller gewerkt. Hierdoor nam de tevredenheid van burgers en professionele gebruikers over de rechtspraak toe. Bovendien is sinds 2002 de productiviteit gestegen waarmee een reeds decennia dalende trend is gekeerd. De gerechtelijke samenwerking is toegenomen mede door de voorwaardelijke mogelijkheid die gerechten hebben om zaken aan elkaar te kunnen overdragen. Megazaken worden via een landelijk verdeelcentrum toegewezen, waardoor een optimale roosterplanning bij de gerechten plaatsvindt.
Op het gebied van de nevenlocaties is bij de Tweede Kamer een wijzigingsbesluit voorgehangen (TK 29 279, nr. 49), dat de opheffing beoogt van enkele nevenzittingsplaatsen die voor de toegankelijkheid van de rechtspraak geen toegevoegde waarde leveren, maar slechts vermijdbare kosten en vertragingen in de procesgang veroorzaken.
Het gebruik van moderne technologie neemt toe mede door maatregelen, zoals de wettelijke regeling die het horen per videoconferentie heeft mogelijk gemaakt.
Eind 2006 is aan de Tweede Kamer het wetsvoorstel afschaffen procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer (TK 30 815, nr. 1–3) aangeboden. Er zijn voorstellen gedaan tot vereenvoudiging en harmonisatie van griffierechten in civiele en bestuursrechtelijke zaken. In voorbereiding zijn maatregelen die moeten leiden tot laagdrempelige en eenvoudige eerstelijnsvoorzieningen, zoals een small claim procedure en geldvordering on-line. Op het terrein van de buitengerechtelijke geschiloplossing zijn bij de dertig Juridische Loketten, de rechtbanken, en de hoven de doorverwijzingsvoorzieningen naar mediation gerealiseerd.
Op het terrein van de arbeidsvoorwaarden is overeenstemming bereikt over een nieuw en op modernere leest geschoeid loon- en functiegebouw voor de Rechterlijke Macht, mede met het oog op het versterken van de arbeidsmarktpositie van de Rechterlijke Macht. Eveneens is overeenstemming bereikt over de toekomstige rol van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR); niet alleen in haar rol als vakbond, maar ook in die van beroepsvereniging.
In 2006 heeft het ministerie van Justitie met de Raad voor de rechtspraak gesproken over het vastleggen van de begrotingsprocedure in een formeel protocol. Daarbij is tot de conclusie gekomen dat het overeenkomen van een apart begrotingsprotocol niet nodig is.
Productie Raad voor de rechtspraak | 2004 | Realisatie 2005 | 2006 | Begroting 2006 | Verschil |
Totaal productie | 1 708 957 | 1 741 600 | 1 751 421 | 1 648 266 | 103 155 |
De rechtspraak heeft ten opzichte van de productieafspraak 2006 6% meer zaken afgehandeld. Het betreffen vooral kantonzaken, die aan deze productietoename hebben bijgedragen (104 000 zaken).
De gerealiseerde productie vertaalt in kosten (x de prijzen per soort zaak) was in omvang vrijwel gelijk aan de gemaakte budgettaire afspraken. De Rechtspraak heeft voor een bedrag van € 9 miljoen minder geproduceerd dan was afgesproken. Deze minderproductie wordt tegen 70% van de prijs per zaak afgerekend. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de egalisatierekening.
De gerechten hebben over de hele linie in 2006 veel aandacht besteed aan de tijdige behandeling van zaken. Behalve bij de afhandeling van faillissementen is sprake van een afname van de doorlooptijden. Voor een meer gedifferentieerd beeld hiervan en over de aantallen afgehandelde zaken per categorie wordt verwezen naar hoofdstuk 9 Raad voor de rechtspraak. Daarnaast zal in het jaarverslag 2006 van de Raad meer in detail worden ingegaan op de ontwikkelingen en zal tevens uitgebreider over de doorlooptijden worden gerapporteerd.
Gerealiseerde instroom en productie Hoge Raad | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Straf | ||||||
instroom | 3 028 | 3 665 | 3 670 | 3 599 | 3 600 | – 1 |
uitstroom | 3 199 | 3 110 | 3 668 | 3 370 | 3 550 | – 180 |
Civiel | ||||||
instroom | 471 | 500 | 513 | 542 | 555 | – 13 |
uitstroom | 539 | 510 | 494 | 504 | 540 | – 36 |
Belasting | ||||||
instroom | 1 500 | 1 133 | 1 498 | 922 | 1 000 | – 78 |
uitstroom | 1 254 | 1 220 | 1 212 | 1 115 | 1 100 | 15 |
Totaal | ||||||
instroom | 4 999 | 5 298 | 5 681 | 5 063 | 5 155 | – 92 |
uitstroom | 4 992 | 4 840 | 5 374 | 4 989 | 5 190 | – 201 |
De uitstroom in strafzaken is 180 zaken minder dan begroot voor 2006. Met name de toenemende complexiteit van zaken en personeelswisselingen bij de Hoge Raad en het parket bij de Hoge Raad hebben geleid tot dit resultaat.
Bij de civiele sector is sprake van een geringe afwijking ten opzichte van de begroting. De instroom van civiele zaken stijgt wel met 6% ten opzichte van 2005, hetgeen licht afwijkend is gezien het beeld van de afgelopen jaren. Dit is een doorwerking van de toename van civiele zaken bij de gerechten en gerechtshoven de afgelopen jaren.
Verder zet de afname van de instroom van belastingzaken door met 78 zaken minder dan begroot voor 2006. De invoering van belastingrechtspraak in twee instanties verklaart dit effect bij de Hoge Raad.
Als onderdeel van het programma informatievoorziening strafrechtketen (PROGIS) is in 2006 de Justitiële Informatiedienst (JustID) gevormd. In de JustID zijn de taken samengevoegd voor de informatiesystemen Verwijs Index Persoonsgegevens en het Justitiële Documentatie Systeem. De nieuwe dienst functioneert binnen de strafrechtketen als hèt loket voor het verstrekken van actuele en historische gegevens over personen en zaken naar daartoe gerechtigden in en buiten de keten. Met de nieuw gevormde dienst houden het bureau Verwijs Index Personen (VIP) (bij het CJIB) en de Centrale Justitiële Documentatiedienst (CJD) op te bestaan (zie bij operationele doelstelling 13.3 onder programma informatievoorziening strafrechtketen).
Operationele doelstelling 12.2
Het waarborgen van een effectieve toegang tot het rechtsbestel zodat burgers en bedrijven hun in de rechtsorde neergelegde rechten in en buiten rechte geldend kunnen maken.
Verfijning eerstelijns rechtshulpvoorziening
In 2006 is een begin gemaakt met de optimalisering van de Juridische Loketten. Samen met de Raden voor rechtsbijstand en de Sociaal Raadslieden is een plan van aanpak opgesteld voor de ontwikkeling van de signaleringsfunctie van het loket. Bovendien heeft de verbetering van de landelijke website en de publiekscampagne van de loketten geleid tot een toename van het gebruik gedurende 2006. Ook zijn er maatregelen genomen om de uniformiteit van de dienstverlening te vergroten en is het gedetineerdenspreekuur van de Bureaus Rechtshulp overgenomen.
Gevolgen rapport Toegang tot Recht
Aan de Raden voor rechtsbijstand is gevraagd te onderzoeken hoe de intermediaire rechtshulpvoorzieningen de burger kunnen helpen bij het oplossen van juridische conflicten. Op basis hiervan wordt thans een website ontwikkeld met behulp waarvan de burger zelf een keuze kan maken voor oplossingmethode en in contact wordt gebracht met een dienstverlener. Ook werken de Raden thans aan een toekomstvisie over hun functie en hun decentrale besturingsstructuur.
Met de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de omvang van de aanspraak op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Het betreffen de verplichtingen die door de Raden voor rechtsbijstand zijn aangegaan.
Rechtsbijstand | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Apparaat | ||||||
Apparaatuitgaven Raden voor rechtsbijstand | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 40,2 | 40,8 | 41,0 | 41,7 | 41,0 | 0,7 |
Volume (afgegeven toevoegingen en gewogen productie stichtingen) | 371 383 | 371 972 | 381 269 | 391 277 | 370 695 | 20 582 |
Vaste kosten (incl. automatisering, projecten) (x € 1 000) | 9 599 | 8 830 | 7 504 | 6 987 | 7 503 | – 516 |
Programma | ||||||
Strafzaken (ambtshalve) | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 944 | 1 020 | 1 066 | 1 065 | 1 049 | 16 |
Volume (afgegeven toevoegingen) | 93 884 | 98 866 | 98 743 | 103 757 | 99 741 | 4 016 |
Strafzaken (reguliere) | ||||||
Eigen bijdrage (x € 1,00) | 44 | 58 | 73 | pm | 59 | – |
Prijs (excl. eigen bijdrage) (x € 1,00) | 608 | 639 | 671 | 666 | 652 | 14 |
Volume (afgegeven toevoegingen) | 35 964 | 37 800 | 40 405 | 48 783 | 44 000 | 4 783 |
Civiele zaken | ||||||
Eigen bijdrage (x € 1,00) | 108 | 159 | 161 | pm | 161 | – |
Prijs (excl. eigen bijdrage) (x € 1,00) | 647 | 668 | 704 | 701 | 687 | 14 |
Volume (afgegeven toevoegingen) | 183 948 | 187 539 | 196 823 | 217 351 | 189 639 | 27 712 |
Inverzekeringstellingen | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 219 | 236 | 247 | 249 | 247 | 2 |
Volume | 81 350 | 88 506 | 90 958 | 88 887 | 94 706 | – 5 819 |
Juridisch Loket1 | ||||||
vaste kosten | 23 575 | 22 272 | 1 303 | |||
volume (aantal afgehandelde zaken) | 575 314 | 639 000 | – 63 686 | |||
Lichte adviestoevoeging2 | ||||||
prijs | 239 | 239 | 0 | |||
volume (aantal afgegeven toevoegingen) | 17 588 | 12000 | 5 588 | |||
Asiel | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 3 273 | 4 080 | 3 018 | 2 668 | 2 678 | – 10 |
Volume (instroom asielzoekers) | 11 580 | 7 813 | 8 520 | 9 261 | 10 000 | – 739 |
1 In verband met de stelselwijziging zijn prestatiegegevens van het Juridisch Loket onvergelijkbaar met realisatiegegevens voorgaande jaren. De kosten die onder het Juridisch Loket zijn verantwoord bevatten tevens de incidentele kosten van de stelselherziening voor zover deze betrekking hebben op het Juridisch Loket. De stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).
2 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).
De afwijkingen tussen prijzen kunnen grotendeels worden verklaard door de arbeidsvoorwaardenontwikkeling en de hieruit voortvloeiende indexering van het uurtarief. Deze is van invloed op alle prijzen.
Ten aanzien van het volume is een toename zichtbaar bij zowel de ambtshalve- en reguliere straftoevoegingen als de civiele toevoegingen.
De volumestijging bij de ambtshalve toevoegingen kan volledig worden verklaard door de stijging van het aantal toevoegingen op het terrein van vreemdelingenbewaring. De volumestijging bij reguliere straftoevoegingen is met name zichtbaar bij zaken die door de enkelvoudige kamer worden behandeld. Mogelijk heeft door de uitbreiding van de bevoegdheid van de enkelvoudige kamer een verschuiving plaatsgevonden van de ambtshalve- naar de reguliere straftoevoeging.
De volumestijging bij de civiele toevoegingen is met name zichtbaar op het terrein van sociale voorzieningen en persoon- en familierecht. Mogelijk hebben naast autonome ontwikkelingen ook VIValt en de stelselwijziging van de Wet op de rechtsbijstand invloed gehad op het aantal civiele toevoegingen. Verdere analyse zal plaatsvinden in het kader van de jaarlijkse Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand.
De jaren 2004 en 2005 hebben in het teken gestaan van de stelselwijziging rechtsbijstand. Vanwege deze stelselwijziging – die in 2006 is afgerond – zijn in voorgaande tabel de gegevens over de stichting rechtsbijstand vervangen door gegevens over het Juridisch Loket en de lichte adviestoevoegingen en zijn de gegevens met betrekking tot de advocatuur niet meer opgenomen in de begroting. De productie van het Juridisch Loket zit op ruim 90% van de oorspronkelijke raming en is nog steeds stijgend. Van de lichte adviestoevoeging wordt vaker gebruik gemaakt dan oorspronkelijk was ingeschat.
Juridische beroepsgroepen en tolken
In 2006 is naar aanleiding van het evaluatierapport van de Wet op het notarisambt (Commissie Hammerstein) een kabinetsstandpunt geformuleerd. In dit standpunt worden op hoofdlijnen de conclusies van de commissie ten aanzien van het functioneren van het notariaat onderschreven (TK 23 706, nr. 64). Ten aanzien van de advocatuur is een advies van de commissie Van Wijmen op de Advocatenwet met een beleidsreactie door de Minister van Justitie gezonden aan de Tweede Kamer (TK 30 800 VI, nr. 13).
De Wet gerechtstolken en beëdigde vertalers is nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Per 1 januari 2006 is door middel van een Europese aanbesteding Manpower Business Solutions gecontracteerd voor de bemiddeling van tolk- en vertaaldiensten (de bemiddelingsfunctie van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVCN)). De Stichting TVCN is per 1 januari 2006 in liquidatie gegaan.
Juridische beroepsgroepen en tolken | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal notariskantoren | pm | 768 | 768 | pm | 768 | pm |
Aantal notarissen | 1 435 | 1 440 | 1 440 | 1 471 | 1 440 | 31 |
Aantal deurwaarders1 | nb | nb | 377 | 417 | 377 | 40 |
Aantal advocaten1 | nb | nb | 13 765 | 14 275 | 13 765 | 510 |
Tolken en Vertalers | nb | nb | pm | pm | pm | pm |
1 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).
De cijfers met betrekking tot het aantal notariskantoren in bovenstaande tabel komen uit de monitor notariaat. Over 2006 zijn hierover echter geen cijfers beschikbaar. Een andere goede indicator voor de spreidingsgraad van de notariële dienstverlening is het aantal vestigingen van notariskantoren, hetgeen iets anders is dan het aantal notariskantoren. In 2006 was het aantal vestigingen van notariskantoren stabiel (937 vestigingen ultimo 2006 ten opzichte van 918 vestigingen ultimo 2005). Het aantal notarissen, gerechtsdeurwaarders en advocaten is in 2006 licht gestegen ten opzichte van 2005.
Buitengerechtelijke geschilbeslechting
Bij alle 30 Juridische Loketten is de doorverwijzing naar mediation ingebed in de reguliere werkzaamheden. Bij 20 rechtbanken en 2 gerechtshoven is mediation eveneens ingebed in de reguliere organisatie. Bij de overige gerechten en hoven vindt de inbedding volgens de planning in het eerste kwartaal 2007 plaats. Een tweetal commissies bestaande uit vertegenwoordigers van belangenbehartigers, de doorverwijzingsvoorzieningen en het ministerie van Justitie hebben in 2006 knelpunten met betrekking tot de implementatie en het gebruik van mediation geïnventariseerd. Tezamen met de uitkomsten van het in 2006 gereedgekomen monitorsysteem leveren deze inventarisaties de input voor een tussenrapportage over de voortgang van de inbedding van mediation die medio 2007 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
In 2006 zijn met de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC) nieuwe afspraken gemaakt over de wijze van subsidiëring in de komende jaren. Uitgangspunt van de nieuwe afspraken vormt de eigen verantwoordelijkheid van burgers en instellingen voor de oplossing van het geschil. Uit dit uitgangspunt vloeit voort dat de kosten voor de afhandeling van het geschil gezamenlijk door partijen worden gedragen. De subsidie van Justitie blijft de komende jaren beperkt tot een vaste bijdrage (€ 0,6 miljoen) aan de koepelorganisatie teneinde de bij de koepelorganisatie aangesloten commissies in staat te stellen de consument een eenvoudige, snelle en relatief goedkope oplossing te bieden. Naast deze vaste bijdrage draagt Justitie bij in de incidentele kosten die de SGC maakt om de organisatie verder te professionaliseren en de uitbreiding van het aantal aangesloten commissies te bewerkstelligen. Initiatieven op deze terreinen hebben in 2006 geresulteerd in een verdere verkorting van de gemiddelde behandelingsduur naar 4,5 maanden (een afname van 0,9 maanden in vergelijking met 2005) en een uitbreiding van het aantal commissies van 32 naar 37 (een aantal commissies volgt het eerste kwartaal 2007).
In nauwe samenspraak met slachtofferorganisaties, (vertegenwoordigers van) belangenbehartigers, verzekeraars en overige meer neutrale instanties zijn procedurele normen ontwikkeld die ervoor moeten gaan zorgen dat de buitengerechtelijke afwikkeling van personenschadeclaims kwalitatief beter, sneller, slachtoffervriendelijker en goedkoper zal verlopen. Deze normen zijn vastgelegd in een gedragscode behandeling letselschade. Met het Nationaal Platform Personenschade (NPP) zijn eerste gesprekken gevoerd over de wijze waarop de naleving van de gedragscode bewaakt en bevorderd kan worden en op welke wijze financiering van een daartoe benodigde permanente organisatie kan worden vormgegeven. Deze gesprekken worden in 2007 afgerond.
De onderhandelingen inzake de conceptrichtlijn mediation in burgerlijke- en handelszaken zijn begin 2006 stilgelegd in afwachting van een standpunt van het Europees parlement (stemming voorzien in het voorjaar 2007). De onderhandelingen zullen naar verwachting in april 2007 worden voortgezet.
Mediation1 | Realisatie 2005 | 2006 | Begroting 2006 | Verschil |
Slagingspercentage mediations binnen het justitiële domein | 50% | 62% | 60% | 2% |
Verwijzing door de rechter2 | 720 | 2 151 | 1 500 | 651 |
Verwijzing door het Juridisch Loket2 | 166 | 1 433 | 1 200 | 233 |
Afgegeven mediation toevoegingen2 | 400 | 2 572 | 1 000 | 1 572 |
1 Voor de jaren 2003 en 2004 zijn geen realisatiegegevens opgenomen aangezien de verwijzingen door de rechter en het juridisch loket pas vanaf 1 april 2005 plaatsvinden.
2 Bron: Stand begroting 2006 betreft de raming 2006 uit de begroting 2007 (in de begroting 2006 waren nog geen cijfers voorhanden).
De stijging van zowel het slagingspercentage als het aantal verwijzingen wordt in meer of mindere mate bepaald door dezelfde factoren, namelijk:
– de implementatie van doorverwijzingen naar mediation bij de gerechten loopt nog (afronding medio 2007);
– de ervaring met het selecteren van zaken die geschikt zijn om middels mediation te worden opgelost neemt bij de doorverwijzingsvoorzieningen toe;
– de bekendheid bij rechtzoekenden met mediation neemt toe.
Verwacht wordt dat in 2008/2009, zonder beleidsaanpassingen, een zeker stabiel vraagniveau naar mediation is bereikt. Naast het aantal daadwerkelijke verwijzingen naar een mediator vanuit het Juridisch Loket is ook noemenswaardig dat er veel zaken alsnog zelf door partijen zijn opgelost, doordat de doorverwijzer van het Juridisch Loket partijen door middel van vraagverheldering bij elkaar heeft kunnen brengen.
Op 31 oktober is wetsvoorstel 29 942 tot herziening van de schuldsaneringsregeling door de Tweede Kamer aanvaard en aanhangig gemaakt bij de Eerste Kamer (TK/EK 29 942, nr. A). Dit wetsvoorstel beoogt, naast een vereenvoudiging van de wet, een betere selectie te bewerkstelligen op goede trouw van de schuldenaar bij de aanvraag van de schuldsanering en biedt de rechter een mogelijkheid om een onredelijk weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met een minnelijke schuldenregeling.
Ter uitvoering van het Plan van Aanpak schuldhulpverlening is de samenwerking geïntensiveerd met de overige verantwoordelijke ministeries (ministeries van Financiën, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) teneinde de groeiende schuldenproblematiek beter het hoofd te kunnen bieden. In een tweetal bestuurlijke conferenties in juni en december 2006 zijn de externe contacten verstevigd en is een aantal concrete actiepunten geformuleerd. Belangrijkste onderdeel is de versterking van het minnelijke schuldhulptraject, onder andere via een subsidieregeling (augustus 2006). Tevens is bij de schuldhulpverlening een certificeringstraject ingezet (december 2006).
De beroepsgroep van bewindvoerders in de schuldsanering is in 2006 grotendeels aan een eerste audit onderworpen door de Raad voor rechtsbijstand te Den Bosch. Verder zijn de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en een bewindvoerderslegitimatie vast onderdeel geworden van het bewindvoerderschap. Tenslotte is een voorstel gedaan voor herijking van het vergoedingenstelsel.
Met de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de omvang van de aanspraak op de wettelijke schuldhulpverlening. Het betreffen de verplichtingen die door de Raad voor rechtsbijstand Den Bosch, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wettelijke schuldsanering, zijn aangegaan.
Schuldsanering | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Uitvoeringslasten Raad voor rechtsbijstand | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 38 | 27 | 27 | 27 | 27 | 0 |
Volume (Wsnp-zaken) | 9 010 | 11 878 | 12 212 | 12 259 | 11 878 | 381 |
Programmauitgaven Raad voor rechtsbijstand | ||||||
schuldsaneringszaken | ||||||
Prijs (x € 1,00) | 1 273 | 1 297 | 1 291 | 1 305 | 1 306 | – 1 |
Volume (Wsnp-zaken) | 9 010 | 11 878 | 12 212 | 12 259 | 11 878 | 381 |
Bewindsvoerders | ||||||
Aantal bewindvoerders | 1 320 | 1 368 | 1 324 | 1 180 | 1 370 | – 190 |
Het aantal schuldsaneringzaken is ook in 2006 stabiel gebleven.
De lichte daling van de gemiddelde (zaaks)prijs ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat het aandeel van relatief goedkopere particuliere Wsnp-zaken iets groter is dan bij de begroting was geraamd. Hierdoor is de (gewogen) gemiddelde prijs van alle Wsnp-zaken iets lager is dan begroot, ondanks de indexering van de tarieven.
Het aantal bewindvoerders is gedaald. De daling zit vooral bij bewindvoerders die tevens advocaat zijn. Het aantal bewindvoerders dat geen advocaat is, is iets toegenomen. Aangezien niet-advocaten veelal full time bewindvoerder zijn en advocaten niet, is de totale bewindvoerderscapaciteit iets toegenomen.
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Rechtsvergelijking functioneren hoger beroep | 12.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie effecten modernisering rechterlijke macht (wetsevaluatie) | 12.1 | 2004 | 2006 | www.wodc.nl |
Dieptestudie Gerechtsbesturen, integraal management en MD-beleid | 12.1 | 2006 | 2006 | www.wodc.nl |
Periodieke informatievoorziening rechtspraak en buitengerechtelijk geschilbeslechting | 12.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Verkennend onderzoek filterfunctie geschilprocedures | 12.1 | 2004 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie marktwerking tolk- en vertaaldiensten | 12.2 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Trendrapportage gerechtsdeurwaarders | 12.2 | 2005 | 2007 | Handelingen 2000–2001, nr. 17, EK, p. 776–780. TK 29 200 VI, nr. 2 |
13 RECHTSHANDHAVING EN CRIMINALITEITSBESTRIJDING
Totale realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
Rechtspleging en rechtsbijstand 37,1%
Een goed functionerende rechtshandhavingketen, waaronder begrepen het voorkomen en bestrijden van criminaliteit.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Het Veiligheidsprogramma «Naar een veiliger samenleving» heeft tot doel in de periode 2008–2010 een vermindering van criminaliteit en overlast met 20 tot 25% te realiseren ten opzichte van 2002. Het «gat in de handhaving» is teruggebracht door investeringen in de politie, het Openbaar Ministerie (OM), de rechtspraak en de sanctiecapaciteit. Daarnaast is de sociale veiligheid vergroot door bijvoorbeeld een gerichte aanpak van veelplegers en risicojeugd. Het programma is halverwege en blijkt succesvol.
In de periode 2002–2005 zijn goede resultaten geboekt. Het aantal door burgers ondervonden vermogensdelicten is in genoemde periode afgenomen met 9,3%. Het aantal door burgers ondervonden geweldsdelicten is gedaald met 10,8%. Van de algehele doelstelling van het Veiligheidsprogramma is daarmee een daling van zo’n 10% gerealiseerd. Voor de periode tot en met 2008–2010 moet nog een verdere daling van zo’n 10 tot 15% worden gerealiseerd.
Op basis van cijfers van de nieuwe Veiligheidsmonitor Rijk blijkt dat de dalende trend zich ook in de periode 2005–2006 voortzet. Voorjaar 2007 zal moeten blijken of deze trendmatige ontwikkeling continueert1.
Met de ontwikkeling van de gevoelens van onveiligheid gaat het eveneens de goede kant op. Het percentage burgers dat zich wel eens onveilig voelt, is in de periode 2002–2005 gedaald van 30,8% naar 24%. Dit is een substantiële verbetering, zoals werd beoogd. Uit de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2006 (TK 28 684, nr. 111) blijkt dat vergeleken met 2004 de criminaliteit is gedaald in alle onderzochte sectoren, te weten de bouwnijverheid, de detailhandel (bijvoorbeeld diefstal: – 20%), de horeca, de transportsector en de zakelijke dienstverlening. Hetzelfde geldt voor de totale schade. Deze bedroeg in 2006 naar schatting € 569 miljoen, een afname van 17%.
In mei 2006 heeft het vorige kabinet de vooruitblik op het Veiligheidsprogramma aan de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 85). Hierin gaf het vorige kabinet de hoofdlijnen aan waarlangs het veiligheidsbeleid de komende jaren vormgegeven zou kunnen worden: naast blijvende aandacht voor het strafrechtelijk optreden, zou meer nadruk gelegd moeten worden op preventie van criminaliteit en overlast, en ingezet moeten worden op een intensieve aanpak van cybercrime, financieel-economische criminaliteit en de georganiseerde misdaad, en op het beter benutten van technologische ontwikkelingen.
Verdere professionalisering rechtshandhaving
Eind 2000 stelde de Minister van Justitie voor een periode van vijf jaar de stuurgroep Handhaven op Niveau (HoN) in. De stuurgroep kreeg tot taak om nieuwe initiatieven te nemen en bestaande te ondersteunen ter verbetering van de samenwerking bij en professionalisering van de handhaving van ordeningswetgeving. De stuurgroep introduceerde een tweetal programmalijnen, te weten de «best practices» en «programmatisch handhaven».
Met name programmatisch handhaven heeft in de jaren 2001–2006 een positief effect gehad op de consistentie en transparantie van het decentrale handhavingsbeleid, aldus onderzoekers van de Universiteit Twente1. Kritischer zijn de onderzoekers over de resultaten van de programmalijn «best practices». De «best practices», waarvan de ontwikkeling werd voltooid in 2006, zijn nog niet in voldoende mate verspreid, waarbij de onderzoekers tegelijkertijd de relativering plaatsten dat daarvoor ook weinig tijd beschikbaar was. Al met al is het oordeel van de onderzoekers over HoN positief. HoN kan worden beschouwd als een belangrijk onderdeel van de oorzakelijke factoren die hebben geleid tot de versterking van de aandacht voor handhaving resulterend in de implementatie van nieuwe praktijken (zie ook hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten onder «Verbetering handhaving decentrale overheden»).
Verdere verbetering van samenwerking in de keten met maatschappelijke partners, bedrijven en burgers
De versterking van de regie in de strafrechtketen is de gedachte achter de samenwerking tussen de justitieorganisaties en politie op arrondissementsniveau. De samenwerking heeft in het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) op regionaal niveau vorm gekregen. In de AJB’s heeft in 2005 al afstemming van werkprocessen plaatsgevonden. In 2006 heeft met name de afstemming van werkvoorraden en meer afstemming in de planning & control zich ontwikkelt. Er zijn binnen de AJB’s afspraken gemaakt over de adequate toedeling van budgettaire middelen. Daarnaast worden vanuit de AJB’s concrete projecten ontwikkeld, zoals de aanpak van (jeugdige) veelplegers, het opzetten van veiligheidshuizen en ketenunits.
De ontwikkeling van Justitie in de buurt (Jib) nieuwe stijl heeft zich stevig doorgezet. In 2006 zijn 14 subsidieverzoeken voor Veiligheidshuizen toegekend. Binnen deze projecten en in de al bestaande Veiligheidshuizen en Jib-kantoren worden persoonsgericht en/of gebiedsgericht criminaliteitsproblemen aangepakt door middel van een gerichte gedragsinterventie door de justitiële organisaties en een adequate koppeling aan nazorgtrajecten vanuit de betrokken gemeenten.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 1 868 920 | 1 950 600 | 2 075 534 | 2 127 707 | 2 080 616 | 47 091 |
Waarvan garanties | 3 417 | 3 163 | 114 | |||
Garanties Airmarshalls* | – | – | 0 | 0 | 2 000 000 | – |
Programma-uitgaven | 1 873 207 | 1 927 552 | 2 017 163 | 2 118 339 | 2 080 616 | 37 723 |
13.1 Preventieve maatregelen | 50 064 | 19 051 | 13 106 | 13 555 | 7 950 | 5 605 |
13.1.1 Dienst Justis | 10 481 | 10 149 | 2 765 | 898 | 228 | 670 |
13.1.2 Overig | 39 583 | 8 902 | 10 341 | 12 657 | 7 722 | 4 935 |
13.2 Opsporing en forensisch onderzoek | 123 083 | 64 829 | 58 653 | 71 166 | 60 912 | 10 254 |
13.2.1 NFI | 35 271 | 42 501 | 42 946 | 54 509 | 42 476 | 12 033 |
13.2.2 Overig | 87 812 | 22 328 | 15 707 | 16 657 | 18 436 | – 1 779 |
13.3 Handhaving en vervolging | 462 344 | 521 968 | 522 705 | 536 681 | 510 323 | 26 358 |
13.3.1 Rechtshandhaving | 3 942 | 4 715 | 6 715 | 16 529 | 15 988 | 541 |
13.3.2 Openbaar Ministerie | 458 402 | 517 253 | 515 990 | 520 152 | 494 335 | 25 817 |
13.4 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties | 1 216 296 | 1 297 155 | 1 384 149 | 1 442 548 | 1 447 648 | – 5 100 |
13.4.1 DJI-gevangeniswezen-regulier | 942 015 | 1 017 613 | 1 041 598 | 1 057 474 | 1 051 030 | 6 444 |
13.4.2 DJI-TBS | 68 994 | 71 051 | 103 421 | 130 894 | 131 022 | – 128 |
13.4.3 3 Reclasseringsorganisaties | 111 619 | 99 626 | 118 354 | 119 943 | 139 830 | – 19 887 |
13.4.4 SRN – taakstraffen | 26 450 | 36 549 | 33 812 | 40 121 | 40 735 | – 614 |
13.4.5 CJIB | 63 588 | 68 781 | 82 266 | 89 346 | 80 186 | 9 160 |
13.4.6 Overig | 3 630 | 3 535 | 4 698 | 4 770 | 4 845 | – 75 |
13.5 Slachtofferzorg | 21 420 | 24 549 | 25 995 | 25 835 | 29 273 | – 3 438 |
13.5.1 Slachtofferhulp Nederland (SHN) | 8 393 | 9 311 | 11 039 | 12 438 | 12 063 | 375 |
13.5.2 Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) | 13 027 | 15 238 | 14 956 | 13 397 | 17 210 | – 3 813 |
13.6 Terrorismebestrijding | 0 | 0 | 12 555 | 28 554 | 24 510 | 4 044 |
13.6.1 NCTb | 0 | 0 | 11 055 | 25 494 | 21 510 | 3 984 |
13.6.2 IND | 0 | 0 | 1 500 | 3 060 | 3 000 | 60 |
Ontvangsten | 652 766 | 664 397 | 673 144 | 727 730 | 709 147 | 18 583 |
Waarvan Boeten & Transacties | 571 634 | 610 539 | 639 807 | 679 906 | 691 960 | – 12 054 |
Waarvan Pluk ze | 10 134 | 12 629 | 11 453 | 17 541 | 12 089 | 5 452 |
* Dit betreft het maximale bedrag per incident, dat gebruikelijk in US dollars wordt berekend.
In 2004, bij het inrichten van de operationele inzet van airmarshalls, speelde de kwestie van de aansprakelijkheid voor schade voortvloeiende uit de inzet van airmarshalls. De aansprakelijkheid is in 2005 in een protocol geregeld en er zijn géén extra risico’s aanwezig. De garantie voor aansprakelijkheid is hiermee komen te vervallen. Voor de Staat is slechts het onrechtmatig handelen van de airmarshall een risico. Dit risico is gekwantificeerd op € 2,0 miljard US dollars.
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– in 2006 zijn meerjarige verplichtingen vastgelegd die in de komende jaren tot realisatie zullen leiden;
– het achterblijven van de omvang van de door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade.
Naast bovengenoemde punten wordt verwezen naar de toelichting zoals opgenomen bij de uitgaven.
Operationele doelstelling 13.1
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:
– een bijdrage van € 0,6 miljoen die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) beschikbaar heeft gesteld voor bekostiging van het werkproces Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur (BIBOB);
– een overheveling van het budget Kansspelbeleid (€ 3,2 miljoen) van artikel 91 naar dit artikel;
– een bijdrage van BZK (€ 2,3 miljoen) ten behoeve van de financiering van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Operationele doelstelling 13.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:
– in het kader van het programma versterking opsporing en vervolging (VOV) is aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in de loop van 2006 in totaal € 9,6 miljoen toegekend. Hiermee worden veranderingen mogelijk gemaakt op het vlak van forensisch onderzoek gericht op een kwalitatieve verbetering van het functioneren van de strafrechtketen. De veranderingen betreffen met name uitbreiding van de DNA-onderzoekscapaciteit, intensivering van de samenwerking tussen politie, NFI en OM, de communicatie tussen politie, NFI en OM en de introductie van een geautomatiseerd registratiesysteem voor stukken van overtuiging;
– aan de in het kader van VOV toegekende projectmiddelen voor uitbreiding van de DNA-onderzoekscapaciteit is separaat € 0,5 miljoen toegevoegd aan het budgettair kader van het NFI ter financiering van het projectplan DNA-capaciteitsuitbreiding;
– van het ministerie van Economische Zaken heeft het NFI in 2006 voor twee FES-projecten, Camera 3D en Xiraf, € 0,2 miljoen aan bevoorschotting ontvangen. Het jaar 2006 is voor beide projecten een opstartjaar;
– een afrekening over het jaar 2005 bij het NFI van € 0,9 miljoen;
– een ophoging van het budget met € 0,9 miljoen ten behoeve van de bekostiging van de werkprocessen Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA), Wet Particuliere Beveiligingorganisaties en Recherchebureaus (WPBR) en Wet Wapens en Munitie/Flora- en faunawet (WWM/FFW).
Operationele doelstelling 13.3
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:
– een gelijktijdige ophoging van het uitgaven- en ontvangstenbudget van het Openbaar Ministerie (OM) met € 12,6 miljoen voor met name kinderopvang en UWV (vergoeding zwangerschapsverlof);
– in het kader van het programma Versterking opsporing en vervolging is € 4 miljoen toegevoegd aan het budget van het OM;
– het budget van het OM is verlaagd met een bedrag van € 14,3 miljoen, omdat facturen van telecomproviders niet betaald konden worden. Dit hangt samen met het feit dat de EZ-tapregeling die per 2 april 2005 van kracht is geworden door de providers ter discussie wordt gesteld, waardoor geen facturen zijn ingediend;
– diverse tegenvallers voor onder meer post-actieven en BTW voor huur van onroerend goed en een aantal technische bijstellingen in verband met overheveling van budgetten.
Operationele doelstelling 13.4
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door de volgende budgetbijstellingen:
– in vervolg op de brand in het cellencomplex op Schiphol-Oost worden door de brandweer en andere lokale instanties striktere eisen gesteld aan de brandveiligheid van justitiële inrichtingen. Voor het treffen van additionele gebouwelijke- en organisatorische maatregelen is de bijdrage aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) verhoogd met € 5,4 miljoen;
– in verband met de medefinanciering van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel is € 2,7 miljoen van de bijdrage aan DJI overgeheveld naar beleidsartikel 14;
– ten behoeve van de financiering van activiteiten bij het Gevangeniswezen in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR) is de bijdrage aan DJI verhoogd met € 3,7 miljoen;
– mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie TBS zal het aantal TBS-plaatsen de komende jaren verder worden uitgebreid, zodat aan de voorziene behoefte aan TBS-plaatsen op het niveau van 2010 kan worden voldaan. Ter compensatie van de aanloopkosten van deze capaciteitsuitbreiding is de bijdrage 2006 aan DJI met € 1,6 miljoen verhoogd;
– in verband met de financiering van de keteneffecten van de uitbreiding van de TBS capaciteit is € 1,3 miljoen overgeheveld naar de betreffende operationele doelstellingen;
– in verband met het realiseren van capaciteitsuitbreidingen in de TBS-sector en de hiermee samenhangende medefinanciering vanuit het Algemeen fonds bijzondere ziektekosten is € 5,3 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
– ter financiering van de door de Forensisch Psychiatrische Dienst (FPD) uitgevoerde forensische diagnostiek bij jeugdigen is € 2,8 miljoen overgeboekt van beleidsartikel 14;
– vertraging van de invoering Wet Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) (€ 15 miljoen). Het wetsvoorstel VI ligt nog te wachten op afronding ter parlementaire behandeling;
– onderuitputting bij de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) (€ 3 miljoen) veroorzaakt doordat in 2006 op de middelen die bestemd waren voor de financiering van extramurale ISD-plaatsen een beperkte realisatie heeft plaatsgevonden;
– de implementatie bij het ontwikkeltraject voorwaardelijke sancties (€ 2 miljoen) heeft vertraging opgelopen;
– als gevolg van uitstel van de invoering bestuurlijke boete fout parkeren heeft het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) meer WAHV-sancties ter verwerking aangeboden gekregen. Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar gesteld (€ 3 miljoen);
– aan het budgettair kader van het CJIB zijn middelen toegevoegd voor de financiering van de systeemvernieuwing (programma NoorderWint) (€ 6,3 miljoen);
– voor de inrichting van een slachtofferloket schadevergoedingsmaatregelen (actievere informatieverstrekking naar slachtoffers) zijn middelen aan het CJIB beschikbaar gesteld (€ 0,8 miljoen);
– in verband met de ontvlechting van de VIP-taken zijn middelen naar de Justitiële Informatiedienst overgeheveld (€ 2,8 miljoen);
– een ophoging van het budget van € 0,2 miljoen naar € 0,5 miljoen ten behoeve van de bekostiging van het werkproces Gratie.
Operationele doelstelling 13.5
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door het achterblijven van de omvang van de door het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade. De achterliggende oorzaak is het achterblijven van het aantal beslissingen op primaire aanvragen en bezwaren van 770 respectievelijk 252 ten opzichte van het afgesproken kader.
Operationele doelstelling 13.6
In 2006 is circa € 4 miljoen extra uitgegeven in het kader van terrorismebestrijding. Dit is met name het gevolg van onvoorziene extra uitgaven in verband met Verordening (EG) nr. 1546/2006 van 4 oktober 2006 inzake de Europese vloeistoffenregeling alsmede extra uitgaven in verband met het project cameratoezicht.
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door:
– een meevaller bij de PlukZe-ontvangsten van € 5,5 miljoen. Hieruit blijkt dat de investeringen in de uitbreiding van BOOM zijn vruchten afwerpen;
– het feit dat de gemiddeld opgelegde boete iets lager is dan geraamd. Per saldo is het verschil tussen raming en realisatie circa 1,6%;
– het ontvangstenkader leges kansspelbeleid dient nog overgeboekt te worden van artikel 91 naar dit artikel. Dit gebeurt bij 1e suppletore begroting 2007. De realisatie van de ontvangsten heeft wel op dit artikel plaatsgevonden, wat heeft geleid tot een meevaller van € 1,7 miljoen;
– extra ontvangsten van € 3,4 miljoen als gevolg van afrekeningen van subsidies uit voorgaande jaren bij de Reclasseringsinstellingen.
Operationele doelstelling 13.1
Voorkomen van criminaliteit.
De voor 2006 geformuleerde doelen voor bedrijfscriminaliteit zijn in hoofdzaak gerealiseerd. Zo werd het aantal regionale platforms criminaliteitsbeheersing uitgebreid tot 25, werd het Keurmerk Veilig Ondernemen gestart op 60 locaties en werd de aanpak van 15 urgente bedrijvenlocaties gerealiseerd. Ook de beoogde introductie van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan op 20 nieuwe locaties verliep volgens plan.
In 2006 is, als onderdeel van het Veiligheidsprogramma, de uitvoering van het Actieplan tegen geweld stevig doorgezet en werden circa 50 van de 125 maatregelen voltooid. Gerealiseerd zijn onder meer een overzicht van best practices, een handleiding evaluatie preventieprojecten, een handreiking gedragscodes, een plan van aanpak geweld tegen het bedrijfsleven en een actieprogramma aanpak agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak.
In 2006 vonden evaluaties plaats van de Verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor natuurlijke- en rechtspersonen, de wet-BIBOB en de Garantstellingregeling faillissementscuratoren. Verder is een brief aan de Tweede Kamer gezonden over een striktere verstrekking van VOG’s aan personen met een zedenverleden (briefnummer 5455343/06/DSP). Het project Herziening preventief toezicht rechtspersonen verliep in 2006 conform de afspraken in het plan van aanpak.
In 2006 is opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt bij de modernisering en aanscherping van het kansspelbeleid, onder andere door de invoering van de gedrags- en reclamecode en de gedragscode promotionele kanspelen. De integrale handhavingsaanpak is verbreed en richt zich nu ook op de bestrijding van illegale kansspelen via internet.
De algehele herziening van de Wet op de kansspelen is inmiddels vergevorderd. Met de wetswijziging worden diverse doelen nagestreefd, zoals het verbeteren van de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het kansspelbeleid, de toekomstige positionering en vormgeving van de kansspeltaken en het verminderen van administratieve lasten.
Dienst Justis | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verklaring van Geen Bezwaar inzake nieuwe statuten en wijziging statuten vennootschappen | ||||||
Aantal beslissingen | 68 042 | 64 001 | 72 781 | 85 397 | 68 500 | 16 897 |
Doorlooptijd schriftelijk: % binnen 6 dagen | 95 | 50 | – | – | - | – |
Doorlooptijd elektronisch: % binnen 48 uur | 92 | 19 | – | – | - | – |
Doorlooptijd schriftelijke en elektronische aanvragen: % in 6 dagen | – | – | 52 | 83 | 95 | – 12 |
Doorlooptijd spoedaanvragen: % binnen 48 uur | – | – | – | 88 | 95 | – 7 |
Inschrijving in het CTR | ||||||
Aantal registraties | 321 290 | 291 284 | 324 486 | 321 096 | 300 000 | 21 096 |
Doorlooptijd: % binnen 2 dagen | 51 | 96 | 95 | 91 | 90 | 1 |
Verzoeken tot geslachtsnaamwijziging | ||||||
Aantal beslissingen | 2 165 | 3 020 | 4 619 | 3 054 | 3 000 | 54 |
Doorlooptijd: % binnen 6 maanden | 61 | 74 | 78 | 89 | 80 | 9 |
Aanvragen BIBOB | ||||||
Aantal adviezen | 0 | 51 | 71 | 127 | 100 | 27 |
Doorlooptijd: % binnen 4 weken | 0 | |||||
Doorlooptijd: % binnen 8 weken | – | – | 73 | 14 | 100 | – 86 |
Aanvragen VOG | ||||||
Aantal beslissingen NP | 0 | 120 277 | 258 083 | 277 720 | 250 000 | 27 720 |
Doorlooptijd: % binnen 4 weken | – | 99 | 95 | 100 | 95 | 5 |
Aantal beslissingen RP | – | 542 | 1 024 | 2 137 | 2000 | 137 |
Doorlooptijd: % binnen 8 weken | – | – | 95 | 100 | 95 | 5 |
Particuliere beveiliging en opsporing | ||||||
Aantal beslissingen vergunningaanvragen | 1 050 | 948 | 768 | 681 | 800 | – 119 |
Doorlooptijd: % binnen 16 weken | 67 | 90 | 91 | 83 | 50 | 33 |
Buitengewone opsporingsambtenaren | ||||||
Aantal beslissingen BOA | 6 512 | 5 393 | 5 683 | 5 904 | 4 500 | 1 404 |
Doorlooptijd: binnen 16 weken (verzoek 1a) | 93 | 96 | 98 | 82 | 90 | – 8 |
Doorlooptijd: binnen 4 weken (verzoek 1b/1c) | 99 | 99 | 99 | 81 | 90 | – 9 |
Wet Wapens en Munitie/Flora- en Faunawet | ||||||
Aantal administratieve beroepen | 92 | 89 | 78 | 60 | 95 | – 35 |
Doorlooptijd: % binnen 16 weken | 28 | 37 | 52 | 40 | 75 | – 35 |
Aantal verzoeken om ontheffing WWM | 193 | 187 | 182 | 207 | 85 | 122 |
Doorlooptijd: % binnen 12 weken | 53 | 94 | 90 | 95 | 75 | 20 |
Gratie | ||||||
Aantal beslissingen | 4 631 | 4 567 | 4 178 | 3 887 | 4 000 | – 113 |
Aantal voorwaardelijke verleningen | 821 | 337 | 279 | 205 | 300 | – 95 |
Aantal onvoorwaardelijke verleningen | 405 | 515 | 1 191 | 775 | 700 | 75 |
Aantal afwijzingen1 | 2 148 | 3 713 | 1 578 | 1 272 | - | – |
Aantal afwijzers/buiten behandeling | – | – | 3 161 | 2 907 | 3 000 | – 93 |
Doorlooptijd: % binnen 6 maanden | 40,3 | 75 | 80 | 86 | 80 | 6 |
1 De indicator is vastgesteld na vaststelling van de begroting 2006. Derhalve is geen stand begroting opgenomen.
Volume- en prijsindicatoren | Realisatie 2005 Kostprijs (x € 1,–) | Volume | Bedrag (x € 1 000) | Realisa-tie 2006 Kostprijs (x € 1,–) | Volume | Bedrag (x € 1 000) | Begroting 2006 Kostprijs (x € 1,–) | Volume | Bedrag (x € 1 000) |
Verklaring van Geen Bezwaar | 48,90 | 72 781 | 3 559 | 44,08 | 85 397 | 3 764 | 51,61 | 68 500 | 3 535 |
Aanvragen BIBOB | n.v.t. | 71 | 1 641 | n.v.t. | 127 | 1 612 | n.v.t. | 100 | 1 676 |
Aanvragen VOGnp | 19,77 | 258 083 | 5 102 | 18,99 | 277 720 | 5 273 | 22,69 | 250 000 | 5 673 |
Aanvragen VOGrp | 98,85 | 1 024 | 102 | 97,33 | 2 137 | 208 | 113,45 | 2 000 | 227 |
Verzoeken tot naamswijziging | 258,36 | 4 619 | 1 193 | 300,26 | 3 054 | 917 | 360,36 | 3 000 | 1 081 |
Inschrijvingen CTR | 3,68 | 324 486 | 1 194 | 3,17 | 321 096 | 1 018 | 3,67 | 300 000 | 1 101 |
Beslissingen BOA | 121,08 | 5 683 | 688 | 127,20 | 5 904 | 751 | 133,04 | 4 500 | 599 |
Beslissingen PBO | 589,32 | 768 | 453 | 738,62 | 681 | 503 | 613,97 | 800 | 491 |
Beslissingen WWM | 1 537,78 | 260 | 400 | 2 089,89 | 267 | 558 | 2 670,68 | 175 | 481 |
Gratie | 235,99 | 3 887 | 917 | 270,59 | 4 000 | 1 082 |
Preventief Toezicht Vennootschappen (PTV)
Verklaring van Geen Bezwaar (VvGB)
In 2006 is het aantal aanvragen Verklaring Van Geen Bezwaar (VvGB) met 25% toegenomen ten opzichte van de raming 2006. De oorzaak hiervan is hoofdzakelijk terug te voeren op de aantrekkende economie. De norm voor de output is ruimschoots gehaald.
Garantstellingregeling faillissementscuratoren (GSR)
In 2006 is er een toename geweest van het aantal nieuwe aanvragen en verhogingen. Dit is veroorzaakt door een betere bekendheid bij de curatoren met de garantstellingregeling. In 2006 heeft een evaluatie van de garantstellingregeling plaatsgevonden.
Vennoot Inlichtingen Verstrekkingen (VIV)
Net als voorgaande jaren is de output van VIV ten aanzien van informatieverstrekkingen en het plaatsen van aanwijzingen achtergebleven bij de norm. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat het systeem vennoot alleen oprichtinggegevens van rechtspersonen vastlegt, de gegevens niet worden aangepast gedurende de levensduur van de rechtspersoon en het systeem vervuild is, waardoor er steeds minder behoefte ontstaat voor deze gegevens bij opsporingsinstanties.
Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur (BIBOB)
In 2006 overstijgt de productie de norm aanzienlijk. De Wet BIBOB heeft meer bekendheid verworven met als gevolg een verdubbeling van het aantal verzoeken om advies. De toegenomen vraag leidde tot een stijging in de werkvoorraad en de doorlooptijden. Bij de doorlooptijden lukt het slechts bij 14% van de verzoeken om aan de wettelijke norm te voldoen. Dit heeft te maken met niet-tijdige levering door informatieleveranciers en met de zorgvuldigheid en de wijze waarop het werkproces is ingericht.
Centraal Orgaan Verklaringen Omtrent het Gedrag (COVOG)
Verklaring Omtrent het Gedrag voor natuurlijke personen (VOG NP)
De werkelijk gerealiseerde productie ligt 11% hoger dan de gestelde norm. Door meer bekendheid van de VOG is er een sterke stijging in het aantal aanvragen.
Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOG RP)
Het aantal aanvragen voor een VOG-RP is met 7% gestegen. Bij het aantal beslissingen is sprake van een ruime verdubbeling van het volume in 2005. Deze toename is hoofdzakelijk te verklaren vanuit het feit dat eind 2005 het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO) van kracht is geworden. Daarin is nadrukkelijk opgenomen dat aanbestedende diensten van een opdrachtnemer een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Rechtspersonen kunnen verlangen.
Centraal Testamentenregister (CTR)
Per 1 januari 2007 is het Centraal Testamentenregister overgegaan naar de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. De productie is boven de norm uitgekomen.
In 2006 heeft het werkproces naamswijziging voldaan aan de gestelde norm. Tevens zijn de doorlooptijden behaald. In 2006 zijn de voorbereidingen getroffen om in 2007 de leges te verhogen.
Wet Wapens en Munitie/Flora- en faunawet (WWM/FFW)
De jaarnorm voor de productie en de doorlooptijden zijn niet behaald. In het afgelopen jaar is een grote toename in het aantal beroepszaken gesignaleerd.
Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA)
In het jaar 2006 is de productie boven de norm uitgekomen.
Wet Particuliere Beveiligingorganisaties en Recherchebureaus (WPBR)
De jaarnorm van de productie is niet behaald door de invoering van nieuwe beleidsregels en de daaraan gekoppelde nieuwe werkwijze.
De doorlooptijden zijn conform de norm en productie is nagenoeg conform de normen.
Operationele doelstelling 13.2
Een doeltreffende justitiële opsporing.
Op 11 juli 2006 is de Tweede Kamer (TK 29 911, nr. 4) geïnformeerd over de voortgang van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, met name ten aanzien van de zes gekozen speerpunten (bestrijding van terrorisme, van handel in cocaïne en heroïne, van handel in en productie van synthetische drugs, van handel in vuurwapens en explosieven en van witwassen). Hoofdconclusie is dat deze bestrijding onverminderd prioriteit krijgt. De intelligence-agenda wordt uitgevoerd en levert belangrijke informatie op die verwerkt zal worden in het Nationaal Dreigingsbeeld 2008, waarvoor de voorbereiding reeds is gestart.
De 100% controles op Schiphol en het instellen van Gemeenschappelijke grenscontroleteams op Curaçao en Bonaire hebben een zeer sterke daling tot gevolg gehad van het aantal drugskoeriers. Tengevolge daarvan kon vanaf 1 januari 2006 de dadergerichte aanpak weer worden ingezet, waarbij elke drugskoerier weer wordt vervolgd. Om de stroom drugskoeriers blijvend te beheersen dient de aanpak te worden voortgezet. Temeer omdat het gebruik van vluchten vanuit Westelijk Afrika in opkomst lijkt te zijn. De strafrechtelijke onderzoeken naar criminele organisaties worden onverminderd voortgezet.
2003 | Totaal 2004 | 2005 | 2006 | 100% periode | |
Aantal gecontroleerde vluchten | 42 | 1 641 | 1 821 | 1 756 | 3 504 |
Aantal gecontroleerde passagiers op Schiphol | 7 759 | 452 127 | 512 519 | 498 876 | 972 405 |
waarvan aantal transit passagiers | 617 | 130 957 | 156 342 | 140 491 | 287 916 |
Aantal OM-zaken t.g.v. gecontroleerde passagiers | 283 | 4 499 | 2 969 | 1 323 | 7 611 |
Aantal OM-zaken t.g.v. gecontroleerd vracht | 1 | 706 | 826 | 1 169 | 1 484 |
In 2006 zijn belangrijke stappen gezet om de aanpak van de teelt van Nederwiet verder te intensiveren. Onder regie van het arrondissementsparket Roermond is in januari 2006 de pilot «Hennepteelt en Georganiseerde Criminaliteit» van start gegaan. Doel van de pilot is om specifieke interventiestrategieën te ontwikkelen voor het aanpakken van criminele organisaties achter de wietteelt. Het accent heeft in 2006 gelegen op het vergroten van het inzicht in de wereld achter de wieteelt door analyse van reeds bestaande en lopende grote cannabisonderzoeken, alsmede door verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Deze eerste fase wordt afgesloten met een tussenrapportage die – met enige vertraging – begin 2007 zal worden opgeleverd.
Voorts is een impuls gegeven aan de integrale bestuurlijke aanpak van de overlastgevende huisteelt van Nederwiet. Vanuit de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is een voorbeeldconvenant opgesteld dat als leidraad kan worden gehanteerd bij de samenwerking tussen de diverse (lokale) partners op dit terrein, zoals gemeenten, stroomleveranciers, woningbouwcorporaties, UWV etcetera. Ook is Justitie betrokken geweest bij het opzetten van activiteiten, zoals expert-meetings, om de kennisoverdracht op dit terrein te bevorderen.
Voor een effectievere aanpak van de handel van drugs vanuit woonhuizen, zoals met name in de grensstreek voorkomt, is een wetvoorstel tot artikel 13b van de Opiumwet bij het parlement ingediend.
Voorts wordt in de gemeente Maastricht de pilot «Ingezetenencriterium» uitgevoerd. Doel van de pilot is het Europese Hof van Justitie, via een proefproces bij de Nederlandse bestuursrechter, een uitspraak te ontlokken over de toelaatbaarheid van het beperken van de toegang tot coffeeshops tot ingezetenen van Nederland. Het ministerie van Justitie heeft de gemeente in 2006 een subsidie van ruim € 31 000,– verstrekt voor de uitvoering van de pilot.
Bestrijding productie en handel in XTC
Naar aanleiding van de nota «Samenspannen tegen XTC» (TK 23 760, nr. 14) is de afgelopen jaren gewerkt aan een intensivering van de aanpak van de productie van en handel in synthetische drugs. De aanpak heeft zich gericht op de aanpak van de gehele productieketen van synthetische drugs, zowel op het tegenhouden van de binnenkomst van grondstoffen en verstoren van het productieproces als de opsporing en vervolging van de productie, handel en distributie. Het doel van deze aanpak was om een aanmerkelijke reductie van productie van en handel in synthetische drugs te bewerkstelligen. De handhavingsintensiveringen met inzet van alle betrokken handhavingsinstanties hebben geleid tot een groot aantal opsporingsonderzoeken. Mede hierdoor kon zicht worden verkregen op de synthetische drugsmarkt. Tevens zijn internationale samenwerkingsverbanden geïntensiveerd om de grensoverschrijdende synthetische drugsmarkt aan te pakken. Zoals reeds aangekondigd (TK 29 911, nr. 4) zal een vervolgnotitie op de nota op korte termijn aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarbij zal tevens worden ingegaan op de eindevaluatie van de nota «Samenspannen tegen XTC», waarbij wordt onderzocht of de beoogde effecten zijn gerealiseerd.
Programma Versterking Opsporing en Vervolging
In de eerste helft van 2006 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het verbeterprogramma Versterking Opsporing en Vervolging. Vervolgens hebben politie, Openbaar Ministerie (OM) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) de maatregelen verder beschreven en geconcretiseerd, waardoor in de tweede helft van 2006 kon worden begonnen met de uitvoering van het verbeterprogramma. Bijzondere aandacht hebben gekregen de auditieve registratie van verhoren en de raadsman bij het politieverhoor. Op 11 december 2006 is de Tweede Kamer in een brief uitvoerig geïnformeerd over de uitvoering van het verbeterprogramma (TK 30 800 VI, nr. 30).
Daarnaast is in 2006 het meerjarenplan versterking forensisch-technisch onderzoek van politie, Openbaar Ministerie (OM) en Nederlands Forensisch Instituut (NFI) met betrekking tot forensisch-technisch onderzoek opgenomen in het programma versterking opsporing en vervolging. Dit naar aanleiding van het incident van de Schiedammer Parkmoord en de aanbevelingen van de commissie Posthumus. Het versterkingsprogramma heeft (onder andere) als doel de kwaliteit van de forensische opsporing te versterken waarbij speciaal aandacht uitgaat naar professionalisering van het forensische technisch onderzoek, nauwere samenwerking tussen de strafrechtelijke ketenpartners en uitbreiding van de kennis van forensisch technisch onderzoek. In 2006 is reeds gestart met onder andere de maatregel versterking van de kwaliteit plaatsdelict en forensische intake (FSO) en duidelijker rapporteren.
In 2006 is het Programma Eergerelateerd Geweld opgestart met een inrichtingsplan (TK 30 388, nr. 3). Dit programma is door de Tweede Kamer aanvaard, die daarmee tevens de «groot-project-status» heeft ingetrokken. Daarnaast is de eerste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer gestuurd met een planningsdocument waarin maatregelen zijn benoemd (TK 30 388, nr. 6). Hiervan is een aantal maatregelen, zoals een convenant politie – OM over vrouwenopvang, afspraken met minderhedenorganisaties over het kaderprogramma, een uitbreiding van de Unit Multi-Etnisch Politiewerk van het politiekorps Haaglanden, een bijdrage aan de start van lokale aanpak in Rotterdam, de verspreiding van een wegwijzer op scholen en de start van verschillende onderzoeken naar aard en omvang van eergerelateerd geweld, in 2006 gerealiseerd.
NFI | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal geleverde producten per kerntaak | ||||||
Forensisch onderzoek (producten) | 94 455 | 120 789 | 140 014 | 167 925 | 158 031 | 9 894 |
Research & Development (uren) | 39 576 | 41 885 | 66 389 | 78 868 | 47 874 | 30 994 |
Kennis en Expertise (uren) | 15 407 | 19 032 | 31 529 | 61 190 | 18 648 | 42 542 |
Kostprijs per product | ||||||
Forensisch onderzoek (per product) | 237 | 246 | 206 | 184 | 203 | – 19 |
Research & Development (per uur) | 106 | 154 | 121 | 144 | 145 | – 1 |
Kennis en Expertise (per uur) | 117 | 150 | 193 | 160 | 165 | – 5 |
In de loop van 2006 zijn extra gelden ontvangen voor onder andere de uitvoering van het programma versterking opsporing en vervolging (VOV-programma). Dit heeft effect op de productie en de gemiddelde kostprijs per product. De VOV-gelden zijn met name aangewend voor de producten Research & Development en Kennis en Expertise.
MOT | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal meldingen bijzondere transacties | 177 000 | 174 500 | 181 623 | 173 700 | 175 500 | – 1 800 |
CIOT | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal Opsporingsdiensten | 43 | 43 | 43 | 42 | 43 | – 1 |
Aantal Telecom-aanbieders | 10 | 17 | 22 | 29 | 25 | 4 |
Aantal vragen | 722 000 | 991 273 | 1 220 518 | 1 771 941 | 1 200 000 | 571 941 |
Hit-rate | 66%-80% | 77%-84% | 82%-93% | 83%–93% | 95% |
In 2006 zijn 48% meer vragen gesteld dan geraamd. De stijging van het aantal bevragingen via het Centraal Informatiepunt Onderzoek & Telecommunicatie (CIOT) is vooral een autonome groei. Het systeem wordt steeds meer geraadpleegd door de (bijzondere) opsporing- en inlichtingendiensten. De groei van het aantal bij het CIOT aangesloten telecomaanbieders had geen groot effect op het percentage treffers ten opzichte van 2005.
Operationele doelstelling 13.3
Doelmatige handhaving van straf- en ordeningsrecht alsmede een doeltreffend strafrechtelijk optreden.
Programma informatievoorziening strafrechtsketen (PROGIS)
Op 1 januari 2006 is de Justitiële informatiedienst van start gegaan. Deze dienst gaat op termijn alle persoonsgebonden informatie over verdachten en veroordeelden (het integraal strafrechtelijk persoonsbeeld) beheren. Op 6 juni 2006 is het Protocol identiteitsvaststelling strafrechtsketen (verdachten en veroordeelden) voorlopig vastgesteld. Dit protocol beschrijft de eisen waaraan de identiteitsvaststelling moet voldoen. In het najaar van 2006 zijn enkele pilots gestart om de werkwijze, zoals in het protocol beschreven, te testen. Met deze acties is een begin gemaakt met het schonen en schoonhouden van de persoonsidentificerende gegevens in de informatiebestanden van de strafrechtsketen.
Het project «Rijk aan Handhaving» levert een bijdrage aan de professionalisering van de handhaving door het concept van «programmatisch handhaven» bij de diverse departementen te introduceren als hulpmiddel bij de vormgeving van hun handhavingsbeleid. Het project legt daarbij de focus op het handhavingsbeleidsproces en in het bijzonder op de wisselwerking tussen beleid en toezicht. Cruciaal hierin is het maken van beredeneerde keuzes in de handhaving en het ontwerpen en uitvoeren van effectieve interventiestrategieën.
Het ministerie van Justitie vervult bij de invoering van programmatisch handhaven een faciliterende rol. Sinds de start van het project in april 2005 hebben tot nu toe circa 700 personen via presentaties en workshops kennis genomen van het gedachtegoed van programmatisch handhaven. Ondersteuning is geboden aan de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu en van Verkeer en Waterstaat bij de toepassing van het concept op een concrete wet of beleidsdossier.
Het programma «Handhaven met Effect» is in het derde kwartaal van 2006 gestart met een drietal regionale conferenties en de oprichting van het Servicecentrum Handhaving voor decentrale besturen. Dit servicecentrum geeft adviezen over concrete handhavingsproblemen en ondersteunt bij de vormgeving van handhavingsbeleid.
De Raad van State heeft op 10 oktober 2006 advies uitgebracht over de amendementen op het wetsvoorstel bestuurlijke boete voor kleine ergernissen in de publieke ruimte en het wetsvoorstel bestuurlijke boete voor fout parkeren. Invoering wordt thans begin 2008 voorzien.
Om de afdoeningcapaciteit van de justitieketen te vergroten, wordt de wet OM-afdoening (EK 29 849, A) ingevoerd. Deze wet, die in juli 2006 door de Eerste Kamer is aangenomen, vergroot de mogelijkheden tot en de doelmatigheid van buitengerechtelijke afdoening van strafzaken. Het ministerie van Justitie, het Openbaar Ministerie, het CJIB, de rechterlijke macht en de politie werken intensief samen aan inwerkingtreding van deze wet in 2007.
Het aantal ingestroomde rechtbankzaken dat is aangeleverd door de regiokorpsen is in 2006 licht gestegen ten opzichte van 2005 en 2004 tot 233 696. Het totaal aantal zaken is eveneens licht gestegen.
Duidelijk is dat het surplus van 40 000 zaken niet is gerealiseerd, ook niet als we zaken meetellen die zijn afgedaan door het CJIB zonder tussenkomst van het OM via de TOBIAS/TRIAS-lijn. Dit heeft aantoonbaar ook te maken met een daling van de criminaliteit. Tevens lijkt het effect van kwantitatieve normstelling uitgewerkt.
De instroom van kantonzaken is opnieuw gedaald. In 2006 kreeg het OM 266 800 zaken . De daling is vooral terug te voeren op een lager aantal processen-verbaal ter zake van overtreding van APV. Met name in de grote steden is vanaf 2002 veel energie gestoken in de handhaving van de APV’s om de overlast in de publieke ruimte te bestrijden. Door werk te maken van overtredingen als wildplassen en openlijk druggebruik heeft de politie de verloedering aangepakt. Waarschijnlijk hebben die extra inspanningen effect gesorteerd, waardoor de overlast minder vaak voorkomt, al valt niet uit te sluiten dat bij sommige korpsen de handhaving van dergelijke overtredingen iets aan elan heeft ingeboet.
Het is evident dat daar waar de instroom achterblijft ten opzichte van de prognose ook de uitstroom niet altijd uitkomt op de aantallen zoals begroot.
Productie en prestaties Arrondissementsparketten | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Instroom | 270 100 | 271 500 | 264 200 | 265 200 | 290 400 | – 25 200 |
Minderjarigen | 30 300 | 33 000 | 35 000 | 35 500 | 31 500 | 4 000 |
Afdoeningen OM en rechter: | 276 800 | 269 800 | 262 000 | 267 000 | 290 400 | – 23 400 |
– Overdracht aan buitenland | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 0 |
– Onvoorwaardelijk sepot | 26 200 | 27 000 | 26 200 | 27 600 | 28 500 | – 900 |
% onvoorwaardelijk sepot | 10% | 10% | 9,6% | 10% | 10% | 0 |
– Transactie en voorwaardelijk sepot | 87 600 | 81 900 | 79 200 | 81 400 | 90 000 | – 8 600 |
– Voegen (ter berechting of ad info) | 13 900 | 14 100 | 12 200 | 11 900 | 14 000 | – 2 100 |
– Afdoeningen door de rechter1 | 148 900 | 146 600 | 144 200 | 145 900 | 157 700 | – 11 800 |
– Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair) | 15 900 | 16 700 | 14 600 | 12 900 | 16 000 | – 3 100 |
– Politierechter (inclusief economisch en militair) | 121 900 | 117 800 | 117 400 | 120 060 | 130 400 | – 10 340 |
– Kinderrechter | 11 100 | 12 100 | 12 200 | 12 900 | 11 300 | 1 600 |
Interventiepercentage | 89% | 89% | 89% | 88% | 90% | – 1% |
Gemiddelde doorlooptijd instroom-afdoening (in dagen) | 143 | 128 | 130 | 133 | 142 | 9 |
% ouder dan een jaar (niet afgedaan) | 9% | 7% | 6,6% | 7% | 9% | – 2% |
Jeugdzaken | ||||||
Doorloopsnelheid jeugd binnen 6 maanden afgedaan | 63% | 71% | 75% | 79% | 80% | – 1% |
Kantongerechtsappellen | ||||||
Instroom | 1 900 | 700 | 0 | 7 | 250 | – 243 |
Uitstroom | 1 500 | 100 | 0 | 6 | 500 | – 244 |
Kantonzaken | ||||||
Instroom | 278 800 | 312 900 | 283 600 | 266 800 | 322 000 | – 55 200 |
– Sepot, transacties en voegen | 124 600 | 138 300 | 124 700 | 112 200 | 144 800 | – 32 600 |
– Afdoening door de rechter | 131 000 | 169 300 | 160 600 | 173 700 | 177 200 | – 3 500 |
Mulderzaken | ||||||
Instroom beroepen OM | 345 800 | 331 100 | 327 100 | 365 800 | 330 000 | 35 800 |
Uitstroom beroepen OM | 375 800 | 339 700 | 324 900 | 362 200 | 330 000 | 32 200 |
1 Betreft indicatieve aantallen.
Productie en prestaties Ressortsparketten | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Instroom | ||||||
– Rechtbankappellen | 15 900 | 17 300 | 16 100 | 16 300 | 17 000 | – 700 |
– Kantongerechtsappellen | 4 300 | 6 000 | 7 000 | 7 300 | 6 500 | 800 |
– Mulderberoepen | 1 400 | 1 700 | 1 600 | 1 500 | 1 200 | 300 |
– Klachten artikel 12 Sv. | 1 600 | 1 800 | 2 200 | 2 200 | 1 600 | 600 |
Uitstroom | ||||||
– Rechtbankappellen | 13 700 | 14 300 | 18 500 | 16 800 | 16 000 | 800 |
– Kantongerechtsappellen | 3 100 | 4 600 | 6 900 | 7 300 | 5 000 | 2 300 |
– Mulderberoepen | 1 500 | 1 500 | 1 700 | 1 400 | 1 200 | 200 |
– Klachten artikel 12 Sv. | 1 700 | 1 700 | 1 600 | 2 300 | 1 600 | 700 |
Operationele doelstelling 13.4
Effectieve tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen.
Modernisering Sanctietoepassing
De maatregelen van het Veiligheidsprogramma krijgen op het gebied van de sanctietoepassing vorm in het programma «Modernisering Sanctietoepassing» (MST). 2006 heeft duidelijk gemaakt dat de MST-maatregelen niet bij beleidsvoornemens blijven, maar dat ze omgezet zijn in concrete uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn de veelplegeraanpak en het detentieconcept Lelystad.
Het Detentieconcept Lelystad (DCL)
DCL is begin 2006 van start gegaan. In de zomer was sprake van volledige bezetting. De evaluatie van DCL is in de afrondende fase en de uitkomsten worden in het voorjaar van 2007 aan de Tweede Kamer gezonden.
Op 22 mei 2006 is een brief met voorstellen gericht op de optimalisering van voorwaardelijke sancties aan Tweede Kamer gezonden (TK 30 300 VI, nr. 164). Het wetsvoorstel is in voorbereiding. Vooruitlopend op de wetswijziging zullen verbetervoorstellen in drie arrondissementen in praktijk worden gebracht. Op basis van ervaringen in deze arrondissementen vindt in 2007 landelijke implementatie plaats.
Voorwaardelijke invrijheidstelling
Het wetsvoorstel voorwaardelijke invrijheidstelling is in april 2006 ingediend bij de Tweede Kamer (TK 30 513, nr. 2). De voorbereiding van de implementatie (voorzien voor begin 2009) is ter hand genomen.
De landelijke aanpak van veelplegers is verbreed met het onderwerp: aansluiting nazorg. Opgeleverd zijn de factsheet Monitor Veelplegers, het Plan van Aanpak Veelplegers 2006–2008, het onderzoek «Lokale Aanpak Veelplegers; justitieel traject».
Op 23 mei 2006 is een beleidsbrief aan de Tweede Kamer gezonden waarin de verbeteringen zijn aangegeven ten aanzien van de aansluiting nazorg (TK 27 834, nr. 45). Er zijn 183 fte medewerkers maatschappelijke dienstverlening in de penitentiaire inrichtingen aangesteld en 240 contactpunten bij gemeenten gerealiseerd. Er zijn 12 regionale conferenties georganiseerd voor alle betrokken partijen. Tevens zijn met het CJIB afspraken gemaakt om de schuldenregelingen met veelplegers te verruimen. Bij brief van 7 februari 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het plan van aanpak Maatschappelijke Opvang, waarin met de G4 is afgesproken de voorzieningen beter op elkaar te laten aansluiten (TK 29 325, nr. 8).
In geheel 2006 was de capaciteit binnen het gevangeniswezen toereikend om in de vraag te voldoen. Er is geen sprake geweest van Incidenteel Versneld Ontslag (IVO) of andere noodmaatregelen.
Onder de titel «De Nieuwe Inrichting» geeft de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een transformatieproces in het kader van de modernisering van de sanctietoepassing vorm. In 2006 zijn plannen gepresenteerd voor organisatieveranderingen en voor een inhoudelijk veranderplan voor het gevangeniswezen «Detentie en behandeling op maat voor volwassen gedetineerden (DBM-v)». Over DBM-v is de Tweede Kamer bij brieven van 25 april en 1 september 2006 schriftelijk geïnformeerd (TK 30 300 VI, nr. 147 en180). Eind 2006 bleken de veranderplannen van DBM-v niet te kunnen rekenen op steun van de medezeggenschap. De adviesaanvraag aan de Groepsondernemingsraad van het gevangeniswezen is in december ingetrokken. Op dit moment werkt de DJI aan het bijstellen van de plannen voor de vereiste moderniseringsoperatie in het gevangeniswezen. Draagvlak, uitvoerbaarheid en fasering zijn daarbij kernbegrippen. Ook de motie Weekers cs over zorgpunten bij de implementatie van Detentie en behandeling op maat van volwassen gedetineerden wordt betrokken bij de bijstelling van de plannen (motie 30 800 VI, nr. 8).
In 2006 zijn er 1 509 TBS-plaatsen gerealiseerd (gemiddelde capaciteit). Dat zijn 201 plaatsen meer dan in 2005. Ultimo 2006 waren er 1 738 TBS-plaatsen beschikbaar. Hierin is begrepen de uitbreiding van de longstaycapaciteit van 164 plaatsen tot 184 plaatsen en de uitbreiding van de behandelmogelijkheden voor TBS-gestelden in het gevangeniswezen van 134 plaatsen tot 146 plaatsen.
Ter verbetering van de aansluiting justitiële- en zorginterventies zijn in 2006 voorbereidingen getroffen voor de overheveling van het budget voor forensische zorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de begroting van Justitie per 1 januari 2007 en de stelselwijziging die hiervoor nodig is. Hiermee zal Justitie forensische zorg in strafrechtelijk kader zelf inkopen.
In juni 2006 is het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie TBS naar de Tweede Kamer gezonden (TK 30 250, nr. 9). Hierin wordt tegemoet gekomen aan de aanbevelingen die de commissie Visser, heeft gedaan om het TBS-stelsel te verbeteren. De commissie concludeerde in haar rapport «TBS, vandaag over gisteren en morgen» dat het TBS-systeem aan zijn taakstelling voldoet, maar dat de uitvoering moet worden aangepast aan de eisen van deze tijd. De maatregelen om het systeem te verbeteren zijn concreet uitgewerkt in het plan van aanpak TBS dat op 10 oktober 2006 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 29 452, nr. 48). Voor verdere informatie over het plan van aanpak wordt verwezen naar hoofdstuk 4 Beleidsprioriteiten.
Ten behoeve van een selectieve en effectieve sanctietoepassing zijn verbeteringen doorgevoerd rond de adviesfunctie van de reclassering. Zowel het inrichten van reclasseringsbalies in alle arrondissementen, het scheiden van advies- en uitvoeringstaken als het verder professionaliseren van adviesproducten en diagnostiekinstrumenten draagt bij aan de kwaliteit en onafhankelijkheid van de advisering aan de rechterlijke macht en het gevangeniswezen.
Aan het verbeteren van de effectiviteit van het sanctiestelsel is verder invulling gegeven door het ontwikkelen van wetenschappelijk gefundeerde gedragsinterventies. Hiervan zijn er inmiddels vijf (voorlopig) erkend door een onafhankelijke erkenningscommissie.
Evenals goed onderbouwde, onafhankelijke advisering aan de voorkant van de strafrechtketen, draagt ook de ontwikkeling van kwalitatief hoogstaande gedragsinterventies bij aan de effectiviteit van de sanctietoepassing. Deze interventies kunnen zowel tijdens detentie als in het kader van een extramurale sanctie worden toegepast. In 2006 zijn vijf gedragsinterventies voor volwassen justitiabelen voorlopig erkend door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie.
Gemiddelde capaciteit | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Intramurale capaciteit verdeeld naar: | 12 991 | 14 466 | 15 052 | 14 950 | 15 648 | – 698 |
– Strafrechtelijke sanctiecapaciteit | 12 518 | 14 061 | 14 862 | 14 720 | 15 543 | – 823 |
– In bewaring gestelden op politiebureau’s | 405 | 337 | 119 | 134 | 25 | 109 |
– VN-cellen | 68 | 68 | 68 | 84 | 68 | 16 |
– Capaciteit ten behoeve van Internationaal strafhof | – | – | 3 | 12 | 12 | 0 |
Bezetingsgraad intramurale capaciteit (%) | 97,2 | 95,3 | 95,2 | 83,5 | 96,2 | – 12,7 |
Extramurale capaciteit verdeeld naar: | 336 | 703 | 842 | 848 | 859 | – 11 |
– (B)PP (met en zonder ET) | 322 | 512 | 623 | 652 | 659 | – 7 |
– ED | 14 | 191 | 219 | 196 | 200 | – 4 |
Detentiecentra 1 | 1 206 | 1 277 | 620 | – | – | – |
TBS justitieel verdeeld naar: | 1 123 | 1 184 | 1 308 | 1 509 | 1 540 | – 31 |
– Rijks TBS-inrichtingen | 473 | 485 | 511 | 568 | 609 | – 41 |
– Particuliere TBS-inrichtingen | 650 | 699 | 797 | 941 | 931 | 10 |
Bezetingsgraad TBS justitieel (%) | 99,9 | 99,8 | 96,0 | 96,2 | 96,0 | 0,2 |
TBS niet-justitieel | 174 | 185 | 194 | 194 | 194 | 0 |
Aantal rapportages PBC 2 | 226 | 225 | 222 | 220 | 233 | – 13 |
1 Met ingang van de uitvoering 2006 is de capaciteit van de detentiecentra opgenomen in de strafrechtelijke sanctiecapaciteit.
2 Bij de Pieter Baan Centrum (PBC)-rapportages wordt geen onderscheid meer gemaakt in pro-justitia rapportages en overige rapportages.
De gerealiseerde strafrechtelijke capaciteit (inclusief detentiecentra) is achtergebleven ten opzichte van de stand in de begroting in 2006. In verband met de aanhoudende onderbezetting van de bruikbare capaciteit is er voor gekozen om de capaciteit in 2006 niet verder uit te breiden tot het niveau van de in de begroting genoemde aantallen maar eerst nieuwe behoefteprognoses af te wachten. Ondanks het feit dat de capaciteit niet is uitgebreid en de sector te kampen heeft gehad met de buitengebruikstelling van grote aantallen plaatsen vanwege te treffen extra brandveiligheidsmaatregelen, is de bruikbare capaciteit tijdens de uitvoering 2006 toereikend gebleken.
Als gevolg van vertraging bij het realiseren van capaciteitsuitbreidingen is de gemiddeld gerealiseerde TBS-capaciteit 31 plaatsen lager uitgekomen dan de capacitaire taakstelling.
Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Intramurale capaciteit | 191 | 187 | 179 | 181 | 180 | 1 |
Extramurale capaciteit | 49 | 67 | 67 | 72 | 70 | 2 |
Detentiecentra | 134 | 146 | 140 | – | 160 | – |
TBS justitieel | 447 | 441 | 435 | 446 | 466 | – 20 |
Gem. prijs per rapportage PBC | 46 650 | 48 503 | 51 823 | 49 196 | 44 517 | 4 679 |
De gerealiseerde gemiddelde dagprijs van de reguliere capaciteit van het gevangeniswezen is iets hoger uitgekomen dan begroot. Door de loon- en prijsontwikkeling in 2006 en als gevolg van de extra maatregelen in het kader van de brandveiligheid is een prijsverhogend effect opgetreden. Daar staat tegenover dat zowel de lagere bezetting van de beschikbare capaciteit als de samenvoeging van de capaciteit van de detentiecentra met de reguliere capaciteit van het gevangeniswezen hebben geleid tot een lagere gemiddelde prijs.
De lagere gerealiseerde gemiddelde dagprijs van de TBS-plaatsen is voornamelijk het gevolg van het realiseren van capaciteitsuitbreidingen door middel van de tendersystematiek.
De hogere gemiddelde rapportprijs van het Pieter Baan Centrum (PBC) is voornamelijk het gevolg van de lagere productie, waardoor de (vaste) kosten worden toegerekend aan een lager aantal gerealiseerde rapporten.
Reclassering/Taakstraffen | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 20061 | 20062 | ||
Productie reclassering: diagnose en advies | 31 645 | 33 438 | 35 450 | 38 225 | 38 259 | – 34 |
Productie reclassering: toezicht | 12 142 | 16 164 | 20 669 | 25 824 | 20 277 | + 5 547 |
Productie reclassering: interventies | 8 929 | 10 670 | 11 178 | 11 823 | 13 160 | – 1 337 |
Capaciteit taakstraffen | 27 687 | 29 811 | 34 339 | 37 503 | 37 503 | 0 |
1 Voorlopige cijfers
2 Zie nota van wijziging 10 november 2005 voor bijgestelde productiegegevens;TK 30 300 VI, nr. 17
Ten opzichte van de raming valt de sterke overproductie van het reclasseringsproduct Toezicht op. In de afgelopen jaren is de vraag naar reclasseringstoezicht sterk gestegen. Sinds 2003 is er sprake van toename van het aantal toezichten die worden opgelegd door de rechterlijke macht. Gevolg hiervan is een verdubbeling van het aantal uitgevoerde toezichten.
In de praktijk is gebleken dat er minder interventies hebben plaatsgevonden dan was begroot. Door de ontwikkeling en erkenning van nieuwe interventies in 2006 is de prognose voor de begroting te hoog geweest. Er worden 9 nieuwe interventies ontwikkeld die moeten worden beoordeeld door de erkenningscommissie. Inmiddels zijn er 5 erkend. Als gevolg van dit ontwikkelingstraject worden ruim 130 bestaande interventies niet altijd meer verzorgd. Dit verklaart het lagere aantal gerealiseerde interventies in 2006. Naar verwachting zal het aantal gerealiseerde interventies de komende jaren fors groeien wanneer ze alle 9 zijn erkend en geïmplementeerd. Bovendien zal de landelijke uitbreiding van het project Terugdringen Recidive en de intensivering van voorwaardelijke sancties voor een toename zorgen.
CJIB | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
WAHV-sancties | ||||||
Aantal | 10 379 210 | 10 347 760 | 11 028 552 | 11 646 232 | 10 300 000 | 1 346 232 |
Kostprijs | 3,85 | 4,09 | 4,07 | 4,04 | 4,32 | – 0,28 |
Percentage geïnde zaken binnen 1 jaar | 94,9 | 95,0 | 95,1 | 95,4 | 94,0 | 1,4 |
Boetevonnissen | ||||||
Aantal | 142 769 | 172 517 | 183 742 | 201 013 | 190 000 | 11 013 |
Kostprijs | 39,49 | 44,45 | 44,95 | 43,74 | 46,97 | – 3,23 |
Percentage afgedane OH-zaken (onherroepelijk) binnen 1 jaar | 58,5 | 60,6 | 63,3 | 66,6 | 61,0 | 5,6 |
Transacties | ||||||
Aantal | 667 543 | 672 213 | 675 375 | 672 897 | 670 000 | 2 897 |
Kostprijs | 6,86 | 13,67 | 13,38 | 13,82 | 14,55 | – 0,73 |
Percentage geïnde zaken binnen 1 jaar | 65,9 | 65,5 | 64,5 | 65,7 | 65,0 | 0,7 |
Schadevergoedingsmaatregelen | ||||||
Aantal | 10 030 | 11 795 | 13 385 | 13 576 | 14 000 | – 424 |
Kostprijs | 100,50 | 269,22 | 305,93 | 409,44 | 280,62 | 128,82 |
Percentage afgedane zaken binnen 3 jaar | 66,4 | 67,0 | 69,7 | 71,6 | 67,0 | 4,6 |
Ontnemingsmaatregelen | ||||||
Aantal | 1 021 | 1 186 | 1 311 | 1 514 | 1 425 | 89 |
Kostprijs | 413,83 | 1 102,38 | 1 206,46 | 1 385,24 | 1 153,40 | 231,84 |
Percentage afgedane zaken binnen 3 jaar | 60,2 | 60,0 | 59,9 | 55,1 | 60,0 | – 4,9 |
De productie van de WAHV-sancties is hoger dan begroot vanwege het uitstel van de invoering van de bestuurlijke boete fout parkeren en de intensivering van trajectcontroles. Bij de boetevonnissen is het aantal zaken dat door betaling is afgedaan toegenomen. Dit uit zich in een hoger afdoeningspercentage. Bij de schadevergoedingsmaatregelen zijn ondermeer de effecten van een persoonsgerichte aanpak zichtbaar in een hoger afdoeningspercentage. Door de invoering van het Slachtofferloket (actieve informatievoorziening naar slachtoffers) is de kostprijs gestegen. Voor ontnemingsmaatregelen geldt dat zaken niet meer door vervangende hechtenis kunnen worden afgedaan. Onderzocht wordt of dit er de oorzaak van is dat doorlooptijden toenemen en het percentage van binnen 3 jaar afgedane zaken lager uitkomt dan begroot.
Operationele doelstelling 13.5
Zorg voor slachtoffers van criminaliteit.
In 2006 is een experiment gestart gericht op verbetering van de opvang en begeleiding van nabestaanden. Er is een beleidsdoorlichting van het slachtofferbeleid uitgevoerd en naar aanleiding daarvan is een plan opgesteld voor het verbeteren van de kwaliteit en uitvoering.
In 2006 zijn onderzoeken afgerond naar slachtoffer-dadergesprekken, de schriftelijke slachtofferverklaring, doorwijzing van slachtoffers naar slachtofferhulp door politie en secundaire analyse tevredenheidsonderzoek. Voor alle onderzoeken geldt dat de resultaten besproken zijn met de verschillende organisaties (OM, politie, SHN etcetera). Indien nodig is actie ondernomen om punten te verbeteren. Voor de slachtoffer-dader gesprekken geldt dat mede op basis van het onderzoek besloten is de gesprekken in 2007 landelijk in te voeren, gezien de goede resultaten. Uit de evaluatie schriftelijke slachtofferverklaring is gekomen dat de implementatie goed is verlopen en er in de praktijk enkele kleine knelpunten zijn die op lokaal niveau goed worden opgelost.
SHN/SGM | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal geholpen slachtoffers SHN | 92 161 | 96 213 | 97 847 | 101 674 | 100 000 | 1 674 |
Aantal beslissingen SGM | 4 900 | 7 250 | 6 571 | 6 230 | 7 000 | – 770 |
In totaal zijn in 2006 door Slachtofferhulp Nederkand (SHN) iets meer (+ 2%) slachtoffers geholpen dan was vastgelegd in de begroting 2006.
Het aantal beslissingen van Schadefonds geweldmisdrijven (SGM) op primaire aanvragen is in 2006 met 770 achtergebleven bij het voor 2006 afgesproken kader. Ook in vergelijking met het jaar 2005 zijn minder beslissingen genomen. Het aantal beslissingen op primaire aanvraag daalde met 341 (– 5%).
Operationele doelstelling 13.6
Kwalitatief goede beleids- en uitvoeringskaders ten behoeve van terrorismebestrijding gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van terroristische aanslagen in Nederland, alsmede op het op voorhand beperken van schade als gevolg van een mogelijke terroristische aanslag.
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
De organisatie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) is beheersmatig ondergebracht bij het ministerie van Justitie, maar werkt onder het gezag en de verantwoordelijkheid van zowel de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties als de Minister van Justitie. Eén van de doelstellingen van de NCTb is de samenwerking verbeteren tussen de verschillende organisaties op het terrein van terrorismebestrijding. Tevens zorgt de NCTb voor een heldere en eenduidige beleidsontwikkeling op het gebied van terrorismebestrijding. De NCTb heeft daarnaast een taak op het gebied van bewaken en beveiligen, de beveiliging van de burgerluchtvaart en de voorlichting over terrorismebestrijding.
Oprichting Dienst Speciale Interventies
Het stelsel van speciale eenheden is in 2006 fundamenteel herzien. Hierdoor is meer samenhang in het stelsel gewaarborgd ten behoeve van een optimale aanpak van het terrorisme. Daartoe is op 1 juli 2006 de nieuwe, overkoepelende Dienst Speciale Interventies (DSI) bij het Korps Landelijke Politiediensten opgericht, waarin militair- en politiepersoneel op unieke wijze in één organisatie samenwerken.
Uitbreiding en ontwikkeling Alerteringssysteem Terrorismebestrijding
De uitbreiding van sectoren in het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding is verder vormgegeven door het aansluitingstraject met de financiële sector in 2006 af te ronden. Daarnaast zijn er verschillende regiobijeenkomsten georganiseerd met als doel de lokale samenwerking tussen security-managers van de bedrijven, de regionale politiefunctionarissen en de betrokken gemeente-ambtenaren te bevorderen.
In 2006 zijn CBRN (Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair)-Terrorisme projecten uitgevoerd. Deze zijn gericht op ondermeer het verhogen van de beveiliging bij CBRN-objecten. De projecten hebben gerichte en proportionele maatregelen, instrumenten en kennis opgeleverd die bijdragen aan de weerstandsverhoging tegen CBRN-terrorisme.
Op 1 maart 2006 is het meldpunt Cybercrime operationeel geworden. Hier kunnen meldingen worden gedaan van radicale en terroristische uitingen op het internet. Deze meldingen worden beoordeeld door politie, OM en Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waarop passende actie door deze diensten volgt. Tevens is gestart met projecten voor monitoring en surveillance op het internet. Op basis van de resultaten van deze projecten wordt bezien of structurele activiteiten kunnen worden uitgevoerd.
De bezorgdheid onder Nederlanders rondom terrorisme is gedaald. Het publieksonderzoek 2006 laat positieve effecten zien van de publiekscampagne en geeft aan dat bezorgdheid over terrorisme onder de Nederlandse bevolking is gedaald van 39% naar 20%. Daarnaast is een onderzoek uitgevoerd naar de beeldvorming rondom radicalisering. Een substantieel deel (80%) van de respondenten is het eens met de stelling dat de Nederlandse samenleving door radicalisering verdeeld raakt.
Onder meer naar aanleiding van de resultaten van het publieksonderzoek 2005, lanceerde de NCTb begin dit jaar de publiekscampagne «Nederland tegen terrorisme». In de campagne wordt aandacht besteed aan wat de overheid doet op het gebied van terrorismebestrijding en wat mensen zelf kunnen doen.
Na de start in 2005 heeft de IND de activiteiten uit 2005 nader uitgewerkt, dan wel voortgezet. Bij de start was de veronderstelling dat er circa 500 dossiers behandeld zouden worden. In 2006 zijn er uiteindelijk 2 keer zoveel behandeld.
In 2006 heeft de IND het volgende gedaan in het kader van de terrorismebestrijding:
– er zijn wederom medewerkers bij de CT-infobox gedetacheerd. Zij hebben ruim 600 dossiers behandeld. Er zijn 168 adviezen uitgebracht aan de diverse partners van de CT-infobox;
– ook in 2006 heeft de unit Speciale Zaken weer een rol gespeeld om zowel pro-actief als reactief een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het terrorisme in Nederland. Deze unit heeft circa 400 dossiers in behandeling gehad. Als gevolg hiervan zijn onder andere verblijfsvergunningen ingetrokken, vreemdelingen ongewenst verklaard en uitgezet. Tevens is advies en informatie verstrekt aan ketenpartners. Ook is een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het uitvoeringsbeleid. Tot slot is voorlichting gegeven, zodat terrorisme onder de aandacht blijft;
– in 2006 is fase 1 van het project fraude, met uitzondering van de pilots risico-indicatoren en risicoprofielen, afgerond. Fase 1 heeft in het teken gestaan van het onderzoek naar de wijze waarop de IND op een effectievere manier invulling kan geven aan de diverse aspecten van fraudebestrijding. Op basis van de bevindingen zijn in de eindrapportages van de verschillende deelprojecten (waar nodig) voorstellen gedaan tot verbetering of implementatie van nieuwe werkwijzen;
– er is een eerste set risicoprofielen en risico-indicatoren ontwikkeld voor het reguliere verblijfsdoel gezinsvorming bij partner/echtgenoot en de beoordeling van het inburgeringvereiste bij naturalisatie. Het deelproject informatie-uitwisseling en samenwerking heeft aan de hand van een aantal thema’s beschreven hoe de informatie-uitwisseling en samenwerking extern en intern in de toekomst kan plaatsvinden. De thema’s bestrijken de gebieden inkomensfraude, documentfraude, studie, referenten en naturalisatie;
– bij Naturalisatie heeft een aantal onderzoeken plaatsgevonden naar (identiteits-)fraudebestrijding.
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Evaluatie Wet BIBOB | 13.1 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Geweldscriminaliteit in Nederland | 13.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 | 13.1 | 2005 | 2005 | www.wodc.nl |
Garantstelling curatoren/update effectevaluatie | 13.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 36 |
Overall evaluatie designontwikkeling (fase 1) | 13.1 | 2005 | 2006 (n.p.) | www.wodc.nl |
Verklaring Omtrent Gedrag natuurlijke personen | 13.1 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Evaluatie Doe Normaal-contract | 13.1 | 2006 | 2007 | www.wodc.nl |
Regionale platforms criminaliteitsbeheersing | 13.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Aanpak van de criminele organisaties achter de wietteelt: nulmeting | 13.1 en 13.2 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Samenspannen tegen XTC eindmeting | 13.1 en 13.2 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
DNA-veroordeelden | 13.2 | 2005 | 2007/2008 | www.wodc.nl |
Evaluatie privacygedragscode recherchebureaus | 13.2 | 2006 | 2007 | www.wodc.nl |
Toepassing van undercoverbevoegdheden door politiele infiltratieteams | 13.2 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
DNA-bevolkingsonderzoeken als instrument in de opsporing | 13.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Tussen aangifte en opsporing | 13.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie Handhaven op Niveau | 13.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Partiële wijziging van de zedelijkheidswetgeving | 13.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie opheffing bordeelverbod | 13.3 | 2006 | 2007 | www.wodc.nl |
Handhaving en naleving criteria gedoogde coffeeshops in 2004 | 13.3 | 2004 | 2006 | www.wodc.nl |
Nationale Drugs Monitor 2005 | 13.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Coffeeshops in Nederland: aantallen coffeeshops en gemeentelijk beleid 1999–2005 | 13.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Onderzoek naar georganiseerde criminaliteit op de Bovenwindse eilanden | 13.3 | 2004 | 2007 | www.wodc.nlTK 28 600 IV, nr. 5 |
Vooronderzoek uitvoering milieutaak door functioneel parket en politiemilieuteams | 13.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie pilots integrale Verkeershandhaving Utrecht & Zeeland is uitgevoerd door DHV (voorheen Traffic Test) | 13.3 | 2005 | 2006 | |
Toepassing voorwaardelijke modaliteiten | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie beginselenwet verpleging tbs’ers en Wet Fokkens | 13.4 | 2007 | Onderzoek is uitgesteld i.v.m. parlementair onderzoek | |
Vergelijking lokale aanpakken veelplegers | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Effectevaluatie Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) | 13.4 | 2002 | 2007 | www.wodc.nl |
The Quasi-compulsory treatment of drug dependant offenders in Europe (QCT Europe) | 13.4 | 2002 | 2006 | www.wodc.nl |
Actualisering recidivemeting TBS | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl,TK 30 023, nr. 1 |
Evaluatie Verlofbeleid van gedetineerden | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Meta-analyse Nederlandse effectstudies | 13.4 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Monitor veelplegers (diverse deelonderzoeken) | 13.4 | 2006 | 2006 (en publicaties in 2007 en 2008) | www.wodc.nl |
Uitvoering reclasseringsproduct toezicht | 13.4 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Vervanging onvoorwaardelijke vrijheidstraffen | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Actualisering sancties 1997 tot 2003 | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
International Comparisons of Reconviction rates (tussenrapportage) | 13.4 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Penitentiair ziekenhuis | 13.4 | 2006 | 2006 | www.wodc.nl |
Voorstudie naar kosten en baten van detentiebeleid | 13.4 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Beleidsdoorlichting Slachtofferzorg | 13.5 | 2006 | 2007 | |
Evaluatie doorverwijzing door politie naar Slachtofferzorg Nederland | 13.5 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie van slachtofferdadergesprekken | 13.5 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Schriftelijke slachtofferverklaring | 13.5 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 27 213, nr. 12 |
Uitvoeren van secundaire analyses bestand Tevredenheidsonderzoek Slachtoffers | 13.5 | 2006 | 2006 | www.wodc.nl |
Stand van zaken en effecten contraterrorismebeleid | 13.6 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
art. 14 Jeugd 12,8%
Het beschermen van jeugdigen tegen aantasting van een goede opvoedings- en leefsituatie, en het bestrijden en voorkomen van jeugddelinquentie.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
In de afgelopen jaren zijn diverse effecten bereikt:
– het kabinet heeft met de Operatie Jong een sterk samenwerkingsverband opgezet om structureel samenhang aan te brengen in het rijksbrede jeugdbeleid;
– in de afgelopen kabinetsperiode is een nieuwe methode voor gezinsvoogdij ontwikkeld waarmee de doelgerichtheid van de gezinsvoogd zal toenemen;
– in de vorige kabinetsperiode is de aanpak van huiselijk geweld op de maatschappelijke agenda gezet;
– er is een landelijk expertisepunt huiselijk geweld, een expertisecentrum internationale kinderontvoering en een helpdesk privacy opgericht;
– de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen zijn substantieel verkort. Zie hiervoor de tabellen volume- en prestatiegegevens en de bijbehorende toelichting.
Om de doelstelling te realiseren is Justitie mede afhankelijk van optreden van en samenwerking met andere ministeries als bijvoorbeeld het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W), decentrale overheden en overige belanghebbenden. Daarnaast spelen voor het uiteindelijk te bereiken resultaat verschillende persoonlijkheids-, gezins- en omgevingskenmerken een rol, die maar ten dele beïnvloedbaar zijn. Justitie stimuleert de uitvoeringsorganisaties op het gebied van jeugdbescherming en aanpak jeugdcriminaliteit om gezamenlijk in een zo vroeg mogelijk stadium bedreigende situaties voor jeugdigen te signaleren en in dat geval passende maatregelen te treffen. Daarnaast vervult de Operatie Jong een belangrijke rol in het totstandbrengen van een structurele samenhang in het rijksbrede jeugdbeleid.
Justitie heeft binnen Operatie Jong vooral gewerkt aan het thema «Jeugdcriminaliteit» (nazorg). Het doel van deze operatie is dat vanaf 2007 alle jongeren die een justitiële jeugdinrichting verlaten na plaatsing op een strafrechtelijke titel, passende nazorg aangeboden krijgen. Daartoe is in 2006 een verantwoordelijkheidskader opgesteld waarin de rollen en verantwoordelijkheden op het gebied van nazorg zijn vastgelegd. Het verantwoordelijkheidskader is met uitzondering van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) door alle betrokken organisaties geaccordeerd. Het overleg met de VNG over de rol van de gemeenten was ultimo 2006 nog gaande.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 688 375 | 733 538 | 704 076 | 501 849 | 754 240 | – 252 391 |
Waarvan garanties | 43 440 | 80 838 | 87 100 | 83 943 | 83 694 | 249 |
Programma-uitgaven | 721 228 | 725 582 | 713 583 | 732 505 | 754 240 | – 21 735 |
14.1 Uitvoering jeugdbescherming | 266 467 | 275 915 | 277 572 | 305 215 | 330 705 | – 25 490 |
14.1.1 RvdK – civiele maatregelen | 103 285 | 104 303 | 109 331 | 115 935 | 101 717 | 14 218 |
14.1.2 Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) | 3 088 | 5 084 | 5 647 | 3 265 | 16 930 | – 13 665 |
14.1.3 Bureau’s jeugdzorg – (gezins)voogdij | 149 144 | 158 799 | 150 749 | 171 814 | 163 316 | 8 498 |
14.1.4 Overig | 10 950 | 7 729 | 11 845 | 14 201 | 48 742 | – 34 541 |
14.2 Tenuitvoerlegging justitiele sancties jeugd | 320 038 | 352 412 | 370 666 | 391 810 | 377 564 | 14 246 |
14.2.1 DJI – jeugd | 262 955 | 283 852 | 293 884 | 299 075 | 298 899 | 176 |
14.2.2 RvdK – strafzaken | 18 194 | 23 723 | 27 877 | 31 283 | 23 929 | 7 354 |
14.2.3 HALT | 10 055 | 10 075 | 11 233 | 11 761 | 11 913 | – 152 |
14.2.4 Bureau’s jeugdzorg – jeugdreclassering | 28 834 | 34 762 | 37 672 | 49 691 | 42 823 | 6 868 |
14.3 Voogdij amv’s | 134 723 | 97 255 | 65 345 | 35 480 | 45 971 | – 10 491 |
14.3.1 NIDOS – opvang | 104 616 | 74 828 | 49 912 | 25 500 | 35 015 | – 9 515 |
14.3.2 NIDOS – voogdij | 30 107 | 22 427 | 15 433 | 9 980 | 10 956 | – 976 |
Ontvangsten | 14 276 | 21 073 | 9 978 | 18 442 | 12 339 | 6 103 |
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– het intrekken van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie (TK 29 480, nr. 15) (€ 13,4 miljoen);
– voor aanvang van het kalenderjaar vindt de vaststelling van de doeluitkering aan de provincies plaats en wordt de verplichting aangegaan. Eind 2006 heeft de vaststelling van de doeluitkering 2007 niet plaats kunnen vinden, vanwege het feit dat nagenoeg alle provincies niet tijdig konden voldoen aan alle vereisten die zijn gesteld voor het aanvragen van de doeluitkering. De vastlegging van deze verplichting zal dus eerst in 2007 in plaats van 2006 kunnen plaatsvinden (€ 187,0 miljoen);
– een technische afboeking van verplichtingen voor de Stichting Nidos voor de leefgelden van ex-amv’s (€ 32,5 miljoen), waarvan de uitgaven ten laste van artikel 15 worden gebracht;
– de verplichting voor de opvang door de Stichting Nidos is in 2006 voor € 19,0 miljoen naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere kosten van opvang;
– de verplichtingen voor de Raad voor de Kinderbescherming zijn met € 12,6 miljoen verhoogd (zie ook onder Uitgaven Operationele doelstelling 14.1).
Operationele doelstelling 14.1
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– de Raad voor de Kinderbescherming heeft extra middelen ontvangen voornamelijk voor tegenvallers in de groei van het aantal zaken ( € 4,4 miljoen, herinvoering toetsende taak (€ 2,5 miljoen), continuering van het justitieel casusoverleg (€ 4,7 miljoen) in het kader van Jeugd Terecht, het Project KBPS (€ 3,5 miljoen) en loon- en prijsbijstelling (€ 2,5 miljoen);
– het intrekken (TK 29 480, nr. 15) van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie. Voor de uitvoering van dit wetsvoorstel was voor 2006 een bedrag geraamd van € 13,4 miljoen;
– de extra middelen (€ 7,8 miljoen) die het kabinet heeft uitgetrokken om de provincies en grootstedelijke regio’s te compenseren voor de toename van het aantal jeugdbeschermingszaken;
– begrotingsmutaties in het kader van de uitvoering van het actieprogramma Jeugd Terecht. In de loop van 2006 is op basis van concrete plannen van de diverse betrokken Justitieorganisaties een bedrag van in totaal € 11,6 miljoen overgeheveld naar de desbetreffende operationele doelstellingen. Het ging daarbij onder meer om middelen ten behoeve van het instandhouden van het Justitieel casusoverleg door het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming en de verbetering van de kwaliteit van de basis raadsonderzoeken en projecten bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) op het terrein van onder andere radicalisering en herstelopvoeding. Op het budget voor Jeugd terecht is een bedrag van € 12,5 miljoen onbesteed gebleven, doordat een aantal voorgenomen acties op andere wijze zijn opgepakt of gefinancierd. De voorziene groei van ITB heeft zich niet voorgedaan en besloten is om geen nieuwe methode voor vroegsignalering te ontwikkelen. Voorts zijn een aantal acties vertraagd zoals de landelijke invoering van de slachtoffer-dader gesprekken, de gedragsbeïnvloedende maatregel, de uitbreiding van de nazorg en de eventuele gevolgen van de invoering van het methodiekhandboek jeugdreclassering;
– een overheveling naar DJI voor de verbetering van de uitvoering van forensische diagnostiek, een overheveling naar het Openbaar Ministerie voor het instandhouden van de zogeheten Arrondissementale Justitiële Beraden (AJB’s) op regioniveau alsmede een aantal kleinere incidentele meevallers bij de projecten adoptie, huiselijk geweld, Operatie Jong en de aanpak van criminele allochtone jongeren (€ 10,4 miljoen);
– een overheveling van beleidsartikel 13 in verband met de medefinanciering van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel van € 0,5 miljoen.
Operationele doelstelling 14.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– in het kader van de overdracht van capaciteit voor de optimalisering van het zorgaanbod voor jeugdigen met ernstige gedragsproblemen is € 7,2 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De capacitaire taakstelling is in verband hiermee voor 2006 verlaagd met gemiddeld 94 plaatsen;
– een verhoging van de bijdrage DJI met € 2,2 miljoen ten laste van beleidsartikel 13 ter financiering van de aanloop van de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel;
– de Raad voor de Kinderbescherming heeft extra middelen ontvangen voor de groei van het aantal zaken (€ 2,2 miljoen);
– extra middelen (€ 6,9 miljoen) die het kabinet heeft uitgetrokken om de provincies en grootstedelijke regio’s te compenseren voor de toename van het aantal jeugdreclasseringszaken.
Operationele doelstelling 14.3
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 van € 9,5 miljoen is voornamelijk het gevolg van enerzijds een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang en anderzijds een afspraak met de stichting Nidos de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door:
– het niet realiseren van de aangekondigde wetswijzigingen tot uitbreiding van ouderbijdragen (€ 8,0 miljoen);
– het vrijvallen van middelen in verband met het wetsvoorstel kinderalimenatie (TK 29 480, nr. 15) dat inmiddels is ingetrokken (brief van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 9-11-2006) (€ 2,2 miljoen);
– hogere ontvangsten bij het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) door een toename van het aantal zaken (€ 1,2 miljoen);
– een incidentele meevaller (€ 2,6 miljoen) bij het LBIO bij de subsidievaststelling over het jaar 2005;
– een hogere ontvangst van € 1,0 miljoen voortgekomen uit de subsidievastellingen van de subsidies Bureaus Jeugdzorg tot en met de jaren 2004;
– een hogere ontvangst van € 5,3 miljoen voortgekomen uit de subsidievaststelling 2005 van de stichting Nidos, waardoor een incidentele meevaller is ontstaan als gevolg van enerzijds een wijziging van de bevoorschottingssystematiek en anderzijds door lager gerealiseerde kosten in 2005 bij het Nidos voor de verzorging van pupillen.
Operationele doelstelling 14.1
Jeugdbescherming en de uitvoering van de opgelegde maatregelen in dat kader.
Om de doorlooptijden en normtijden te verkorten, dubbel onderzoek te voorkomen en een snellere en adequate informatie-uitwisseling tussen de Bureaus Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en rechters te realiseren zijn in het kader van het programma «Beter Beschermd» in 2006 zeven proefprojecten gestart, waarin nieuwe werkwijzen worden ontwikkeld voor het optimaliseren van de werkprocessen in de keten. Hiermee wordt tevens bijgedragen aan het tegengaan van onnodige bureaucratie in de jeugdzorg.
In 2006 is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gestart met de ontwikkeling van een wetenschappelijk gevalideerd instrument voor de meting van effectiviteit van de jeugdzorg en jeugdbescherming. Met het instrument kan de aard en ernst van de problemen die het kind ervaart, worden bepaald. Na de ontwikkeling zal het instrumentarium in de praktijk worden getoetst, alvorens een effectiviteitsindicator in de begroting en verantwoording van 2009 kan worden opgenomen.
In het kader van het Deltaplan is een nieuwe werkmethode gezinsvoogdij ontwikkeld. Deze werkmethode wordt momenteel gefaseerd bij alle Bureaus Jeugdzorg geïmplementeerd en zal naar verwachting in 2008 zijn afgerond.
De aanbesteding voor de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze voor voogdijwerkers heeft in 2006 plaatsgevonden, waarop de MOgroep (de branche-organisatie voor de jeugdzorg) en Nidos een nadere opdracht voor uitwerking hebben gegeven.
Uitvoering van de Wet op de jeugdzorg (Wjz)
De Tweede Kamer is bij brief van 29 november 2006 geïnformeerd over het onderzoek naar de uitvoering van de Wet op de jeugdzorg (TK 30 899, nr. 1).
De jeugdzorgbrigade die in 2004 is ingesteld om onnodige bureaucratie in de jeugdzorg tegen te gaan, heeft haar eindrapportage per brief van 16 juni 2006 aan de Tweede Kamer aangeboden (TK 29 815, nr. 78).
De bestuurlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van decentralisatie van de landelijk werkende instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij is vastgesteld en er is nog slechts één handtekening op het convenant nodig om dit formeel af te kunnen hechten. In dit convenant is vastgelegd op welke wijze de financiering, de sturing en het toezicht is geregeld en welke verantwoordelijkheidsverdeling daarbij geldt. De wijze van inpassing van de William Schrikker Groep staat beschreven in de brief van 6 april aan de Tweede Kamer (TK 29 815, nr. 61).
Internationale kinderontvoering
De aanbevelingen van het in 2005 afgeronde WODC-onderzoek naar de werkwijze bij internationale kinderontvoering zijn ter hand genomen (TK 30 072, nr. 10). Zo is onder meer de werkwijze van de Centrale Autoriteit aangepast en is een Centrum Internationale Kinderontvoering ingesteld.
De procedure voor de adoptie van kinderen uit het buitenland tot aan de afgifte van de beginseltoestemming is vereenvoudigd. In 2006 zijn voorbereidingen getroffen om het gezinsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming per 1 januari 2007 op zeven locaties te concentreren en is het onderscheid tussen een standaard gezinsonderzoek en een uitgebreid onderzoek ingevoerd. In 2006 zijn 1 644 beginseltoestemmingen afgegeven (vergelijk 2005: 1 446).
In samenwerking met de Inspectie Jeugdzorg is een toezichtsarrangement adoptie opgesteld en is een traject kwaliteitseisen voor vergunninghouders gestart.
Een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka), waarmee de mogelijkheid van adoptie door paren van gelijk geslacht wordt geregeld, is bij de Tweede Kamer ingediend (TK 30 551, nr. 2). De Tweede Kamer heeft in 2006 verslag uitgebracht naar aanleiding van dit wetsvoorstel.
Huiselijk geweld en jeugdprostitutie
Het wetsvoorstel Huisverbod bij huiselijk geweld is ingediend bij de Tweede Kamer (TK 30 657, nr. 2). In verband met de demissionaire status van het vorige kabinet heeft de parlementaire behandeling nog niet plaatsgevonden.
De voorbereidingen voor de uitvoering van een landelijke publiekscampagne huiselijk geweld zijn getroffen.
Gemeenten zijn gestimuleerd om een gerichte lokale aanpak huiselijk geweld te ontwikkelen.
Het expertisecentrum Transact is in 2005 gestart met het Informatiepunt Jeugdprostitutie voor ondersteuning aan hulpverleners, beleidsmakers, politie en justitie bij de aanpak en preventie van jeugdprostitutie. Op basis van de eindrapportage over het jaar 2006 is besloten de activiteiten van dit informatiepunt voort te zetten.
Geweld in de opvoeding en kindermishandeling
Het wetsvoorstel Voorkomen geweld in de opvoeding is bij de Eerste Kamer ingediend (EK 30 316, nr. A). In verband met de kabinetswisseling verloopt de parlementaire behandeling minder vlot dan aanvankelijk verwacht.
Dit jaar is gewerkt aan het onderzoek naar de aard en omvang van kindermishandeling. Het definitieve rapport zal begin 2007 beschikbaar zijn.
Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)
De toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming is in 2006 raadsbreed heringevoerd. Het betreft het toetsen door de Raad bij het voornemen van een Bureau Jeugdzorg tot het niet verlengen van de ondertoezichtstelling, het niet verlengen van de machtiging uithuisplaatsing en het tussentijds beëindigen van de uithuisplaatsing.
De doelstelling om de gemiddelde wachttijd bij de Raad terug te brengen tot maximaal tien werkdagen is nagenoeg gerealiseerd. In enkele regio’s was de instroom van zaken fors hoger dan voorzien. Eind 2006 bedroeg de gemiddelde wachttijd landelijk elf werkdagen.
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)
In de Tweede Kamer bleek onvoldoende draagvlak voor het wetsvoorstel Herziening kinderalimentatie te bestaan. De Minister van Justitie heeft bij brief van 9 november 2006 aan de Tweede Kamer het wetsvoorstel ingetrokken (TK 29 480, nr. 15).
Het wetsvoorstel Ouderbijdrage, waarin werd voorgesteld de huidige bijdrageregeling op grond van de Wet op de jeugdzorg uit te breiden naar meerdere vormen van jeugdbescherming en strafrechtelijke sancties is zeer omstreden gebleken. Het (nieuwe) kabinet zal zich moeten buigen over de vraag of dit wetsvoorstel verder in procedure moet worden gebracht.
RvdK (civiel) | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal afgedane zaken | |||||
Beschermingsonderzoek | 9 858 | 11 074 | 12 381 | 10 836 | 1 545 |
Scheidings- en omgangsonderzoek | 3 928 | 3 476 | 3 230 | 3 523 | – 293 |
Adoptieonderzoek | 2 443 | 2 252 | 2 538 | 2 750 | – 212 |
Percentage zaken binnen norm voor doorlooptijden | |||||
Beschermingsonderzoek (Norm: 115 dgn) | 49% | 50% | 53% | 60% | – 7% |
Scheidings- en omgangsonderzoek (Norm: 135 dgn) | 49% | 51% | 49% | 60% | – 11% |
Adoptieonderzoek (Norm: 105 dgn) | 58% | 55% | 60% | 60% | 0% |
Basisonderzoek (Norm: 40 dgn) | 62% | 63% | 66% | 80% | – 14% |
Vervolgonderzoek (Norm: 115 dgn) | 73% | 81% | 85% | 80% | 5% |
Het aantal gerealiseerde onderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming is per saldo groter dan bij de begroting 2006 geraamd. Er zijn met name meer beschermingsonderzoeken gedaan. De extra instroom beschermingszaken en de prioriteit die is gegeven aan wachtlijstreductie zijn van invloed geweest op de productie en de doorlooptijden van de resterende onderzoeken. Daarnaast is er sprake van een lagere instroom bij adoptieonderzoeken en vervolgonderzoeken.
LBIO | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Kinderalimentatie: | |||||
Geïnd bedrag t.o.v. lopende vordering (in %) | 64,0% | 65% | 68% | 68% | 0% |
Kosten per geïnde euro (x € 1) | 0,21 | 0,16 | 0,10 | 0,19 | – 0,09 |
Ouderbijdrage: | |||||
Kosten per geïnde euro (x € 1) | 0,18 | 0,21 | 0,19 | 0,21 | – 0,02 |
De verbetering van het proces van het (deels) verhalen van de incassowerkzaamheden op de betalingsplichtige heeft in 2006 positief doorgewerkt. Als gevolg hiervan zijn de kosten per geïnde euro bij zowel de kinderalimentatie als de ouderbijdrage gedaald.
Bureaus Jeugdzorg (gezins) voogdij | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal instroom voogdij | 823 | 828 | 935 | 950 | – 15 |
Aantal instroom voorlopige voogdij | 549 | 607 | 377 | 624 | – 247 |
Aantal instroom ondertoezichtstelling | 6 745 | 7 512 | 8 303 | 7 650 | 653 |
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot de mededeling aan de jeugdige binnen de norm (7 dagen)2 | – | 88% | 87% | 100% | – 13% |
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot opgesteld plan van aanpak binnen de norm (30 werkdagen)2 | – | 79% | 33% | 100% | – 67% |
Duur OTS in Jaren | – | – | 3,3 | 3,6 | – 0,3 |
1 In verband met de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg worden de cijfers vanaf 2005 geregistreerd van oktober (t-1) tot oktober (t).
2 De vermelde doorlooptijden betreffen normen die in de Wet op de jeugdzorg zijn vastgelegd en derhalve vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2005 van toepassing zijn. Nog niet alle BJz hebben echter de doorlooptijden geregistreerd. Aan de provincies zal worden gevraagd maatregelen te treffen om de doorlooptijden op een aanvaardbaar niveau te brengen.
Oorzaken van de groei bij Ondertoezichtstelling (OTS) moeten worden gezocht in het veranderende maatschappelijke klimaat dat onder andere blijkt uit het feit dat er meer gevallen gemeld worden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Nederland (AMK). Daarnaast zijn de AMK’s in 2006 van start gegaan met het wegwerken van wachtlijsten. Dat heeft geleid tot een hogere instroom van het aantal zaken.
De sterke afname Voorlopige Voogdij zoals die uit bovenvermelde cijfers naar voren komt heeft zich niet voorgedaan. De begroting 2006 is gebaseerd op het realisatiecijfer over 2005. Laatstgenoemd cijfer bleek naderhand niet juist te zijn geweest (te hoog) als gevolg van onvolkomenheden bij de registratie.
De oorzaak van de opgelopen doorlooptijden moet gezocht worden in het feit dat capaciteitsuitbreiding van de Bureaus Jeugdzorg tijd vergt, waardoor de hogere instroom niet gelijk kon worden opgevangen.
Overig | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal voorgelichte aspirant-adoptief ouders | 1 030 | 1 104 | 1 191 | 1 340 | – 149 |
Gemiddelde wachttijd voor in behandeling nemen aanvraag beginseltoestemming (in maanden) | 21 | 19 | 16 | 19 | – 3 |
De afwijking tussen realisatie en begroting van het aantal voorgelichte aspirant-adoptief ouders houdt verband met de prioriteit die is gegeven aan het wegwerken van de werkvoorraden (reeds voorgelichte ouders). Hierdoor is tevens de gemiddelde wachttijd gedaald.
Operationele doelstelling 14.2
De adequate uitvoering van justitiële sancties bij minderjarigen.
Eind 2006 is een begin gemaakt met de landelijke invoering van het JCO/supportsysteem voor het justitieel casusoverleg, die in 2007 grotendeels zal worden gerealiseerd. Hiermee zal de informatievoorziening ten behoeve van een snelle en adequate afdoening van strafbare feiten van jeugdigen in het justitieel casusoverleg tussen Openbaar Ministerie, politie en Raad voor de Kinderbescherming verder worden verbeterd.
In 2006 zijn de voorbereidingen voor het Wetsvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen ter hand genomen, waarvan de implementatie van de gedragsmaatregel een belangrijk onderdeel vormt.
In 2006 hebben de ketenpartners gewerkt aan het beschrijven van een aantal (reeds bestaande) gedragsinterventies, die vervolgens bij de erkenningscommissie justitiële gedragsinterventies zijn ingediend. Daarnaast hebben zij gewerkt aan de (door)ontwikkeling van een gericht aanbod van gedragsinterventies, afgestemd op de verschillende criminogene factoren bij jeugdige justitiabelen, zodat er op termijn voor alle types (of combinaties daarvan) criminogene factoren een (erkend) type gedragsinterventie beschikbaar is. Om meer inzicht te krijgen in deze factoren zijn voorbereidingen getroffen voor een onderzoek hiernaar, waarvan de resultaten medio 2007 beschikbaar zullen zijn. De gedragsinterventie «Sociale vaardigheden op maat» van de Justititiële jeugdinrichting de Doggershoek is inmiddels voorlopig erkend door de erkenningscommissie.
De evaluatie van de intensieve trajectbegeleiding heeft in 2006 geleid tot het besluit om de methodiek aan te passen. De Transfergroep past in opdracht van de MOgroep (de branche-organisatie voor de jeugdzorg) de methodieken aan.
Het Handboek methode jeugdreclassering is in mei 2006 opgeleverd, waarna gestart is met alle opvolgende activiteiten, waaronder scholing en het uitvoeren van een tijdschrijfonderzoek.
De aanpak van jeugdige veelplegers door Openbaar Ministerie, politie, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg en gemeenten – met een versterkte rol van het Openbaar Ministerie – is in 2006 gecontinueerd.
Op 18 augustus 2006 is aan de Tweede Kamer bij brief (TK 27 213, nr. 11) meegedeeld dat besloten is tot het landelijk invoeren van slachtoffer-dadergesprekken. De Stichting Slachtoffer in Beeld is belast met de voorbereiding en daadwerkelijke uitvoering van de gesprekken.
De vier grote steden hebben in 2006 met het Rijk afspraken gemaakt over het verminderen van de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in de criminaliteit, in het bijzonder door versterking van de binding van deze jongeren aan de samenleving. De prestatieafspraken hebben betrekking op trajecten voor individuele ondersteuning van jongeren en gezinnen, het voorkomen van schooluitval, de werktoeleiding, en de nazorg om recidive te verminderen.
Capaciteit Justitiële jeugdinrichtingen
In 2006 is het besluit genomen om in 2008 en 2009 in totaal (delen van) acht Justitiële jeugdinrichtingen over te hevelen naar VWS. De overheveling van deze inrichtingscapaciteit van Justitie naar VWS ten behoeve van jeugdigen met een civielrechtelijke titel zal in drie tranches plaatsvinden. Op 7 november 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de definitieve beslissing over de eerste tranche van over te hevelen Justitiële Jeugdinrichtingen naar VWS (TK 29 815, nr. 92).
Op 1 februari 2006 is een wijziging van het Wetboek van strafrecht in werking getreden, dat onder meer aanpassingen van de jeugdsancties omvat (TK 28 484, A).
In 2006 heeft het kabinet besloten de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel ingrijpend te verbeteren. Bij brief van 10 juli 2006 (TK 24 587, nr. 183) zijn verbetervoorstellen voor de tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel geformuleerd, waarvoor voor 2007 en volgende jaren ook extra financiële middelen beschikbaar zijn gesteld. Het experiment meerpersoonskamergebruik jeugd is geëvalueerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is besloten bij jeugd vooralsnog niet tot invoering van meerpersoonskamergebruik over te gaan (TK 29 815, nr. 86).
In 2006 is een instrument voor risicotaxatie in de Justitiële jeugdinrichtingen landelijk ingevoerd. Om te kunnen komen tot een gerichte aanpak van jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd, is het van groot belang dat de verschillende organisaties in de jeugdstrafrechtketen gebruikmaken van een afgestemd instrumentarium. Om tot een dergelijk instrumentarium te kunnen komen, is in 2006 in samenwerking met alle ketenpartners een landelijk kader ontwikkeld. Op basis van dit kader zal vervolgens het instrumentarium worden aangepast en afspraken worden gemaakt over informatieoverdracht tussen organisaties.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming heeft de casusregie op de voortgang van de individuele zaken vanaf het moment van melding door de politie tot en met de nazorg. Voor een goede uitvoering van de casusregie is het noodzakelijk dat de Raad tijdig en in voldoende mate door de ketenpartners wordt geïnformeerd. Hierover zijn in 2006 met de ketenpartners afspraken gemaakt die in de praktijk in 2006 nog niet volledig tot uitvoering zijn gebracht. Dit is naar verwachting in 2007 wel het geval.
De evaluatie van het Justitieel casusoverleg (JCO) heeft plaatsgevonden. De resultaten waren positief. Het JCO is in alle arrondissementen ingeburgerd en heeft zijn waarde bewezen voor onder meer het versnellen van de doorlooptijden. Verdere verbetering is met name mogelijk door betere informatievoorziening. Dit wordt gerealiseerd door de landelijke invoering van het JCO-supportsystem (zie onder Programma Jeugd Terecht). Eind 2006 is de Raad een interne audit gestart naar de uitvoering van de casusregie en de wijze waarop de verbinding tussen de straf- en jeugdzorgketen functioneert. Deze interne audit zal ook informatie geven over de wijze waarop de schakelfunctie van de Raad tussen de straf- en jeugdzorgketen wordt ingevuld.
In 2006 zijn de 58 Halt-bureaus omgevormd tot 18 regionale organisaties. Ultimo 2006 was er nog 1 organisatie waarvan de formele omvorming eerst in 2007 kan plaatsvinden.
Doorlooptijden Jeugdstrafrechtketen% binnen de normtijd voor: normtijd | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
normtijd | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
1e verhoor-halt-verwijzing1 | 7 dgn | 43% | 66% | 64% | 80% | – 16% |
1e verhoor-ontvangst pv | 1 mnd | 67% | 71% | 75% | 80% | – 5% |
1e verhoor-start halt-afdoening | 2 mndn | 65% | 66% | 68% | 80% | – 12% |
1e verhoor-afdoening OM | 3 mndn | 73% | 75% | 79% | 80% | – 1% |
1e verhoor- vonnis ZM | 6 mndn | 60% | 58% | 59% | 80% | – 21% |
melding Raad-afronding taakstraf | 160 dgn | 77% | 78% | 79% | 80% | – 1% |
melding Raad – basisonderzoek Raad2 | 40 dgn | 62% | 63% | 66% | 80% | – 14% |
melding Raad – vervolgonderzoek Raad | 115 dgn | 73% | 81% | 85% | 80% | 5% |
1 Abusievelijk is in de begroting 2006 de normtijd van 5 dagen opgenomen.
2 In de begroting 2006 is het prestatiegegeven met de doorlooptijd tussen de melding Raad en het Basisonderzoek tweemaal opgenomen. De eerste is in deze verantwoording weggelaten.
De doorlooptijden blijven onverminderd belangrijk. De capaciteit van de Raad voor de Kinderbescherming voor de uitvoering van basisonderzoeken was in 2006 afgestemd op het geraamde aantal in de begroting 2006. Ten opzichte van de begroting is het aantal basisonderzoeken toegenomen, waardoor de doorlooptijden in het gedrang zijn gekomen.
Justitiële jeugdinrichtingen | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Capaciteit JJI verdeeld naar: | 2 495 | 2 581 | 2 674 | 2 684 | – 10 |
– Rijks jeugdinrichtingen | 1 061 | 1 117 | 1 163 | 1 168 | – 5 |
– Particuliere jeugdinrichtingen | 1 296 | 1 392 | 1 427 | 1 444 | – 17 |
– Inkooppplaatsen | 138 | 72 | 84 | 72 | 12 |
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 299 | 293 | 301 | 287 | 14 |
Bezettingsgraad JJI (%) | 92,3 | 92,3 | 90,8 | 95 | – 4,2 |
PIJ-passanten binnen 3 maanden geplaatst na onherroepelijk worden vonnis (in %) | 30 | 40 | 35,6 | 40 | – 4,2 |
Scholings- en trainingsprogramma’s (extramuraal, substitutie-effect) | 47 | 58 | 75 | 89 | – 14 |
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | – | – | 31 | 22 | 9 |
In de begroting 2007 is de capacitaire taakstelling 2006 met per saldo 26 plaatsen neerwaarts bijgesteld in verband met het realiseren van alternatief zorgaanbod in de Jeugdzorg. Ten opzichte van de bijgestelde taakstelling (2 658 plaatsen) is de gerealiseerde gemiddelde capaciteit 16 plaatsen hoger uitgekomen.
Ondanks diverse inspanningen is het aantal gerealiseerde scholings- en trainingsprogramma’s (STP’s) lager uitgekomen dan begroot. De aanscherping van het verloftoetsingskader en de kritische houding van ketenpartners bij de instemming met en uitvoering van een STP bleken in 2006 belangrijke redenen voor het achterblijven van het aantal STP’s.
De hogere gerealiseerde dagprijs van de Justitiële jeugdinrichtingen is onder meer het gevolg van:
– de loon- en prijsontwikkeling in 2006;
– de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel, waarvoor extra middelen beschikbaar zijn gesteld. Hierin was in de begroting 2006 niet voorzien;
– de kosten verbonden aan de toename van het gemiddeld aantal groepsleiders per groep, die hoger uitkwam dan oorspronkelijk begroot;
– de toename van het aantal rapportages forensische diagnostiek jeugdigen door de Forensische Psychiatrische Dienst (FPD). Deze waren niet in de oorspronkelijke begroting opgenomen;
– de ingezette extra middelen ter verbetering van de brandveiligheid in de inrichtingen.
De lagere bezettingsgraad van de JJI’s is met name het gevolg van het (tijdelijke) buitengebruikstellen van een deel van de capaciteit in verband met het treffen van maatregelen ter verbetering van de brandveiligheid en vanwege personele problematiek (onvervulde vacatures en ziekteverzuim).
Daarnaast is er sprake is van frictieleegstand als gevolg van de verschillende differentiaties binnen de inrichtingen (naar geslacht, verblijfstitel – met name in de opvanginrichtingen – leeftijd, aard van de problematiek, mate van beveiliging en dergelijke).
De gerealiseerde dagprijs van de scholing- en trainingsprogramma’s is hoger uitgekomen door het incalculeren van de kosten verbonden aan de introductie van het erkende WorkWise STP. Deze kosten waren niet geraamd in de oorspronkelijke begroting.
Raad voor de Kinderbescherming (straf) | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal taakstraffen | 19 062 | 20 058 | 21 847 | 21 843 | 4 |
Percentage geslaagde taakstraffen | 87% | 86% | 86% | 85% | 1% |
Basisonderzoeken Raad | 28 005 | 31 353 | 31 053 | 30 650 | 403 |
Vervolgonderzoeken Raad | 3 078 | 2 771 | 2 842 | 3 372 | – 530 |
Door een dalende instroom bij het aantal vervolgonderzoeken is het realisatiecijfer over 2006 achtergebleven bij de begroting.
HALT | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal Halt-afdoeningen | 21 566 | 22 913 | 22 055 | 25 700 | – 3 645 |
– waarvan Stop-reacties | 1 683 | 1 597 | 1 437 | 2 100 | – 663 |
Percentage geslaagde Halt-afdoeningen | 90% | 91% | 91% | 95% | – 4% |
Het gerealiseerde aantal Halt-afdoeningen en Stop-reacties is lager dan de WODC prognose die de basis vormden voor de ontwerpbegroting. Inmiddels is het prognosemodel aangepast, waardoor de voorspelbaarheid van de behoefte is verbeterd.
In de begroting 2006 is abusievelijk een slagingspercentage van 95% vermeld, in plaats van 91%.
Bureaus Jeugdzorg1 jeugdreclassering | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal instroom reguliere jeugdreclassering | 6 456 | 7 690 | 9 846 | 8 150 | 1 696 |
Aantal instroom ITB Harde kern | 378 | 305 | 303 | 460 | – 157 |
Aantal instroom ITB Criem | 623 | 652 | 821 | 800 | 21 |
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot de mededeling aan de jeugdige binnen de norm2 | – | 68% | 76% | 100% | – 24% |
Percentage maatregelen met een doorlooptijd tot opgesteld plan van aanpak binnen de norm2 | – | 43% | 30% | 100% | – 70% |
1 In verband met de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg worden de cijfers vanaf 2005 geregistreerd van oktober (t-1) tot oktober (t).
2 De vermelde doorlooptijden betreffen normen die in de Wet op de jeugdzorg zijn vastgelegd en derhalve vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2005 van toepassing zijn. Nog niet alle BJz hebben echter de doorlooptijden geregistreerd. Aan de provincies zal worden gevraagd maatregelen te treffen om de doorlooptijden op een aanvaardbaar niveau te brengen.
De groeiende instroom bij de reguliere jeugdreclassering heeft zich ook in 2006 voortgezet. De oorzaak hiervan moet vooral gezocht worden in de intensiveringen op het gebied van aanpak jeugdcriminaliteit. De verhoogde instroom is ook direct van invloed op het teruggelopen percentage maatregelen dat binnen de norm is afgehandeld. De verwachte groei bij ITB Harde Kern heeft zich in 2006 niet voorgedaan.
Operationele doelstelling 14.3
Voorzien in de voogdij van alleenstaande minderjarige asielzoekers.
De voorbereiding van de overdracht van opvang van de stichting Nidos naar het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vergde meer tijd dan voorzien, waardoor de feitelijke overdracht eerst in januari 2007 kan worden gerealiseerd.
Per brief van 25 april 2006 is de Tweede Kamer geïnformeerd over verdeling van opvangtaken tussen COA en Nidos (TK 27 062, nr. 51). Daarbij is aangegeven dat het niet wenselijk is een verdere scheiding tussen voogdij en het wonen in gezinsverband door te voeren.
Nidos (voogdij) | Realisatie | Begroting | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Aantal amv’s onder voogdij aan het begin van het jaar | 6 949 | 4 535 | 3 253 | 3 235 | 19 |
Gemiddelde bezetting opvang door Nidos | 4 613 | 3 445 | 2 555 | 2 378 | 177 |
Gemiddelde prijs voogdij per amv | 3 379 | 3 639 | 3 413 | 3 612 | – 199 |
Gemiddelde prijs opvang per amv | 15 323 | 15 031 | 12 321 | 15 706 | – 3 385 |
Het verschil tussen de begroting en het realisatiecijfer bij instroom amv’s onder voogdij wordt veroorzaakt doordat de eerder ingezette daling als gevolg van een stringent asielbeleid verder heeft doorgezet dan bij het opstellen van de begroting 2006 werd verwacht.
De gemiddelde prijs voogdij per amv is gedaald als gevolg van de afschaffing van de lesgelden 16/17 jarigen. Dit heeft met ingang van het schooljaar 2005/2006 plaatsgevonden. In de begroting 2006 is de prijs inclusief de lesgelden opgenomen.
De aanzienlijke daling van de gemiddelde prijs voor opvang is in hoofdzaak het gevolg van een gewijzigde verdeling van de pupillen over de woonvoorzieningen, waardoor er naar verhouding minder pupillen in de duurdere woonvoorzieningen zitten. Dit betreft met name een verschuiving van de Kleine Woon Eenheden (KWE’s) naar de pleeggezinnen.
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Internationale kinderontvoering | 14.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 29 815, nr. 90 (via VWS) |
Vervolg evaluatie nieuwe methode gezinsvoogdij | 14.1 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie CTC fase 2 | 14.1 | 2004 | 2007 | www.verwey-jonker.nl |
Situatie kinderen bij scheiding niet-gehuwden | 14.1 | 2006 | 2006 | www.wodc.nlTK 30 800 VI, nr. 71 |
Nachtdetentie in het kader van voorlopige hechtenis | 14.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 24 587, nr. 186 |
Praktijk en effecten Halt-afdoening | 14.2 | 2003 | 2006 | www.wodc.nl |
Nulmeting landelijk kader forensische diagnostiek | 14.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Meerpersoonskamergebruik jongeren | 14.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 29 815, nr. 86 |
Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland | 14.2 | 2004 | 2006 | www.wodc.nlTK 27 213, nr. 11 |
Schoolverzuim | 14.2 | 2005 | 2007 | www.wodc.nl |
Actualisering recidivemeting justitiële jeugdinrichtingen (JJI) | 14.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Actualisering sancties 1997 tot 2003 | 14.2 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
art. 15 vreemdelingen 17,0%
Een gereglementeerde en beheerste toelating, verblijf en terugkeer, die in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoord zijn.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
De Commissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) heeft op 29 augustus 2006 het eindrapport aangeboden. De Commissie heeft geconstateerd dat de beleidskeuzes die ten grondslag liggen aan de opzet van de Vw 2000 nog steeds overeind staan en dat deze wet toegankelijker, overzichtelijker is dan zijn voorganger en een betere, meer doelgerichte uitvoering mogelijk maakt.
Het eindrapport van de Commissie geeft verschillende gebieden aan waarop verbeteringen kunnen worden bereikt. Dit betreft onder andere de zorgvuldigheid van de AC-procedure en de snelheid van de asielvervolgprocedure. Er moet naar mogelijkheden worden gezocht om de voordelen van de AC-procedure (snelle afhandeling van asielaanvragen) te behouden en de nadelen (door tijdsklem veroorzaakte druk op zorgvuldige beslissingen) te ondervangen. Daarnaast moet de «normale» procedure sterk bekort worden met behoud van kwaliteit. In 2006 zijn de eerste stappen gezet tot verbetering van de aanmeldprocedure.
Nederland heeft een modern, selectief migratiebeleid nodig, waarbij de behoeften van de samenleving, de innovatie van de economie en de bijdrage die migranten daaraan kunnen leveren centraal staan. Voor talentvolle migranten die in Nederland komen werken of studeren zijn snelle, eenvoudige toelatingsprocedures nodig. Daartoe wordt het huidige stelsel aanzienlijk vereenvoudigd door het aantal verblijfsdoelen terug te brengen tot enkele categorieën. Om bureaucratie, lastendruk en het aantal vergunningen terug te dringen bestaat het voornemen om de Wet arbeid vreemdelingen in de Vreemdelingenwet te integreren. Hiertoe is in mei 2006 de beleidsnotitie Naar een modern migratiebeleid door de Tweede Kamer goedgekeurd (TK 30 573, nr. 1). In 2006 is een aanvang gemaakt met de uitvoering van deze notitie. In deze notitie is een model met vijf verblijfskolommen voorgesteld. Verblijfsverlening vindt plaats binnen één van de vijf kolommen en daarbij hoort steeds een uniform pakket van rechten en plichten. De invoering van het nieuwe toelatingsmodel moet gelijk opgaan met het vernieuwingstraject dat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) doorloopt naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer over de IND. Dit biedt de mogelijkheid om juist nu de IND tot de klantgerichte organisatie te maken die voor de uitvoering van het nieuwe reguliere toelatingsbeleid noodzakelijk is.
In 2006 is gestart met een aantal acties ter verbetering van het functioneren van de vreemdelingenketen. Belangrijke actie is het op- en inrichten van een zelfstandige terugkeerorganisatie, gepositioneerd naast de toelatingsorganisatie IND. Vanaf maart 2006 is gestart met de bouw van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Met de verschillende ketenpartners zijn afspraken gemaakt over werkwijzes, processen en procedures. In januari 2007 is de DT&V operationeel geworden. Het bevorderen van het zelfstandig vertrek van de vreemdeling staat voorop bij DT&V. Indien geen sprake is van zelfstandig vertrek, begeleidt de DT&V in nauwe samenwerking met ketenpartners, het gedwongen vertrek van de vreemdeling.
Tevens wordt gewerkt aan het aanbrengen van verdere verbeteringen in de vreemdelingenketen door middel van het programma Ketensturing en aan de omvorming van de IND tot een nationale toelatingsorganisatie.
Het project Terugkeer heeft in 2006 tot de volgende resultaten geleid. Eind 2006 is bijna 21% van de totale doelgroep gecontroleerd vertrokken, is aan bijna 45% een vergunning verleend en is ruim 34% niet aantoonbaar vertrokken. Aan het einde van 2006 is de uitstroom vanuit het project in zekere mate gestagneerd vanwege de verkiezingen en de daarop gevolgde aankondiging van de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vreemdelingenwet (Vw) vallen.
Op 20 februari 2006 heeft de Europese Commissie een mededeling gedaan over een versterkte praktische samenwerking met de titel «Nieuwe structuren, een nieuwe aanpak: verbetering van de kwaliteit van de besluitvorming in het kader van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel». De Commissie geeft hierin aan welke concrete activiteiten zij voor ogen heeft. Voorbeelden zijn het in kaart brengen van beproefde methoden voor financieel beheer van asielstelsels, het opstellen van richtsnoeren voor de productie van gemeenschappelijke ambtsberichten, het regelen van technische en financiële bijstand in noodsituaties.
Nederland is met andere EU-lidstaten een project gestart om te inventariseren wat er inhoudelijk nodig is om te komen tot gemeenschappelijke ambtsberichten. Een dergelijk ambtsbericht, dat de situatie in de landen van herkomst beschrijft, is één van de stappen richting verdere harmonisering van het Europees asielbeleid.
Coördinatie vreemdelingenketen
In 2006 is gestart met het programma Ketensturing. Vanuit dit programma worden verbeteringen aangebracht in de samenwerking en de sturings- en verantwoordingsproblematiek in de vreemdelingenketen. Dit gebeurt door alle ketenpartners gezamenlijk. Concreet wordt gewerkt aan het besturingsmodel, het aanscherpen van ketendoelen met hierop toegesneden prestatie-indicatoren en het stroomlijnen van de informatievoorziening.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 1 408 650 | 1 045 240 | 1 020 771 | 932 691 | 831 031 | 101 660 |
Waarvan garanties | 0 | 175 000 | 0 | 0 | 70 000 | – 70 000 |
Programma-uitgaven | 1 413 309 | 1 170 043 | 1 099 965 | 973 400 | 831 031 | 142 369 |
15.1 Verblijfsrechten vreemdelingen | 274 717 | 251 106 | 193 262 | 190 159 | 131 167 | 58 992 |
15.1.1 IND | 274 717 | 251 106 | 193 262 | 190 159 | 131 167 | 58 992 |
15.2 Opvang gedurende beoordeling verblijf | 991 637 | 745 724 | 614 239 | 495 244 | 427 811 | 67 433 |
15.2.1 COA en overige opvanginstellingen | 975 449 | 729 211 | 598 460 | 478 496 | 418 052 | 60 444 |
15.2.2 Overige instellingen | 16 188 | 16 513 | 15 779 | 16 748 | 9 759 | 6 989 |
15.3 Terugkeer vreemdelingen | 146 955 | 173 213 | 292 464 | 287 997 | 272 053 | 15 944 |
15.3.1 DJI – vreemdelingenbewaring | 99 007 | 109 714 | 138 731 | 133 331 | 130 550 | 2 781 |
15.3.2 DJI – uitzetcentra | 13 108 | 25 516 | 55 350 | 53 812 | 52 654 | 1 158 |
15.3.3 IND | 28 963 | 29 682 | 89 051 | 88 235 | 82 630 | 5 605 |
15.3.4 Overig | 5 877 | 8 301 | 9 332 | 12 619 | 6 219 | 6 400 |
Ontvangsten | 170 301 | 99 074 | 122 376 | 136 400 | 103 676 | 32 724 |
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard doordat in 2006 verplichtingen zijn aangegaan die de volgende jaren tot uitgaven leiden en in 2006 uitgaven zijn gedaan waarvoor in 2006 en eerdere jaren verplichtingen zijn aangegaan. De overige verschillen zijn overeenkomstig hetgeen onder de uitgaven wordt toegelicht.
Operationele doelstelling 15.1
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– vanuit de ketenplanning werd in een hogere instroom Regulier voorzien. Dit vergde extra capaciteitsinzet. Hiervoor is een bedrag van € 0,6 miljoen beschikbaar gesteld;
– vanuit de ketenplanning werd voor 2006 een hogere asielinstroom van 500 asielzoekers verwacht. Daarnaast werd van een tijdelijke extra asielinstroom van 3 700 als gevolg van «14–1 brieven» en bezwaren voorzien. Hiervoor is een bedrag van € 24,4 miljoen beschikbaar gesteld;
– naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer (TK 30 240, nrs. 1–2) heeft het kabinet ingestemd met een aantal verbetermaatregelen bij de IND. Bij 1e suppletore begroting 2006 is als onderdeel van het verbeterprogramma een bedrag van € 14,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de reductie van beslistermijnen en programmakosten. Bij vermoedelijke uitkomsten 2006 is € 5,6 miljoen beschikbaar gesteld voor het jaar 2006. Dit heeft betrekking op de overige maatregelen, te weten overdracht front-office, programmakosten en fraudebestrijding;
– in de begroting 2006 is het doorberekenen van de kosten van procesvertegenwoordigers van de IND in de leges als besparing opgenomen. Het rechtstreeks doorberekenen aan de burger is juridisch vooralsnog niet mogelijk. Daardoor is in 2006 een besparingsverlies van € 13,8 miljoen ontstaan.
Operationele doelstelling 15.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– de gemiddelde bezetting bij het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) is hoger uitgevallen dan geraamd waardoor € 55,1 miljoen meer is uitgegeven. Deze ontwikkeling had tevens als gevolg dat de krimp van de opvangcapaciteit werd vertraagd. Hierdoor is € 8,3 miljoen minder uitgegeven;
– als gevolg van de grotere instroom in de laatste maanden van 2005 en de eerste maanden van 2006, in samenhang met de verwerkingscapaciteit van de IND, liep de Tijdelijke Noodvoorzieningen Vreemdelingen (TNV)-capaciteit in een korte tijd vol en was het oorspronkelijke aantal van 400 plaatsen onvoldoende. Derhalve zijn voor 2006 gemiddeld 400 plaatsen extra ingericht. Als gevolg hiervan is circa € 5,1 miljoen meer uitgegeven;
– het project Beëindiging leefgelden is gericht op de beëindiging van de leefgelden van ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (ex-amv’s) die door Nidos worden opgevangen. Het project kende een vertraging in de startfase, waardoor in 2006 nog niet alle leefgelden konden worden beëindigd. In de startfase was sprake van een rechterlijke uitspraak waardoor het aantal ex-amv’s waaraan Nidos leefgeld dient te verstrekken hoger was dan voorzien. Het project is in 2005 gestart en heeft als doelgroep voormalige alleenstaande minderjarige vreemdelingen (zogenaamde 18+). Deze groep ontvangt via het Nidos leefgelden. Nidos kan pas stoppen met het betalen van leefgelden aan een ex-amv wanneer het COA een beëindigingsbesluit heeft opgesteld. Door de uitloop van het project tot augustus 2007 is ten behoeve van de organisatie van het project ruim € 1,8 miljoen minder uitgegeven, maar is ten behoeve van de leefgelden aan ex-amv’s € 10,4 miljoen meer uitgegeven.
Operationele doelstelling 15.3
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door:
– in 2006 vond een toename van het aantal bewaringszaken bij de rechtbanken plaats en daarmee een stijging van de aantallen Habeas Corpus beroepen en daarmee extra kosten voor procesvertegenwoordiging bij de IND. Hierdoor werd € 5,6 miljoen meer uitgegeven;
– door de verdere intensivering van terugkeeraktiviteiten werd ten behoeve van de uitzetcentra en terugkeer een bedrag van € 10,3 miljoen meer uitgegeven.
Als gevolg van het vaststellen van subsidies is een bedrag van € 45,2 miljoen meer ontvangen dan geraamd. Dit betrof voornamelijk vaststellingen van het COA en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Daarnaast is in het kader van het Europees Vluchtelingenfonds circa € 3,5 miljoen ontvangen. Dit betreft voornamenlijk ontvangsten van de Europese Commissie ter dekking van het EVF-programma waarvoor de uitgaven in latere jaren op de betreffende operationele beleidsdoelstellingen zullen worden verantwoord. Tot slot is als gevolg van de doorwerking van de afspraken tussen Justitie en het ministerie van Buitenlandse Zaken is met betrekking tot de ODA-verrekening € 16,6 miljoen minder ontvangen.
Operationele doelstelling 15.1
Een vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt, krijgt binnen de daarvoor gestelde termijn een besluit uitgereikt.
Op 22 mei 2006 is de notitie «Naar een modern migratiebeleid» aan de Tweede Kamer toegezonden (TK 30 573, nr. 1). In deze notitie zijn de contouren van een toekomstig regulier migratiebeleid geschetst. Belangrijkste aspecten van dit toekomstige beleid zijn de toevoeging van het element selectiviteit in het toelatingsbeleid (verbetering dan wel verdere facilitering toelating van migranten waar Nederland behoefte aan heeft), de introductie van een kolommenmodel met 5 hoofdvormen van verblijf (invoering van eenvormige verblijfspakketten voor flexibelere en efficiëntere toelatings- en verblijfsprocedures) en de invoering van een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling en daarmee samenhangend handhavingsmodel Dit laatste ziet op de (verdere) invoering van convenanten in het reguliere toelatingsbeleid, mede ten behoeve van efficiëntere afhandeling van aanvraagprocedures. Handhaving en controle van gegevens zal bij verdere invoering van convenanten verbeterd worden door onder andere gebruikmaking van digitale gegevensuitwisseling. Na aanvaarding van de notitie «Naar een modern migratiebeleid» door de Tweede Kamer is een plan van aanpak opgesteld voor de uitwerking van de notitie in wet- en regelgeving en voorbereiding van de implementatie. Het plan van aanpak is in december 2006 goedgekeurd.
In 2006 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor de eerste EU-pilot Regionaal Beschermingsprogramma (RPP) in Tanzania afgerond. UNHCR heeft een programma ontwikkeld dat per 1 januari 2007 zal worden uitgevoerd. De voorbereidingen zijn door Nederland gevolgd, en waar nodig is kritische input gegeven in Brusselse gremia alsook in direct contact met UNHCR. Nederland heeft met name in de voorbereidingen in Tanzania getracht een rol te spelen door verschillende bijeenkomsten in Dar es Salaam te initiëren met donoren, Tanzaniaanse autoriteiten en UNHCR. Doel van deze bijeenkomsten was om te zorgen dat het RPP zich niet in een vacuüm zal afspelen, maar goed ingebed in lopende ontwikkelingsstrategieën zal zijn.
Overige projecten die ondersteund zijn en die bijdroegen aan de versterking van bescherming van vluchtelingen in de regio van herkomst zijn in 2006 afgerond, zoals de UNHCR projecten «Preparatory Activities towards a comprehensive plan of action for Somali refugees» en «Needs-based protection planning as a precursor to targeting capacity building initiatives in selected African countries (Strategic Gap Analysis)».
In augustus 2006 heeft de Commissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 (CEV) haar eindrapport aangeboden aan de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De conclusies van de CEV suggereren dat wijzigingen wenselijk kunnen zijn. De CEV heeft echter in bredere zin aangegeven dat het van belang is dat de AC-procedure zorgvuldiger wordt (zonder verlies van snelheid) en de «normale» procedure sneller wordt (zonder verlies aan zorgvuldigheid). In het kader van deze aanbevelingen is een kabinetsreactie opgesteld die op 13 oktober 2006 naar de Tweede Kamer is gezonden, waarover besluitvorming nog moet plaatsvinden (TK 30 846, nr. 1). In de kabinetsreactie zijn maatregelen tot verdere verbetering van de aanmeldcentrumprocedure opgenomen, in het bijzonder de verplaatsing van de rusttermijn van zes dagen naar de voorkant van de procedure, betere voorbereiding van de asielzoeker op de AC-procedure in de TNV-fase voorafgaand aan de AC-procedure en het afronden van het nader gehoor in alle gevallen in de AC-procedure hetgeen leidt tot verkorting van de verblijfsduur in de opvang tijdens de OC-fase. Voorts is een bijeenkomst georganiseerd met stakeholders en ketenpartners over de kabinetsreactie.
In 2006 hebben verschillende missies plaatsgevonden, alsook inwilliging van hervestigingsverzoeken op basis van papieren dossiers. Dit heeft geleid tot een totaal van 497 uitgenodigde vluchtelingen. Ondanks het feit dat een geplande missie naar Tanzania geen doorgang kon vinden omdat UNHCR een missie op dat moment niet kon ontvangen, is het quotum grotendeels gehaald doordat er een extra missie naar Thailand gepland kon worden.
Medio 2006 is een brief aan de Tweede Kamer (TK 19 637, nr. 1071) gestuurd waarin verantwoording is afgelegd over de uitvoering van het beleid in 2005. Ook werden hier een aantal beleidswijzigingen toegelicht waarbij de belangrijkste zijn dat er een «lichte» toets op integreerbaarheid wordt uitgevoerd tijdens de missies, en er getracht wordt in de keuze van bestemmingen voor missies meer aandacht te geven aan het strategisch belang van hervestiging vanuit die plek.
In januari 2006 zijn de uitkomsten van de evaluatie van de kennismigrantenregeling aan de Tweede Kamer gezonden (TK 30 300 VI, nr. 112). De kennismigrantenregeling is positief geëvalueerd. Dit neemt niet weg dat er nog wel knelpunten gesignaleerd zijn. Hiervoor zijn in 2006 ook oplossingen gevonden. Ter uitvoering van de motie Bakker (TK 30 300 XIII, nr. 30) is een aantal beleidsacties ondernomen ter verbetering van de kennismigrantenregeling. Hiermee is de toelating van wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding onder de kennismigrantenregeling en de positie van in Nederland startende bedrijven in de kennismigrantenregeling geregeld.
Voorkoming oneigenlijk gebruik reguliere procedures
Bij brief van 17 november 2006 heeft de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie de Tweede Kamer een Verkennende notitie reguliere toelating na fraude doen toekomen (TK 19 637, nr. 1104). Hierin worden mogelijkheden geschetst om te voorkomen dat vreemdelingen die in een eerdere procedure gebruik hebben gemaakt van valse c.q. vervalste documenten dan wel onjuiste gegevens hebben verstrekt toch verblijf krijgen of houden.
Sinds december 2006 moeten vreemdelingen die een verblijfsvergunning willen aanvragen zonder te beschikken over een geldige Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV), ongeacht hun woonplaats, de aanvraag indienen bij speciale loketten van de IND (M50-loketten). Deze zaken worden door de IND versneld afgedaan.
Dankzij de invoering van het legeshuis in 2005 kon in 2006 gebruik worden gemaakt van een tarievenstelsel dat een logisch en transparant geheel vormt en dat gebaseerd is op de daadwerkelijke kosten verbonden aan gevraagde producten. Over de vraag welke leges Turkse onderdanen die verblijf ontlenen aan de Associatie-overeenkomst EG/Turkije verschuldigd zijn liep in 2006 een civiele procedure en zijn bij tussenuitspraak van 11 mei 2006 door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Daarnaast heeft de Europese Commissie advies uitgebracht over de aan Turkse onderdanen op te leggen leges. Een en ander kan op termijn gevolgen hebben voor het door Turkse onderdanen verschuldigde legestarief.
Bij de IND is, mede naar aanleiding van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer, intensief gewerkt aan de vergroting van de efficiency en aan een nadere onderbouwing van de kostprijs van producten. De resultaten hiervan kunnen echter niet (op korte termijn) leiden tot verlaging van de leges, omdat de leges momenteel nog verre van kostendekkend zijn. Ten aanzien van het heffen van leges voor asielvergunningen voor onbepaalde tijd kan worden opgemerkt dat dit wordt meegenomen in het traject waarbij de Visumwet wordt geïntegreerd in de Vreemdelingenwet 2000.
Kengetallen asiel | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Volumegegevens | ||||||
Asielinstroom | 13 402 | 9 800 | 12 350 | 14 465 | 10 000 | 4 465 |
Overige instroom | 18 604 | 13 100 | 18 010 | 10 127 | 8 742 | 1 385 |
Regulier (asielgerelateerd) | 5 585 | 7 070 | 9 245 | 7 900 | 1 341 | |
Totale instroom | 28 478 | 37 430 | 33 837 | 26 642 | 7 191 | |
Afgehandeld: | ||||||
– Aanvragen | 20 714 | 16 800 | 18 520 | 16 278 | 15 002 | 1 276 |
– Intrekkingen en herbeoordelingen | 7 350 | 5 000 | 8 080 | 8 892 | 4 832 | 4 060 |
– Regulier (asielgerelateerd) | 2 198 | 5 620 | 8 422 | 5 350 | 3 072 | |
Totaal afgehandeld | 23 998 | 32 220 | 33 592 | 25 184 | 8 408 | |
Statusverleningen | 10 051 | 18 340 | 19 195 | 10 074 | 9 121 | |
Doelmatigheid | ||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) | 73% | 65% | 74% | 91% | 80% | 11% |
Standhouding van beslissingen 1 | 84% | 83% | 79% | 79% | 85% | – 6% |
Aantal gegronde klachten | 2,1% | 3,6% | 2,3% | 2,0% | 0.3% | |
Financieel | ||||||
Gemiddelde kostprijs (x €1,–) | 6 478 | 3 215 | n.n.b.2 | 3 097 |
1 Het achterblijven van het percentage instandhouding van beslissing bij Asiel en Regulier wordt voor een deel verklaard door zogenaamde fictieve beroepen. Naar schatting betreft het tussen de 3 en 10%. In 2007 zal het aantal fictieve beroepen naar verwachting afnemen als gevolg van verder wegwerken van de achterstanden.
2 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.
De asielinstroom is hoger uitgekomen dan geraamd. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het feit dat naar aanleiding van een groot aantal 14-1 brieven alsnog een asielprocedure moest worden opgevoerd als gevolg van een rechterlijke uitspraak. Ook het aantal afgehandelde asielprocedures was hoger dan gepland.
Belangrijkste doelstelling van de IND in 2006 was om tijdig te beslissen op nieuwe asielaanvragen. Hoewel de registratie van de tijdigheid van de beslissingen nog onvolkomenheden vertoont en nog niet alle beslistermijnverlengingen en -opschortingen goed worden geregistreerd, kan nu al gesteld worden dat 91% van de aanvragen is beslist binnen de wettelijke termijn. In de overige gevallen is met betrokkene een andere beslistermijn afgesproken, maar die kan nog niet in het systeem van de IND worden geregistreerd.
Kengetallen regulier | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Volumegegevens | ||||||
Instroom: | ||||||
– Machtiging tot Voorlopig Verblijf | 65 083 | 55 600 | ||||
Gezinsvorming en -hereniging | 30 621 | 22 884 | 20 229 | 2 655 | ||
Overig | 15 679 | 17 548 | 30 571 | – 13 023 | ||
– Vergunning tot Verblijf Regulier | ||||||
Eerste aanleg gezinsvorming en -hereniging | 29 485 | 25 770 | 12 202 | 13 568 | ||
Eerste aanleg overig | 17 957 | 125 900 | 69 715 | 84 632 | 76 056 | 8 576 |
Verlenging | 85 100 | 92 100 | 125 501 | 70 490 | 55 011 | |
– Visa | 18 449 | 20 400 | 17 100 | 15 814 | 25 000 | – 9 186 |
Totaal instroom | 101 444 | 287 000 | 254 700 | 292 149 | 234 548 | 57 601 |
Afgehandeld: | ||||||
– Machtiging tot Voorlopig Verblijf | 62 229 | 50 100 | ||||
Gezinsvorming en -hereniging | 30 150 | 25 317 | 20 229 | 5 088 | ||
Overig | 14 850 | 17 770 | 30 571 | – 12 801 | ||
– Vergunning tot Verblijf Regulier eerste aanleg | ||||||
Gezinsvormingen – hereniging | 34 800 | 27 354 | 12 202 | 15 152 | ||
Eerste aanleg overig | 12 784 | 120 800 | 70 200 | 82 409 | 76 056 | 6 353 |
Verlenging | 81 200 | 91 700 | 116 829 | 70 490 | 46 339 | |
– Visa | 18 393 | 20 500 | 16 200 | 16 273 | 25 000 | – 8 727 |
Totaal afgehandeld | 93 406 | 272 600 | 257 900 | 285 952 | 234 548 | 51 404 |
Inwilligingen MVV | 29 070 | 29 449 | ||||
Inwilligingen VVR incl verlenging | 153 164 | 169 920 | ||||
Inwilligingen | 212 500 | 186 300 | 199 369 | 164 184 | 35 185 | |
Doelmatigheid | ||||||
Doorlooptijd (wettelijke termijn) | 85% | 83% | 81% | 89% | 85% | 4% |
Standhouding van beslissingen 1 | 78% | 74% | 78% | 77% | 80% | – 3% |
Aantal gegronde klachten | 1,3% | 2,8% | 1,8% | 2,0% | – 0,2% | |
Financieel | ||||||
Gemiddelde kostprijs (x €1,–) | 403 | 488 | n.n.b.2 | 507 |
1 Het achterblijven van het percentage instandhouding van beslissing bij Asiel en Regulier wordt voor een deel verklaard door zogenaamde fictieve beroepen. Naar schatting betreft het tussen de 3 en 10%. In 2007 zal het aantal fictieve beroepen naar verwachting afnemen als gevolg van verder wegwerken van de achterstanden.
2 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.
Het aantal in behandeling genomen MVV aanvragen is lager dan gepland. Dit wordt vooral veroorzaakt door de effecten van de Wet Inburgering Buitenland. Het effect van deze wet op het aanbod VVR aanvragen met een gezingerelateerd verblijfsdoel zal pas in 2007 zichtbaar zijn. Het aanbod VVR aanvragen was evenwel hoger dan gepland. Dit geldt zowel voor de aanvragen in eerste aanleg als voor de vervolgprocedures, dat wil zeggen de verlengingsaanvragen en de aanvragen voor een vergunning voor onbepaalde tijd.
Het hoge VVR aanbod wordt deels veroorzaakt door het feit dat in de planning vanaf april geen rekening meer was gehouden met de instroom van aanvragen uit de nieuwe EU-landen. Overeenkomstig de Richtlijnen 2003/104/EG en 2004/38/EG die in 2006 in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd, is besloten dat deze aanvragen toch door de IND worden geregistreerd. Als gevolg van het hoge aanbod is ook de productie hoger uitgevallen dan gepland. Prioriteit wordt immers gegeven aan het tijdig afhandelen van aanvragen. Dit is ten koste gegaan van het afhandelen van bezwaarschriften. 89% van alle reguliere aanvragen is beslist binnen de geldende wettelijke termijn.
Het aantal beslissingen dat stand heeft gehouden bij de rechtbank is lager dan wenselijk (77% bij Regulier procedures en 79% bij asielprocedures bij een streefcijfer van 80%). Dit wordt veroorzaakt door de zogenaamde fictieve beroepen. Dit zijn beroepen die worden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag. Dergelijke beroepen worden altijd gegrond verklaard. Er is echter geen sprake van een beschikking die wordt vernietigd. Op dit moment is het niet mogelijk met dergelijke beroepen rekening te houden bij het genereren van het instandhoudingpercentage. Naar schatting betreft het momenteel circa 40–50% van alle gegrondverklaringen. Indien hier wel rekening mee zou kunnen worden gehouden, dan zou het instandhoudingpercentage aanzienlijk beter zijn.
Kengetallen naturalisatie | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Volumegegevens | ||||||
Instroom: | 37 012 | |||||
– Verzoeken | 19 400 | 21 300 | 28 221 | 24 000 | 4 221 | |
– Intrekkingen | 1 512 | – 1 512 | ||||
Totaal instroom | 37 012 | 19 400 | 21 300 | 28 221 | 25 512 | 2 709 |
Afgehandeld: | ||||||
– Verzoeken | 26 918 | 27 200 | 25 600 | 23 884 | 24 000 | – 116 |
– Intrekkingen | 1 512 | – 1 512 | ||||
Totaal afgehandeld | 26 918 | 27 200 | 25 600 | 23 884 | 25 512 | – 1 628 |
Positieve beslissingen | 22 900 | 21 680 | 20 210 | 22 000 | – 1 790 | |
Doelmatigheid | ||||||
Doorlooptijd (wenselijke termijn) | 35% | 37% | 57% | 99% | 90% | 9% |
Aantal gegronde klachten | 1,9% | 0,9% | 0,3% | 2,0% | – 1.7% | |
Financieel | ||||||
Gemiddelde kostprijs (x € 1,–) | 424 | 392 | n.n.b.1 | 382 |
1 De juiste cijfers komen pas beschikbaar na publicatie van het Departementaal Jaarverslag 2006.
Door de invoering van de verplichte naturalisatieprocedure in het najaar van 2006 is er binnen het proces asiel veel veranderd. De doorlooptijd van de procedure is met circa 2 maanden verlengd, omdat de gemeente nu in staat gesteld moet worden om een Naturalisatieceremonie te organiseren en daarover te rapporteren aan de IND. Desondanks is 99% van de (in Nederland ingediende) naturalisatieverzoeken binnen de wettelijke termijn afgesloten.
Op het gebied van de afhandeling van fraude onderzoeken is mede door het hoge aanbod naturalisatieverzoeken weinig voortgang geboekt. Inmiddels is een start gemaakt met de afhandeling van procedures in het kader van de afstandsverplichting, waarbij de Naturalisandus verzocht wordt alsnog afstand te doen van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Het betreft echter regelgeving die complex van aard is. De wetswijziging om een aantal uitzonderingscategorieën te laten vervallen, ligt voor bij de Tweede Kamer. In de praktijk verloopt het wegwerken van de achterstand bij de afstandsprocedures met wisselend succes. Vele procedures konden alsnog worden afgesloten door het herstellen van registratiefouten of doordat betrokkene alsnog voldeden aan hun afstandsplicht. Een deel van de betrokkene kon aantonen alles geprobeerd te hebben om afstand te doen maar dat dit in de praktijk onmogelijk was. Zij zijn ontheven van de afstandsplicht. Hierdoor is de voorraad daadwerkelijk gedaald.
Tegelijkertijd blijven er vele beleidsmatige knelpunten ontstaan in de uitvoering. De ouderdom van de voorraad (oudste zaak van 1997), de afhankelijkheid van buitenlandse wetgeving en uitvoering van die wetgeving en de complexe regelgeving met vele specifieke uitzonderingen maken het erg lastig. Een voorbeeld betreft het feit dat zo’n 1 000 betrokkenen in de voorraad bij hun toelating nooit een paspoortvereiste hebben gehad (amv’s of VVR-Tijdsverloop) en nu opeens afstand moeten doen van hun oorspronkelijke nationaliteit. Ander knelpunt betreft de betrokkenen die inmiddels voldoen aan een uitzondering bijvoorbeeld doordat ze inmiddels gehuwd zijn met een Nederlander. Het intrekken zou betekenen dat ze weer naturalisatie kunnen aanvragen maar dan geen afstandsplicht krijgen opgelegd.
Uiteindelijk heeft het in 2006 nog niet geleid tot een intrekking van het Nederlanderschap (de ultieme remedie). Deze intrekkingen worden wel in 2007 verwacht.
Voor alle IND-processen geldt dat het aantal binnengekomen klachten en het klachtenpercentage drastisch is afgenomen. Dit hangt samen met het feit dat een groot deel van de oude voorraad is weggewerkt en dat in de overgrote meerderheid van de nieuwe aanvragen tijdig wordt beslist.
Operationele doelstelling 15.2
Asielzoekers die in afwachting zijn van een uitspraak over hun eerste aanvraag voor een verblijfsvergunning worden opgevangen.
Aan de subsidierelatie met het COA ligt een resultaatgericht besturingsmodel ten grondslag. Met betrekking tot de subsidierelatie heeft een eerste evaluatie van de kostprijzen en afspraken plaatsgevonden en zijn de effecten verwerkt in de bekostingsgrondslagen voor de komende jaren.
Binnen het gescheiden opvangmodel zit nog niet iedere vreemdeling op de juiste plaats. In de oriëntatie- en inburgeringslocatie had op 1 januari 2006 17% een beslissing van de IND ontvangen. In december 2006 was dat aantal gedaald naar 15%. De voornaamste groep vreemdelingen die nog niet in het juiste centrum geplaatst waren, zijn diegenen die in het vierde kwartaal van 2006 een negatieve beschikking hadden gekregen. Zij wachtten nog op doorplaatsing naar de terugkeerlocatie.
In de terugkeerlocatie had 16% van de populatie nog geen beslissing van de IND gekregen of waren reeds in het bezit van een verblijfsvergunning. Dit aantal was in december 2006 gezakt naar 10%. De voornaamste groep vreemdelingen die niet waren geplaatst in het juiste centrum, waren vreemdelingen die een verblijfsvergunning hadden gekregen en al lange tijd in deze regio woonden. Vastgesteld werd dat het voor deze vreemdelingen niet nuttig was om ze in het korte tijdsbestek dat ze een huurwoning konden betrekken nog te verhuizen naar een inburgeringslocatie.
De genoemde percentages zullen naar verwachting in de toekomst niet veel hoger worden, omdat de oorzaken structureel zijn en zich door de jaren heen zullen blijven voordoen.
Ten aanzien van amv-beleid dat is gericht op vertrek, terugkeer en het tegengaan van MOB wordt verwezen naar hetgeen hierover onder operationele doelstelling 15.3 is opgenomen.
Door een hogere instroom en een lagere uitstroom dan geraamd is de krimp van de opvangcapaciteit achtergebleven bij de raming. In de raming is uitgegaan van een krimp van circa 11 000 plaatsen. Dit is uiteindelijk circa 5 500 geworden.
Regeling Verstrekkingen Asielzoekers (RVA)
In 2006 heeft de eerste fase van de aanpassing van de component eetgelden in de RVA aan de hoogte van het NIBUD-niveau plaatsgevonden. De aanpassing is per 1 januari 2007 voltooid.
Aantal op te vangen asielzoekers | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Instroom | 8 547 | 5 303 | 5 384 | 7 755 | 5 383 | 2 372 |
Uitstroom | 25 482 | 17 544 | 17 380 | 13 236 | 16 254 | – 3 018 |
Gemiddelde bezetting totaal | 66 162 | 49 218 | 36 343 | 27 329 | 23 165 | 4 164 |
– waarvan gemiddelde bezetting centrale opvang COA | 63 906 | 47 212 | 34 478 | 26 219 | 22 457 | 3 762 |
– waarvan gemiddelde bezetting decentrale opvang | 2 256 | 2006 | 1 761 | 1 110 | 708 | 402 |
Gemiddelde bezetting opgevangen ex-amv’s | 3 563 | 3 764 | 3 519 | 1 373 | 2 146 | |
Gemiddelde capaciteit vertrekcentra (v.a. 1/10/04) | 80 | 600 | 750 | 750 | 0 | |
TNV-capaciteit | 331 | 500 | 450 | 800 | 400 | 400 |
Buffercapaciteit/Opties op plaatsen | 2 538 | 6 000 | 6 000 | 0 | ||
Bezetting statushouders | 6 217 | 3 753 | 3 472 | 2 856 | 940 | 1 916 |
Bezetting amv’s: | 0 | |||||
COA | 1 442 | 776 | 442 | 261 | 600 | – 339 |
Nidos | 6 949 | 4 613 | 3 445 | 2 594 | 2 378 | 216 |
De instroom aan het begin van 2006 is gestegen, enerzijds door de hogere toestroom van onder meer Iraki’s en anderzijds door het besluit van de minister om ook vervolgaanvragers op te vangen. Dat de uitstroom later in het jaar daalde kan worden toegeschreven aan de verwachting van de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vw vallen. Daarnaast is de uitplaatsing van vergunninghouders naar gemeenten achtergebleven. Als gevolg hiervan was de gemiddelde bezetting in zowel de centrale als de decentrale opvang 4 164 plaatsen hoger dan geraamd.
Europees Vluchtelingenfonds (EVF)
De afwikkeling van de gesubsidieerde projecten 2004 is afgerond alhoewel bezwaar en beroep nog mogelijk is. Het subsidiëren van projecten 2005 heeft forse vertraging opgelopen doordat de Europese Commissie het Nederlandse jaarplan 2005 pas begin 2006 heeft goedgekeurd. Als gevolg daarvan is een deel van de projecten veel later gestart dan gepland wat nadelig kan zijn voor de te behalen resultaten. Voor de te subsidiëren projecten 2006 geldt hetzelfde.
De onderhandelingen over EVF III (2008–2013) zijn in 2006 nagenoeg afgerond. De finale besluitvorming door de Raad zal nog plaatsvinden. Het onderhandelingsresultaat is werkbaar en komt voldoende tegemoet aan de Nederlandse belangen. Verder zijn de eerste stappen gezet voor de implementatie van de nieuwe Europese fondsen.
Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN)
Door de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) zijn ook in 2006 werkzaamheden verricht in de asielzoekerscentra gericht op het bevorderen van het welzijn van de asielzoeker. Uitgangspunt is dat VWN activiteiten uitvoert die niet reeds door een justitiële organisatie worden uitgevoerd. Hiervoor is een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is ten behoeve van het landelijk bureau, waar de centrale coördinatie van alle activiteiten plaatsvindt, een bedrag van € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld.
Operationele doelstelling 15.3
Een vreemdeling die niet rechtmatig of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, verlaat Nederland zelfstandig of gedwongen.
Afronden pilot gemeenschappelijke patrouilles
De pilot met de gemeenschappelijke patrouilles (KMar/Douane/Zeehavenpolitie/Kustwacht) is één van de maatregelen die is genomen in het kader van het plan van aanpak Grenscontroles. De rapportage van de pilot is opgenomen in de brief aan de Tweede Kamer van 30 november 2006 (TK 30 315, nr. 4). Door de pilot is een goed beeld ontstaan over het gewenste niveau van handhaving aan de kustgrens. De pilot heeft geresulteerd in de aanbeveling om op structurele basis gezamenlijke patrouilles uit te voeren.
Aanscherping openbare orde beleid
Het voorstel tot aanpassing van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de aanscherping van de regels inzake verblijfsbeëindiging van vreemdelingen die zich aan een strafbaar feit schuldig hebben gemaakt, is de Raad van State (RvS) gepasseerd. Het commentaar van de RvS is overgenomen en het voorstel is in februari 2007 aan de Ministerraad worden voorgelegd.
Het WODC-rapport «Terugkeer en met onbekende bestemming vertrokken bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen» (TK 27 062, nr. 57) is in december 2006 voorzien van een ministeriële reactie. Dit rapport geeft inzicht in de problematiek en de omvang daarvan. In de ministeriële reactie werd zowel ten aanzien van terugkeer als ten aanzien van het voorkomen van het met onbekende bestemming vertrekken van alleenstaande minderjarige vreemdelingen aangegeven welke beleidsmaatregelen reeds worden uitgevoerd om terugkeer te bevorderen en het met onbekende bestemming vertrekken tegen te gaan.
Het WODC heeft in opdracht van de toenmalige Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een onderzoek uitgevoerd naar het geschatte aantal illegalen in Nederland in 2005. Hoewel de bandbreedte in dit onderzoek lager ligt dan over de periode 2001–2003 kan uit de resultaten van het onderzoek niet worden aangetoond of het aantal niet Europese illegalen in vergelijking met de periode 1997–2003 is gestegen of gedaald. Het aantal Europese illegalen lijkt echter wel gedaald, hetgeen ook voor de hand ligt in verband met de uitbreiding van de EU in 2004. Door het lidmaatschap van de EU zijn de onderdanen van de landen EU-onderdaan en verblijven zij derhalve legaal in Nederland. Het onderzoek bevestigt tevens dat het aantal illegalen met een asielachtergrond relatief beperkt is. Bij brief van 2 november 2006 is de Tweede Kamer schriftelijk geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek (TK 29 344, nr. 60).
Grensbewaking en mobiel toezicht vreemdelingen
De Schengen Grenzen Code (SGC) bevat communautaire regelgeving met betrekking tot grenscontroles. De SGC is in oktober 2006 in werking getreden. In het najaar van 2006 is de Vreemdelingencirculaire gewijzigd. De wijziging van de Vw 2000 zal in 2007 plaatsvinden. Verder zijn voorstellen tot wijziging van de Vw 2000 en het Vb 2000 opgesteld voor de implementatie van de richtlijn passagiersgegevens inzake de vroegtijdige verstrekking van passagiersgegevens.
In 2006 is een begin gemaakt met het versterken van de informatiepositie en -verwerking van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) door de invoering van een informatiegestuurd optreden. Het project migo betreft een proef met (vaste) camerasystemen geplaatst aan de grens met België. Met deze camera’s wordt het inkomende en uitgaande grensverkeer geregistreerd, waarbij met behulp van speciale software en op basis van risicoprofielen voertuigen kunnen worden geselecteerd op kenteken. Hierdoor is het mogelijk bepaalde in- en uitreispatronen van voertuigen of categorieën voertuigen te ontdekken, waarop vervolgens pro-actief kan worden gehandeld. In 2007 volgt een evaluatie van de proef. De resultaten van de evaluatie moeten uitwijzen of het project een structureel karakter dient te krijgen.
In de zomer van 2006 is de KMar Noord Oost gestart met een pilot Mobiel Toezicht Vreemdelingen op uitreis controle. Doel van de pilot is om de informatiepositie met betrekking tot illegaal verblijf en veiligheid te versterken. Begin 2007 zal een evaluatie volgen op basis waarvan kan worden bezien of de pilot een structureel karakter dient te krijgen.
Naar aanleiding van de diamantroof op Schiphol is het platform Beveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol (BPVS) opgericht. Eén van de werkgroepen onder dit platform buigt zich onder meer over het herinrichten van de passagiersprocessen op Schiphol met als doel een betere beveiliging van en veiligheid op Schiphol en een betere facilitering van de passagiers (snellere grenspassage). In de werkgroep zijn onder andere diverse overheidspartijen, luchthaven Schiphol en de KLM vertegenwoordigd. In 2006 zijn verschillende scenario’s voor een mogelijke herinrichting besproken. In 2007 zullen deze nader worden uitgewerkt.
Biometrie in de vreemdelingenketen/Visum Informatiesysteem
Binnen de vreemdelingenketen is eind 2004 het programma Biometrie in de Vreemdelingenketen gestart. In 2006 is een aanvang gemaakt met het gebruik van biometrie bij het gecombineerde administratieve gedeelte van de meldplicht van Vreemdelingenpolitie en COA. Verder is in 2006 het centrale biometrieregister geïmplementeerd en is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de migratie van de reeds bestaande biometrische gegevens naar het nieuwe register.
Tevens is door Justitie input geleverd voor de EU-conceptverordeningen over het Europees Visum Informatiesysteem (EU VIS) en de Consulaire Samenwerking. Beide verordeningen zullen de juridische basis vormen voor het afnemen en verwerken van biometrische kenmerken van vreemdelingen in verschillende processen in de vreemdelingenketen. Het nationaal Visum Informatiesysteem is in 2006, onder de regie van het ministerie van Buitenlandse Zaken, verder ontwikkeld. Ook hier wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke ingebruikname van het systeem. De voorbereidingen voor aansluiting op EU VIS daarentegen zijn getemporiseerd, omdat de vaststelling van de Europese verordening vertraging heeft opgelopen.
Beëindiging leefgelden ex-amv’s
Het project om de leefgelden van de ex-amv’s te beëindigen heeft bij de start in 2005 al vertraging opgelopen. Daarnaast hebben vooruitzichten betreffende de komst van een speciale regeling voor asielzoekers die nog onder de oude Vw vallen en de discussie in de Tweede Kamer hierover het project vertraagd. De Tweede Kamer heeft zich akkoord verklaard met beëindiging van het project per augustus 2007. Inmiddels is het aantal dossiers gedaald van 3 650 bij de start van het project medio 2005 tot circa 1 100 eind 2006.
Herziening en uitbreiding van de vrijwillige terugkeerregelingen in het kader van de notitie Migratie en ontwikkelingssamenwerking en vrijwillige terugkeer
Een effectief terugkeerbeleid heeft als uitgangspunt: Vrijwillig waar mogelijk, gedwongen waar nodig.
Op 1 mei 2006 zijn de nieuwe REAN-uitvoerings- en financieringsregelingen in werking getreden ter vervanging van de verouderde regelingen uit 1991. Het REAN-programma is gericht op de uitvoering van een humaan en effectief beleid voor de zelfstandige terugkeer of hervestiging van bepaalde categorieën vreemdelingen via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Voorts is de Herintegratieregeling Terugkeer (HRT) op 15 juni 2006 in werking getreden. Deze regeling vervangt de Herintegratieregeling Project Terugkeer (HRPT) en de landgebonden REAN-plus-regelingen. De HRT houdt kort gezegd in dat (ex-)asielzoekers die vóór 15 juni 2006 een asielaanvraag hebben ingediend en uiterlijk voor het einde van hun vertrektermijn een aanvraag voor zelfstandig vertrek indienen bij IOM in aanmerking kunnen komen voor een herintegratiebijdrage. Deze regeling, die bovenop de REAN-regeling komt, wordt gefinancierd vanuit het Terugkeer Migratie en Ontwikkelingsfonds van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Nationaal en internationaal terugkeerbeleid
In 2006 is verder uitvoering gegeven aan de nota «Ontwikkeling en Migratie». In dit verband heeft Justitie een workshop georganiseerd in het kader van de Intergovernmental Consultations on Asylum, Refugee and Migration Politics (IGC). Justitie heeft het voorzittersschap bekleed van de vergadering van alle lidstaten van de IGC in Amsterdam en bijgedragen aan de voorbereiding hiervan. Daarnaast is een actieve bijdrage geleverd aan de High Level Dialogue on Internationaal Migration and Development van de Verenigde Naties waar Justitie vertegenwoordigd was. Andere noemenswaardige ontwikkelingen zijn de EU-Afrika conferenties in Rabat en Tripoli waar regionale samenwerking met het oog op de migratiestromen vanuit Afrika naar de Europese zuidgrenzen is besproken. Op beide conferenties zijn afspraken gemaakt tussen de Europese landen en de Afrikaanse landen over samenwerking op het gebied van migratie, bestrijding illegale migratie en ontwikkelingssamenwerking. Deze afspraken zullen, in Europees verband, in 2007 worden uitgevoerd.
In EU-verband is in 2006 een Terug- en Overnameverdrag met Rusland gesloten. Daarnaast zijn de onderhandelingen met Oekraïne over een Terug- en Overnameverdrag afgerond en is de concepttekst tijdens de EU-Oekraïne top geparafeerd. Verder is in EU-verband voortgang geboekt in de onderhandelingen met Pakistan, al liggen er nog wel knelpunten die naar verwachting begin 2007 zijn opgelost. De onderhandelingen met Algerije en Turkije verlopen moeizaam, ondanks inspanningen van de Europese Commissie.
In Benelux-verband zijn Terug- en Overnameverdragen afgesloten met Bosnië-Herzegowina en Macedonië. De onderhandelingen met Armenië zijn afgerond. Formele ondertekening wordt in de loop van 2007 verwacht. Verder is overeenstemming bereikt over het Uitvoeringsprotocol behorende bij het Terug- en Overnameverdrag tussen de EU en Albanië en is een begin gemaakt in de onderhandelingen met Rusland over een soortgelijk protocol.
In 2006 zijn de onderhandelingen over het Europees Terugkeerfonds nagenoeg afgerond. Finale besluitvorming door de Raad dient echter nog plaats te vinden. Mede door de inzet van Justitie is er een onderhandelingsresultaat uitgekomen dat werkbaar is en dat tegemoet komt aan de Nederlandse belangen.
Capaciteit vreemdelingenbewaring | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Capaciteit vreemdelingenbewaring verdeeld naar: | 1 534 | 1 553 | 1 849 | 2 430 | 2 005 | 425 |
Vrijheidsbeneming (art 6 Vw) | 203 | 210 | 220 | 242 | 238 | 4 |
Vreemdelingenbewaring (art 59 Vw) | 1 207 | 1 276 | 1 598 | 2 137 | 1 742 | 395 |
In bewaring gestelden op politiebureau’s | 124 | 67 | 31 | 51 | 25 | 26 |
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 191 | 170 | 167 | 143 | 169 | – 26 |
Bezettingsgraad (in %) | 96,2 | 97,6 | 89,4 | 90,6 | 96,2 | – 5,6 |
Uitzetcentra | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Capaciteit uitzetcentra | 94 | 400 | 880 | 880 | 880 | 0 |
Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–) | 202 | 147 | 120 | 143 | 151 | – 8 |
In verband met het gemeentelijke vergunningenbeleid en de te treffen brandveiligheidsmaatregelen was een deel van de bewaringscapaciteit tijdelijk buiten gebruik gesteld (onder andere groot deel van het cellencomplex Schiphol en de detentieboot Kalmar). Het was noodzakelijk om voor de vreemdelingenbewaring (onbezette) capaciteit van het gevangeniswezen als frictiecapaciteit in te huren. Hierdoor is de gemiddeld gerealiseerde capaciteit van de vreemdelingenbewaring hoger uitgekomen en is door het buitengebruik stellen van een deel van de capaciteit het bezettingspercentage lager uitgekomen (90,6%).
De inzet van beide categorieën van vreemdelingenbewaring vindt in de praktijk op dezelfde locaties plaats. De bewaringsplaatsen worden zo flexibel mogelijk ingezet zodat geen onderscheid meer is te maken in de gerealiseerde prijs met betrekking tot de twee bewaringscategorieën. De lagere gerealiseerde dagprijs is onder meer het gevolg van het nog niet invoeren van een langer dagprogramma voor de uitzetcentra en de lagere exploitatiekosten van de tijdelijke detentieboten. Voorts is een positief prijsverschil ontstaan als gevolg van het afsluiten van een nieuw contract voor de inzet van detentietoezichthouders. Bovendien is door de lagere bezetting van de aanwezige capaciteit het variabele deel van de kosten lager uitgekomen. Hier staat tegenover dat er extra kosten zijn gemaakt vanwege de maatregelen in het kader van brandveiligheid.
Kengetallen terugkeer | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Volume: | ||||||
Verwijderingen Asiel | ||||||
– Zelfstandig vertrek | 2 000 | 1 541 | 4 400 | – 2 859 | ||
– Gedwongen vertrek | 1 400 | 893 | 2 200 | – 1 307 | ||
– Niet aantoonbaar vertrek | 9 100 | 7 774 | 15 400 | – 7 626 | ||
Totaal verwijderingen Asiel | 21 889 | 14 928 | 12 500 | 10 208 | 22 000 | – 11 792 |
Project Terugkeer | 6 562 | 9 964 | 9 801 | 9 000 | 801 | |
Verwijderingen niet-Asiel | ||||||
– Zelfstandig vertrek | 4 600 | 3 962 | 3 400 | 562 | ||
– Gedwongen vertrek | 14 400 | 12 421 | 17 000 | – 4 579 | ||
– Niet aantoonbaar vertrek | 13 400 | 13 694 | 13 600 | 94 | ||
Totaal verwijderingen niet-Asiel | 33 748 | 26 967 | 32 400 | 30 077 | 34 000 | – 3 923 |
Totaal verwijderingen | 55 647 | 48 457 | 54 864 | 50 086 | 65 000 | – 14 914 |
Zowel de asielverwijderingen als de niet-asiel verwijderingen zijn achtergebleven op de planning ondanks het feit dat de uitstroom uit het Project Terugkeer in 2006 hoger was dan gepland. De uitstroom uit het project bestaat voor een deel uit inwilligingen (5 417, dat is 55%) en voor het overige uit vertrek. De vertrekcijfers vanuit het Project Terugkeer zijn verwerkt in de cijfers inzake Verwijdering asiel (en eventueel niet-asiel).
Kosten IOM | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Apparaatskosten | 3 273 | 3 959 | 4 427 | 4 739 | 3 500 | 1 239 |
Uitvoeringskosten REAN/REAN+ en HRTP | 2 604 | 4 342 | 4 905 | 4 621 | 2 719 | 1 902 |
Totaal | 5 877 | 8 301 | 9 332 | 9 360 | 6 219 | 3 141 |
Aantallen IOM | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
REAN/REAN+ | 3 028 | 3 828 | 2 155 | 1 992 | 3 000 | – 1 008 |
HRPT | – | 821 | 1 444 | 923 | 2 000 | – 1 077 |
Totaal | 3 028 | 4 649 | 3 599 | 2 915 | 5 000 | – 2 085 |
Voor het eerst in de begroting 2006 zijn de aantallen opgenomen. Het blijkt dat deze eerste inschatting van de aantallen onjuist is geweest. De recente politieke ontwikkelingen in Nederland hebben er toe bijgedragen dat het aantal mensen dat vertrekt via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) een dalende reeks is geworden.
In het geraamde bedrag voor 2006 is het gedeelte dat bestemd is voor het project Terugkeer niet opgenomen. Met de financiering van het IOM is hier echter rekening mee gehouden. Dit verklaart het genoemde verschil van ruim € 3 miljoen. Daarnaast zijn de uitgaven verantwoord op basis van verstrekte voorschotten. De werkelijke uitgaven zullen zichtbaar worden nadat het IOM het verzoek tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend en daarmee de financiële verantwoording. De werkelijke kosten zullen naar verwachting lager uitvallen.
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 | 15.1 | 2004 | 2005 en 2006 | www.wodc.nl |
Evaluatie amv-beleid met betrekking tot terugkeer en MOB | 15.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nlTK 27 062, nr. 57 |
Onderzoek naar de populatie onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen (illegalen) | 15.3 | 2005 | 2006 | www.wodc.nl |
Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
art. 16 Integratie 6,8%
Integratie van etnische minderheden in de Nederlandse samenleving resulterend in gedeeld burgerschap van etnische minderheden en autochtonen.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten/Succesfactoren
Voor gedeeld burgerschap dienen minderheden te beschikken over de competenties die nodig zijn voor actieve deelname aan de samenleving. Voor nieuwkomers en oudkomers is inburgering hiervoor het aangewezen instrument. In 2006 zijn de wetgevingstrajecten voor een nieuw, meer verplichtend, inburgeringsstelsel afgerond. Nieuwkomers en niet-Nederlandse oudkomers zijn voortaan verplicht te voldoen aan de vereisten van het inburgeringsexamen. Dit examen garandeert basiskennis van het Nederlands en van de Nederlandse samenleving. Migranten die zich met een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) in ons land willen vestigen moeten in het herkomstland een voorexamen afleggen.
Jongeren uit de minderheidsgroepen die in Nederland opgroeien, verwerven hun competenties via het onderwijs. Hun onderwijsresultaten blijven echter nog achter bij die van autochtone leerlingen, maar mede als gevolg van lang volgehouden onderwijsachterstandsbeleid bereikt een steeds groter deel van hen de hoogste onderwijsniveaus.
De inhaalslag die minderheden in de jaren negentig op de arbeidsmarkt hebben gemaakt is door de conjunctuuromslag in 2001 tot stilstand gekomen. Sinds 2001 is werkloosheid weliswaar toegenomen, toch is de toename van de werkloosheid onder minderheden niet groter dan onder autochtonen. Ondanks de hogere procentuele werkloosheid is het aantal werkenden onder de minderheden in de afgelopen jaren in absolute zin toegenomen. Door het stijgende opleidingsniveau zijn de perspectieven van minderheden bij een aantrekkende werkgelegenheid gunstig.
Gedeeld burgerschap houdt ook in het aanpakken van wat onverenigbaar is met elementaire normen en waarden. Hiervan is 2006 werk gemaakt op onderwerpen als eerwraak, het bespreekbaar maken van homoseksualiteit onder minderheden, de preventie van radicalisering en de scholing en bijscholing van geestelijk bedienaren.
Gedeeld burgerschap is het overwinnen van de sociale afstand die nu nog bestaat tussen allochtonen en autochtonen. Daarvoor is nodig dat allochtonen en autochtonen meer samen doen. De &-campagne die in 2006 goed op stoom is gekomen, heeft tot doel de meerwaarde daarvan voor het voetlicht te brengen. Bovendien is in 2006 de subsidieregeling tot stand gekomen voor initiatieven ter bevordering van interetnisch contact. Discriminatie versterkt sociale afstand. Daarom is in 2006 de aanzet gegeven tot een vergroting van de effectiviteit van antidiscriminatievoorzieningen.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 469 539 | 286 397 | 218 329 | 227 453 | 320 810 | – 93 357 |
Programma-uitgaven | 330 445 | 299 034 | 251 027 | 372 245 | 320 110 | 52 135 |
16.1 Inburgering etnische minderheden | 283 323 | 240 416 | 204 459 | 319 168 | 270 070 | 49 098 |
16.1.1 Gemeenten | 283 323 | 240 416 | 204 459 | 319 168 | 270 070 | 49 098 |
16.2 Gelijke toegankelijkheid voorzieningen | 47 122 | 58 618 | 46 568 | 53 077 | 50 040 | 3 037 |
16.2.1 Sociale Verzekeringsbank (SVB) | 25 020 | 25 990 | 27 629 | 28 994 | 31 237 | – 2 243 |
16.2.2 Overig | 22 102 | 32 628 | 18 939 | 24 083 | 18 803 | 5 280 |
Ontvangsten | 8 242 | 8 494 | 2 395 | 38 031 | 5 154 | 32 877 |
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door een verandering in de registratie van de verplichtingen. De verplichtingen worden namelijk vanaf 2006 vastgelegd op het moment dat de toekenningsbrief is verzonden. Diverse verplichtingen met een kaseffect voor 2006 (de bevoorschotting van gemeenten voor inburgering in de eerste helft van 2006 en de Sociale Verzekeringsbank) zijn in 2005 aangegaan. Hierdoor is in 2006 geen toekenningsbrief uitgegaan, waardoor een grillig verloop in de stand van de aangegane verplichtingen is ontstaan.
Operationele doelstelling 16.1
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door budgettaire bijstellingen die bij 1e en 2e suppletore begrotingen 2006 zijn aangebracht. Het betreft met name extra middelen voor integratietrajecten van allochtone vrouwen in het kader van PaVEM (€ 22,5 miljoen), continuering van het oude inburgeringsstelsel in de tweede helft van 2006 (€ 38,2 miljoen) en de afrekening met gemeenten van de verleende voorschotten voor inburgering van oud- en nieuwkomers in voorgaande jaren.
Operationele doelstelling 16.2
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt voornamelijk verklaard door budgettaire bijstellingen die bij 1e en 2e suppletore begrotingen 2006 zijn aangebracht. Dit betreft onder meer extra middelen voor binding die ingezet zijn voor vergroting van de effectiviteit van de antidiscriminatievoorzieiningen en bevordering van interetnische ontmoeting.
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de ontvangsten wordt voornamelijk verklaard door ontvangsten van gemeenten bij de afrekening van de oudkomersregelingen tot en met 2004 en de Wet Inburgering Nieuwkomers 2005.
Operationele doelstelling 16.1
Personen uit etnische minderheden zijn toegerust met vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstandig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht.
De Wet inburgering is op 6 juli door de Tweede Kamer (TK 30 308, nr. A) aangenomen en op 28 november door de Eerste Kamer (EK 30 308, nr. A). De beoogde invoeringsdatum van 1 april 2006 is verschoven naar 1 januari 2007. De Tweede Kamer heeft een aantal amendementen ingediend die een verruiming inhouden van de mogelijkheden van gemeenten om aan inburgeringsplichtigen een aanbod te doen. Daarnaast is een tijdelijke regeling ontwikkeld die gemeenten de mogelijkheid biedt om ook een aanbod te doen aan genaturaliseerde Nederlanders die niet onder de Wet inburgering (Wi) vallen.
De Wet inburgering in het buitenland is medio maart 2006 in werking getreden. In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens afgenomen met een slagingspercentage van 86%.
Overgang huidig stelsel naar nieuwe Wet inburgering
Door het uitstel van de invoering van de Wet inburgering is de Wet inburgering nieuwkomers het gehele jaar 2006 van kracht gebleven en zijn de oudkomersregelingen verlengd tot 1 januari 2007. Aan gemeenten zijn middelen beschikbaar gesteld om 15 500 trajecten voor nieuwkomers en 14 000 trajecten voor oudkomers te realiseren.
In 2006 is een zestal speciale cursussen georganiseerd, waaraan ruim 100 geestelijke bedienaren hebben deelgenomen. Veel mensen hebben deelgenomen aan de terugkomdagen, die drie maanden na afsluiting van iedere cursus wordt gehouden. Op verzoek van geestelijke bedienaren is het cursusprogramma in verkorte vorm ook aan bestuursleden van moskeeën aangeboden.
In 2006 zijn tevens de voorbereidingen getroffen voor een speciaal cursusaanbod voor geestelijke bedienaren in het nieuwe inburgeringsstelsel. In het inburgeringsexamen is voor deze doelgroep een extra praktijkmodule kennis van de samenleving opgenomen.
Het beschikbare geld voor de co-financieringsregeling voor gemeenten ten behoeve van het opstarten van Europees Sociaal Fonds (ESF)-projecten kon, door de sluiting van het ESF-loket, niet langer worden gebruikt. Als compensatie hiervoor is er € 45 miljoen vrijgemaakt om het gemeenten mogelijk te maken extra inburgeringstrajecten voor allochtone vrouwen aan te bieden. In 2006 is hiervan € 18 miljoen gebruikt voor de subsidiering van een aantal pilots bij een vijftal gemeenten. De rest van de middelen is aan gemeenten beschikbaar gesteld op basis van een tweetal specifieke regelingen, één voor de G31 en één voor de NG31 gemeenten.
Beleidsmaatregel | Indicator | Streefwaarde 2006 | Realisatie 2006 |
1. Inburgeringsexamen buitenland | Aantal MVV’s regulier | 20 200 | 22 884 |
Aantal inburgeringsexamens in het land van herkomst | 13 000 | 3 000 | |
2. Aanbieden inburgeringstrajecten nieuwe inburgeringsplichtigen (nieuw stelsel inburgering) | Aantal vastgestelde trajecten nieuwe inburgeringsplichtigenAantal geslaagde nieuwe inburgeringsplichtigen | 3 900390 | 00 |
3. Aanbieden inburgeringstrajecten oudkomers (nieuwe stelsel inburgering) | Aantal vastgestelde trajecten voor oudkomersAantal geslaagde oudkomers | 27 3002 730 | 00 |
4. Handhaving nieuwe inburgeringsplichtigen (nieuwe stelsel inburgering) | Aantal handhavingenAantal geslaagd | 7 700770 | 00 |
5. Faciliteren oudkomers die zichzelf voorbereiden op examen, met name zelfmelden of handhaving (nieuwe stelsel inburgering) | Aantal oudkomers (met name zelfmelders) dat voor de eerste keer examen doetAantal oudkomers (met name zelfmelders) dat slaagt | 20001 300 | 00 |
6. Effectieve uitvoering Wet Inburgering Nieuwkomers (huidig stelsel inburgering) | Percentage bereikte nieuwkomers | 88% | 90% |
Uitvalpercentage bij nieuwkomers | 11% | 5% | |
7. Gemeenten in staat stellen een oudkomersbeleid te voeren (huidig stelsel inburgering) | Het aantal oudkomers dat een inburgeringstraject heeft afgerond | 11 000 | 11 000 |
Het aantal inburgeringsexamens in het land van herkomst blijft ver achter bij de streefwaarde. De Wet inburgering buitenland is pas medio maart in werking getreden. Na de introductie van deze wet is het aantal MVV-aanvragen sterk teruggelopen. Deze teruggang is terug te zien in het aantal afgelegde examens. Hoewel het aantal examens in de laatste maanden van het jaar wel een stijgende lijn vertoont, blijft het jaartotaal ver achter bij de streefwaarde. Wel kan worden geconstateerd dat het aantal examens een stijgende lijn vertoont. Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 zijn in 2006 geen inburgeringstrajecten en inburgeringsexamens in het kader van het nieuwe stelsel gerealiseerd.
De uitvoering van de Bestuurlijke Arrangementen Antilliaanse Risicojongeren is in 2006 in volle gang gekomen. In totaal worden in de 21 Antillianengemeenten 123 projecten uitgevoerd die zich richten op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Op 6 september is Team Ondersteuning Participatie in Antillianengemeenten (TOPA) geïnstalleerd. Deze commissie gaat een brugfunctie vervullen tussen de gemeenten en de lokale Antilliaanse gemeenschap om de participatie van laatstgenoemde bij de uitvoering van de Bestuurlijke Arrangementen te ondersteunen en te stimuleren. Daarnaast is de Verwijsindex Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld. Deze is ingesteld om de informatiepositie van de gemeenten te verbeteren en dient als ondersteuning van de integrale persoonsgerichte aanpak van de Antilliaanse risicojongeren.
In het kader van Operatie Jong is het advies «Diversiteit in het jeugdbeleid» uitgebracht. Hierin wordt ingegaan op welke wijze de jeugdvoorzieningen effectiever kunnen zijn in hun bereik en aanpak van allochtone jongeren en hun ouders.
Tot slot is het kabinetsstandpunt «Marokkaanse jeugd» in het voorjaar naar de Tweede Kamer gezonden (TK 28 684, nr. 89).
Het plan van Aanpak Emancipatie en Integratie van vrouwen uit etnische minderheden is dit jaar beëindigd. Het beoogde aantal van 20 000 vrouwen dat geactiveerd zou worden is gehaald. De meeste grote gemeenten zijn inmiddels uitgerust met instrumenten en methodieken om de doelgroep te bereiken.
In het kader van het Actieplan Nieuw Ondernemerschap is gestart met het deelproject deskundigheidsbevordering van Kamers van Koophandel, MKB Nederland en VNO-NCW in wervingsmethodieken en communicatie met nieuwe ondernemers. De training moet leiden tot betere werving, communicatie en marketing van deze organisaties richting etnische ondernemers.
Operationele doelstelling 16.2
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen.
In 2006 is de facilitering op grond van de Remigratiewet van degenen die willen remigreren, maar deze wens niet zelfstandig kunnen realiseren, voortgezet.
Aantal gefaciliteerden | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 20061 | 2006 | ||
Eenmalige reis- en vervoerskosten en kosten hervestiging | 235 | 330 | 344 | 378 | 340 | 38 |
Periodieke uitkering 2 | 7 902 | 8 590 | 9 216 | 9 691 | 10 540 | – 849 |
1 Dit betreft voorlopige cijfers van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De jaarrekening van de SVB met definitieve cijfers verschijnt op 1 juli 2007.
2 Inclusief remigratie-uitkeringen die (gedeeltelijk) worden gekort.
Versterken binding allochtonen en autochtonen
Eind september 2006 is stimuleringsregeling «Ruimte voor Contact» in werking getreden. Met deze regeling worden lokale initiatieven voor ontmoeting en contact tussen etnische minderheden en autochtonen in multifunctionele wijk- en buurtaccommodaties bevorderd. Hiervoor is jaarlijks een budget van € 4 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de regeling bestaat grote belangstelling. In 2006 zijn 250 subsidieaanvragen ingediend en zijn al 30 projecten gestart.
Een landelijk dekkend netwerk van antidiscriminatievoorzieningen
Voor de herstructurering van de infrastructuur voor antidiscriminatie heeft het kabinet € 6 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. Het is de bedoeling dat er een landelijke dekkend netwerk van antidiscriminatievoorzieningen wordt gerealiseerd. Voor 2006 is een overbruggingsmaatregel getroffen. De extra middelen zijn voor deze periode verdeeld over het gemeentefonds en het provinciefonds. Met gemeenten waar al een antidiscriminatievoorziening aanwezig is, zijn convenanten afgesloten om de dienstverlening in stand te houden en de kwaliteit hiervan te verbeteren. Met provincies zijn convenanten afgesloten voor het opvullen van de «witte plekken» waar burgers nog geen toegang hebben tot een antidiscriminatievoorziening.
Start imamopleiding in Nederland
In 2006 is er een doorbraak gekomen op het punt van studies die kunnen opleiden tot imam in Nederland. Inmiddels zijn drie opleidingstrajecten gestart die kunnen voorzien in hoog opgeleide imams die de Nederlandse taal machtig zijn: bij de VU-Amsterdam, de hogeschool INHOLLAND en de universiteit van Leiden.
Vergroten weerbaarheid tegen radicaliseringinvloeden
Het actieprogramma tegen radicalisering is ruim een jaar in werking. De uitvoering ervan wordt gedragen door de LOM-organisaties, het instituut FORUM en moslimkoepelorganisaties. Voor 2006 is € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze programma’s. In totaal zijn zo’n 30 projecten in uitvoering die tot doel hebben jongeren, ouders, imams en professionals te betrekken bij de preventie van radicalisering.
De integratiecampagne heeft tot doel de Nederlandse bevolking bewust te maken van het feit dat de samenleving uit verschillende bevolkingsgroepen bestaat en het laten zien van voorbeelden van positieve interactie tussen hen. Aansprekende goede voorbeelden van interculturele interactie zijn het «voertuig» waarmee de boodschap van de integratiecampagne wordt overgebracht. Ondertussen zijn 640 goede voorbeelden verzameld op de websitewww.en.nl. Deze voorbeelden zijn op verschillende manieren voor het voetlicht gebracht; via ingekochte media, via &-initiatieven als KNVB en ROC, via samenwerking met partners, zoals bijvoorbeeld de Telegraaf, die onder lezers ook 101 goede voorbeelden inzamelt en uitdraagt voor de campagne. Ook de &-ambassadeurs hebben zich ingezet om de boodschap van de &-campagne uit te dragen.
Gedurende de looptijd van de campagne wordt gemonitord op aspecten als bereik, kennis en houding. De resultaten zijn positief. Circa 75% van de respondenten geeft aan de &-campagne te kennen.
Beleidsmaatregel | Indicator | Basiswaarde 2006 | Streefwaarde 2006 | Realisatie 2006 |
Integratiecampagne | Aantal initiatieven | 8 | 12 | |
Bekendheid veel positieve voorbeelden | Nulmeting 34,4% | Verbetering ten opzichte van de nulmeting | 37,6% |
Invoering naturalisatieceremonie
Met ingang van 1 januari 2006 geldt een verplichting voor gemeenten om een naturalisatieceremonie te houden. In ieder geval op 24 augustus, de dag die is aangewezen als nationale naturalisatiedag. Tijdens een feestelijke bijeenkomst wordt aan nieuwe Nederlanders het besluit uitgereikt waarmee zij Nederlander worden. Vanaf 1 oktober 2006 zijn naturalisanten en optanten verplicht om deel te nemen aan deze ceremonie. Als tegemoetkoming in de uitvoeringskosten wordt aan gemeenten jaarlijks € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld via het gemeentefonds. Ter voorbereiding van de evaluatie van de naturalisatieceremonie medio 2008 is in november 2006 de monitor naturalisatieceremonie gestart.
Omschrijving | Doelstelling | Start | Afgerond | Vindplaats |
Integratiekaart monitoring integratie 2006 | 16.1 | 2006 | 2006 | www.wodc.nl |
Zesde SPVA | 16.1 | 2006 | 2007 | www.scp.nl |
Research synthese onderzoeken op het terrein van migratie en integratie | 16.1 | 2006 | 2007 | www.wodc.nl |
Totaal realisatie begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
art. 17 Internationale rechtsorde 0,03%
Bevorderen van de totstandkoming van een Europese en internationale rechtsorde.
Doelbereiking en maatschappelijke effecten
Justitie heeft op verschillende manieren bijgedragen aan de inzet van Nederland op het totstandkomen van deugdelijke EU- en internationale regelgeving. Enerzijds gebeurde dat door de betrokkenheid bij de totstandkoming van de hieronder aangehaalde Europese en internationale rechtsinstrumenten. Anderzijds werd meer in het algemeen ingezet op een verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving, een onderwerp dat aandacht behoeft bij alle Europese voorstellen tot regelgeving.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 1 726 | 1 814 | 1 846 | 1 873 | 1 765 | 108 |
Apparaat-uitgaven | 1 769 | 1 817 | 1 847 | 1 873 | 1 765 | 108 |
17.1 Internationale regelgeving | 1 769 | 1 817 | 1 847 | 1 873 | 1 765 | 108 |
17.1.1 Directie Wetgeving | 1 769 | 1 817 | 1 847 | 1 873 | 1 765 | 108 |
Ontvangsten | 78 | 42 | 1 | 68 | 0 | 68 |
Operationele doelstelling 17.1
Het bijdragen aan de inzet van Nederland aan de totstandkoming van deugdelijke EU- en internationale regelgeving alsmede de verbetering van samenwerking in EU-verband en op internationaal niveau.
Het Kaderbesluit inzake confiscatie van opbrengsten van een misdrijf is vastgesteld. Over het Kaderbesluit inzake het Europees bewijsverkrijgingsbevel is een politiek akkoord bereikt. De Richtlijn inzake het bewaren van verkeersgegevens is totstandgekomen.
Aan verschillende bestaande maar ook nieuw geïntroduceerde Europese instrumenten op het gebied van vreemdelingenrecht, grensbewaking en mensenrechten zijn beleidsinhoudelijke en wetstechnische bijdragen geleverd. Op het terrein van mensenrecht is vooral veel aandacht besteed aan de rapportageverplichtingen die op Nederland rusten.
Op het terrein van het privaatrecht kwamen in 2006 tot stand de 2e richtlijn kapitaalbescherming, de 4e en 7e richtlijn jaarrekeningrecht, de verordening inzake een Europees betalingsbevel en het verdrag inzake de uitwisseling van gegevens van de burgerlijke stand in verband met het geregistreerd partnerschap.
Kwaliteit Europese regelgeving
In het kader van de Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) werd op initiatief van Justitie begonnen met het opstellen van richtsnoeren voor de kwaliteit van Europese regelgeving. De ICER brengt in kaart op welke wijze de afspraken die tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie gemaakt zijn over de kwaliteit van Europese regelgeving het beste in de praktijk kunnen worden gebracht door Nederland. Daarnaast werd enkele malen met vertegenwoordigers van de Europese Commissie gesproken over de richting van het Europese beleid inzake beter wetgeven.
Herijking internationale functie
Justitie wil de Financiële Programma’s 2007–2013 benutten om meer nationale en Europese samenwerking te realiseren. In 2006 is onderzocht hoe de Justitieorganisatie daarvoor het beste kan worden toegerust. In 2007 zal op grond van de onderzoeksuitkomst de organisatie worden aangepast.
Ondersteuning derde landen en uitbreiding van de Europese Unie
Ten behoeve van de zes prioriteitslanden van het ministerie van Justitie (Turkije, Marokko, Suriname, Roemenië, Bulgarije en Kroatië) is een samenhangend ondersteuningbeleid ontwikkeld. Tevens is daarbij aandacht gegeven aan de coördinatie van de bilaterale relaties en de externe betrekkingen van deze landen.
Onderhandelingen gaande | Politiek akkoord | Vaststelling | Opmerkingen | |
Internationale regelgeving | ||||
Europese Unie | ||||
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van | ||||
Kaderbesluit confiscatie van opbrengsten misdrijf | Afgerond | Juli 2006 | November 2006 | Implementatie-wetgeving in voorbereiding |
Kaderbesluit Europees bewijsverkrijgingsbevel | Afgerond | Oktober 2006 | Juli 2007 | |
Kaderbesluit procedurele waarborgen strafproces | Voortgezet | Onbekend | n.v.t. | Onderhandelingen lopen zeer stroef |
Onderhandelingen gaande | Politiek akkoord | Vaststelling | Opmerkingen | |
Internationale regelgeving | ||||
Europese Unie | ||||
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van | ||||
PNR overeenkomst VS/EU | Onderhandelingen over nieuw verdrag | |||
EU-richtlijn minmumnormen terugkeer | Onderhandelingen | Eerste lezing | ||
Kaderrichtlijn rechten derde landers op de arbeidsmarkt en vier specifieke richtlijnen (onder andere kennismigranten) | Onderhandelingen | |||
Verordening rapid intervention teams | ||||
EU-verordening visuminformatie- systeem en uniforme verblijfstitels | Onderhandelingen | |||
EU-verordening inzak visa | Onderhandelingen | |||
EU-verordeningen inzake gemeenschappelijke consulaire instructies | Onderhandelingen | |||
EU-Grondrechtenbureau (verordening en besluit) | Onderhandelingen | |||
VN | ||||
Implementatie VN Vuurwapenprotocol in EU-richtlijn 91/477 | ||||
Evaluatie EU-richtlijn 91/477 | ||||
Gehandicapten-verdrag | Afgerond/gereed | |||
Facultatief Protocol bij Ecosul-verdrag | Onderhandelingen | |||
Facultatief Protocol bij CAT-verdrag | Onderhandelingen | |||
Rapportage CERD-verdrag | Voorbereiding | |||
Rapportage BUPO-verdrag | Hoorzitting | |||
Rapportage Ecosul-verdrag | Hoorzitting | |||
Rapportage IVRK-verdrag (kinderrechten) | Voorbereiding | |||
Rapportage CEDAW-verdrag (vrouwenrechten) | Voorbereiding |
Onderhandelingen gaande | Politiek akkoord | Vaststelling | Opmerkingen | |
Internationale regelgeving | ||||
Europese Unie | ||||
Onderhandelingen vinden plaats op het terrein van | ||||
Richtlijn internationale zetelverplaat- sing | Onderhandelingen | Mogelijk officieel voorstel in 2007 | ||
Actieplan corporate governance | Onderhandelingen | Besprekingen in Brussel | ||
2e richtlijn kapitaalbescherming | Onderhandelingen | Vastgesteld | ||
4e en 7e richtlijn jaarrekeningrecht | Onderhandelingen | Vastgesteld | ||
Richtlijn collectief beheer auteursrecht | Moet nog worden ingediend | Besprekingen over aanbeveling | ||
Richtlijn actualisering acquis communautaire auteursrecht | Moet nog worden ingediend | In 2007 | ||
Verordening toepasselijk recht niet-contractuele verbintenissen | Onderhandelingen | Loopt | ||
Richtlijn small claims | Onderhandelingen | Loopt | ||
Verordening alternatieve geschillenbeslechting | Onderhandelingen | Loopt | ||
Verordening inzake een Europees betalingsbevel | Moet nog worden ingediend | Vastgesteld | ||
Verordening toepasselijk recht verbintenissen uit overeenkomst | Moet nog worden ingediend | Onderhandelingen | ||
Algemeen referentiekader voor het contractenrecht | Moet nog worden ingediend | Project loopt | ||
Voorstel inzake onderhoudsverplich- tingen | Moet nog worden ingediend | Onderhandelingen | ||
Voorstel inzake erfopvolging | Moet nog worden ingediend | Indiening loop 2007 | ||
Voorstel toepasselijk recht op echtscheiding | Moet nog worden ingediend | Ingediend 2006 | ||
Voorstel toepasselijk recht op huwelijksvermogensregime | Moet nog worden ingediend | Groenboek beantwoord | ||
Herziening Europees Verdrag inzake adoptie | Onderhandelingen | Loopt | ||
De volgende verdragsonderhande- lingen hebben plaatsgevonden in 2006 | ||||
Verdrag rechten omroeporganisaties | Onderhandelingen | Loopt in 2007 door | ||
Verdrag audiovisuele sector | Onderhandelingen | Ligt stil | ||
Wijziging Zeevaartverdrag (Hague Visby en Hamburg rules) | Onderhandelingen | Zie Uncitral | ||
Forumkeuzeverdrag | Onderhandelingen | Besprekingen over toetreding EU | ||
Alimentatieverdrag | Onderhandelingen | Loopt | ||
Verdrag inzake de uitwisseling van gegevens van de burgerlijke stand in verband met het geregistreerd partnerschap | Onderhandelingen | Vastgesteld | ||
Verdrag inzake de overeenkomst voor goederenvervoer in de zeevaart | Onderhandelingen | Loopt | ||
Faillissementsverdrag | Onderhandelingen | Loopt |
HOOFDSTUK 6 – NIET-BELEIDSARTIKELEN
Totale begrotingsuitgaven € 5 709,3 miljoen
Niet-beleidsartikelen: 3,7%
Niet-beleidsartikel 91.1 Algemeen
Effectieve besturing van het Justitie-apparaat.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 201 353 | 223 010 | 235 183 | 201 074 | 195 820 | 5 254 |
Programma-uitgaven | 9 669 | 16 972 | 36 193 | 27 427 | 36 729 | – 9 302 |
91.1 Algemeen | 9 669 | 16 972 | 36 193 | 27 427 | 36 729 | – 9 302 |
91.1.1 Effectieve besturing van het Justitie apparaat | 9 669 | 16 972 | 36 193 | 27 427 | 36 729 | – 9 302 |
Apparaat-uitgaven | 205 742 | 213 652 | 197 482 | 181 034 | 159 772 | 21 262 |
91.1 Algemeen | 205 742 | 213 652 | 197 482 | 181 034 | 159 772 | 21 262 |
91.1.1 Effectieve besturing van het Justitie apparaat | 205 742 | 213 652 | 197 482 | 181 034 | 159 772 | 21 262 |
Ontvangsten | 14 056 | 16 273 | 32 131 | 9 256 | 8 467 | 789 |
Op het niet-beleidsartikel 91.1 Algemeen zijn in de eerste plaats de apparaatsuitgaven voor het ministerie van Justitie opgenomen. Naast de apparaatsuitgaven worden op dit artikel ook de uitgaven verantwoord die samenhangen met (de huisvesting van) Europol en Eurojust en de uitgaven schadeloosstellingen aan derden, waaronder begrepen de uitgaven voor onrechtmatige detentie en de vergoedingen voor TBS-passanten.
Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de uitgaven.
In totaal bedraagt het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 ruim € 12 miljoen. De verschillen tussen de geraamde budgetten in de begroting en de uiteindelijke realisatie zijn het gevolg van een groot aantal kleine en grote tegenvallers en meevallers. Hieronder worden alleen de voornaamste gespecificeerd:
– om de budgetten op het loon- en prijspeil voor 2006 te brengen is loon- en prijsbijstelling toegevoegd ter grootte van € 4 miljoen;
– groei van de uitgaven voor onrechtmatige detentie en schadeloosstellingen door meer en hogere toekenningen door de rechter, circa € 2,5 miljoen;
– extra uitgaven in verband met het Shared Service Center ICT en voor Junet2 (€ 5,2 miljoen);
– vertraging en overloop bij diverse uitgaven en projecten onder meer op het gebied van informatisering en personeel (circa € 5 miljoen);
– pas bij Voorjaarsnota 2006 beschikbaar gekomen gelden voor onder andere biometrie (€ 3 miljoen);
– extra uitgaven voor huisvesting, ICT-projecten en wegwerken archiefachterstanden.
Niet-beleidsartikel 92.1 Nominaal en onvoorzien
Nominaal en onvoorzien.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | – 930 | 930 |
Apparaat-uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | – 930 | 930 |
92.1 Nominaal en onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | – 930 | 930 |
92.1.1 Nominaal en onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | – 930 | 930 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Niet-beleidsartikel 93.1 Geheim
Geheime uitgaven.
Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
Realisatie | Begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Verplichtingen | 1 286 | 2 375 | 2 515 | 1 657 | 1 969 | – 312 |
Programma-uitgaven | 1 287 | 2 375 | 2 515 | 1 657 | 1 969 | – 312 |
93.1 Geheim | 1 287 | 2 375 | 2 515 | 1 657 | 1 969 | – 312 |
93.1.1 Geheime uitgaven | 1 287 | 2 375 | 2 515 | 1 657 | 1 969 | – 312 |
Ontvangsten | 58 | 24 | 215 | 46 | 0 | 46 |
HOOFDSTUK 7 – BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF
Ministerie van Justitie
Verslagjaar 2006
De Minister van Justitie verklaart dat:
In het begrotingsjaar 2006 is, uitgaande van het normenkader bedrijfsvoering, op een gestructureerde wijze aandacht besteed aan de primaire- en ondersteunende processen en de hiermee samenhangende beheertaken bij het ministerie van Justitie.
Op basis van een risicoanalyse is een systematische afweging gemaakt inzake de in te zetten instrumenten van sturing en beheersing. Dit omvat mede het vaststellen van het van toepassing zijnde normenkader en de uitgangspunten voor opname van de relevante aandachtspunten in deze managementparagraaf.
Een en ander heeft in het verslagjaar geresulteerd in beheerste bedrijfsprocessen. Daarbij zijn de volgende punten van aandacht naar voren gekomen:
totstandkoming beleidsinformatie
De aggregatie van beleidsinformatie in het kader van de begroting is onvoldoende reproduceerbaar en informatiesystemen ter ondersteuning van ketenprocessen dienen meer op elkaar te worden afgestemd. Er is een project gestart om de centrale regie op de (bestuurlijke) informatievoorziening bij Justitie te verbeteren. Overigens is de informatie die geaggregeerd is wel betrouwbaar en wordt derhalve niet als tekortkoming maar als een aandachtspunt aangemerkt.
Naar aanleiding van de Schipholbrand zijn er diverse maatregelen getroffen om de brandveiligheid te verbeteren. Alle panden worden door de RGD gescand op brandveiligheid. Hiertoe worden eerst de panden onderzocht met niet-zelfredzamen, zoals PI’s, AC’s en rechtbanken met een celfunctie. Daarna worden de andere panden onderzocht in aflopende volgorde van urgentie. De minder risicovolle objecten worden naar verwachting in 2008 gescand en afgerond. Naast de technische aanpassingen worden er ook maatregelen getroffen op het gebied van de Bedrijfshulpverlening. Per sector wordt een registratiesysteem ingevoerd waarin plannen, procedures, oefeningen en rapportages worden vastgelegd. Ter verbreding van veiligheidvergrotende maatregelen wordt een inventarisatie uitgevoerd naar legionellagevoelige ruimten. De RGD zal geactualiseerde legionellabeheersplannen opstellen, waarin wordt onderzocht of de bestaande installaties en controlemaatregelen afdoende zijn.
Daarnaast hebben zich de volgende knelpunten voorgedaan die buiten mijn verantwoordelijkheidsgebied liggen én een belemmering (kunnen) vormen voor het leveren van mijn prestaties:
veiligheidsonderzoeken vertrouwensfuncties
Zowel het OM als de DJI melden dat de AIVD achterstanden heeft bij het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken vertrouwensfuncties. Hoewel er geen signalen zijn dat hierdoor risico’s zijn gelopen, zal in overleg met de AIVD worden bezien hoe de achterstanden sneller kunnen worden ingelopen.
De bovengenoemde punten verdienen de aandacht maar zijn niet zodanig dat deze een bedreiging vormen voor de goede uitvoering van de justitietaken. Ik heb er alle vertrouwen in dat de getroffen maatregelen effect sorteren. De bedrijfsvoering van Justitie voldoet, met inachtneming van bovenstaande punten, aan de daaraan te stellen eisen.
De Minister van Justitie
HOOFDSTUK 8 – TOEZICHTRELATIE ZBO/RWT
ZBO/RWT | ZBO | RWT | Actor | Realisatie 2006 | Begroting 2006 | Verschil |
1. Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) | X | X | 13.5.2 | 13 397 | 17 210 | – 3 813 |
2. Vereniging Slachtofferhulp Nederland (SHN) | X | 13.5.1 | 12 438 | 12 063 | 375 | |
3. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) | X | X | 14.1.2 | 3 265 | 16 974 | – 13 665 |
4. College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) | X | 12.1.3 | 5 297 | 5 257 | 40 | |
5. Commissie Gelijke Behandeling (CGB) | X | 12.1.3 | 4 382 | 4 996 | – 614 | |
6. Raden voor de Rechtsbijstand (RRB) | X | X | 12.2.1 | 394 603 | 375 648 | 18 955 |
7. Bureau Financieel Toezicht (BFT) | X | X | 12.2.2 | 4 641 | 4 529 | 112 |
8. Particuliere Jeugdinrichtingen | X | 14.2.1 | 174 970 | 154 613 | 20 357 | |
9. Particuliere TBS-inrichtingen | X | 13.4.2 | 138 805 | 117 317 | 21 488 | |
10. HALT-bureau’s | X | 14.2.3 | 11 761 | 11 913 | – 152 | |
11. Reclasseringsorganisaties | X | 13.4.3/13.4.4 | 160 064 | 180 565 | – 20 501 | |
12. Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) | X | X | 15.2.1 | 478 496 | 418 052 | 60 444 |
13. Nidos | X | X | 14.3.1/14.3.2 | 35 480 | 45 971 | – 10 491 |
14. College van Toezicht Auteursrechten | X | – | – | – | – | |
15. Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming | X | 13.4.6 | 2 660 | 2 467 | 193 | |
16. College van Toezicht op de Kansspelen (CvTK) | X | 13.1.2 | 467 | 468 | – 1 |
ad 1. Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 wordt verklaard door een geringer aantal uitgekeerde tegemoetkomingen voor materiële en immateriële schade dan begroot. Tevens was sprake van een lager gemiddeld bedrag per betaalde tegemoetkoming dan aanvankelijk was begroot.
ad 3. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
Het verschil van € 13,7 miljoen tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is in hoofdzaak het gevolg van het intrekken (brief van de Minister van Justitie aan de Tweede Kamer d.d. 9 november 2006) van het wetsvoorstel Herziening Kinderalimentatie (TK 29 480, nr. 15). Voor de uitvoering van dit wetsvoorstel was voor 2006 een bedrag geraamd van € 13,4 miljoen.
ad 5. Commissie Gelijke Behandeling
De personele uitgaven zijn circa € 0,3 miljoen lager uitgekomen door vacatures en een lager gemiddelde loonsom dan vooraf was gecalculeerd. De materiële uitgaven zijn eveneens circa € 0,3 miljoen lager uitgekomen. De oorzaken hiervan zijn in hoofdzaak vertraging en minder noodzakelijke inzet bij een aantal projecten en onderzoeken, alsmede lagere inzet van plaatsvervangend commissieleden.
ad 6. Raden voor Rechtsbijstand
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is met name ontstaan door een autonome groei van het aantal civiele- en straftoevoegingen en btw-compensatie van de tolkendiensten.
ad 8. Particuliere jeugdinrichtingen
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de particuliere justitiële jeugdinrichtingen is voornamelijk te verklaren door:
– met ingang van 2006 worden extra middelen ingezet voor de kwaliteitsverbetering van de PIJ-maatregel;
– er zijn extra middelen ingezet voor maatregelen in het kader van de brandveiligheid (onder andere extra personeel Bedrijfshulpverlening (BHV) en bouwsubsidies voor gebouwelijke aanpassingen);
– middels een bouwsubsidie is de aankoop van grond gefinancierd ten behoeve van de bouw van een nieuwe inrichting in de randstad.
ad 9. Particuliere TBS-inrichtingen
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 bij de particuliere TBS-inrichtingen is voornamelijk te verklaren door:
– er zijn in 2006 meer plaatsen in de particuliere sector gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd;
– er zijn extra middelen ingezet voor maatregelen in het kader van de brandveiligheid;
– er zijn aanloopkosten gemaakt met betrekking tot de nieuwe capaciteitsuitbreidingen uit de begroting 2007.
ad 10. HALT-bureau’s
De reorganisatie van de Halt-bureau’s is in 2006 bijna afgerond. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de desbetreffende passage onder operationele doelstelling 14.2.
ad 11. Reclasseringsorganisaties
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 van € 20 miljoen is voornamelijk te verklaren door:
– de vertraging van de invoering van de wet Voorwaardelijke Invrijheidstelling (VI) (€ 10 miljoen). Het wetsvoorstel VI ligt nog te wachten op afronding ter parlementaire behandeling;
– de onderuitputting bij de ISD (€ 3 miljoen) is veroorzaakt doordat in 2006 op de middelen die bestemd waren voor de financiering van extramurale ISD-plaatsen een beperkte aanvraag vanuit de gemeenten heeft plaatsgevonden;
– de implementatie bij het ontwikkeltraject voorwaardelijke sancties (€ 2 miljoen) heeft vertraging opgelopen;
– een budgetoverheveling van circa € 5 miljoen naar het CJIB voor de ontwikkeling van het systeem CEDEX.
ad 12. Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers
Door een hogere instroom en een lagere uitstroom van asielzoekers dan was geraamd, is de bezetting van het COA uiteindelijk hoger uitgevallen dan aanvankelijk werd geraamd. Hierdoor werd € 50 miljoen meer uitgegeven.
Naast het COA draagt ook Nidos bij aan het levensonderhoud van asielzoekers. Dit zijn de ex-amv’s die 18 jaar zijn geworden. Deze groep ontvangt via het Nidos leefgelden die na het bereiken van de 18-jarige leeftijd dient te worden stopgezet. Hiertoe is in 2005 een project opgezet waarin het COA en Nidos zijn betrokken. Als gevolg van een rechterlijke uitspraak en een uitloop van het project is het aantal ex-amv’s waaraan Nidos leefgeld dient te verstrekken hoger was dan voorzien. Nidos kan pas stoppen met het betalen van leefgelden aan een ex-amv wanneer het COA een beëindigingsbesluit heeft opgesteld.
ad 13. Nidos
Het verschil tussen de vastgestelde begroting 2006 en de realisatie over 2006 is voornamelijk het gevolg van enerzijds een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang en anderzijds een afspraak met de stichting Nidos de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.
ad 14. College van Toezicht Auteursrechten
Het College van Toezicht op de Auteursrechten is op 15 juli 2003 opgericht. De begroting van het College verloopt niet via Justitie. Het College wordt bekostigd door de organisaties waarop het toezicht wordt gehouden.
HOOFDSTUK 9 – RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK
Hieronder zijn de realisatiegegevens weergegeven over het aantal afgedane zaken door de rechtspraak en de doorlooptijden in het jaar 2006. In het jaarverslag van de Rechtspraak, uitgebracht door de Raad voor de rechtspraak, dat tevens aan de Staten-Generaal wordt aangeboden, wordt meer gedetailleerd ingegaan op de diverse ontwikkelingen binnen de rechtspraak in 2006.
Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006 | ||
Totaal1 | 1 708 957 | 1 741 600 | 1 751 421 | 1 648 266 | 103 155 |
Gerechtshoven | |||||
Civiel | 12 285 | 13 040 | 14 417 | 12 910 | 1 507 |
Straf | 36 971 | 39 905 | 39 285 | 38 777 | 508 |
Belasting | 17 922 | 13 079 | 4 906 | 6 430 | – 1 524 |
Rechtbanken | |||||
Civiel | 250 833 | 256 347 | 258 173 | 248 679 | 9 494 |
Straf | 234 523 | 219 544 | 221 802 | 235 639 | – 13 837 |
Bestuur (excl. VK) | 48 135 | 50 912 | 50 229 | 51 969 | – 1 740 |
Bestuur (VK) | 87 032 | 71 402 | 62 189 | 65 299 | – 3 110 |
Kanton | 1 012 807 | 1 059 696 | 1 065 792 | 961 856 | 103 936 |
Belasting | 0 | 8 796 | 26 692 | 18 752 | 7 940 |
Bijzondere colleges | |||||
Centrale Raad van Beroep | 7 212 | 7 733 | 7 936 | 7 955 | – 19 |
College van Beroep voor het bedrijfsleven | 1 237 | 1 146 | 1 002 | pm | – |
1 Totaal Productie 2006 is exclusief de productie College van Beroep voor het bedrijfsleven in verband met de vergelijkbaarheid ten opzichte van de begroting 2006.
Op basis van de instroomprognose van de Raad voor de rechtspraak is in 2005 berekend welke extra productie in 2006 noodzakelijk was. Dit heeft op grond van het geldende bekostigingsbesluit geleid tot de vaststelling van een bijbehorend aanvullend budget. Het daadwerkelijk aan de Raad voor de rechtspraak toegekende budget in de Justitiebegroting was lager dan in de begroting van de Raad voor de rechtspraak was gevraagd.
Het totale aantal afgedane zaken (de totale absolute productie) van de rechtspraak nam in 2006 met 1% toe ten opzichte van 2005. In 2005 was de toename 2%. Ten opzichte van de begroting 2006 is sprake van een meerproductie van het aantal afgehandelde zaken van ongeveer 6%. De instroom van zaken in eerste aanleg lag circa 1% boven de productie. Daarnaast konden de gerechten de instroom van zaken in eerste aanleg niet helemaal verwerken. Tenslotte bleef het aantal aangebrachte strafzaken duidelijk achter bij de in de convenanten met het Openbaar Ministerie afgesproken aantallen.
Opvallende uitschieter bij de gerechtshoven zijn de belastingzaken met een sterke productiedaling. Vanaf 1 januari 2005 behandelen de gerechtshoven alleen de belastingzaken in appel. Dit verklaart de neerwaartse trend van het aantal afgehandelde belastingzaken in 2006, welke nog eerste aanleg zaken van voor 1 januari 2005 betreffen. Vanaf gelijke datum worden nieuwe belastingzaken door de rechtbanken behandeld, alwaar een stijging valt te constateren.
Opvallende uitschieters bij de rechtbanken zijn de vreemdelingenzaken met een sterke productiedaling en de belastingzaken met een sterke productiegroei.
Het aantal afgehandelde vreemdelingenzaken was in 2005 relatief hoog vanwege het wegwerken van voorraden. In 2006 was er geen sprake meer van het wegwerken van voorraden, waardoor de productie daalde.
Bij belastingzaken was het tegenovergestelde het geval. In 2005 kregen de rechtbanken voor het eerst met een instroom 1e aanlegzaken te maken. Deze kwam pas in de loop van het jaar op gang. De afhandeling loopt daardoor vanzelfsprekend achter bij de instroom en is pas volledig zichtbaar in 2006. In 2006 het reguliere afhandelingsvolume op peil gekomen. Dit verklaart de productietoename voor deze zaken.
De gerealiseerde productie vertaalt in kosten (x de prijzen per soort zaak) was in omvang vrijwel gelijk aan de gemaakte afspraken. Echter in de samenstelling van deze omvang was het aantal «lichtere zaken» relatief meer en het aantal «zwaardere zaken» relatief minder. De Rechtspraak heeft hierdoor voor een bedrag van € 9 miljoen minder geproduceerd dan was afgesproken. Deze minderproductie wordt tegen 70% van de prijs per zaak afgerekend. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de egalisatierekening.
Zaakstype (gebaseerd op Lamicie) | Realisatie | Verschil | ||
---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2006–2005 | |
Rechtbank | ||||
Sector civiel | ||||
Handelszaak met verweer | 587 | 577 | 524 | -9% |
Handelszaak zonder verweer | 34 | 33 | 35 | 7% |
Beschikking op verzoekschrift | 57 | 65 | 61 | – 6% |
Faillissement | 720 | 1 057 | 1 130 | 7% |
Scheidingszaak | 117 | 117 | 113 | – 3% |
Beschikking op verzoekschrift aan de kinderrechter | 36 | 48 | 54 | 12% |
Overige familiezaak (b.v. adoptie) | 156 | 154 | 152 | – 1% |
Kortgeding | 49 | 47 | 47 | 0% |
Sector bestuur | ||||
Bestuurszaak | 330 | 302 | 301 | 0% |
Voorlopige voorziening bij een bestuurszaak | 45 | 43 | 44 | 3% |
Vreemdelingenzaak | 435 | 315 | 210 | – 33% |
Belastingzaak | n.v.t. | n.v.t. | 263 | |
Sector straf | ||||
Strafzaak (meervoudig behandeld) | 102 | 98 | 98 | 0% |
Uitwerken vonnis strafzaak voor hoger beroep (behandeling meervoudige kamers) | 116 | 118 | 125 | 6% |
Politierechterzaak (incl. economische) | 42 | 32 | 34 | 6% |
Strafzaak bij de kinderrechter (enkelvoudig) | 43 | 43 | 36 | – 16% |
Sector Kanton | ||||
Handelszaak met verweer | 77 | 81 | 80 | – 1% |
Handelszaak zonder verweer | 10 | 9 | 8 | – 14% |
Familiezaak | 25 | 38 | 25 | – 13% |
Kortgeding in een kantonzaak | 29 | 30 | 29 | – 5% |
Strafzaak bij kanton (overtreding) | 60 | 55 | 44 | – 20% |
Gerechtshof | ||||
Handel | 511 | 492 | 488 | – 1% |
Familie | 210 | 206 | 218 | 6% |
Belastingzaak | 508 | 566 | 778 | 37% |
Strafzaak (enkelvoudig of meervoudig behandeld) | n.b. | n.b. | 217 | |
Uitwerken arrest voor cassatie | n.b. | n.b. | 167 | |
College van Beroep voor het Bedrijfsleven | ||||
Bestuurszaak | 417 | 467 | 483 | 3% |
Voorlopige voorziening | 77 | 54 | 38 | – 30% |
Centrale Raad van Beroep | ||||
Bestuurszaak | 709 | 606 | 552 | – 9% |
Voorlopige voorziening | 47 | 44 | 49 | 11% |
De afgelopen jaren hebben de rechtbanken veel aandacht besteed aan maatregelen om de doorlooptijden in jeugdstrafzaken te verkorten en is een aanzienlijke verkorting van de doorlooptijden gerealiseerd. Ook in 2006 bleek dat alle rechtbanken zoveel mogelijk voorrang geven aan tijdige behandeling van jeugdzaken. De gerechten slaagden erin om 56,2% van de zaken af te doen binnen 6 maanden. Voor de komende jaren blijft het streven om op termijn de 80-procentnorm te halen.
Eind 2005 is de meting van de doorlooptijd in civiele zaken bij de sector civiel verbeterd. Consequentie van de verbeterde meting is dat vooral de doorlooptijden van handelszaken met verweer en faillissementen op een hoger niveau zijn komen te liggen dan voorheen.
De doorlooptijd van bodemzaken bestuursrecht bij de rechtbank is in tegenstelling tot in 2005, in 2006 nauwelijks meer gedaald. Bij vreemdelingenzaken daarentegen is de doorlooptijd wederom fors gedaald. Dit indiceert dat langzamerhand de achterstanden aan vreemdelingenzaken zijn weggewerkt.
De doorlooptijd van belastingzaken bij de rechtbanken is alleen beschikbaar voor het jaar 2006. Vanaf 2005 zijn belastingzaken in eerste aanleg behandeld door de rechtbanken. Voorheen werden deze afgedaan door de gerechtshoven. Hierdoor bestond de uitstroom 2005 bij de rechtbanken in 2005 alleen uit de «makkelijkere» belastingzaken met een korte doorlooptijd. Om die reden is voor 2005 nog geen doorlooptijd opgenomen.
In 2006 heeft de situatie zich gestabiliseerd en valt te concluderen dat de aangegeven doorlooptijd een representatief beeld geeft van een gemiddelde belastingzaak.
De doorlooptijd van belastingzaken bij de hoven is in 2006 fors gestegen, namelijk met 37%. Dit komt omdat er nog steeds «oude» belastingzaken van voor de stelselwijziging uitstromen. De doorlooptijd van 778 dagen is daarom niet representatief voor de doorlooptijd van belastingzaken in hoger beroep, die hoort bij het nieuwe stelsel van rechtspraak in twee feitelijke instanties.
Voor strafzaken in hoger beroep zijn voor het eerst doorlooptijden opgenomen voor het jaar 2006. De doorlooptijd van strafzaken is gemiddeld 217 dagen. Het uitwerken van een arrest voor cassatie duurt gemiddeld 167 dagen.
HOOFDSTUK 10 – VERANTWOORDINGSSTAAT
Departementale verantwoordingsstaat 2006 van het ministerie van Justitie (VI) x € 1 000
(1) | (2) | (3) = (2) – (1) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||||||
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
TOTAAL | 5 421 718 | 5 421 699 | 1 017 389 | 4 544 454 | 5 709 298 | 1 111 530 | – 877 264 | 287 599 | 94 141 | |
Totaal beleidsartikelen | 5 224 859 | 5 224 159 | 1 008 922 | 4 341 723 | 5 499 180 | 1 102 228 | – 883 136 | 275 021 | 93 306 | |
11 | Nederlandse rechtsorde | 15 929 | 15 929 | 0 | 8 690 | 10 030 | 1 265 | – 7 239 | – 5 899 | 1 265 |
12 | Rechtspleging en rechtsbijstand | 1 220 468 | 1 220 468 | 178 606 | 541 460 | 1 290 788 | 180 292 | – 679 008 | 70 320 | 1 686 |
13 | Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding | 2 080 616 | 2 080 616 | 709 147 | 2 127 707 | 2 118 339 | 727 730 | 47 091 | 37 723 | 18 583 |
14 | Jeugd | 754 240 | 754 240 | 12 339 | 501 849 | 732 505 | 18 442 | – 252 391 | – 21 735 | 6 103 |
15 | Vreemdelingen | 831 031 | 831 031 | 103 676 | 932 691 | 973 400 | 136 400 | 101 660 | 142 369 | 32 724 |
16 | Integratie | 320 810 | 320 110 | 5 154 | 227 453 | 372 245 | 38 031 | – 93 357 | 52 135 | 32 877 |
17 | Internationale rechtsorde | 1 765 | 1 765 | 0 | 1 873 | 1 873 | 68 | 108 | 108 | 68 |
Totaal niet-beleidsartikelen | 196 859 | 197 540 | 8 467 | 202 731 | 210 118 | 9 302 | 5 872 | 12 578 | 835 | |
91 | Algemeen | 195 820 | 196 501 | 8 467 | 201 074 | 208 461 | 9 256 | 5 254 | 11 960 | 789 |
92 | Nominaal en onvoorzien | – 930 | – 930 | 0 | 0 | 0 | 0 | 930 | 930 | 0 |
93 | Geheim | 1 969 | 1 969 | 0 | 1 657 | 1 657 | 46 | – 312 | – 312 | 46 |
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in het beleidsverslag.
Mij bekend,
De Minister van Justitie,
HOOFDSTUK 11- DEPARTEMENTALE SALDIBALANS
Saldibalans per 31 december 2006 van het ministerie van Justitie (bedragen in euro’s)
Debetzijde van de balans | 2006 | 2005 |
Uitgaven ten laste van de begroting | 5 709 295.557,81 | 5 577 784.275,87 |
Liquide middelen | 1 708 548,00 | 1 506 311,41 |
Uitgaven buiten begrotingsverband | 5 857 776,24 | 3 564 659,27 |
Openstaande rechten | 0,00 | 0,00 |
Extra-comptabele vorderingen | 479 210 356,72 | 454 955 914,23 |
Tegenrekening extra-comptabele schulden | 0,00 | 0,00 |
Voorschotten | 2 454 469 567,98 | 3 226 029 956,98 |
Tegenrekening garantieverplichtingen | 2 758 540,91 | 2 653 558,34 |
Tegenrekening openstaande verplichtingen | 1 174 638 369,21 | 2 339 589 823,03 |
Deelnemingen | 0,00 | 0,00 |
Totaal | 9 827 938 716,87 | 11 606 084 499,13 |
Creditzijde van de balans | 2006 | 2005 |
Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1 111 533 840,60 | 1 091 124 971,42 |
Rekening-courant RHB | 4 379 566 281,95 | 4 306 879 904,44 |
Ontvangsten buiten begrotingsverband | 225 761 759,50 | 184 850 370,69 |
Tegenrekening openstaande rechten | 0,00 | 0,00 |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen | 479 210 356,72 | 454 955 914,23 |
Extra-comptabele schulden | 0,00 | 0,00 |
Tegenrekening voorschotten | 2 454 469 567,98 | 3 226 029 956,98 |
Garantieverplichtingen | 2 758 540,91 | 2 653 558,34 |
Openstaande verplichtingen | 1 174 638 369,21 | 2 339 589 823,03 |
Tegenrekening deelnemingen | 0,00 | 0,00 |
Totaal | 9 827 938 716,87 | 11 606 084 499,13 |
De Minister van Justitie,
namens de minister,
de directeur van de Directie Financieel-Economische Zaken wnd.,
drs. A. B. C. de Klerck
Toelichting op de saldibalans per 31 december 2006 van het ministerie van Justitie
Onderstaand wordt een toelichting verstrekt op de posten die zijn opgenomen in de saldibalans per 31 december 2006.
Met ingang van het begrotingsjaar 2006 is de dienst GBO als agentschap gaan administreren overeenkomstig met hetBaten en Lastenstelsel.
Uitgaven ten laste van de begroting
De post uitgaven ten laste van de begroting geeft per jaar de volgende stand:
2006 | 2005 | |
Uitgaven ten laste van de begroting 2005 | 0,00 | 5 577 784 275,87 |
Uitgaven ten laste van de begroting 2006 | 5 709 295 557,81 | 0,00 |
5 709 295.557,81 | 5 577 784.275,87 |
De post «uitgaven ten laste van de begroting 2006» geeft het totaal weer van de in het jaar verantwoorde begrotingsuitgaven.
Volledigheidshalve wordt verwezen naar de financiële toelichting op de (niet-)beleidsartikelen waarin deze uitgaven nader worden toegelicht.
Onder het hoofd «uitgaven ten laste van de begroting 2005» is het totaalbedrag opgenomen van de begrotingsuitgaven over het begrotingsjaar 2005. De afrekening in 2006 heeft plaatsgevonden op initiatief van het ministerie van Financiën, nadat de Slotwet over het begrotingsjaar 2005 door de Staten-Generaal was goedgekeurd.
De liquide middelen worden als volgt gespecificeerd:
2006 | 2005 | |
Kas | 236 555,64 | 313 109,25 |
Postbank | 1 471 850,33 | 1 191 719,11 |
Bank | 142,03 | 1 483,05 |
Saldo liquide middelen | 1 708 548,00 | 1 506 311,41 |
De saldi op de Bank en de Postbank worden veroorzaakt door de buitenlandse bankrekeningen die door het CJIB voor incasso-activiteiten worden aangehouden en die niet opgenomen zijn in de dagelijkse saldoregulatie.
Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)
De uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen) worden als volgt gespecificeerd:
2006 | 2005 | |
Door te belasten uitgaven | 5 630 398,20 | 3 321 620,93 |
Salarisvoorschotten | 80 620,45 | 71 409,37 |
Nog te verantwoorden salarisjournaal | 146 757,59 | 171 628,97 |
Saldo uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen) | 5 857 776,24 | 3 564 659,27 |
Het saldo van deze post wordt voornamelijk gevormd door projecten die door het ministerie van Justitie worden uitgevoerd en waarbij de uitgaven en ontvangsten niet binnen hetzelfde jaar worden verantwoord doordat achteraf op declaratiebasis de projectafrekening plaatsvindt.
Op deze rekening worden de salarisvoorschotten verantwoord die door de decentrale diensten zijn verstrekt na goedkeuring van de salarisadministratie. Het verstrekte voorschot wordt vervolgens op het salaris van de medewerker ingehouden.
Nog te verantwoorden salarisjournaal
Het betreft hier mutaties uit het salarisjournaal die naar deze balansrekening zijn geboekt. Na beoordeling van de salarisadministratie worden deze posten verantwoord.
2006 | 2005 | |
Vorderingen binnen begrotingsverband | 479 210 356,72 | 454 955 914,23 |
Saldo extra-comptabele vorderingen | 479 210 356,72 | 454 955 914,23 |
Een onderscheid naar Justitie-organisaties geeft het volgende beeld:
Justitiebrede vorderingen | 1 479 027,90 |
Bestuursdepartement | 7 316 449,14 |
Jeugdbescherming en Reclassering | 607 633,09 |
Rechtspleging | 16 008 812,42 |
CJIB | 453 798 434,17 |
Naar aard kunnen de vorderingen als volgt worden ingedeeld:
Salarisvorderingen op ex-personeel | 1 479 027,90 |
Ministeries | 7 411 573,11 |
Semi-overheden/gesubsidieerde instellingen | 723 763,82 |
Voorlopig buiten invordering gestelde vorderingen | 3 290 484,03 |
Eénmalige debiteuren | 7 891 142,50 |
Advocaten rechtspraak | 3 483 700,95 |
Strafrechtelijke boetes (STRABIS) | 135 797 696,41 |
Sancties (wet Mulder) | 185 263 783,68 |
Vorderingen opgelegde ontnemingsmaatregelen | 132 736 954,08 |
Derden | 1 132 230,24 |
Het inningspercentage van de strafrechtelijke boetes bedraagt 66,6% en voor Sancties 95,4%. Het betreft hier het percentage van de zaken die binnen één jaar zijn geïnd c.q. afgedaan.
Opbouw van de vorderingen (x € 1miljoen) gerangschikt naar ouderdom is als volgt:
Jaar waarin de vordering is ontstaan | Bedrag |
<2003 | 5,2 |
2003 | 6,8 |
2004 | 39,8 |
2005 | 115,5 |
2006 | 311,9 |
Totaal | 479,2 |
Omzetgegevens debiteuren over het jaar 2006
aantal | bedrag (x € 1 miljoen) | |
Stand per 1 januari 2006 | 3 984 926 | 453,5 |
Bij: opgeboekte vorderingen | 13 167 016 | 1 080,2 |
17 151 942 | 1 533,7 | |
Af: betaalde vorderingen | – 11 901 058 | – 1 000,4 |
Af: correcties | – 960 000 | – 54,1 |
Stand per 31 december 2006 | 4 290 884 | 479,2 |
De post voorschotten wordt als volgt gespecificeerd:
2006 | 2005 | |
Voorschotten gesubsidieerde instellingen | 2 359 009 950,80 | 3 155 098 568,73 |
Incidentele reisvoorschotten | 199 279,66 | 100 390,59 |
Doorlopende reisvoorschotten | 11 765,10 | 13 624,92 |
Kasvoorschothouders | 22 846,91 | 18 340,40 |
Voorschotten PC-privé | 21 940,96 | 44 848,02 |
Overige voorschotten | 95 203 784,55 | 70 754 184,32 |
Saldo voorschotten | 2 454 469 567,98 | 3 226 029 956,98 |
Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de voorschotten die betrekking hebben op de bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak. In 2005 is, conform de toen geldende afspraken, de bijdrage aan de Raad als voorschot in de administratie opgenomen. Deze afspraak is met ingang van 2006 komen te vervallen, waardoor het saldo van de subsidievoorschotten aanzienlijk is gedaald.
Opbouw van de voorschotten (x € 1 miljoen) gerangschikt naar ouderdom is als volgt:
Jaar | Subsidies | Overige voorschotten |
<2003 | 4,1 | 1,0 |
2003 | 67,9 | 7,4 |
2004 | 10,2 | 4,9 |
2005 | 771,9 | 18,7 |
2006 | 1 504,9 | 63,4 |
Totaal | 2 359,0 | 95,5 |
Overeenkomstig met de subsidievoorschriften dienen de gesubsidieerde instellingen binnen dertien weken na afloop van het boekjaar een door een registeraccountant gecertificeerde jaarrekening bij het ministerie van Justitie in te dienen. Na controle en accoordbevinding van de stukken wordt de subsidie definitief vastgesteld en vindt de verrekening met de verstrekte voorschotten plaats. Indien in afwijking van de wens van een gesubsidieerde instelling een of meerdere posten uit de jaarrekening niet subsidiabel worden verklaard, vindt overleg met betrokkenen plaats, alvorens tot vaststelling van de exploitatiesubsidie wordt overgegaan. Bij de overige voorschotten bestaat het saldo voornamelijk uit betalingen waarbij de bijbehorende prestatie op het moment van de betaling nog niet is verricht.
Tegenrekening garantieverplichtingen
2006 | 2005 | |
Tegenrekening garantieverplichtingen | 2 758 540,91 | 2 653 558,34 |
De tegenrekening garantieverplichtingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking garantieverplichtingen.
Tegenrekening openstaande verplichtingen
2006 | 2005 | |
Tegenrekening openstaande verplichtingen | 1 174 638 369,21 | 2 339 589 823,03 |
De tegenrekening openstaande verplichtingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking openstaande verplichtingen.
Creditzijde van de saldibalans
Ontvangsten ten gunste van de begroting
De post ontvangsten ten gunste van de begroting geeft per jaar de volgende stand:
2006 | 2005 | |
Ontvangsten ten gunste van de begroting 2005 | 0,00 | 1 091 124 971,42 |
Ontvangsten ten gunste van de begroting 2006 | 1 111 533 840,60 | 0,00 |
De post «ontvangsten ten gunste van de begroting 2006» geeft het totaal weer van de in het jaar verantwoorde begrotingsontvangsten. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de financiële toelichting op de (niet-)beleidsartikelen waarin deze uitgaven nader worden toegelicht.
De post rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding geeft de volgende stand:
2006 | 2005 | |
Rekening-courant RHB | 4 379 566 281,95 | 4 306 879 904,44 |
Het saldo van deze post geeft de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weer. Het saldo sluit aan met het Rekening-Courant overzicht van de Afdeling Rijkshoofdboekhouding van het ministerie van Financiën.
Ontvangsten buiten begrotingsverband
De post ontvangsten buiten begrotingsverband wordt als volgt gespecificeerd:
2006 | 2005 | |
RC-kasbeheerders | 17 887,67 | 7 993,66 |
Vooruit ontvangen bedragen | 29 931 975,23 | 26 678 665,25 |
Af te dragen inhoudingen | 35 793 651,40 | 56 442 518,75 |
Nog te betalen premies | 0,00 | 142 373,61 |
Te verrekenen BTW | 0,00 | 867,92 |
Tussenrekening liquide middelen | 5 096 312,88 | 2 979 712,50 |
Af te wikkelen proceskosten | 1 874 130,52 | 2 280 922,46 |
Af te wikkelen OM | 36 079 298,83 | 26 432 567,69 |
Conservatoir IBG | 108 976 374,21 | 62 290 108,57 |
Gedeponeerde geldsommen | 7 992 128,76 | 7 594 640,28 |
Saldo ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden) | 225 761 759,50 | 184 850 370,69 |
Met de onder het ministerie ressorterende kasbeheerders wordt een Rekening-Courantverhouding aangehouden. Het saldo wordt normaliter veroorzaakt door een tijdsverschil tussen het boeken in de concernadministratie en de decentrale financiële administratie.
Het saldo van deze rekening bestaat voornamelijk uit sociale lasten over de maand december die bij de agentschappen in rekening zijn gebracht. Deze bedragen zijn in januari 2007 aan de diverse instanties afgedragen. Daarnaast wordt het creditsaldo opgenomen van de projecten die door het ministerie van Justitie worden uitgevoerd en waarbij de uitgaven en ontvangsten niet in hetzelfde jaar worden verantwoord.
Op de rekening af te dragen inhoudingen is met name de loonheffing verantwoord, die in de maand december 2006 op deambtenarensalarissen is ingehouden. In de maand januari 2007 is deze post aan de Belastingdienst afgedragen.
Tussenrekening liquide middelen
Op deze rekening worden met name de ontvangsten tijdelijk verantwoord, waarbij er op het moment van ontvangst nog geen zekerheid bestaat over de bestemming van het geld. Het CJIB heeft een bedrag van € 1,5 miljoen ontvangen welke doorgestort gaat worden. Verder is een bedrag van € 3,3 miljoen in december 2006 door het ministerie van Justitie bedrijf Leeuwarden ontvangen inzake profijtgelden. Beide bedragen leiden niet tot een budgettaire ontvangst.
Deze rekening geeft het saldo weer van de proceskosten die nog met partijen moet worden afgerekend.
Bedragen die in het kader van het «vrijlaten op borgtocht» van een verdachte zijn ontvangen, worden op deze rekening verantwoord. Daarnaast wordt deze rekening gecrediteerd voor de gelden die in beslag genomen zijn. De uiteindelijke bestemming van de gelden kan worden bepaald door een uitspraak van de rechter in de desbetreffende zaak of door het Openbaar Ministerie. Een dergelijke beslissing kan leiden tot geheel of gedeeltelijke teruggave of verbeurdverklaring van het in beslag genomen geld.
Conservatoir In Beslaggenomen Gelden
Het creditsaldo op deze rekening wordt gevormd door de gelden waarop in het kader van ontnemingsmaatregelen conservatoir beslag is gelegd.
Betreft ontvangsten van partijen in rechtszaken waarvan de rechter een deskundigenonderzoek heeft gelast. De kosten van het deskundigenonderzoek worden hiermee gefinancierd.
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen
De post tegenrekening extra-comptabele vorderingen wordt als volgt gespecificeerd:
2006 | 2005 | |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen | 479 210 356,72 | 454 955 914,23 |
De tegenrekening extra-comptabele vorderingen maakt onderdeel uit van de obligoboeking van de extra-comptabele vorderingen.
De tegenrekening voorschotten maakt onderdeel uit van de obligoboeking van de openstaande voorschotten.
2006 | 2005 | |
Tegenrekening voorschotten | 2 454 469 567,98 | 3 226 029 956,98 |
De rekening garantieverplichtingen geeft de volgende stand:
2006 | 2005 | |
Garantieverplichtingen | 2 758 540,91 | 2 653 558,34 |
De rekening openstaande verplichtingen geeft de volgende stand:
2006 | 2005 | |
Openstaande verplichtingen | 1 174 638 369,21 | 2 339 589 823,03 |
Staat van de openstaande verplichtingen per 31 december 2006 (bedragen x € 1 000,00)
Openstaande verplichtingen per 1 januari 2006 | 2 342 243 | |
Aangegane verplichtingen in het begrotingsjaar 2006 | 4 544 449 | |
Tot betaling gekomen in het begrotingsjaar 2006 | – 5 709 296 | |
– 1 164 846 | ||
Openstaande verplichtingen per 31 december 2006 | 1 177 397 |
Een opgave per begrotingsartikel van de stand per 31 december 2006 van het deel van de aangegane verplichtingen dat nog niet tot uitgaven heeft geleid (bedragen op duizenden euro’s naar boven afgerond), geeft het volgende beeld:
Artikelnr. | Omschrijving | (x € 1 000) |
11 | Nederlandse rechtsorde | 395 |
12 | Rechtspleging en rechtsbijstand | 389 761 |
13 | Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding | 251 603 |
14 | Jeugd | 61 376 |
15 | Vreemdelingen | 390 206 |
16 | Integratie | 42 306 |
17 | Internationale Rechtsorde | 0 |
91 | Algemeen | 38 991 |
Totaal aangegane verplichtingen, die nog niet tot uitgaven hebben geleid | 1 174 638 | |
13 | Garantieverplichting voor procesrisico’s van faillissementscuratoren | 2 759 |
Totaal overlopende verplichtingen | 1 177 397 |
Met ingang van 2006 is een aanpassing doorgevoerd in de vastlegging van de verplichtingen die betrekking hebben op de bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak (artikel 12). In 2005 zijn, conform de toen geldende afspraken, de verplichtingen voor 2006 vastgelegd. In 2006 is geen verplichting voor het begrotingsjaar 2007 opgenomen. Dit betekent dat in 2006 een eenmalige daling in de stand van artikel 12 optreedt.
HOOFDSTUK 12 – BATEN-LASTENDIENSTEN
12.0 SAMENVATTENDE VERANTWOORDINGSSTAAT 2006 INZAKE BATEN-LASTENDIENSTEN VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE (VI)
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
.01 | Immigratie en Naturalisatiedienst | |||
Totale baten | 292 389 | 324 863 | 32 474 | |
Totale lasten | 292 389 | 336 355 | 43 966 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 11 492 | – 11 492 | |
Totale kapitaalontvangsten | 3 100 | 2 991 | – 109 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 10 345 | – 10 926 | – 581 | |
.02 | Dienst Justitiële Inrichtingen | |||
Totale baten | 1 864 978 | 1 906 416 | 41 438 | |
Totale lasten | 1 864 978 | 1 888 149 | 23 171 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | 18 267 | 18 267 | |
Totale kapitaalontvangsten | 55 000 | 17 655 | – 37 345 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 83 898 | – 86 879 | – 2 981 | |
.03 | Centraal Justitieel Incassobureau | |||
Totale baten | 80 866 | 85 340 | 4 474 | |
Totale lasten | 80 866 | 85 652 | 4 786 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 312 | – 312 | |
Totale kapitaalontvangsten | 2 290 | 4 983 | 2 693 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 5 051 | – 8 041 | – 2 990 | |
.04 | Nederlands Forensisch Instituut | |||
Totale baten | 43 921 | 51 966 | 8 045 | |
Totale lasten | 43 921 | 48 977 | 5 056 | |
Saldo van baten en lasten | 0 | 2 989 | 2 989 | |
Totale kapitaalontvangsten | 3 700 | 5 200 | 1 500 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 9 062 | – 10 324 | – 1 262 | |
.05 | Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit, Screening | |||
Totale baten | 16 635 | 21 471 | 4 836 | |
Totale lasten | 16 109 | 15 628 | – 481 | |
Saldo van baten en lasten | 526 | 5 843 | 5 317 | |
Totale kapitaalontvangsten | 1 512 | 130 | – 1 382 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 4 190 | – 5 442 | – 1 252 | |
.06 | Gemeenschappelijke beheerorganisatie | |||
Totale baten | 14 959 | 21 561 | 6 602 | |
Totale lasten | 14 834 | 19 787 | 4 953 | |
Saldo van baten en lasten | 125 | 1 774 | 1 649 | |
Totale kapitaalontvangsten | 3 378 | 2 994 | – 384 | |
Totale kapitaaluitgaven | – 4 471 | – 4 994 | – 523 |
12.1 IMMIGRATIE EN NATURALISATIEDIENST (IND)
Bij 1e suppletore wet is de bijdrage moederdepartement toegenomen door stijging van de asielinstroom en de reguliere instroom (€ 25 miljoen). Ook is een bedrag van € 20,1 miljoen toegekend voor het programma «IND bij de Tijd» en is een bedrag van € 13,8 miljoen toegekend voor de taakstelling «niet doorberekenen kosten PV in de leges».
Per 1 januari 2006 is de leges voor naturalisatie, binnen de bestaande methodiek, verhoogd. Het aantal aanvragen voor naturalisatie is evenals in 2005, lager dan begroot. Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met de tarieven per 1 juli 2005 in het kader van het nieuwe legeshuis. De invoering hiervan voor naturalisatieaanvragen heeft echter in 2006 niet plaatsgevonden daar er nog geen besluit is over genomen. Als gevolg hiervan is de realisatie achter gebleven op de begroting.
Het aantal aanvragen voor een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV) en een Verblijfsvergunning Regulier (VVR) ligt lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Ook ten opzichte van 2005 is een sterke daling te zien van het aantal aanvragen. Deze daling is mede veroorzaakt door de invoering van het inburgeringexamen buitenland per 15 maart 2006.
Door de stijging van de asielinstroom en de reguliere instroom zijn zowel de ambtelijke personele kosten als de niet-ambtelijke personele kosten gestegen. Ook zijn de personele kosten gestegen door het programma «IND bij de Tijd» voor het inlopen van de achterstanden bij de IND en voor projecten en de vervolgacties naar aanleiding van het Algemene Rekenkameronderzoek.
De materiële kosten zijn ongeveer € 5 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De navolgende (belangrijkste) oorzaken zijn hiervoor te benoemen:
– € 12 miljoen lagere programmalasten door lagere kosten van verwijderingen, proceskosten, tolken en documenten;
– circa € 7 miljoen hogere lasten in de bedrijfsvoering door een toename van de personele capaciteit (zoals aangegeven bij opbrengst moederdepartement).
In 2006 is een bedrag van ongeveer € 0,3 miljoen aan de voorziening gedoteerd.
Over 2006 is een negatief saldo van baten en lasten van € 11,5 miljoen gerealiseerd. Bij voorjaarsnota worden nadere afspraken gemaakt over de aanvulling van het eigen vermogen.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | Balans 2005 |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | 3 171 | 3 248 |
* installaties en inventarissen | 3 004 | 3 601 |
* overige materiële vaste activa | 4 278 | 5 246 |
Voorraden | 1 428 | 1 734 |
Debiteuren | 2 976 | 3 331 |
Nog te ontvangen | 14 717 | 16 108 |
Liquide middelen | 25 661 | 32 725 |
Totaal activa | 55 235 | 65 993 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 7 411 | 1 569 |
* verplichte reserves | – | – |
* onverdeeld resultaat | – 11 492 | 5 842 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 10 907 | 14 808 |
Voorzieningen | 8 061 | 9 197 |
Crediteuren | 14 099 | 9 487 |
Nog te betalen | 26 249 | 25 090 |
Totaal passiva | 55 235 | 65 993 |
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 216 797 | 281 933 | 65 136 |
Opbrengst overige departementen | – | – | – |
Opbrengsten derden | 75 392 | 42 615 | – 32 777 |
Rentebaten | 200 | 315 | 115 |
Buitengewone baten | – | – | – |
Totaal baten | 292 389 | 324 863 | 32 474 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 156 500 | 206 395 | 49 895 |
* materiële kosten | 128 725 | 123 563 | – 5 162 |
Rentelasten | 602 | 469 | – 133 |
Afschrijvingskosten | |||
* materieel | 6 562 | 5 642 | – 920 |
* immaterieel | – | – | – |
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | – | 286 | 286 |
Totaal lasten | 292 389 | 336 355 | 43 966 |
Saldo baten en lasten | 0 | – 11 492 | – 11 492 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 22 488 | 32 711 | 10 223 |
2 Totaal operationele kasstroom | 6 482 | 1 803 | – 4 679 |
3a totaal investeringen | – 3 100 | – 4 125 | – 1 025 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | 91 | 91 |
3 Totaal investeringskasstroom | – 3 100 | – 4 034 | – 934 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – |
4b eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – |
4c aflossingen op leningen | – 7 245 | – 6 801 | 444 |
4d beroep op leenfaciliteit | 3 100 | 2 900 | – 200 |
4 Totaal financieringskasstroom | – 4 145 | – 3 901 | 244 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 21 725 | 26 579 | 4 854 |
12.2 DIENST JUSTITIELE INRICHTINGEN (DJI)
De bijdrage 2006 van het moederdepartement is gedurende het jaar met in totaal € 10,4 miljoen bijgesteld in verband met beleidsin- en extensiveringen (– € 1,4 miljoen), loon- en prijsbijstelling (€ 37,9 miljoen), technische bijstellingen (– € 24,3 miljoen) en (inter)departementale boekingen (– € 1,8 miljoen).
In de financiële verantwoording is rekening gehouden met een aan het moederdepartement terug te betalen post ad € 32,3 miljoen, omdat de gemaakte afspraken met betrekking tot de productie- en de bezetting van de capaciteit afwijken van de gemaakte productieafspraken. Bovendien dient € 1,7 miljoen van de ontvangen projectgelden aan het moederdepartement te worden terugbetaald. Voorts zijn de vooruitontvangen bijdragen in de balans met € 16,5 miljoen toegenomen. Hierdoor is per saldo de gerealiseerde opbrengst van het moederdepartement in de staat van baten en lasten € 40,1 miljoen lager dan de stand in de oorspronkelijke begroting.
De gerealiseerde opbrengsten van derden zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting € 33,2 miljoen hoger uitgekomen. Deze hogere opbrengst is voornamelijk het gevolg van de toename van de dienstverlening aan derden, waaronder bewakings- en beveilingsdiensten ten behoeve van andere overheidsdiensten. Bovendien is een administratieve inhaalslag gemaakt met betrekking tot de subsidievaststellingen uit voorgaande jaren, hetgeen heeft geleid tot een incidentele opbrengst.
Door het optimaliseren van het liquiditeitenbeheer, waaronder het gebruik maken van de depositofaciliteit van het ministerie van Financiën, is een bedrag ad € 9,9 miljoen aan rentebaten gerealiseerd.
Met de bijdrage van het moederdepartement en de overige opbrengsten dient DJI de kosten af te dekken die worden gemaakt om de afgesproken productietaakstelling en de opdrachten voor derden te realiseren. De gerealiseerde capaciteiten en dagprijzen zijn opgenomen en nader toegelicht bij de betrokken operationele doelstellingen, te weten: 13.4, 14.2 en 15.3.
De apparaatskosten zijn circa € 1,5 miljoen hoger uitgekomen dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Bij een aantal producten is de gerealiseerde productie achtergebleven ten opzichte van de taakstelling. Zo is bij de reguliere strafrechtelijke capaciteit van het Gevangeniswezen en de vreemdelingenbewaring de productie per saldo circa 600 plaatsen (inclusief 300 extra arrestanten-plaatsen) lager uitgekomen dan de bijgestelde taakstelling. Deze lagere productie heeft een drukkend effect gehad op de kosten. Bovendien is in een aantal sectoren van DJI een lagere bezetting van de capaciteit gerealiseerd dan oorspronkelijk gepland, hetgeen eveneens heeft bijgedragen aan een lagere kostenrealisatie. Hier staat tegenover dat diverse maatregelen die zijn getroffen in het kader van de brandveiligheid van de inrichtingen hebben geleid tot extra kosten.
Als gevolg van het opnieuw in gebruik nemen van een groot deel van het cellencomplex op Schiphol is een aanzienlijk deel van de eerder in 2005 gevormde voorziening voor het afkopen van de boekwaarde van dit complex, als buitengewone bate vrijgevallen. Bovendien is ten aanzien van een aantal andere panden besloten deze (langer) in gebruik te houden. Ook deze vrijval uit de voorziening is opgenomen in de buitengewone baten.
Uiteindelijk is over 2006 een positief resultaat ad € 18,3 miljoen gerealiseerd. Dit komt overeen met circa 1% van de totale omzet in 2006. Dit saldo is het resultaat van de consolidatie van de verlies- en winstrekeningen van de onder de DJI ressorterende inrichtingen en diensten en de bovengenoemde incidentele zaken.
Voorgesteld wordt € 8,5 miljoen van het exploitatieresultaat 2006 toe te voegen aan de exploitatiereserve. Hiermee wordt de maximaal toegestane omvang ad € 91,5 miljoen bereikt (het maximum van 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren). De resterende € 9,8 miljoen zal conform de Regeling baten-lastendiensten terugvloeien naar het moederdepartement.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | Balans 2005 |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
* installaties en inventarissen | 156 769 | 167 010 |
* overige materiële vaste activa | 11 932 | 14 102 |
* eigenaarszaken RGD | 0 | 346 |
Voorraden | 5 224 | 5 584 |
Debiteuren | 14 212 | 12 844 |
Nog te ontvangen | 136 313 | 137 778 |
Liquide middelen | 215 901 | 174 624 |
Totaal activa | 540 351 | 512 288 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 82 933 | 54 431 |
* verplichte reserves | – | – |
* onverdeeld resultaat | 18 267 | 28 502 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 49 662 | 78 281 |
Voorzieningen | 110 935 | 151 177 |
Crediteuren | 37 440 | 34 535 |
Nog te betalen | 241 114 | 165 362 |
Totaal passiva | 540 351 | 512 288 |
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 1 664 155 | 1 624 089 | – 40 066 |
Bijdrage IPZ | 2 482 | 2 482 | 0 |
Opbrengst overige departementen | – | – | – |
Opbrengsten derden | 196 341 | 229 519 | 33 178 |
Rentebaten | 2 000 | 9 917 | 7 917 |
Buitengewone baten | – | 40 409 | 40 409 |
Totaal baten | 1 864 978 | 1 906 416 | 41 438 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 931 062 | 915 454 | – 15 608 |
* materiële kosten | 880 668 | 897 783 | 17 116 |
Rentelasten | 4 516 | 2 614 | – 1 902 |
Afschrijvingskosten | |||
* materieel | 45 859 | 53 026 | 7 167 |
* immaterieel | – | – | – |
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | 2 874 | 19 272 | 16 398 |
Totaal lasten | 1 864 978 | 1 888 149 | 23 171 |
Saldo baten en lasten | 0 | 18 267 | 18 267 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 67 036 | 172 565 | 105 529 |
2 Totaal operationele kasstroom | 24 377 | 110 491 | 86 114 |
3a totaal investeringen | – 65 000 | – 58 260 | 6 740 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | 17 655 | 17 655 |
3 Totaal investeringskasstroom | – 65 000 | – 40 605 | 24 395 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – |
4b eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – |
4c aflossingen op leningen | – 18 898 | – 28 619 | – 9 721 |
4d beroep op leenfaciliteit | 55 000 | 0 | – 55 000 |
4 Totaal financieringskasstroom | 36 102 | – 28 619 | – 64 721 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 62 515 | 213 832 | 151 317 |
12.3 CENTRAAL JUSTITIEEL INCASSOBUREAU (CJIB)
De opbrengst moederdepartement van het CJIB in de staat van baten en lasten is hoger dan het bedrag dat is vastgesteld in de begroting 2006. De reden hiervoor is hoofdzakelijk een hogere productie van WAHV-sancties (ongeveer 1,3 miljoen zaken meer dan begroot). Hieruit vloeit voort dat de hiermee samenhangende kosten hoger zijn dan begroot. Daarnaast heeft het CJIB middelen gekregen voor zijn meerjarig programma NoorderWint, de systeemvernieuwing van het CJIB.
De personele kosten zijn hoger dan begroot, doordat meer WAHV-sancties zijn afgedaan.
De materiële kosten zijn lager dan begroot, omdat de huisvestingskosten lager zijn uitgevallen. Onder de materiële kosten is de eigen bijdrage van het CJIB (€ 1 miljoen) aan de systeemvernieuwing begroot. De realisatie hiervan is verantwoord onder de post Systeemvernieuwing.
De afschrijvingskosten liggen lager, doordat investeringen op een later tijdstip hebben plaatsgevonden of lager zijn uitgevallen dan verwacht.
In verband met de ontvlechting van de VIP-werkzaamheden naar de Justitiële InformatieDienst heeft er een overboeking van middelen plaatsgevonden ten laste van de Dover-gelden naar de Justitiële InformatieDienst. Hierdoor zijn de kosten ook lager dan begroot.
De kosten Systeemvernieuwing betreffen de kosten van het meerjarig programma NoorderWint. De kosten zijn hoger dan begroot, onder meer omdat het CJIB de in 2006 geraamde meerkosten van het gehele programma (€ 2,1 miljoen) ten laste van zijn exploitatie heeft gebracht. Deze meerkosten houden voornamelijk verband met het uitstel van de invoering van de OM-afdoening. In de balans is onder de post nog te betalen ondermeer een bedrag van € 6 miljoen als vooruitontvangen gelden programma NoorderWint en een bedrag van € 3 miljoen als meerkosten programma NoorderWint verantwoord.
Het CJIB heeft over 2006 een beperkt negatief resultaat van € 0,3 miljoen behaald. Dit zal ten laste van de exploitatiereserve worden gebracht.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | Balans 2005 |
Activa | ||
Immateriële activa | 802 | 653 |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | 3 247 | 3 228 |
* installaties en inventarissen | 4 604 | 5 057 |
* overige materiële vaste activa | 7 644 | 4 729 |
Voorraden | – | – |
Debiteuren | 54 | 37 |
Nog te ontvangen | 2 572 | 990 |
Liquide middelen | 26 288 | 20 462 |
Totaal activa | 45 211 | 35 156 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 2 506 | 1 142 |
* verplichte reserves | 802 | 653 |
* onverdeeld resultaat | – 312 | 1 513 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 16 646 | 14 073 |
Voorziening FPU-plus | 916 | 1 006 |
Crediteuren | 9 471 | 8 164 |
Nog te betalen | 15 182 | 8 605 |
Totaal passiva | 45 211 | 35 156 |
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 80 186 | 84 315 | 4 129 |
Opbrengst overige departementen | – | 346 | 346 |
Opbrengsten derden | 555 | 8 | – 547 |
Rentebaten | 125 | 671 | 546 |
Buitengewone baten | – | – | – |
Exploitatiebijdrage | – | – | – |
Totaal baten | 80 866 | 85 340 | 4 474 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 32 669 | 37 489 | 4 820 |
* materiële kosten | 27 494 | 26 326 | – 1 168 |
Gerechtskosten | 6 593 | 6 537 | – 56 |
Rentelasten | 501 | 613 | 112 |
Afschrijvingskosten | |||
*materieel | 3 107 | 2 677 | – 430 |
* immaterieel | 240 | 135 | – 105 |
Dovergelden | 3 585 | 1 463 | – 2 122 |
Systeemvernieuwing | 6 677 | 10 303 | 3 626 |
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | – | 51 | 51 |
Bijzondere waardevermindering | – | 58 | 58 |
Totaal lasten | 80 866 | 85 652 | 4 786 |
Saldo baten en lasten | 0 | – 312 | – 312 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 11 527 | 20 458 | 8 931 |
2 Totaal operationele kasstroom | 3 347 | 8 880 | 5 533 |
3a totaal investeringen | – 2 290 | – 5 654 | – 3 364 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | 23 | 23 |
3 Totaal investeringskasstroom | – 2 290 | – 5 631 | – 3 341 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – |
4b eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – |
4c aflossingen op leningen | – 2 761 | – 2 387 | 374 |
4d beroep op leenfaciliteit | 2 290 | 4 960 | 2 670 |
4 Totaal financieringskasstroom | – 471 | 2 573 | 3 044 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 12 113 | 26 280 | 14 167 |
12.4 NEDERLANDS FORENSISCH INSTITUUT (NFI)
De opbrengst van het moederdepartement aan het NFI was in het uitvoeringsjaar 2006 met circa € 6,6 miljoen naar boven bijgesteld voornamelijk als gevolg van het programma Verbetering Opsporing en Vervolging (VOV) en loon- en prijsbijstelling. De opbrengst derden viel circa € 1,3 miljoen hoger uit als gevolg van de declaratie PIDS (€ 1,1 miljoen). Hier staan echter ook € 1,1 miljoen aan kosten tegenover.
In 2006 is een resultaat van circa € 3,0 miljoen gerealiseerd. Naast de afrekening 2005 is het resultaat ook het gevolg van het feit dat een groot deel van het VOV-programma uitgevoerd wordt met ervaren NFI-personeel. Dit heeft geleid tot vacatures elders in de NFI-organisatie die deels pas in de loop van de tweede helft van 2006 konden worden opgevuld. Die ontwikkeling heeft zijn invloed gehad op de kostenontwikkeling in 2006.
Het grootste deel van het resultaat over 2006 zal worden toegevoegd aan de exploitatiereserve.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | Balans 2005 |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | – | – |
* installaties en inventarissen | 16 747 | 17 305 |
* overige materiële vaste activa | 1 134 | 1 245 |
Voorraden | 82 | 114 |
Debiteuren | 462 | 239 |
Nog te ontvangen | 1 281 | 699 |
Liquide middelen | 14 393 | 5 151 |
Totaal activa | 34 099 | 24 753 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | – | 470 |
* verplichte reserves | – | – |
* onverdeeld resultaat | 2 989 | – 470 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 19 470 | 21 165 |
Voorzieningen | 615 | 721 |
Crediteuren | 1 388 | 714 |
Nog te betalen | 9 637 | 2 153 |
Totaal passiva | 34 099 | 24 753 |
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 42 476 | 49 121 | 6 645 |
Opbrengst overige departementen | – | – | – |
Opbrengsten derden | 1 385 | 2 665 | 1 280 |
Rentebaten | 60 | 176 | 116 |
Buitengewone baten | – | 4 | 4 |
Totaal baten | 43 921 | 51 966 | 8 045 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 20 334 | 22 654 | 2 320 |
* materiële kosten | 17 356 | 21 134 | 3 778 |
Rentelasten | 755 | 713 | – 42 |
Afschrijvingskosten | |||
* materieel | 5 476 | 4 476 | – 1 000 |
* immaterieel | – | – | – |
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | – | – | – |
Totaal lasten | 43 921 | 48 977 | 5 056 |
Saldo baten en lasten | 0 | 2 989 | 2 989 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 6 371 | 5 147 | – 1 224 |
2 Totaal operationele kasstroom | 5 476 | 14 364 | 8 888 |
3a totaal investeringen | – 3 700 | – 5 049 | – 1 349 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | 1 620 | 1 620 |
3 Totaal investeringskasstroom | – 3 700 | – 3 429 | 271 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – |
4b eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – |
4c aflossingen op leningen | – 5 362 | – 5 275 | 87 |
4d beroep op leenfaciliteit | 3 700 | 3 580 | – 120 |
4 Totaal financieringskasstroom | – 1 662 | – 1 695 | – 33 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 6 485 | 14 387 | 7 902 |
12.5 Justitiële Uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit, Screening (dienst JUSTIS)
De opbrengsten van het moederdepartement zijn in 2006 hoger uitgevallen vanwege:
– een hogere bijdrage vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het werkproces Bevordering Integere Besluitvorming door het Openbaar Bestuur;
– een ophoging van het budget ten behoeve van de bekostiging van de werkprocessen Buitengewone Opsporingsambtenaren, Wet Particuliere Beveiliging en Opsporing en Wet Wapens en Munitie/Flora en Fauna Wet;
– een ophoging van het budget ten behoeve van de bekostiging van het werkproces Gratie.
De opbrengsten derden zijn hoger dan geraamd door de hogere productie bij de werkprocessen Centraal Testamenten Register, Verklaring Omtrent Gedrag en Verklaring van Geen Bezwaar.
Door een adequaat kasbeheer zijn de rentebaten hoger dan voorzien.
De personele lasten vielen in 2006 lager uit, omdat binnen Justis een aantal vacatures zijn ontstaan die langere tijd open zijn gebleven. Als gevolg hiervan vielen de uitbetalingen van de salarissen lager uit. Hier staat echter tegenover dat op deze vacatures extern is ingehuurd waardoor de materiële kosten hoger zijn uitgevallen dan voorzien.
De Dienst Justis heeft in 2006 de reorganisatie van 2005 afgerond. Voor de kosten van de herplaatsingskandidaten is de in 2005 aangelegde voorziening verder uitgeput.
Justis heeft in 2006 minder geïnvesteerd in vaste activa met als resultaat dat de lening bij het ministerie van Financiën lager is uitgevallen dan was voorzien en daarmee ook de rentelasten.
Door de lagere investeringen in materieel zijn de afschrijvingen lager dan begroot.
Dienst Justis heeft 2006 met een positief resultaat afgesloten. In 2006 was het werkproces Centraal Testamenten Register voor het laatst ondergebracht bij Justis en het gemeentelijk deel van de leges Verklaring Omtrent Gedrag is opgehoogd en er derhalve bij deze twee producten geen sprake meer is van meeropbrengsten. Justis heeft in 2006 een resultaat behaald van € 5,8 miljoen. In overleg met het moederdepartement zal hier een bestemming aan worden gegeven.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | Balans 2005 |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | – | – |
* installaties en inventarissen | 507 | 599 |
* overige materiële vaste activa | 164 | 131 |
Voorraden | – | – |
Debiteuren | 1 927 | 1 799 |
Nog te ontvangen | 65 | 66 |
Liquide middelen | 8 137 | 6 974 |
Totaal activa | 10 800 | 9 569 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 1 104 | – |
* verplichte reserves | – | – |
* onverdeeld resultaat | 5 843 | 6 204 |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 598 | 649 |
Voorzieningen | 707 | 1 187 |
Crediteuren | – | 21 |
Nog te betalen | 2 548 | 1 508 |
Totaal passiva | 10 800 | 9 569 |
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 939 | 3 048 | 2 109 |
Opbrengst overige departementen | – | – | – |
Opbrengsten derden | 15 696 | 18 216 | 2 520 |
Rentebaten | – | 207 | 207 |
Buitengewone baten | – | – | – |
Exploitatiebijdrage | – | – | – |
Totaal baten | 16 635 | 21 471 | 4 836 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 8 618 | 8 258 | – 360 |
* materiële kosten | 6 826 | 7 126 | 300 |
Rentelasten | 72 | 23 | – 49 |
Afschrijvingskosten | |||
* materieel | 593 | 221 | – 372 |
* immaterieel | – | – | – |
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | – | – | – |
Totaal lasten | 16 109 | 15 628 | – 481 |
Saldo baten en lasten | 2 026 | 5 843 | 5 317 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 2 985 | 6 974 | 3 989 |
2 Totaal operationele kasstroom | 2 619 | 6 475 | 3 856 |
3a totaal investeringen | – 1 512 | – 162 | 1 350 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | – | – |
3 Totaal investeringskasstroom | – 1 512 | – 162 | 1 350 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – 2 085 | – 5 100 | – 3 015 |
4b eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – |
4c aflossingen op leningen | – 593 | – 180 | 413 |
4d beroep op leenfaciliteit | 1 512 | 130 | – 1 382 |
4 Totaal financieringskasstroom | – 1 166 | – 5 150 | – 3 984 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 2 926 | 8 137 | 5 211 |
12.6 GEMEENSCHAPPELIJKE BEHEERORGANISATIE (GBO)
Het verslagjaar 2006 was voor de GBO het eerste officiële jaar waarin volledig volgens het baten-lastenstelsel is gewerkt. GBO verzorgt het beheer van de personele en financiële systemen, de ontwikkeling en het beheer van intranet- en internetsites en het beheer van andere gemeenschappelijke bedrijfsvoeringsystemen van het ministerie van Justitie. Daarnaast adviseert GBO over de inrichting van deze systemen. De producten en diensten van GBO zijn onderverdeeld in drie clusters: Beheer, Opleidingen en Aanvulling & Uitbreiding Dienstverlening (projecten).
Ten opzichte van de begroting 2006 is sprake van een hogere omzet dan begroot. Dit komt door de extra vraag van opdrachtgevers naar projecten, toename van de beheerdiensten, meer vraag naar gebruikersopleidingen, uitbreiding met de Coördinerende Inkoop- en Contractmanagement Organisatie ICT en medegebruik van de gemeenschappelijke computervloer van het programma Shared Servicecentrum ICT van Justitie.
Tegenover de gestegen baten staat een toename van de lasten als gevolg van meer inhuur en materiële kosten vanwege de klantprojecten en het aandeel van GBO in de kosten van de gemeenschappelijke computervloer. Daartegenover staan meevallers, zoals minder huisvestings- en apparaatskosten, minder salariskosten eigen personeel, uitgestelde onderhoudskosten en minder afschrijvingskosten door levensduurverschillen en in overleg met opdrachtgevers uitgestelde investeringen.
Het onverdeeld resultaat van 2006 komt uit op € 1,77 miljoen. Over de bestemming hiervan worden nog afspraken gemaakt. Hierbij wordt rekening gehouden dat de exploitatiereserve binnen de toegestane marge van 5% van de omzet blijft.
Balans per 31 december 2006 x € 1 000
Omschrijving | Balans 2006 | 1-1-2006* |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
* grond en gebouwen | – | – |
* installaties en inventarissen | 143 | 206 |
* overige materiële vaste activa | 2 465 | 2 786 |
Voorraden | – | – |
Debiteuren | 1 888 | 1 310 |
Nog te ontvangen | 326 | 333 |
Liquide middelen | 2 168 | – |
Totaal activa | 6 990 | 4 635 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
* exploitatiereserve | 7 | 7 |
* verplichte reserves | – | – |
* onverdeeld resultaat | 1 774 | – |
Leningen bij het ministerie van Financiën | 1 933 | 2 992 |
Voorzieningen | 427 | 498 |
Crediteuren | 1 063 | 316 |
Nog te betalen | 1 786 | 822 |
Totaal passiva | 6 990 | 4 635 |
* Betreft de definitieve openingsbalans
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 14 950 | 21 521 | 6 571 |
Opbrengst overige departementen | – | – | – |
Opbrengsten derden | – | – | – |
Rentebaten | 9 | – | – 9 |
Buitengewone baten | – | 40 | 40 |
Exploitatiebijdrage | – | – | – |
Totaal baten | 14 959 | 21 561 | 6 602 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
* personele kosten | 7 017 | 9 991 | 2 974 |
* materiële kosten | 6 022 | 8 402 | 2 380 |
Rentelasten | 75 | 69 | – 6 |
Afschrijvingskosten | 1 720 | 1 325 | – 395 |
* materieel | |||
* immaterieel | |||
Overige lasten | |||
* dotaties voorzieningen | – | – | – |
Totaal lasten | 14 834 | 19 787 | 4 953 |
Saldo baten en lasten | 125 | 1 774 | 1 649 |
Kasstroomoverzicht 2006 x € 1 000
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1 Rekening courant RHB 1 januari 2006 | 0 | 0 | 0 |
2 Totaal operationele kasstroom | 1 720 | 4 168 | 2 448 |
3a totaal investeringen | – 791 | – 944 | – 153 |
3b totaal boekwaarden desinvesteringen | – | 2 | 2 |
3 Totaal investeringskasstroom | – 791 | – 942 | – 151 |
4a eenmalige uitkering aan moederdepartement | – 2 587 | – 2 992 | – 405 |
4b eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
4c aflossingen op leningen | – 1 093 | – 1 058 | 35 |
4d beroep op leenfaciliteit | 3 378 | 2 992 | – 386 |
4 Totaal financieringskasstroom | – 302 | – 1 058 | – 756 |
5 Rekening courant RHB 31 december 2006 (=1+2+3+4) | 627 | 2 168 | 1 541 |
HOOFDSTUK 13 – OVERZICHTSCONSTRUCTIES
Tabel 1 Overzichtsconstructie asiel en migratie
Ministerie | 15 Beleidsdoelstelling Vreemdelingen (met relevante activiteiten) | Operationele doelstelling | Prestatiegegevens | Realisatie |
15.1 Verblijfsrechten vreemdelingen | ||||
Justitie | Toelating asiel en regulier | 15.1 Een vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt krijgt binnen de daarvoor gestelde termijn een beslissing uitgereikt. | – Aantal afgehandelde procedures asiel, regulier en naturalisatie– Het binnen de wettelijke termijn genomen aantal eerste beslissingen asiel, regulier en naturalisatie– Houdbaarheidspercentage van beschikkingen bij de rechter | – asiel 33 592– regulier 285 493– naturalisatie 23 884– asiel 91%– regulier 89%– naturalisatie 99%– asiel 79%– regulier 77%– naturalisatie niet van toepassing |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties – Politie | 15.1 Toelating– Toetsen van bepaalde aanvragen regulier– Uitreiken beschikkingen asiel en regulier | Integrale financiering van de politiezorg. | – Aantal politierelevante asielprocedures– Aantal instromers– Aantal procedures– Aantal verwijderingen | In 2006 is de werkvoorraad voor asiel voor de regiokorpsen op basis van de cijfers van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie hoger uitgevallen dan waar rekening mee werd gehouden bij de begrotingsvoorbereiding 2006. Daarnaast is de kostprijs voor asielgerela- teerde taken in 2006 geste- gen. De totale bijdrage voor asiel in 2006 bedraagt daarmee € 39,6 miljoen. |
Buitenlandse Zaken | Als ketenpartner kwalitatief hoogwaardige bijdra- gen leveren aan de uit- voering van het Nederlandse vreemdelingenbeleid. | – Het EU-visum-, asiel- en migratiebeleid is verder geharmoniseerd, met specifieke aandacht voor de externe dimen- sie van dit beleid en de uitvoering daarvan, en de samenwerking met derde landen. | – Geregeld overleg geweest in EU-verband met het oog op verdere harmonisatie van het vreemdelingenbeleid. | |
– De internationale uit- wisseling van ervarin- gen en «best practices» op het gebied van per- sonenverkeer is verbeterd door middel van samenwerking in de IGC. | – Als internationaal gewaardeerd deelnemer aan internationale fora een voortrekkersrol spelen op het gebied van migratie. | |||
– Beleid op het gebied van ontwikkeling en migratie, bescherming in de regio en terugkeer is, in verschillende nationale en internationale fora, verder ont- wikkeld en uitgewerkt. | – Duurzame ontwikkeling van de herkomstlanden. Afname van secundaire migratiestromen naar de Europese Unie. | |||
– Individuele- en algemene ambtsberichten zijn tijdig geleverd en accuraat voor de beoordeling van asielverzoe- ken en de vaststelling van het landgebonden asielbeleid. | – In 2006 zijn 33 AAB geschreven en 303 IAB’s. Doorlooptijd van de IAB’s bedroeg ruim 20 weken. | |||
– De Nederlandse vertegenwoordigingen heb- ben het inburgeringsexamen zoals geregeld in de vreemdelingenwet gefaciliteerd. | – Per 15 maart 2006 is de WIB in werking getreden en hebben de posten het inburgeringsexamen conform de regelgeving gefaciliteerd. | |||
– Het nieuwe geautomatiseerde visuminforma- tiesysteem (NVIS) is geïmplementeerd. | – Het NVIS is in 2006 nog niet geïmplementeerd. In 2006 is de eerste versie van NVIS gebouwd en getest heeft op een buitenlandse post een pilot plaatsgevonden. De wereldwijde implementatie wordt in 2007 uitgevoerd. | |||
Gedurende beoordeling verblijf | ||||
Justitie | Asielopvang | 15.2 Asielzoekers die in afwachting zijn van een uitspraak over hun eerste aanvraag voor een ver- blijfsvergunning worden opgevangen. | – Aantal op te vangen rechthebbende perso- nen– Aantallen opvangplaatsen– Uit te voeren regelingen | – Gemiddelde bezetting 27 329– 33 064 capaciteitsplaatsen– RVA 25 732 Reba 25 732 Faciliteitenbesluit 28 626 RVB 350 |
– Aantal te huisvesten vergunninghouders (statushouders) | – In 2006 zijn in het kader van de op grond van de Huisvestingswet opgelegde taakstellingen vol- gens opgave van de gemeenten 7 427 ver- gunninghouders gehuisvest. De achterstand op de taakstelling is in 2006 met ongeveer 320 plaat- sen verminderd; op 1 januari 2007 bedraagt de achterstand nog 1 407 te leveren plaatsen. | |||
– Uitvoering van de nasleep van de reeds ingetrokken Zorgwet | – Gedurende het jaar 2006 is het aantal ex-VVTV’ers dat in aanmerking komt voor een vergoeding op grond van de Zorgwet VVTV met 1/3 deel afgenomen. Volgens opgave van de gemeenten om- vat de populatie per 1 januari 2007 nog ongeveer 850 personen. | |||
15.3 Terugkeer Vreemdelingen | ||||
Justitie | Toezicht en terugkeer vreemdelingen | 15.3 Een vreemdeling die niet rechtmatig of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, verlaat Nederland zelfstandig of gedwongen. | – De gemiddelde formele capaciteit van vrijheidsontneming, van vreem- delingenbewaring voor kort- en langdurig ver- blijf, van vreemdelin- genbewaring in uitzetcentra, en de capaciteit van politiecellen | – Capaciteit Vrijheidsbeneming (art 6 Vw): 242 capaciteit Vreemdelin- gen-bewaring (art 59 Vw): 2 137 capaciteit in bewaring gestel-den op politiebureau’s: 51 capaciteit uitzetcentra: 880 |
– Het aantal vreemdelingen waarbij de IND activiteiten verricht voor toezicht en terugkeer | – verwijdering asiel 20 009– niet-asiel 30 077 | |||
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Politie | 15.3 Toezicht en terugkeer vreemdelingen | Doen uitzetten van vreemdelingen die voor vertrek in aanmerking komen. | De politie heeft het toezicht op vreemdelingen geïntensiveerd. Dit is ook vastgelegd in een prestatieafspraak ten aanzien van de 1e en 2e lijns identiteitsonderzoeken. In 2006 is hier voor het eerst presta- tiebekostiging aan gekoppeld. De behaalde resultaten zullen omstreeks april beschikbaar zijn. | |
Defensie – Koninklijke Marechaussee | 15.3 Toezicht en terugkeer vreemdelingen | Het uitvoeren van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumenten. | Schengenconforme controle, waarvoor de volgende normen gelden:– Burgerluchtvaart: 100% fysieke controle op in- en uitreis– Vrachtschepen: een streven naar 100% Schengenconforme fysieke controle op in- en uitreis, met het minimale controlepercen- tage dat in 2003 naar doorlaatpost is gedifferentieerd– Ferry’s: 100% fysieke controle op in- en uitreis– Cruiseschepen: 100% administratieve controle op in- en uitreis; 50% fysieke controle op in- en uitreis. Een streven naar 100% Schengenconforme fysieke con- trole op in- en uitreis met een minimaal controlepercentage van 50%;– Pleziervaart: 100% administratieve con- trole. Een 100% fysieke controle op ten minste 10 dagen per jaar– Visserij: 100% administratieve controle. Een streven naar 100% Schengenconforme fysieke controle op in- en uitreis met een minimaal controlepercen- tage van 50% | Zie toelichting in tabel 2 |
Wachtrij normen te Schiphol: | ||||
– 95% van de pax bij aankomst mag max. 10 min. wachten voorafgaand aan de paspoortcontrole | 98% | |||
– 95% van de vertrekkende of transfererende pax mag maximaal 6 minuten wachten voorafgaand aan de pas- poortcontrole | 93% | |||
Het uitvoeren van mobiel toezicht vreemdelingen (MTV) waaronder het houden van controles | Geen(Prestatie-indicatoren afhankelijk van de uitkomsten van een werkgroep (KMar & IND) | 7 842 | ||
Het geven van ondersteuning bij de asielprocedure op de AC’s Schiphol, Zevenaar, Rijsbergen en Ter Apel | Geen | 100% | ||
Het verwijderen of uitzetten van geweigerde of illegale vreemdelingen | – De KMar dient haar infrastructuur en personele capaciteit op Schiphol zo vorm te geven dat de KMar 25 500 vreemdelingen kan uitzetten | De KMar stond gereed voor 25 500 uitzettingen. De realisatie betrof 9 962 uitgezette vreemdelingen. | ||
Het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken naar mensensmokkel | – Aantal middelgrootte onderzoeken mensen- smokkel | 22 | ||
– Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van grensbewaking | 435 | |||
– Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van MTV | 123 |
Tabel 2: Toelichting op prestatiegegevens KMar
Prestatiegegevens taakveld Handhaving Vreemdelingenwetgeving | Prestatie-indicator | Realisatie 2005 | Realisatie 2006 | Begroting 2006 | Verschil 2006 |
Het uitvoeren van de grensbewaking, waaronder het uitvoeren van persoonscontroles en het verstrekken van nooddocumenten | Schengen conforme controle Wachtrijen op de luchthaven Schiphol | differentiatie per doorlaatpost | differentiatie per doorlaatpost98% aankomst93% vertrek of transfer | differentiatie per doorlaatpost95% aankomst,95% vertrek of transfer | –+ 3%– 2% |
Het uitvoeren van het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV), waaronder het houden van controles | Aantal illegalen dat is aangetroffen in het grensgebied | 10 588 | 7 842 | 14 000 | – 6 158 |
Het geven van ondersteuning bij de asielprocedure op de AC’s | Graad van (on)echtheidsonderkenning aangeboden documenten tijdens 48-uurs procedure | 100% | 100% | 100% | 0 |
Het verwijderen van vreemdelingen | Het kunnen uitzetten van vreemdelingen | 11 873 | 9 962 | maximaal 25 500 | – 15 538 |
Het uitvoeren van strafrechtelijke onderzoeken mensensmokkel | Aantal middelgrote onderzoeken mensensmokkel | 17 | 22 | 24 | – 2 |
Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van grensbewaking | 110 | 435 | 150 | – 285 | |
Aantal kleine onderzoeken mensensmokkel in het kader van MTV | 137 | 123 | 160 | – 37 |
Voor de maritieme doorlaatposten zijn voor vrachtschepen gedifferentieerde normen vastgesteld. Door de inzet ten behoeve van de gemeenschappelijke patrouillegang, die in samenwerking met de Zeehavenpolitie en de Douane is uitgevoerd, herprioritering ten gunste van andere doelstellingen en personeelswisselingen als gevolg van interne reorganisaties is de normstelling voor vrachtschepen in 2006, variërend per periode, op verschillende doorlaatposten niet gerealiseerd. De opgedragen doelstelling in het segment pleziervaart betreft een minimaal aantal van 10 controledagen (100% administratief en fysiek) per doorlaatpost. Deze doelstelling is in 2006 op de meeste doorlaatposten gehaald. Ook hier is een verstorend effect opgetreden door de inzet in het kader van de gemeenschappelijke patrouillegang. Voor het segment ferry’s is het realisatiebeeld over 2006 nagenoeg gelijk aan 2005. De realisatie op de locaties Den Haag, Vlissingen en Hoek van Holland is niet conform de doelstelling geweest. De vrachtferry’s op zowel Den Haag als Vlissingen zijn in de loop van 2006 geannuleerd. Qua personenferry’s is er onderrealisatie op Hoek van Holland. De oorzaak hiervan is onder andere herprioritering ten gunste van andere doelstellingen. Onverkort wordt aan de hand van risicoanalyses tijdens piekmomenten een keuze gemaakt bij de inzet van de capaciteit. In het segment visserij is, variërend per periode, op verschillende doorlaatposten niet voldaan aan de normering. Hierbij is sprake van een segment met een laag risico, daar het voornamelijk telkens dezelfde bemanningen zijn die het grensverkeer vormen.
Op de luchthavens zijn nagenoeg alle passagiers fysiek gecontroleerd (norm 100%). In 2006 is op Schiphol de wachttijd bij aankomst voor 98% van de passagiers beperkt gebleven tot de norm van maximaal 10 minuten. Wat betreft de wachttijd bij vertrek/transfer (norm maximaal 6 minuten) is voor 93% van de passagiers voldaan aan de norm. Oorzaak hiervoor is onder meer de verbouwing in de vertrekhallen door de Luchthaven Schiphol. Door het grote passagiersaanbod in vergelijking tot de beschikbare capaciteit heeft de realisatie van de normeringen in 2006 onder druk gestaan.
Voor wat betreft het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) is de realisatie achtergebleven bij de gestelde norm. In 2006 zijn bij MTV-controles in totaal 7 842 illegale vreemdelingen aangetroffen (inclusief het aantal in bewaring gestelde vreemdelingen vanuit het MTV). De achterblijvende realisatie wordt onverminderd veroorzaakt door een verminderde aantrekkelijkheid van Nederland als doelland, de toetreding van extra landen tot de Europese Unie en strengere controles aan de Schengen-buitengrenzen. Met het toetreden per 1 januari 2007 van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie is mogelijk een verdere afname te voorzien. Met de invoering van informatiegestuurd optreden en de mogelijk landelijke implementatie van migo wordt de komende periode de effectiviteit van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen door de Koninklijke Marechaussee verhoogd.
Aan de doelstelling om binnen de 48-uurs procedure een 100% graad van (on)echtheidsonderkenning van de aangeboden documenten te onderkennen is voldaan.
Voor 2006 is de Koninklijke Marechaussee opgedragen gereed te zijn om de uitzetting van maximaal 25 500 vreemdelingen te faciliteren. In totaal zijn er 9 962 vreemdelingen vanuit de vreemdelingenketen aangeboden en daadwerkekijk uitgezet. Met de oprichting van de Dienst Terugkeer & Vertrek wordt beoogd het huidige aanbod beter te stroomlijnen en te verhogen. Tevens is na parlementaire besluitvorming gekozen de uitzetting van bepaalde categorieën (tijdelijk) stop te zetten.
Met de beschikbare capaciteit is naast het effectueren van uitzettingen de begeleiding van transitdeportees verzorgd. Bij de uitzettingen is meer escortering benodigd geweest als gevolg van toenemend verzet en het van kracht worden van nieuwe EU-richtlijnen. Met het toetreden per 1 januari 2007 van Roemenië en Bulgarije tot de Europese Unie is een verdere afname van de realisatie voorzien. Met het wegvallen van deze bestemmingen resteren veelal «moeilijke» uitzettingen.
Met een realisatie van 22 (middel)grote onderzoeken naar mensensmokkel in 2006 is de doelstelling nagenoeg gerealiseerd. De doelstelling van het aantal opgedragen kleine onderzoeken mensensmokkel vanuit de grensbewaking is ruimschoots gerealiseerd. Van de 150 geplande kleine onderzoeken naar mensensmokkel voortkomend uit de grensbewaking zijn er 435 gerealiseerd, voornamelijk afkomstig van onderzoeken op de Luchthaven Schiphol. Deze overrealisatie is veroorzaakt door een verruiming van de definitie. Het feitelijke werkaanbod is niet noemenswaardig veranderd: alle zich aandienende onderzoeken worden afgehandeld. Voor 2007 zal in overleg de hoogte van de doelstelling moeten worden herzien. De doelstelling van het aantal opgedragen kleine onderzoeken mensensmokkel, voortkomend uit het MTV, is met een realisatie van 123 niet gerealiseerd. Ook dit wordt veroorzaakt door een verminderde aantrekkelijkheid van Nederland als doelland. Voor zowel de onderzoeken uit de grensbewaking als uit het MTV geldt dat de beleidsmatige aansturing door het ministerie van Justitie is gewijzigd en dat de doelformulering voor 2007 is gewijzigd.
Tabel 3 Vreemdelingen, Budgetten 2005–2010 (x € 1 mln)
2005 | Begroting 2006 | Realisatie 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Justitie | |||||||
• IND | 325,0 | 307,7 | 336,4 | 327,0 | 304,5 | 294,1 | 294,0 |
• COA incl. alleenstaande minderjarige vreemdelingen | 604,9 | 428,1 | 478,5 | 293,6 | 175,2 | 150,8 | 148,0 |
• Alleenstaande minderjarige vreemdelingen; opvang en voogdij1 | 62,9 | 47,0 | 35,5 | 33,6 | 28,9 | 25,1 | 25,1 |
• Vreemdelingenkamers | 71,6 | 63,0 | 67,2 | 39,8 | 40,4 | 40,4 | 40,4 |
• Rechtsbijstand | 25,7 | 26,7 | 24,7 | 22 | 22 | 22 | 22 |
• Zorgwet/Eerste huisvesting2 | 11,2 | 7,3 | 6,7 | 4,1 | 1,1 | 0,1 | – |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | |||||||
• Politie asiel | 47,2 | 24,7 | 39,6 | 17,8 | 12,9 | 12,9 | 12,9 |
Hoge Colleges van Staat | |||||||
• Raad van State, rechtspraak | 13,7 | 12,4 | 12,7 | 13,6 | 12,0 | 11,5 | 11,4 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW)3 | 41,6 | 34,9 | 35,7 | 23,5 | 18,0 | 17,4 | 17,4 |
Defensie (Koninklijke Marechaussee) | 120,5 | 133,2 | 131,5 | 127,5 | 125,3 | 124,5 | 123,7 |
Buitenlandse Zaken4 | 11,4 | 14,9 | 12.45 | 17.55 | 12.35 | 11.85 | 11,85 |
1 Het verschil is voornamelijk het gevolg van een aanpassing van de bekostigingsgrondslag voor de subsidieverstrekking aan de stichting Nidos in verband met een daling van de kosten van opvang enerzijds en anderzijds is het een gevolg van een afspraak met de stichting Nidos om de kosten van leegstand van woonvoorzieningen ten laste van het eigen vermogen te brengen.
2 Op dit artikel is tevens verantwoord de tegemoetkoming van het Rijk, die de gemeenten in staat moet stellen de zorgplicht voor voormalige houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf in procedure (ex-VVTV-ers in procedure) af te wikkelen, waartoe zij op grond van de invoeringswet Vreemdelingenwet 2000 zijn verplicht.
3 De OCW-reeks betreft:– de reguliere onderwijskosten voor het aantal asielzoekers dat geen definitieve verblijfstatus heeft;– de onderwijskosten voor leerplichtige asielzoekers die korter dan een jaar in Nederland verblijven en nog niet in de reguliere onderwijsbekostiging zijn opgenomen.
4 De realisatiecijfers van het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn exclusief personeels- en materiële kosten, maar inclusief de kosten die samenhangen met de ontwikkeling van het nieuwe visum en informatiesysteem (NVIS).
13.2 Integratiebeleid etnische minderheden
Toelichting bij de overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden
In de overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden zijn opgenomen de specifieke maatregelen op het gebied van het integratiebeleid etnische minderheden. Daarnaast zijn opgenomen die algemene maatregelen, waarbij expliciete beleidsdoelstellingen op het terrein van het integratiebeleid etnische minderheden zijn geformuleerd in de begroting, in beleidsnota’s of in het wetenschappelijk jaarrapport integratie. Het gaat hierbij om rijksgelden, dat wil zeggen bedragen die deel uitmaken van de Rijksbegroting. De bedragen die zijn opgenomen in de overzichtsconstructie vormen in een aantal gevallen een deel van een groter totaalbudget op het begrotingsartikel uit de Rijksbegroting, waarnaar in de overzichtsconstructie wordt verwezen.
De beleidsmaatregelen zijn geclusterd naar een vijftal beleidsterreinen om de samenhang tussen de beleidsmaatregelen van de verschillende ministeries inzichtelijker te maken: Eerste huisvesting en inburgering, arbeid en werkgelegenheid, jeugd (en veiligheid), onderwijs, overig beleid.
Per beleidsmaatregel is opgenomen:
– omschrijving van het (operationeel) doel van het artikel waar de maatregel deel van uitmaakt;
– artikelnummer en departement dat de maatregel uitvoert;
– omschrijving van de maatregel;
– omschrijving van het beoogd effect;
– omschrijving van het bereikt effect;
– stand volgens de begroting 2006;
– stand volgens de verantwoording 2006;
– een kolom met het percentage (perc.) dat aangeeft welk deel van de genoemde middelen bestemd is voor of naar verwachting terecht komt bij (beleid gericht op) etnische minderheden;
– de kolom «toelichting» geeft indien nodig een toelichting op de maatregel, de bedragen of de wijze waarop het bovengenoemde percentage is berekend of geschat.
Een aantal maatregelen in de overzichtsconstructie zijn onderdeel van een groter pakket aan maatregelen dat is opgenomen in een artikel van de Rijksbegroting. De bedragen, doelstellingen en effecten in de overzichtsconstructie vormen dan een onderdeel van hetgeen is vermeld in het begrotingsartikel, waarnaar wordt verwezen.
Maatregelen van de verschillende ministeries zijn niet altijd gericht op dezelfde doelgroep. Zo is er een verschil tussen etnische minderheden, allochtonen, culturele minderheden, de doelgroep van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) et cetera. Dat betekent dat het in het overzicht genoemde percentage betrekking kan hebben op verschillende doelgroepen, hetgeen de onderlinge vergelijkbaarheid vermindert. In de kolom toelichting wordt hier bij een aantal maatregelen aandacht aan besteed.
Voor specifiek beleid kan er vanuit gegaan worden dat het percentage bestemd voor etnische minderheden 100% is. Voor algemeen beleid ligt dat moeilijker. In sommige gevallen zijn streefcijfers bekend, in andere gevallen zijn outputmetingen gedaan of is een andere methode gehanteerd om tot een schatting te komen. Deze getallen zullen echter met enige omzichtigheid moeten worden gehanteerd en kunnen niet als harde cijfers worden gebruikt. In de kolom toelichting wordt, waar nodig, aangegeven hoe dit percentage tot stand is gekomen.
Horizontale overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden (bedragen x € 1 000)
DoelOperationele doelstelling | Dep. artikel | Maatregel | Beoogd effect volgens begroting 2006 | In 2006 bereikt effect | Begroting 2006 | Realisatie 2006 | Perc. | Toelichting |
Inburgering | ||||||||
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht. | Jus 16.1BZK 9.3 | Inburgering nieuwkomers en oudkomers. | Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van waarden en normen bij de doelgroepen van het inbur- geringsbeleid.Indicatoren in 2006 (cijfers voorlopig, omdat het wetgevingstraject nieuwe stelsel nog niet is afgerond):– 14 204 inburgerings- examens in het buitenland;– 3 900 vastgestelde trajecten;– 390 geslaagden nieuwe inburgeringsplichtigen;– 27 300 vastgestelde trajecten; 2 730 geslaag- den oude inburgeringsplichtigen;– handhavingen: aantal 7 700 aantal geslaagd 770;– aantal oudkomers m.n. zelfmelders dat voor 1e keer examen doet 2 100; aantal geslaagden 1 400; | Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 zijn in 2006 geen inbur- geringstrajecten en inburge- ringsexamens in het kader van het nieuwe stelsel gerealiseerd. De Wet inburgering in het buitenland is medio maart 2006 in wer- king getreden. – In 2006 zijn ongeveer 3 000 examens in het buitenland afgenomen met een slagingspercentage van bijna 90%. | 225 534 | 312 736 | 100 | De doelgroep van inburgering is ruimer dan etnische minderheden.Bij 1e en 2e suppletore begroting 2006 is het bedrag op dit budget opgehoogd met bijna € 90 miljoen vanwege afrekeningen van oude jaren, de continuering van het oude stelsel en de follow-up PAVEM. In 2006 is in het kader van het GSB (BDU SIV) een bedrag van € 155 370 000 overgemaakt aan de 31 in het grote- stedenbeleid participerende steden. Dit bedrag heeft betrekking op de inburgering oude stelsel voor zowel oud- als nieuwkomers en op inburgering allochtone vrouwen. Ook is een additionele bijdrage voor inburgering 2005 in 2006 aan de steden overgemaakt. |
– 88% bereikte nieuwkomers; | – 90% bereikte nieuwkomers | |||||||
– uitval 11% nieuwkomers; | – uitval 5% nieuwkomers | |||||||
– 11 000 oudkomers hebben traject afgerond. | – 11 000 oudkomers hebben traject afgerond | |||||||
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstandig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht. | Jus 16.1 | Inburgering nieuwkomers en oudkomers. | In het nieuwe inburge- ringsstelsel gaat een deel van de inburgeringspichtigen zelf betalen voor hun inbur- geringscursus. De overheid ondersteunt dit door een kredietfaciliteit open te stellen waar de cursisten hun cursusbedrag kunnen lenen. | Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 is in 2006 geen gebruik gemaakt van de leenfacili- teit. | 38 700 | 0 | 100 | Doordat de inwerkingtreding van de Wet inburgering is verschoven naar 1 januari 2007 is in 2006 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit.Deze leningen zijn niet relevant voor het uitgavenkader, noch voor het EMU-saldo. |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Lokaal integratiebeleid. | Gemeenten stellen een samenhangende integratie-agenda op met behulp van de integratiekaart. | Inmiddels gebruikt een aantal gemeenten de integratiekaart. | 752 | 753 | 100 | De voormalig Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft een coördinerende rol. |
Arbeid & werkgelegenheid | ||||||||
Ondersteunen/bevorderen dat de brandweer zijn wettelijke taken kan uitoefenen, waarbij het verbeteren van het prestatievermo- gen een belangrijk element is. | BZK 16.4 | In het kader van diversiteitbeleid en imagoverbetering wordt in het door BZK en Europa gesubsidieerde project «De brandweer van Binnen naar Buiten» door middel van diverse projecten gewerkt aan een cultuuromslag binnen de brandweerorgani- saties opdat vrou- wen en minderheden een vast onderdeel vormen van de beroepspopulatie. | Vergroting aandeel minderheden bij de Brandweer. | In 2006 zijn in het kader van het project «De brandweer van Binnen naar Buiten» diverse activiteiten uitgevoerd om een cultuuromslag binnen de brandweerorga- nisaties te bewerkstelligen, opdat vrouwen en minderheden een vast onderdeel vormen van de beroepspopulatie. In dit project werken ondermeer de korp- sen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Edam-Volendam, Gilze en Rijen, Hardenberg, Leeuwarden, Sittard-Geleen, Utrecht, samen met het ministerie van BZK, de VNG, de NVBR en het NiFV aan het verankeren van diversiteit bij de brandweer. In het algemeen heeft dit in deze korpsen geleid tot meer kennis over diversiteit en/of tot een stijging c.q. doorstroming van het aantal vrou- wen/allochtonen. | 120 | 120 | 20 | Ongeveer 50% van de beschikbare middelen wordt generiek besteed aan de cultuuromslag. De overige 50% is gericht op specifieke doelgroepen, waaronder etnische minderheden. |
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch, sociaal en cultureel opzicht. | Jus 16.1 | – Cofinanciering van subsidiëring door vakministers van projecten ter bevordering van het allochtone onderne- merschap en diversiteit in het MKB;– het opzetten van duale trajecten en bevordering van emancipatie van allochtone vrouwen;– koppeling van net- werken van regiona- le/lokale werkgevers aan netwerken van allochtone meisjes. | Verbetering van de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden. | Het plan van Aanpak Emancipatie en Integratie van vrouwen uit etnische minderheden is dit jaar beëindigd. Het beoogde aantal van 20 000 vrouwen dat geactiveerd zou worden is gehaald. De meeste grote gemeenten zijn inmiddels uitgerust met instrumenten en methodieken om de doelgroep te bereiken.In het kader van het «Actieplan Nieuwe Ondernemers» is gestart met het deelpro- ject Deskundigheidsbevor- dering van KvK’s, MKIB Nederland en VNO-NCW in wervingsmethodieken en communicatie met nieuwe ondernemers. | 553 | 480 | 100 | |
Wegnemen van factoren die de arbeidsparticipatie belemmeren. | SZW 22.3 | Financieren landelijk netwerk diversiteitsmanagement. | Bevordering van integratie door het stimuleren van MKB-werkge- vers tot het voeren van diversiteitsmanagement. Diversiteitsmanagement is gericht op het berei- ken van de gewenste diversiteit van het personeelsbestand naar etniciteit, leeftijd en sexe. | – Diversiteitscongres in september samen met de NVP, o.a. voor werkgevers en HR-managers.– Ambassadeursnetwerk. Dit netwerk stimuleert diversiteit actief bij werkgevers. Kernboodschap: diversiteit is een bedrijfs- én onderne- mersbelang.– Ondersteuning van werkgevers via door DIV ontwikkelde instrumenten als de stagiairzoeker en het stappenplan diversiteit. | 500 | 524 | 50 | |
Vergroten van de netto-arbeidspar- ticipatie van etnische minderheden. | SZW 22.3 | – Instellen Regiegroep allochtone vrouwen en arbeid (RAVA). | Het wegnemen van belemmeringen voor arbeidsdeelname van allochtone vrouwen. | – Er is met betrokkenheid van werkgevers en CWI een werkwijze ontwikkeld voor het ophalen van vacatures voor de doelgroep en het matchen van vraag en aanbod.– Samenhang is gebracht in activiteiten in het kader van de inburgeringstrajecten voor allochtone vrouwen, vrijwilligerswerk en de activiteiten van de RAVA.– Acht gemeenten zijn geactiveerd om met subsidie te experimenteren met methodieken om de re-integratie van allochtone vrouwen een impuls te geven. | 300 | 1 028 | 100 | Vanwege grote belangstelling van gemeenten is besloten tot ophogen van het beschikbare budget. |
Vergroten van de netto-arbeidspar- ticipatie van etnische minderheden. | SZW 23 | Subsidiëren van activiteiten in het kader van «Breed Initiatief Maatschappelijke Binding» | In september 2006 zijn 10 projecten van start gegaan. Twee projecten uit 2005 liepen door. In totaal gaat het in 2006 dus om twaalf projecten waarvan de meeste doorlopen tot eind 2007. In 2006 is bij de besteding van de middelen specifieke aandacht besteed aan de problematiek van allochtone jongeren.Omdat de meeste projecten nog lopen, de volgende voorlopige gegevens:– ruim 1 000 cliënten zijn gecoacht en/of hebben een empowermenttraject doorlopen;– zo’n 100 jongeren zijn bemiddeld naar stages;– 275 werkenden zijn in gesprek gegaan met elkaar over verschillen in cultuur en de invloed daarvan op de verhoudingen op de werkvloer.In 2006 zijn zes projecten afgerond. Van één daarvan is bekend dat het niet de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Uitgangspunt van het ABU/CWI project was om 915 werkzoekende jongeren door te sturen naar het CWI en daarvan 640 in opleidingstrajecten te krij- gen bij gemeenten. Daadwerkelijk zijn 132 jongeren doorgestuurd naar het CWI, waarvan nul naar de gemeente voor een inhaalslag. | 800 | 800 | 100 | ||
Verhogen van arbeidsparticipatie van vluchtelingen. | SZW 22.3 | Financieren en stimuleren van initiatieven gericht op vluchtelingen: Project Banenoffensief Vluchtelingen | In 3 jaar 2 600 vluchtelingen extra bemiddelen naar een arbeidsplaats. | – Er zijn in de eerste 9 maanden van 2006 450 vluchtelingen aan werk geholpen.– De samenwerking tussen de betrokken organisaties is intensiever geworden. | 533 | 533 | – Realisatie van het aantal matches in het kader van banenoffensief vluchtelingen loopt achter bij de planning.– Er wordt nog gewerkt aan het realiseren van de doelstelling uit de begroting om in 3 jaar 300 hoger opgeleide vluchtelingen aan werk te helpen. | |
Jeugd (en veiligheid) | ||||||||
Het bevorderen van een adequaat integraal veilig- heidsbeleid als bedoeld in het Veiligheidsprogramma. | BZK 4.2 | Ondersteuning van gemeenten bij vormgeven van lokaal jeugd beleid (inzet Van Montfransgelden voor CCV-projecten en het Projectplan Veilige Gemeenten). | Gemeenten besteden in de integrale aanpak nadrukkelijk aandacht aan jeugd en veiligheid. | 1 361 | 1 368 | 66 | In het CCV-project «Lokaal Veiligheidsbeleid» vormt «een brede aanpak van de jeugdproblematiek» één van de zes speerpunten bij de ontwikkeling van de regierol bij gemeenten op het gebied van veiligheid. | |
Verbeteren prestatievermogen van de politie. | BZK 2.4 | Specifieke uitkering aan de politiekorp- sen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit en geweld (Bolkesteingelden). | Gemeenten besteden in de integrale aanpak nadrukkelijk aandacht aan jeugd en veiligheid. | 11 345 | 11 345 | 33 | Op basis van het eindrapport De politiële jeugdtaak «op weg naar volwassenheid» (maart 2004) van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, is besloten de markering van deze gelden te verlengen tot en met 2006. Met ingang van 2007 zullen de Bolkesteingelden in de Algemene Bijdragen van de politiekorpsen worden opgenomen. | |
Personen uit min- derheden zijn toe- gerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch sociaal en cultureel opzicht. | Jus 16.1 | Bestuurlijke arrangementen Antillianengemeenten. | De oververtegenwoordiging van Antilliaanse jongeren voor wat betreft schooluitval, criminaliteit en jeugd- werkeloosheid met de helft terugdringen in 4 jaar. | Er worden 123 projecten uitgevoerd die zich richten op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Een eerste tussenrapportage verschijnt in 2007. | 5 000 | 5 048 | 100 | |
Personen uit minderheden zijn toegerust met de vaardigheden en oriëntaties die nodig zijn voor deelname aan de samenleving en voor een zelfstan- dig bestaan in economisch sociaal en cultureel opzicht. | Jus 16.1 | Activiteiten op het gebied van onderwijs en preventie voor allochtone (risico)jongeren. Het gaat dan om bijdra- gen aan de cam- pagne Leersucces- sen in het VMBO/MBO, de bijdragen aan de Operatie Jong en het maken van een verwijzingsindex voor Antilliaanse jongeren. | – Voorkomen en ver- minderen van (taal)- achterstanden.– Begeleiding en ondersteuning van de jongere zelf ter voorkoming van het afglijden van allochtone (risico)jongeren. | In het kader van Operatie Jong is het advies «Diversiteit in het jeugdbeleid» uitgebracht. Hierin wordt ingegaan op welke wijze de jeugdvoorzieningen effectiever kunnen zijn in hun bereik en aanpak van allochtone jongeren en hun ouders. Daarnaast is de Verwijsindex Antilliaanse risicojongeren ontwikkeld. | 283 | 922 | 100 | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Invoering ceremonie bij het verkrijgen van het Nederlanderschap. | Elke gemeente in Nederland organiseert in 2006 één of meerdere ceremonies per jaar, al naar gelang de behoefte van de gemeente c.q. het aanbod van personen die het Nederlands staatsburgerschap middels naturalisatie of optie hebben verkregen. | Met ingang van 1 januari 2006 geldt er een verplichting voor gemeenten om een naturalisatieceremonie te houden. In ieder geval op 24 augustus, de dag die is aangewezen als nationale naturalisatiedag. | 0 | 0 | 100 | Voor de ceremonie is € 1,5 miljoen per jaar beschikbaar gesteld aan gemeen- ten door overheveling naar het Gemeentefonds. |
Landelijk en structureel implementeren van individuele trajectbege- leiding voor min- derjarigen als jus- titiële afdoeningsmodaliteit gericht op het leveren van een bijdrage aan het verminderen van recidive c.q. het tegengaan van het opbouwen van een criminele carrière. | Jus 14.2 | ITB-Criem en harde kern: Individuele trajectbegeleiding (ITB) voor jeugdigen uit etnische minder- heidsgroepen. | Terugdringen van recidive van strafbare feiten en voorkomen van criminele carrière. | De evaluatie van de intensieve trajectbegeleiding heeft in 2006 geleid tot het besluit om de methodiek aan te passen. De Transfergroep past in opdracht van de MOgroep de methodieken aan. | 8 581 | 8 300 | 100 | De middelen komen ten goede aan de gezins/voogdij-instellingen, afdelingen jeugdreclassering die belast zijn met de uitvoering van ITB voor minderjarigen in de steden. |
Het beter afhandelen van zaken die betrekking hebben op allochtone gezinnen door de Raad voor de Kinderbescherming, door het ontwikkelen van een multiculturele organisatie en het houden van een geïntensiveerd cliëntencontact. | Jus 14.1 | Werklastverlichting en methodiekont- wikkeling («werken met allochtone cliënten») Raad voor de Kinderbescherming ten behoeve van allochtonen. | Betere afhandeling van zaken die betrekking hebben op allochtone gezinnen. | In 2006 was sprake van voortzetting van het beleid om in de caseload intensievere contacten met allochtone gezinnen te verwerken. In de opleiding van de raadsonderzoeker is een module multiculturele professionaliteit opgenomen. Met het oog op actualisering van beleid is een plan van aanpak diversiteit in het personeelsbeleid in voorbereiding. | 2 269 | 2 269 | 100 | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Project «Islam en Burgerschap». | – Stimuleren van een verdergaande bewustwording onder moslims van diverse aspecten van burgerschap.– Bijdragen aan een goede samenwerking tussen moslimorgani- saties op lokaal niveau, de lokale overheid en andere maatschappelijke instellingen. | De subsidie is, conform amendement van de Tweede Kamer verstrekt. De Stichting Islam en Burgerschap heeft in 2006 gefunctioneerd. | 200 | 100 | Zoals gebruikelijk is 80% bevoorschot voor het jaar 2006. De Stichting ontvangt de resterende 20% bij de afrekening. | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Het programma «Democratische rechtsstaat-weer- bare samenleving», de uitbreiding van de taakopdracht van de LOM-organisaties en het breed initiatief maatschappelijke binding. | Versterking van de binding van allochtonen aan de Nederlandse samenleving en versterking van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving tegen radicalisering. | De uitvoering wordt gedra- gen door de LOM-organi- saties, het instituut FORUM en moslimkoepelorganisa- ties. In totaal zijn zo’n 30 projecten in uitvoering die tot doel hebben jongeren, ouders, imams en professionals te betrekken bij de preventie van radicalisering. In augustus 2006 is een tussenrapportage aan de Tweede Kamer aangeboden. | 2 000 | 2 173 | 100 | |
Onderwijs | ||||||||
Bestrijding voortijdig schoolverla- ten (VSV). | OCW 4.3 | Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC-functie). | Teruggeleiding jongeren zonder startkwalificatie. | Elke regio stelt ieder jaar een effectrapportage op, waarin verslag gedaan wordt van de resultaten van de RMC- functie VSV in het voorgaande schooljaar en de aanpak die in de RMC’s voorhanden is om VSV terug te dringen.De regio houdt zich bezig met melding, registratie en trajectbegeleiding van jon- geren in de leeftijd 17–22 jaar. | 15 800 | 17 289 | 32 | Jaarlijks verschijnt de RMC-monitor. |
Onderwijs gericht op maatschappelijk functioneren en sociale red- zaamheid, Nederlands als 2e taal en Voortgezet Algemeen Volwassenen onderwijs. | OCW 4.2 | Educatie. | Door het aanbieden van cursussen aan regionale opleidingscentra worden volwassenen in staat gesteld hun sociale redzaamheid te verho- gen, hun beheersing van het Nederlands te ver- groten of alsnog een diploma dan wel deelcertificaat MAVO- HAVO- VWO te behalen (tweede kansonderwijs). | Totaal 119 835 opleidingen, waarvan 1 030 afgesloten met een diploma.Aantal opleidingen verdeeld naar soort:– VAVO: 11 373;– SR: 30 792;– BMF: 32 721;– NT2: 44 949. | 243 755 | 248 470 | 38 | Het percentage betreft het geschat aantal deelnemers NT-2. |
Moderne Vreemde Talen. | OCW 3.4 | Diverse projectsubsidies. | Ondersteuning gemeen- ten en scholen bij kwali- teitsverhoging onderwijs in de moderne vreemde talen. | Directe en indirecte onder- steuningsactiviteiten ten behoeve van scholen en gemeenten. | 1 771 | 2 070 | 100 | Periodiek vindt onderzoek en analyse plaats. |
Inlopen taalachterstand (op schoolniveau). | OCW 3.1 | CUMI-faciliteiten. | Ondersteuning allochtone leerlingen (23 200 leerlingen per peildatum 1 oktober 2004). | Methodische ondersteuning/vakgericht taalonderwijs van/aan een kleine 19 000 leerlingen per 1 oktober 2005. | 42 740 | 31 696 | 100 | Periodiek verschijnt de GOA-monitor met gegevens.Vanaf 2007 gaan deze gelden op in het nieuwe Leerplusarrangement VO. |
Oplossen arbeidsmarktknelpunten voor scholen met veel CUMI-leerlingen. | OCW 3.1 | Aanvullende vergoeding arbeidsmarktknelpunten. | Personeelsvoorziening Scholen met allochtone leerlingen (ca. 15 000 leerlingen over ruim 120 scholen). | Op ruim 80% van de betrok- ken scholen is sprake van vermindering van de werkdruk en toename van de arbeids-satisfactie. Dit zou zonder de extra financiering niet of nauwelijks gelukt zijn. | 7 010 | 6 743 | 100 | Periodiek verschijnt de GOA-monitor met gegevens. De regeling loopt tot en met 2006. Een verkenning vindt plaats hoe hier vanaf 2007 mee om te gaan. |
Bevorderen van deelname van vluchtelingstuden- ten in het hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. | OCW 7.10 | Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF | – Versnelde in-, door- en uitstroom van vluchtelingen in het hoger onderwijs.– Ondersteuning en begeleiding van 650 studenten op jaarbasis. | 237 Afgestudeerden en 142 succesvolle bemiddelingen naar werk.De Stichting voor Vluchte- ling-Studenten UAF biedt vluchtelingen individuele steun tijdens studie door mentoring en taallessen. Verder verstrekt de stichting studiebeurzen aan studenten die niet op een andere manier aan beurzen kunnen komen. Studenten kunnen ook een lening krijgen voor bijzondere kosten. Na de opleiding worden studenten begeleid bij het vinden van werk. Het gaat om studenten aan het mbo, hbo en wo.(bron: jaarverslag stichting 2004–2005) | 2 580 | 2 637 | 100 | |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | Extra bijdrage aan scholen uit motie Verhagen. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Deze middelen zijn onderdeel van het Personeel en arbeidsmarkt budget van de scholen.Deelname aan VVE is mo- menteel circa 50% van de doelgroep. | 19 600 | 19 600 | Realisatie januari t/m juli 2006; vanaf augustus 2006 zijn de middelen onderdeel van de gewichtenregeling. | |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | De gewichtenregeling primair onderwijs verschaft basisscholen extra faciliteiten (forma- tie). | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van het basisonderwijs. | Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 263 825 | 262 818 | 100 | Vanaf augustus t/m december is de realisatie inclusief extra middelen uit de motie Verhagen. |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | De gewichtenregeling in de toekomst beter laten aansluiten op feitelijke achterstanden. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 11 500 | 2 039 | 100 | Het budget wordt (onder begrotingsvoorbehoud) grotendeels doorgeschoven naar 2007. |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | Het verschaffen van extra faciliteiten voor scholen voor speciaal basisonderwijs (SBaO) om leerlingen in een achterstandssituatie betere ontplooiingsmogelijkheden te bieden. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van de scholen voor speciaal basisonderwijs.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 16 917 | 17 087 | 100 | |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | Het verschaffen van extra faciliteiten voor expertisecentra (scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs) om leerlingen in een achter- standssituatie betere ontplooiingsmogelijkheden te bieden. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Deze middelen zijn onderdeel van de reguliere bekostiging van de scholen voor speciaal basisonderwijs.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 19 358 | 20 173 | 100 | |
Het gemeentelijk onderwijsachter- standenbeleid (GOA-beleid) heeft tot doel onder- wijsachterstanden weg te werken, waardoor de toegankelijkheid van het onderwijs voor leerlingen met een onder- wijsachterstand wordt vergroot. | OCW 1.1 | Activiteiten in het kader van Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid betreffende het bieden van extra ondersteuning aan scholen in achter- standssituaties via gemeentelijk beleid. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | De gemeenten brengen in 2007 over de periode 2002–2006 een verantwoording uit.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 161 464 | 162 019 | 75 | Dit budget is per 1 augustus 1998 gedecentraliseerd naar de gemeenten. GOA heeft ook betrekking op het voortgezet onderwijs. |
Toegankelijkheid voor leerlingen met onderwijsachterstand vergroten, waardoor betere ontplooiingskansen voor hen worden gerealiseerd. | OCW 1.1 | Ontwikkeling en implementatie van taaltoetsen voor monitoring, om de effectiviteit van het instrument schakelklassen te kunnen bepalen. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 1 750 | 1 782 | 100 | |
Het doel van dit onderdeel van het onderwijskansenbeleid is het ver- beteren van de onderwijskansen van de kinderen die het meeste risico lopen achter te blijven in het onderwijs binnen de kleinstedelijke en plattelandsgemeenten. | OCW 1.1 | De ontwikkeling van een aanpak op maat voor scholen met een hoge concentratie aan onderwijs- achterstandsproble- men | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroe- pen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | In de loop van 2006 brengen de betrokken gemeenten een verantwoording uit over de periode 2002–2005.Deelname aan VVE is momenteel circa 50% van de doelgroep. | 2 772 | 2 176 | 75 | – Schatting van het aandeel minderheden in de totale doelgroep van de regeling.– Alleen onderwijskansen kleinstedelijk en platte- landsgemeenten is buiten GOA gehouden. Het overige OK-beleid is per 1 augustus 2002 in GOA opgegaan. Met ingang van 1 augustus 2006 maken deze middelen onderdeel uit van het macrobudget dat beschikbaar is voor bestrijding van onderwijsachterstanden door gemeenten. |
De toegankelijkheid van het onderwijs voor leerlingen met onderwijsachter- standen te verbeteren. | OCW 1.4 | Diverse projecten i.v.m. achterstanden (GOA/OALT/Lande- lijk Steunpunt Edu- catie Molukkers).Landelijke ondersteuning aan ge- meenten, onderwijs-begeleidingsdiensten en scholen voor primair onderwijs bij verbetering taalonderwijs aan achter- standsleerlingen. | Prestatie-indicatoren voor het achterstandenbeleid zijn:– Reductie van de taalachterstand per leerling met 25% in 2006.– Stijging van de deelname door risicogroepen aan kwalitatief goede programma’s voor VVE tot 50% in 2006. | Bijdrage Landelijk steunpunt Molukkers, bijdrage landelijk steunpunt speciale doelgroepen. | 1 105 | 940 | 75 | Schatting van het aandeel minderheden in de totale doelgroep van de regeling. |
Het bereiken van het evenredig- heidspercentage voor allochtonen in alle functies in het onderwijs. | OCW 9.11 | Diverse projecten waaronder Full Color II gericht op het wegnemen van knelpunten voor allochtone studen- ten aan de lerarenopleidingen en startende allochtone leraren. Daarnaast wordt het voeren van intercultureel personeelsbeleid gestimuleerd en het werken met een divers team. | Prestatie-indicatoren voor de projecten zijn:– het verschil in uitval tussen allochtone en autochtone studenten uit de lerarenopleiding is in 2007 gehalveerd ten opzichte van 2004;– het verschil in beroepsrendement van autochtone en allochtone starters is in 2007 gehalveerd ten opzichte van 2004 in de deelnemende regio’s;– er zijn 50 praktijkvoor- beelden van studenten die een gemengde stage hebben gelopen;– er zijn 25 praktijkvoor- beelden van scholen die met een gemengd team werken. | Het SBO is samen met de volgende lerarenopleidingen (met veel allochtone studenten) pilots gestart:– !pabo (Amsterdam);– Fontys (Veghel/Eindho- ven);– In Holland (Rotterdam, Den Haag), Haagse Hogeschool– Archimedes (Utrecht).De hogescholen voeren activiteiten uit rond prestatie-indicatoren zoals ontwikkelen van duale trajecten voor leraren met een Surinaamse onderwijsakte, het verbeteren van de doorstroom van mbo-ers naar de lerarenopleiding (een veel gekozen route door allochtonen) en verbeteren samenwerking met stagescholen.Verder heeft het SBO de knelpunten rond stageplaatsen en de uitval van allochtonen studenten uit de lerarenopleiding via bijeenkomsten en conferenties in de media onder de aandacht gebracht. Dit levert een bijdrage aan het lokale bestuurlijke draagvlak. | 250 | 250 | 100 | In het aankomende jaar moet blijken welk effect het project Full color 2 heeft gehad op de prestatie-indicatoren en het evenre- digheidspercentage.Het effect rond de prestatie-indicatoren hangt af van veel meer dingen dan al- leen Full Color. Het zal daarom ook in een volgen- de fase lastig blijven om een direct effect aan te tonen. |
Overig beleid | ||||||||
Evenwichtige representatie van verschillende be- volkingsgroepen in aanbod, personeel en publiek van de media. | OCW 15 | Instellings- en projectsubsidies voor Mira Media, lokale migrantentelevisie (MTNL), lokale multiculturele radio (FunX). | – Meer diversiteit in media-aanbod.– Meer multiculturele doelgroepprogramma’s.– Stimulering diversi- teitsbeleid bij media.– Via beleidsevaluatie wordt vastgesteld wat effecten en waardering zijn van het gevoerde beleid. | Het aandeel minderhedenprogrammering voor de NPS (20% voor televisie en 25% voor radio), dat is opgenomen in de programmavoorschriften, wordt gehaald. FunX is in de 2e helft van 2005 positief geëvalueerd: de geraamde doelen zijn ruimschooits gehaald. MTNL is eind 2004 geëvalueerd. Het convenant is naar behoren uitgevoerd. De cultuurnotasubsidie aan Mira Media wordt na afloop van de periode 2005–2008 geëvalueerd. | 3 930 | 4 351 | 100 | Daarnaast stimulering door middel van wet- en regelgeving (publieke omroep) en werkingsfeer fondsen op het terrein van omroep en pers. Valt onder het actieplan cultuurbereik. Effecten worden regelmatig gemonitord, bijvoorbeeld via de monitor culturele diversiteit bij de Publieke Omroep. |
Bevorderen van nieuwe persorganen voor culturele minderheden die bijdragen aan pluriformiteit van de nieuws- en informatievoorzie- ning t.b.v. minderheden. | OCW 15 | Stimuleringsrege- ling minderhedenbladen bij het Bedrijfsfonds voor de pers. | Nieuwe persorganen voor culturele minderheden. Effect wordt gemeten door gegevens te verzamelen over aanvragen, publicaties en oplagen. | 681 | 0 | 100 | Per aanvraag is maximaal € 115 000 beschikbaar per jaar. Per jaar stelt het bedrijfsfonds maximaal € 700 000 beschikbaar voor deze regeling ten laste van eigen middelen. Het bedrijfsfonds beschikt over een eigen budget. | |
Meer ruimte voor diversiteit in het culturele aanbod. | OCW 14.01 | Subsidie aan programma «Van Talent naar Beroep» (uitvoering door Kunstenaars & Co en Netwerk CS): stimuleren van allochtoon talent. | Meer intercultureel aanbod en aandacht voor talentontwikkeling. | 400 | 400 | 100 | ||
Meer ruimte voor diversiteit in het culturele aanbod.Deze operationele doelstelling is op- genomen in het bewaren en toe- gankelijk maken van het culturele erfgoed van min- derheden hieronder. | OCW 14 | Intensivering van de interculturele pro- grammering door de cultuurfondsen. | Meer multicultureel aanbod en aandacht voor talentontwikkeling. | 363 | 100 | Over de concrete besteding en over de verantwoording worden nog nadere afspra- ken worden gemaakt. | ||
Vergroten van de diversiteit van culturele organisaties. | OCW 14 | Bijdrage aan Net- werk CS, een Net- werkorganisatie gericht op kennisontwikkeling en uitwisseling ter vergroting van de diversiteit van personeel, publieksbereik en programmering. | Ontwikkeling van expertise bij culturele instellingen op dit terrein. | Inmiddels hebben zich meer dan 970 leden aangesloten bij Netwerk CS.Met het project «Stepping Stones», een mentoringsprogramma voor de erf- goedsector heeft de erfgoedsector een impuls gekregen. | 231 | 236 | 100 | Netwerk CS is een ondersteunende instelling met een toekenning van subsidie voor de jaren 2006–2008. |
Bereik van een groter en breder publiek voor cultuur. | OCW 14.01 | Bijdrage aan stedelijke en provinciale programma’s cul- tuurbereik gericht op het bereiken van nieuwe publiekgroepen waaronder allochtonen (onderdeel cultuurbereik). | Een grotere deelname van allochtone publieksgroepen en meer samenwerking instellingen. | 13 687 | 13 715 | 100 | Match gemeenten en provincies met een zelfde bedrag ten behoeve van dit doel. Valt onder het actieplan cultuurbereik. Effecten worden jaarlijks gemonitord, bijvoorbeeld via de monitor culturele diversiteit. | |
Een betere toegang voor minderheden tot besturen, raden en commissies van culturele organisaties. | OCW 14 | Bijdrage aan ATANA, gericht op scouting, coaching en bemiddeling potentiële bestuursleden voor de cultuursector. | Een diverser aanzien van de besturen en adviesraden. | In totaal zijn inmiddels meer dan 200 bestuursfuncties in de cultuursector vervuld door ATANA-medewerkers, waaronder de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum. | 235 | 235 | 100 | Atana is een ondersteunende instelling met een toekenning van subsidie voor de jaren 2006–2008. |
Het bewaren en toegankelijk maken van het culturele erfgoed van minderheden. | OCW 14 | Project Cultureel Erfgoed Minderheden (CEM) en Regeling Cultureel Erfgoed Minderheden van de Mondriaan Stichting. Ontwikkelen projec- ten en doen van deelinventarisaties in collecties van musea, universiteiten en bibliotheken gericht op de thema’s slavernijverleden, islamitische cultuur en migratiegeschie- denis. Er is geen aparte Regeling Cultureel Erfgoed Minderheden meer bij de Mondriaan Stichting. Het is onderdeel geworden van de publieksprojecten. | Zichtbaar en toegankelijk zijn van dit erfgoed. | De Mondriaan Stichting heeft projecten ondersteund die hebben bijgedragen aan zichtbaar en toegankelijk maken van het erfgoed van minderheden. Voor concrete projecten t.z.t. het jaarverslag 2006 van de Mondriaan Stichting te raadplegen. (Nu nog niet beschikbaar)Het project CEM is in 2006 overgenomen door DIVA (Archiefkoepel). Daardoor is 2006 een overgangsjaar. | 449 | 363 | 100 | Het project is in 2006 overgenomen door DIVA. Met ingang van 2007 is het project ondergebracht bij de nieuwe erfgoedkoepel Stichting Erfgoed Nederland. |
Het kabinet heeft voor 2006 twee operationele doe- len op het eman- cipatieterrein. Vrouwen uit etnische minderheden behoren tot de doelgroep van het emancipatiebeleid.1. Het duurzaam integreren van het man/vrouw-pers- pectief in beleid en uitvoering ter bevordering van de kwaliteit en effectiviteit van het rijksoverheidsbeleid.2. Het verbreden en verdiepen van het emancipatieproces op lokaal, nationaal, Europees en internationaal niveau. | SZW 35 | – Er wordt uitvoering gegeven aan een plan van aanpak emancipatie en inte- gratie van alloch- tone vrouwen en meisjes. De aan- dacht gaat in het bijzonder uit naar ondersteuning gemeentelijk beleid en het bevorderen van maatschappelijke participatie van kwetsbare en kans- arme allochtone vrouwen;– De subsidierege- ling emancipatieprojecten betreft projecten gericht op vrouwen* (zie kolom toelichting) in een kwetsbare positie die een verbetering beogen op het gebied van:– rechten en veiligheid;– maatschappelijke participatie;– besluitvorming en bestuur. | – Doel is samenwer- kingsafspraken te maken over de gezamenlijke uitvoering met de G30, instrumenten te ontwikkelen ter ondersteuning van lokaal beleid. Streefcijfer is om 20 000 vrou- wen uit de doelgroep deel te laten nemen aan activiteiten. – Beoogd was dat in 2006 ongeveer 45 projecten van start zouden gaan. | – Subsidie is verleend aan 20 gemeenten voor diverse projecten. Verder is een aantal beleidsinstrumenten ontwikkeld. Bij alle activiteiten tijdens de gehele looptijd (2004–2006) van het plan van aanpak zijn 20 000 vrouwen geactiveerd. – Er zijn in 2006 43 nieuwe projecten van start gegaan voor het beoogd budget. Bij elkaar is de portefeuille daarmee gegroeid tot 137 projecten. Het directe bereik van alle projecten is tussen de 12000 en 15 000 vrou- wen. Het indirecte bereik is naar schatting veel groter. Ongeveer een derde tot de helft van de projecten zijn in samenwerking met of op initiatief van etnische min- derheden. Geschat wordt dat tweederde van de bereikte vrouwen afkomstig is uit deze groep. | 436* (progn.) 3 700 | 450 3 700 | 75 | * niet geoormerkt voor etnische minderheden maar in de praktijk gaat wel een groot deel van het budget naar deze doelgroep. |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen | Jus 16.2 | Subsidiëring FORUM, VWN en VON. | Waarborgen maatschappelijke inbreng en participatie van etnische minderheden door toe- rusting, toegankelijkheid en kennisontwikkeling | De gesubsidieerde organisaties hebben de projecten verwezenlijkt die met hen waren overeengekomen. | 7 686 | 7 655 | 100 | In 2006 valt hier ook onder de subsidie aan FORUM en het COC voor het bespreekbaar maken van homoseksualiteit in etnische kring en de subsidie aan SSR. |
Verbeteren van de toegankelijkheid van de zorg voor allochtone cliënten. | VWS 16.21.01 | Praktijkprogramma «allochtonen in de gezondheidszorg» en monitoring ontwikkelingen. | 150 | 100 | 100 | Uitvoering beleidsbrief 16 maart 2004 (TK 29 484, nr. 1) en brief 10 januari 2005 (TK 29 484, nr. 11).3-jarig programma bij ZonMw opgestart. | ||
Verbeteren van de toegankelijkheid van de zorg voor allochtone cliën- ten. | VWS 16.21.01 | Tolk- en vertaaldiensten in de gezondheidszorg. | 8 504 | 10 823 | 100 | Uitvoering samen met Justitie van het IBO-rapport «Tolken en vertalers» en de kabinetsreactie daarop van 12 maart 2004 (TK 29 482, nr. 1). De kosten zijn hoger doordat met ingang van 2006 BTW moet worden betaald (gevolg Europese Aanbesteding). | ||
Verbeteren lokale opvang, advies, voorlichting aan en versterken van lokale netwerken van allochtone homo’s, lesbien- nes en biseksue- len.Dialoog over homoseksualiteit tussen allochtonen en homo’s, lesbiennes en biseksuelen. | VWS 16.34.01 | – Subsidiëring proefgemeenten.– Overdragen kennis naar andere gemeenten en voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.– Subsidie aan COC Nederland. | – Verbetering opvang allochtone homo’s (ketenzorg).– Bevordering wederzijdse acceptatie. | – Inzicht in knelpunten opvang allochtone homo’s.– Verbetering van de methodiek in dialoogvormen. | 350 | 369 | 100 | Uitvoering amendement Van der Laan (TK 29 800 XVI, nr. 6).Uitvoering brief voortgangsrapportage 2001–2004 homo-emancipatie- beleid (TK 27 017, nr. 7). |
Voorkomen uitval van allochtone jongeren door Sport. | VWS 16.35 | Initiatieven in de sfeer van Operatie Jong. | Extra middelen worden ingezet om uitval van risicogroepen tegen te gaan en hun maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen. | Het Kabinet heeft de extra middelen die ter beschikking zijn gesteld in het kader van de Operatie Jong ingezet voor het programma Mee- doen Allochtone Jongeren. Daartoe hebben de Staatssecretaris van VWS en de voormalig Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie met negen sportbonden en elf gemeenten een overeenkomst gesloten om allochtone jongeren meer aan het sporten te krijgen. De sportbonden hebben met 500 sportverenigingen afspraken gemaakt over begeleidingstrajecten. Ook volgen nog 50 zorgtrajecten. De gemeenten ondersteunen daarbij de sportverenigingen. | 11 500 | 11 724 | 100 | Dit zijn extra middelen voor Operatie Jong. |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Facilitering remigratie (uitkering en voorlichting). | Diegenen die behoren tot een etnische minderheid en die in het verleden zijn geremigreerd of op het punt staan te remigreren en aan wie een remigratie-uitkering is toegekend, faciliteren conform de Remigratiewet. | Diegenen die behoren tot een etnische minderheid en die in het verleden zijn geremigreerd of op het punt staan te remigreren en aan wie een remigratie-uitkering is toegekend, zijn gefaciliteerd conform Remigratie- wet. | 31 237 | 28 994 | 100 | Dit bedrag bestaat uit de uitgaven voor de periodieke uitkeringen, uitgaven voor eenmalige bijdragen in reis- en vervoerkosten en kosten hervestiging aan remigranten en de uitvoerings- en voorlichtingskosten. |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Bijdragen aan de tot het LOM toegelaten samenwerkingsverbanden van minderheden. | Bevordering beleidsmatige participatie. | De LOM heeft gefunctioneerd zoals tevoren met hen afgesproken in de agenda. Het programma «niet naast elkaar, maar met elkaar» in het kader van binding en weerbaarheid is van start gegaan. | 2 613 | 2 750 | 100 | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Regeling Ruimte voor Contact. | Versterking sociale binding tussen de diverse, naar etniciteit onderscheiden bevol- kingsgroepen en duurzame verankering daarvan. | Met deze regeling worden lokale initiatieven voor ontmoeting en contact tussen etnische minderheden en autochtonen in multifunctionele wijk- en buurtaccommodaties bevorderd. Voor de regeling bestaat grote belangstelling (250 subsidieaanvragen, 30 projecten al in 2006 gestart) | 0 | 1 416 | Naar aanleiding van het RMO-rapport «niet langer met de ruggen naar elkaar» is bij 1e suppletore wet 2006 voor deze nieuwe regeling budget beschikbaar gesteld. | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Integratiecampagne. | Doel is de Nederlandse bevolking bewust te maken van het feit dat de samenleving uit verschillende bevol- kingsgroepen bestaat en het laten zien van voorbeelden van positieve interactie tussen hen.Streefwaarden 2006 zijn:– 8 initatieven;Bekendheid veel positieve voorbeelden neemt toe ten opzichte van 2005 (34,4%) | Gerealiseerd in 2006:– 12 initatieven;– 37,6% van de respondenten is bekend met positieve voorbeelden. | 3 400 | 5 427 | 100 | |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Onderzoek/monitoring, communicatieprojecten. | – Ondersteuning van beleids beslissingen.– Dialoog tussen bur- gers en wederzijdse acceptatie; verspreiding van kennis over minderheden (beleid).– Betere opkomst van minderheden bij verkiezingen. | In 2006 zijn onder andere verschenen de Jaarnota integratiebeleid en de integratiekaart 2006. | 1 342 | 1 569 | 100 | In 2006 vallen hier ook onder de uitgaven voor het samen met OCW ontwikkelen van een Nederlandse imamopleiding. |
Groepen, instellingen en voorzieningen staan in gelijke mate open voor etnische minderheden en autochtonen. | Jus 16.2 | Projecten en activiteiten inzake bestrijding racisme en discriminatie, eer- wraak en integratiebevorderende initiatieven. | Bestrijding racisme en discriminatie en integra- tiebevorderende initiatieven. | In 2006 zijn op de genoemde terreinen verschillende activiteiten bekostigd. | 829 | 2 086 | 100 | Bij 1e suppletore wet 2006 is voor eerwraak antidiscri- minatie geld toegevoegd aan dit budget. Voor ADV’s is in totaal € 5,5 miljoen overgeheveld naar het Gemeentefonds en Provin- ciefonds. |
Uitkeringsregelingen. | BZK 10.5 | Wet Rietkerkuitkering. | Toekenning van een uitkering en herden- kingspenning. | Jaarlijkse uitkeringen hebben plaatsgevonden. | 1 582 | 3 220 | 100 | Toekenning van een uitkering en herdenkingspen- ning en extra aanslag belasting betaald over voorgaande jaren. |
HOOFDSTUK 14 – TOEZEGGINGEN ALGEMENE REKENKAMER
(TOEZEGGINGEN RJV 2006, versie 28 februari 2007)
Aandachtspunten Algemene Rekenkamer | Toezeggingen (door de Minister) aan de Algemene Rekenkamer | Stand van zaken |
---|---|---|
Materiële uitgaven | ||
In 2006 zullen maatregelen worden getroffen om omissies te voorkomen. | Er hebben zich onvolkomenheden voorgedaan bij de verificatie van de facturen. In 2006 zijn maatregelen getroffen om deze situatie te verbeteren. SPIFAD (Servicepunt Inkoop en Financieel Administratieve Dienstverlening) is per 1 januari 2006 van start gegaan. De bedoeling is te borgen de functie van Centrale Inkoop en het verkrijgen van prijsvoordelen. De administratieve dienstverlening dient ten behoeve van de centrale archieffunctie en centrale prijscontrole van in rekening gebrachte bedragen, door gebruik te maken van specifieke kennis en kunde.Door digitalisering van de workflow eind 2006 en door het centraal organiseren is beoogd meer controle te krijgen op het traject als geheel. SPIFAD faciliteert daarmee de diensten/directies van het Bestuursdepartement opdat in 2007 conform de geldende betaaltermijnen rechtmatige betalingen worden gerealiseerd.De DAD heeft naar aanleiding van haar jaarlijkse controle over 2006 de aanbeveling gedaan om bij de servicepunten de verificatieprocedure aan te scherpen. | |
Bedrijfsvoering IND | ||
De criteria die de Algemene Rekenkamer hanteert zijn ter harte genomen en er is invulling gegeven aan deze criteria bij de ontwikkeling van het verbeterplan «IND bij de tijd». | In het kader van de verbetering van de informatievoorziening is een hoofddirectielid aangesteld die leiding geeft aan de modernisering van de totale informatievoorziening. Ook is een nieuw project ingericht om de onduidelijkheden met betrekking tot registratie en sturing te verbeteren (tijdige beslissingen en betrouwbare gegevens). Hierbij is gebruik gemaakt van de twinning met de SVB. De belangrijkste doelstelling van het project «Sturen op tijdigheid» is het realiseren van een betere sturing binnen de IND op het behalen van de wettelijke en/of met de klant overeengekomen beslistermijnen. | |
Vernieuwing en aanpassing informatiesystemen (IT-governance) | ||
Centrale regie op de informatievoorziening per sector wordt in overweging genomen. | In 2007 zal worden gestart met het Programma Versterken Informatiemanagement. Dit wordt gebaseerd op een nadere uitwerking van de aanbevelingen in het GRIP-rapport van de Algemene Rekenkamer over IT-Governance. De bedoeling is om het volwassenheidsniveau van IT-governance binnen Justitie beter te laten aansluiten bij de afhankelijkheid van ICT. In 2008 worden de eerste resultaten van dit verbetertraject verwacht. In de gebruikelijke P&C- cyclus zal over de voortgang aan de departementsleiding worden gerapporteerd. | |
Groot project Inburgering | ||
In de regeling Oudkomers is de bepaling opgenomen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk kan worden teruggevorderd, indien uit de financiële verantwoording blijkt dat de bijdrage niet is besteed aan oudkomers. Voor deze oudkomersregeling zijn concrete sancties bepaald. | In 2005 heeft het ministerie van Justitie de verantwoordingen van de gemeenten in het kader van het project inburgering ontvangen. De afrekeningen zullen plaatsvinden in 2006. Van alle gemeenten is een voorgeschreven accountantsverklaring ontvan- gen, deze moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Op het moment dat er sprake is van een niet goedkeurende verklaring is per gemeente gekeken naar consequenties. Op dit moment ligt er nog één beroepszaak. | |
Financieel-economisch toezichtstatuut: integriteitszorg | ||
Toevoeging van het onderwerp integriteitszorg aan de jaarlijkse risico-analyse. | Hiertoe is een wijziging aangebracht in het Finan- cieel-economisch Toezichtstatuut (FET). Het herziene FET is op 1 januari 2007 ingegaan. | |
Betrouwbaarheid informatie: TULP/JJI | ||
Het al ingezette verbetertraject wordt voortgezet. | De sector is al begonnen aan een verbetertraject om de betrouwbaarheid van het TULP-informatiesysteem te verhogen. De eerste resultaten worden begin 2007 verwacht. |
HOOFDSTUK 15 – PUBLICATIEPLICHT OP GROND VAN DE WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS BIJ HET MINISTERIE VAN JUSTITIE
Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) dient elk departement via het departementaal jaarverslag een overzicht op te nemen van medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare jaarloon van een minister. Dit gemiddelde belastbare jaarloon is voor 2006 vastgesteld op € 171 000,– (zie de Mededeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 februari 2007 in de Staatscourant van 23 februari 2007 (Stcrt. 2007, 39, blz. 10)).
Voor het ministerie van Justitie geldt dat er geen functionarissen werkzaam zijn waarvan het inkomen (gemiddeld belastbaar loon over 2006) uitstijgt boven de grens van € 171 000,–.
De controle van de inkomensgegevens van functionarissen die bij Justitie in dienst zijn of waren in 2006 is niet sluitend, omdat niet alle aanvullende inkomensbestanddelen via de salarisadministratie verlopen (afkoopsommen, schadeloosstellingen en dergelijke). Door het uitvoeren van gerichte controles en aanvullende maatregelen is de kans afgenomen en wordt er toch relatieve zekerheid verkregen dat er geen functionarissen gemeld moeten worden. In 2007 zal bekeken worden hoe de signalering en beoordeling van topinkomens verder verbeterd kan worden.
HOOFDSTUK 16 – LIJST MET AFKORTINGEN
A | |
AAB | Algemene Ambtsberichten |
AC | Aanmeldcentrum |
ADV | Antidiscriminatievoorziening |
AIVD | Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst |
AJB | Arrondissementaal Justitieel Beraad |
AL | Administratieve Lasten |
AMK | Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Nederland |
Amv | Alleenstaande minderjarige vreemdeling |
AMvB | Algemene Maatregel van Bestuur |
APV | Algemene Politie Verordening |
ATANA | Programma ter stimulering van allochtonen in bestuurlijke functies bij vrijwillige en culturele organisaties |
ATb | Alerteringssysteem Terrorismebestrijding |
AWB | Algemene Wet Bestuursrecht |
AWBZ | Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten |
B | |
BAO | Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten |
BDU SIV | Brede Doeluitkering Sociale Integratie en Veiligheid |
BFT | Bureau Financieel Toezicht |
BHV | Bedrijfshulpverlening |
BIBOB | Bevordering Integere Besluitvorming Openbaar Bestuur |
BOA | Buitengewone Opsporingsambtenaar |
BOOM | Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie |
BPP | Basis Penitentiair Programma |
BPVS | Beveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol |
BW | Burgerlijk Wetboek |
BZK | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties |
C | |
CBP | College Bescherming Persoonsgegevens |
CBRN | Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair |
CCV | Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid |
CEM | Cultureel Erfgoed Minderheden |
CGB | Commissie Gelijke Behandeling |
CEV | Commissie Evaluatie Vreemdelingenwet 2000 |
CIOT | Centraal Informatiepunt Onderzoek & Telecommunicatie |
CJD | Centrale Justitiële Documentatiedienst |
CJIB | Centraal Justitieel Incasso Bureau |
COA | Centraal Orgaan opvang Asielzoekers |
COC | Federatie van Nederlandse Verenigingen tot integratie van homoseksualiteit COC Nederland |
COVOG | Centraal Orgaan Verklaringen Omtrent het Gedrag |
CRIEM | Criminaliteit Etnische Minderheden |
CTC | Communities that care |
CTR | Centraal Testamenten Register |
CUMI | Culturele Minderheden |
CvTK | College van Toezicht op de Kansspelen |
CWI | Centrum voor Werk en Inkomen |
D | |
DAD | Departementale Auditdienst |
DBM-v | Detentie en behandeling op maat voor volwassen gedetineerden |
DCL | Detentieconcept Lelystad |
DJI | Dienst Justitiële Inrichtingen |
DNA | Deoxyribose Nucleic Acid |
DSI | Dienst Speciale Interventies |
DT&V | Dienst Terugkeer en Vertrek |
E | |
EC | Europese Commissie |
ED | Elektronische Detentie |
EG | Europese Gemeenschap |
EK | Eerste Kamer |
ESF | Europees Sociaal Fonds |
ET | Elektronisch Toezicht |
EU | Europese Unie |
EU-VIS | Europees Visum Informatiesysteem |
EVF | Europees Vluchtelingen Fonds |
F | |
FES | Fonds Economische Structuurversterking |
FET | Financieel Economisch Toezichtstatuut |
FFW | Flora- en faunawet |
FORUM | Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling |
FPD | Forensisch Psychiatrische Dienst |
FPU | Flexibele Pensioen Uitkering |
FSO | Forensische Samenwerking in de Opsporing |
G | |
GBO | Gemeenschappelijke Beheerorganisatie |
GOA-beleid | Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid |
GSB | Grote Steden Beleid |
GSR | Garantstellingsregeling |
H | |
HALT | Het Alternatief |
HoN | Handhaven op Niveau |
HRT | Herintegratieregeling Terugkeer |
HRPT | Herintegratieregeling Project Terugkeer |
I | |
IAb | Individuele Ambtsberichten |
IBG | In Beslaggenomen Gelden |
IB-groep | Informatie Beheer Groep |
ICCW | Interdepartementale Commissie voor Constitutionele aangelegenheden en Wetgevingsbeleid |
ICER | Interdepartementale Commissie Europees Recht |
ICT | Informatie- en Communicatietechnologie |
IGC | Intergouvernementele Conferentie |
IND | Immigratie- en Naturalisatiedienst |
IOM | International Organisation for Migration |
IPZ | Investeren in Personele Zorg |
ISD | Inrichting voor Stelselmatige Daders |
ITB | Individuele Trajectbegeleiding |
IVO | Incidenteel Versneld Ontslag |
J | |
JCO | Justitieel casusoverleg |
Jib | Justitie in de buurt |
JJI | Justitiële Jeugdinrichtingen |
JustID | Justitiële Informatiedienst |
Justis | Justitiële uitvoeringsdienst toetsing, integriteit, screening |
K | |
KBPS | Kinderbescherming Bedrijfsprocessensysteem |
KCW | Kenniscentrum Wetgeving |
KMar | Koninklijke Marechaussee |
KNVB | Koninklijke Nederlandse Voetbalbond |
KWE | Kleine Woon Eenheden |
L | |
LBIO | Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen |
LOM | Landelijk Overleg Minderheden |
M | |
MKB | Midden- en Kleinbedrijf |
MOB | Met onbekende bestemming |
MOgroep | Branche-organisatie voor de jeugdzorg |
MOT | Meldpunt Ongebruikelijke Transacties |
MR | Ministerraad |
MST | Modernisering Sanctietoepassing |
MTV | Mobiel Toezicht Vreemdelingen |
MTNL | Mira Media, lokale migrantentelevisie |
MVV | Machtiging tot Voorlopig Verblijf |
N | |
NCTb | Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding |
NFI | Nederlands Forensisch Instituut |
Nidos | Jeugdbescherming voor vluchtelingen |
NiFV | Nederlands instituut Fysieke Veiligheid |
NPP | Nationaal Platform Personenschade |
NTP | Nederlands Taxonomie Project |
NVBR | Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding |
NVIS | Nieuwe Visum en Informatie Systeem |
NVP | Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling |
NVvR | Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak |
O | |
OC | Onderzoek- en opvangcentrum |
OCW | Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
ODA | Official Development Assistance |
OH | Onherroepelijk(e) |
OK-beleid | Onderwijskansenbeleid |
OM | Openbaar Ministerie |
OTS | Ondertoezichtstelling |
P | |
PaVEM | Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen |
PBC | Pieter Baan Centrum |
PBO | Particuliere Beveiligingsorganisatie |
PI | Penitentiaire Inrichting |
PIDS | Platform Interceptie Decriptie en Signaalanalyse |
PIJ | Plaatsing in een Jeugdinrichting |
PMJ | Prognosemodel Justitiële Ketens |
PP | Penitentiair Programma |
PROGIS | Programma informatievoorziening strafrechtsketen |
PTV | Preventief Toezicht Vennootschappen |
PV | Proces Verbaal |
R | |
RAVA | Regiegroep allochtone vrouwen en arbeid |
RC | Rekening-Courant |
REAN | Return and Emigration of Aliens from the Netherlands |
Reba | Regeling eigen bijdrage asielzoekers |
RGD | Rijksgebouwendienst |
RHB | Rijkshoofdboekhouding |
RMC | Regionale Meld- en Coördinatiefunctie |
ROC | Regionaal Opleidingen Centrum |
RPP | Regionaal Beschermingsprogramma |
RRB | Raden voor rechtsbijstand |
RVA | Regeling Verstrekkingen aan Asielzoekers |
RvS | Raad van State |
RvdK | Raad voor de Kinderbescherming |
Rvdr | Raad voor de rechtspraak |
S | |
SBaO | Speciaal Basisonderwijs |
SBO | Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt |
SCP | Sociaal en Cultureel Planbureau |
SGC | Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken |
SGM | Schadefonds Geweldsmisdrijven |
SHN | Vereniging Slachtofferhulp Nederland |
SOV | Strafrechtelijke opvang van verslaafden |
SPIFAD | Servicepunt Inkoop en Financieel Administratieve Dienstverlening |
SPVA | Sociale Positie en Voorzieningengebruik Allochtonen |
SRN | Stichting Reclassering Nederland |
SSR | Stichting Steun Remigranten |
Stb | Staatsblad |
Stcrt | Staatscourant |
STP | Scholings- en Trainingsprogramma’s |
SVB | Sociale Verzekeringsbank |
SZW | Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
T | |
TBS | Terbeschikkingstelling |
TK | Tweede Kamer |
TNV | Tijdelijke Noodvoorzieningen Vreemdelingen |
TOPA | Team Ondersteuning Participatie in Antillianengemeenten |
TR | Terugdringen Recidive |
TVCN | Tolk- en Vertaalcentrum Nederland |
U | |
UNHCR | Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen der Verenigde Naties |
UWV | Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen |
V | |
VI | Voorwaardelijke Invrijheidstelling |
VIP | Verwijs Index Personen |
VIS | Visum Informatie Systeem |
VIV | Verklaring omtrent Inkomen en Vermogen |
ViValt | Project Alternatief voor de Verklaring omtrent Inkomen en Vermogen |
VK | Vreemdelingenkamer |
VN | Verenigde Naties |
VNG | Vereniging van Nederlandse Gemeenten |
VNO-NCW | Verbond Nederlandse Ondernemingen en Nederlands Christelijke Werkgeversverbond |
VOG | Verklaring omtrent gedrag |
VOGnp | Verklaring omtrent gedrag voor natuurlijke personen |
VOGrp | Verklaring omtrent gedrag voor rechtspersonen |
VON | Vluchtelingen Organisaties Nederland |
VOV | Versterking Opsporing en Vervolging |
VP | Veiligheidsprogramma |
VP | Vreemdelingenpolitie |
VSV | Voortijdig schoolverlaten |
VU | Vrije Universiteit |
VVE | Voor- en Vroegschoolse Educatie |
VvGB | Verklaring van Geen Bezwaar |
VVA | Verblijfsvergunning asiel |
VVR | Vergunning tot Verblijf Regulier |
VVTV | Voorwaardelijke Vergunning Tot Verblijf |
Vw | Vreemdelingenwet |
V&W | Ministerie van Verkeer en Waterstaat |
VWN | Vluchtelingenwerk Nederland |
VWS | Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
W | |
WAHV | Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften |
Wbp | Wet bescherming persoonsgegevens |
Wi | Wet inburgering |
WIB | Wet Inburgering in het buitenland |
WIN | Wet Inburgering Nieuwkomers |
Wjz | Wet op de jeugdzorg |
Wobka | Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie |
WODC | Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum |
WPBR | Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus |
Wsnp | Wet schuldsanering natuurlijke personen |
WWM | Wet Wapens en Munitie |
X | |
XBRL | eXtensible Business Reporting Language |
Z | |
ZBO | Zelfstandig Bestuursorgaan |
ZM | Zittende Magistratuur |
Bij het ter perse van gaan van het jaarverslag 2006 waren de cijfers VMR2007 og niet beschikbaar.
XBRL (eXtensible Business Reporting Language) is een open standaard om financiële gegevens uit te wisselen via het internet.
Bij het ter perse van gaan van het jaarverslag 2006 waren de cijfers VMR2007 nog niet beschikbaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31031-VI-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.