Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2018
Met deze brief geef ik – mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken – gehoor aan
het verzoek van het Kamerlid Ozütok (GroenLinks) in het ordedebat van 30 oktober jl.
(Handelingen II 2018/19, nr. 16, item 12), waarin wordt verzocht om nader per brief te worden geïnformeerd over de Venezolaanse
vluchtelingenproblematiek en de Nederlandse rol in de opvang van migranten.
Uw Kamer is door de Minister van Buitenlandse Zaken op gezette tijden nader geïnformeerd
over de verslechterde situatie op politiek, economisch en mensenrechtengebied in Venezuela.
Het kabinet houdt deze ontwikkelingen nog steeds nauwlettend in de gaten. De crisis
in Venezuela heeft niet alleen gevolgen voor Venezuela, maar ook voor de humanitaire
situatie en stabiliteit in de regio. Volgens UNHCR hebben de afgelopen jaren ruim
3 miljoen Venezolanen het land verlaten. Het merendeel van de Venezolaanse migranten
heeft een onderkomen gezocht in buurlanden Brazilië, Colombia, Peru en Ecuador. Om
landen in de regio te ondersteunen bij een humane opvang, heeft het kabinet afgelopen
jaar verschillende internationale organisaties gesteund. In totaal is er 5,1 miljoen
euro beschikbaar gesteld voor regionale hulpverzoeken van UNHCR, IOM en het Nederlandse
Rode Kruis. Ook is het Koninkrijk betrokken bij regionale initiatieven op het gebied
van migratie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken was afgelopen maand vertegenwoordigd
bij de migratieconferentie in Quito en de UNHCR missie aan Colombia, Ecuador en Peru.
Er zijn op dit moment nog altijd geen aanwijzingen die duiden op een (aanstaande)
grote migrantenstroom richting het Caribisch deel van het Koninkrijk. De migrantenstroom
loopt zoals hierboven beschreven hoofdzakelijk over land. Dit neemt niet weg dat Aruba
en Curaçao zich al geruime tijd geconfronteerd zien met problematiek rond de instroom
van (illegale) migranten. De meest recente cijfers van de Kustwacht over het jaar
2018 laten zien dat in totaal 237 personen zijn onderschept.1 Het gaat daarbij om 44 personen bij Aruba, 185 personen bij Curaçao en 8 personen
bij Sint Maarten. Over 2017 zijn ter vergelijking in totaal 326 personen aangehouden
en over 2016 in totaal 122. Deze gegevens zijn beschikbaar in gepubliceerde jaarverslagen
van de Kustwacht.
Zoals het lid Bosman (VVD) en het lid Van den Berg (CDA) terecht opmerkten in het
ordedebat van 30 oktober jl. betreft het migratiebeleid, inclusief de toelating, uitzetting
en opvang van (illegale) migranten, een autonome aangelegenheid van de landen binnen
het Koninkrijk. De landen bieden elkaar – waar nodig en gevraagd – hulp en bijstand
op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Zoals
u bekend, heeft de regering van Curaçao op basis van het Statuut reeds een tweetal
verzoeken om ondersteuning gedaan. Ten aanzien van deze hulpverzoeken en de ondersteuning
die Nederland biedt, verwijs ik u graag naar de beantwoording van de vragen van de
leden Van Dijk en Van Raak (beiden SP)2, alsmede de antwoorden op de vragen van het lid Bosman (VVD)3.
Tot slot verwijs ik in reactie op de vraag van het lid De Graaf (PVV) of Venezolanen
via Curaçao naar Nederland kunnen komen, naar de eerdere beantwoording van de vragen
van het lid Bosman (VVD)4.Toegang tot het grondgebied van of toelating tot verblijf in Aruba, Curaçao of Bonaire,
is territoriaal beperkt tot die landen, resp. de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba. Toegang of toelating betekent daarom niet zonder meer ook toegang of toelating
tot Europees Nederland. Venezolanen zijn vrijgesteld van de visumplicht kort verblijf
(Schengenvisum), op grond van Verordening (EG) 539/2001 van de Raad van de Europese
Unie. Zij hebben daarom geen visum nodig voor reizen met kort verblijf naar Europa.
Voor verblijf in Europees Nederland langer dan 90 dagen binnen een periode van 180 dagen,
moeten Venezolanen echter vooraf een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen bij
een Nederlandse ambassade of consulaat in het buitenland, dan wel de kabinetten van
de Gouverneurs te Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops