30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2017

Hierbij bied ik u de resultaten aan van het onderzoek naar draagvlak onder de Nederlandse bevolking ten aanzien van resomeren als alternatieve methode van lijkbezorging1.

Tijdens het verzamel algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken op 10 maart 2016 is o.a. gesproken over resomeren als alternatieve wijze van lijkbezorging2. Naar aanleiding van het voornemen van uitvaartorganisatie Yarden om resomeren als alternatieve vorm van lijkbezorging aan te bieden, zijn door de Kamer vragen gesteld hoe dit voornemen zich verhoudt tot de Wet op de lijkbezorging. Op grond van de wet zijn andere vormen van lijkbezorging dan begraven of cremeren niet toegestaan3. Wel kent de wet de mogelijkheid om het lichaam na overlijden ter beschikking te stellen ter ontleding voor wetenschappelijke doeleinden.

In het hiervoor genoemde overleg is door meerdere leden van uw Kamer gevraagd om een van de uitvaartbranche onafhankelijk onderzoek naar draagvlak en behoefte onder de Nederlandse bevolking aan resomeren als alternatieve vorm van lijkbezorging naast begraven en cremeren.

Ik heb conform mijn toezegging I&O Research opdracht gegeven een onafhankelijk draagvlakonderzoek uit te voeren onder de Nederlandse bevolking. Dat onderzoek is begin februari van dit jaar afgerond. De resultaten zijn in een onderzoeksrapportage als bijlage bij deze brief gevoegd4.

Het onderzoek laat zien dat ongeveer 25% van de Nederlanders resomeren mede in ogenschouw zou nemen als een mogelijk alternatief voor begraven en cremeren als methode voor lijkbezorging indien de wet dit zou toestaan. Verder laat het onderzoek zien dat 66% van de Nederlandse bevolking geen overwegende bezwaren heeft tegen de wettelijke regeling van resomeren als alternatief naast de bestaande wijzen van lijkbezorging. De ondervraagden benadrukken daarbij dat zij sterk hechten aan de individuele keuzevrijheid ten aanzien van de vorm van lijkbezorging. Daarbij is eveneens 66% van de ondervraagden van mening dat de overheid duidelijke grenzen moet stellen aan de vormen van lijkbezorging in ons land. In het algemeen bezien hebben protestants-christelijke groeperingen en groeperingen met een islamitische achtergrond een voorkeur voor begraven, maar zij hebben geen overwegende bezwaren indien anderen wel voor resomeren kiezen. Als slotconclusie stellen de onderzoekers dat het wettelijk mogelijk maken van resomeren en ook van andere nieuwe uitvaartmethoden niet zal leiden tot zwaarwegende bezwaren vanuit de samenleving, mits de eigen keuzevrijheid is gegarandeerd.

Bij het bestuderen van de mogelijkheid om resomeren wettelijk mogelijk te maken is de vraag gerezen welke criteria als uitgangpunt zouden moeten dienen bij het beoordelen van nieuwe alternatieven op het terrein van de lijkbezorging. Resomeren is immers niet de enige andere methode die als alternatief voor lijkbezorging bestaat. Ook kan worden gedacht aan methoden zoals vriesdrogen of ecoleren waarbij in plaats van chemische middelen elektriciteit wordt gebruikt als methode voor ontbinding van het lichaam. Daarnaast kunnen ook nieuwe technologische ontwikkelingen aanleiding geven voor alternatieve methoden voor lijkbezorging. Vanuit dat perspectief is door mij een opdracht verstrekt aan de TU Delft om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een breed maatschappelijk beoordelingskader te ontwikkelen voor het toetsen van nieuwe technologische alternatieven voor lijkbezorging.

Ten aanzien van veiligheid van de arbeidsomstandigheden die samenhangen met de uitvoering van het resomeren is in opdracht van Yarden aanvullend onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zullen zodra deze beschikbaar zijn, worden voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De uitkomsten van die beoordeling zullen worden meegenomen in de brief die ik later in het jaar aan de Kamer zal voorleggen.

Naast de genoemde externe onderzoeken is door BZK ook de uitvoeringspraktijk van de lijkbezorging in Nederland nader bestudeerd. Daartoe zijn gesprekken gevoerd met vrijwel alle betrokken instellingen en brancheorganisaties die betrokken zijn bij de lijkbezorging om een beeld te verkrijgen in hoeverre de wettelijke bepalingen nog actueel zijn. Uit de gevoerde gesprekken zijn knelpunten en suggesties ter verbetering van zowel de wet als de uitvoeringspraktijk naar voren gekomen. Deze zullen worden bestudeerd om tot een beoordeling te komen of de wet moet worden gewijzigd.

Ten aanzien van het doen van voorstellen om alternatieve vormen van lijkbezorging mogelijk te maken heb ik het volgende tijdpad voor ogen. De onderzoeken over resomeren en het onderzoek van de TU Delft dat medio mei van dit jaar naar verwachting gereed komt, vormen samen met de hiervoor genoemde analyse van de uitvoeringspraktijk de bouwstenen voor eventuele beleidsvoorstellen ten aanzien van de lijkbezorging in Nederland. Het streven is in het najaar van 2017 uw Kamer nader te informeren over eventuele concrete beleidsvoorstellen ter zake.

Met betrekking tot de lijkschouw en gerechtelijke sectie die zijn geregeld in de Wet op de lijkbezorging wordt volledigheidshalve nog gewezen op de door de Minister van Veiligheid en Justitie ingestelde taskforce lijkschouw en gerechtelijke sectie5. De resultaten van deze taskforce zullen, in overleg met de ministers van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede worden betrokken bij de brief ten aanzien van de Wet op de lijkbezorging in het najaar van 2017.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Verslag algemeen overleg van 10 maart 2016, Kamerstuk 34 300 VII, nr. 65. Resomeren is een methode waarbij het lichaam na overlijden wordt ontbonden door middel van hydrolyse in een waterige oplossing met kaliumhydroxide.

X Noot
3

Voor het uitzonderlijke geval van overlijden aan boord van Nederlandse schepen op zee gelden afwijkende voorschriften (artikel 70 Wet op de lijkbezorging).

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 6 januari 2017, nummer 2029595 houdende instelling van de taskforce lijkschouw en gerechtelijke sectie (Instellingsregeling taskforce lijkschouw en gerechtelijke sectie). De taskforce is ingesteld naar aanleiding van een rapport van het Nederlands Forensische Instituut inzake de lijkschouw en de gerechtelijke sectie van november 2016. In het rapport worden aanbevelingen gedaan over de kwaliteit van de lijkschouw en de gerechtelijke sectie.

Naar boven