30 821 Nationale Veiligheid

29 826 Industriebeleid

Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2018

Hierbij stuur ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, het standpunt van de regering over de motie van de leden Van den Berg (CDA), Paternotte (D66), Van der Lee (GL), Graus (PVV) en Van Rooijen (50 plus) over het verzoek van de Kamer in kaart te brengen over de noodzaak om essentiële landbouwgronden alsmede essentiële infrastructurele kunstwerken toe te voegen aan de lijst van vitale sectoren/producten (Kamerstuk 29 826, nr. 86).

Deze motie is ingediend naar aanleiding van het debat op 28 juni 2017 over de dreigende overnames van AkzoNobel en Unilever (Handelingen II 2017/18, nr. 98).

In deze brief ga ik in op deze motie voor zover het de essentiële infrastructurele kunstwerken betreft. De Minister van LNV zal uw Kamer in een aparte brief voorzien van het standpunt over de motie voor zover het essentiële landbouwgronden betreft.

In 2015 is uitgebreid gekeken naar de vraag of er in Nederland essentiële infrastructurele kunstwerken zijn die gerekend moeten worden tot de vitale infrastructuur. In de voortgangsbrief nationale veiligheid van 12 mei 2015 (Kamerstuk 30 821, nr. 23) heeft de Minister van Justitie en Veiligheid uw Kamer geïnformeerd over de resultaten van de herijking van vitale infrastructuur. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft bij de herijking een coördinerende rol gespeeld en een kader aangeboden voor de beoordeling of en wanneer diensten als vitaal moeten worden aangemerkt. De verschillende ministeries hebben voor de domeinen die onder hun verantwoordelijkheid vallen «vitaliteitsbeoordelingen» uitgevoerd.

Bij de analyse voor het wegvervoer en vervoer over het spoor is gekeken naar netwerkbereikbaarheid. Destijds is geconcludeerd dat het wegverkeer en vervoer over het spoor kan kiezen uit dermate veel alternatieve routes dat ze niet als vitaal aangemerkt zijn. Infrastructurele kunstwerken voor de waterveiligheid zijn toen wel als vitaal aangemerkt en vallen onder het vitale proces Keren en beheren.

De dreiging in het digitale domein is de afgelopen jaren echter toegenomen. Omdat bij tunnels en bruggen voor wegvervoer en vervoer over het spoor in belangrijke mate sprake is van gedigitaliseerde systemen, is hier sprake van een mogelijke kwetsbaarheid. Daarom zal ik, gezien de huidige ontwikkelingen, een herbeoordeling van de Vitaliteitsbeoordeling van het wegvervoer en vervoer over het spoor uitvoeren inclusief de kunstwerken voor de weg- en spoorinfrastructuur en zal bezien of er vitale objecten moeten worden aangemerkt. Een nieuwe vitaliteitsbeoordeling zal dan met een actueel (cyber)scenario uitgevoerd worden.

Het tweede deel van de motie richt zich op het mogelijke risico dat essentiële infrastructurele kunstwerken in verkeerde buitenlandse handen vallen. Zoals ook in het regeerakkoord is opgenomen is economische veiligheid voor de regering een belangrijk thema. Bij voornoemde herbeoordeling voor de weg- en spoorinfrastructuur zal daarom eveneens worden bezien of er voldoende waarborgen zijn tegen ongewenste overnames.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven