30 862 Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2014

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken, het evaluatierapport aan van de Vlaams-Nederlandse samenwerking in het Schelde-estuarium1. Dit rapport is opgesteld door de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie op grond van het Verdrag inzake de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland op het gebied van het beleid en beheer in het Schelde-estuarium. In dit verdrag, dat in oktober 2008 in werking is getreden, is opgenomen dat elke 5 jaar de Vlaams-Nederlandse samenwerking wordt geëvalueerd. De eerste, hier voorliggende, evaluatie is eind 2013 afgerond.

Het doel van de evaluatie is om te leren van de bestaande samenwerking, om aanbevelingen te doen voor het verder verbeteren van de samenwerking en om deze aanbevelingen te betrekken bij de zogenoemde Agenda voor de Toekomst voor de duurzame ontwikkeling van het Schelde-estuarium.

De Agenda voor de Toekomst maakt onderdeel uit van het evaluatierapport en legt onder meer de verbinding met het Deltaprogramma en het Masterplan «Vlaamse Baaien». In dit Vlaamse masterplan wordt bijvoorbeeld bezien welke rol het mondingsgebied van het Schelde-estuarium kan spelen bij de robuuste bescherming van het Vlaamse achterland tegen «superstormen», waarbij tegelijkertijd ook functies als natuur en duurzame energie kunnen worden versterkt.

De Agenda voor de Toekomst richt zich in eerste instantie op de ontwikkeling van een gezamenlijk onderzoeksprogramma. Daarbij staat de hoofddoelstelling van de Vlaams-Nederlandse samenwerking centraal: het bewerkstelligen van een duurzame balans tussen de belangen van een veilig, natuurlijk en toegankelijk Schelde-estuarium.

Een prominente uitdaging van de Agenda voor de Toekomst vormt de demping van de getijslag. Deze is toegenomen door menselijke ingrepen zoals inpoldering, zandwinning en vaargeulverruiming en kan (op lange termijn) een bedreiging vormen voor de veiligheid en natuurlijkheid van het Schelde-estuarium.

Het onderzoeksprogramma van de Agenda voor de Toekomst zal onder meer de effectiviteit bezien van grootschalig sedimentbeheer in het mondingsgebied (bv. in de vorm van de aanleg of uitbreiding van zandplaten), inclusief de mogelijkheid van praktijkpilots, op het dempen van de getijslag in het Schelde-estuarium.

De evaluatie, met daarin opgenomen de Agenda voor de Toekomst, geeft invulling aan de motie van de leden Jansen en Jacobi (Kamerstuk 32 500 A, nr. 47), waarin de regering wordt verzocht om «in overleg met de Belgische overheden de afspraken uit het Scheldeverdrag te evalueren teneinde te komen tot een duurzame en veilige langetermijnstrategie voor de bereikbaarheid van de haven van Antwerpen».

Een resultaat van de evaluatie is ook dat aan de bestaande (inhoudelijke) pijlers Veiligheid, Natuurlijkheid en Toegankelijkheid van de Vlaams-Nederlandse samenwerking de pijler Proactieve Maatschappelijke Participatie is toegevoegd. Mede met het oog hierop is de Schelderaad geformeerd, waarin lokale en regionale overheden en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd.

Voor de verdere inhoud van de evaluatie, inclusief de toekomstagenda, verwijs ik u naar het bijgevoegde rapport.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven