30 826 Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij)

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2015

Hierbij informeer ik u over het arrest van het gerechtshof Den Haag over de Wet verbod pelsdierhouderij in het hoger beroep in de zaak van de Staat tegen de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE). De rechter heeft de vorderingen van de NFE afgewezen en het vonnis van de rechtbank Den Haag van 21 mei en 18 juni 2014 vernietigd. Het hof is onder meer van oordeel dat de wetgever redelijkerwijs tot het oordeel kon komen dat het houden en doden van nertsen voor de productie van bont niet in overeenstemming is met in Nederland geldende ethische normen. Ik ben tevreden over de uitspraak van het gerechtshof. Voor de volledige uitspraak verwijs ik u naar: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:3025. De NFE kan in cassatie gaan bij de Hoge Raad.

Het arrest van het gerechtshof betekent dat de Wet verbod pelsdierhouderij van kracht is. Op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij geldt een overgangstermijn tot 2024 voor bestaande pelsdierhouders. Nieuwe nertsenfokkerijen en uitbreidingen van bestaande fokkerijen zijn niet toegestaan. Ik ga met het Openbaar Ministerie in gesprek over de gevolgen van deze uitspraak voor de handhaving.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven