30 573 Migratiebeleid

Nr. 115 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2013

In de vierde voortgangsrapportage INDiGO die op 20 februari jongstleden naar uw Kamer is verzonden (Kamerstuk 30 573, nr. 114), heb ik gemeld dat de Wet modern migratiebeleid in de zomer van 2013 in werking zal treden. Ik kan u nu meedelen dat de Wet modern migratiebeleid op 1 juni aanstaande in werking zal treden.

Een belangrijk voordeel van de Wet modern migratiebeleid is het sneller en efficiënter maken van de toelatingsprocedures door onder andere de samenvoeging van de aanvraagprocedures voor de machtiging tot voorlopig verblijf en de verblijfsvergunning en de versnelde procedure voor erkende referenten. Hierdoor vervallen voor veel vreemdelingen en referenten een dubbele aanvraagprocedure met een dubbele toetsing. Een ander voordeel is dat verblijfsvergunningen minder vaak verlengd of gewijzigd hoeven te worden. De reden hiervoor is dat verblijfsvergunningen met ingang van het modern migratiebeleid doorgaans voor een langere duur verleend zullen worden en de mogelijkheid om binnen bepaalde verblijfsdoelen te veranderen van bijvoorbeeld werkgever of onderwijsinstelling, zonder dat een nieuwe verblijfsvergunning nodig is. Dit leidt tot snellere procedures en minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

Voor een aantal klantgroepen, zoals voor studenten en kennismigranten, geldt dat zij – binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving – al geruime tijd profiteren van de voordelen die de Wet modern migratiebeleid met zich meebrengt. Voor deze categorieën is het positieve effect van de invoering van de Wet modern migratiebeleid op een aantal aspecten, zoals de doorlooptijden, dus minder merkbaar.

Daarbij geeft de Wet modern migratiebeleid de referent een sterkere rol in de toelatingprocedures en meer verantwoordelijkheden en verplichtingen in het kader van het toezicht. Dit gaat gepaard met een effectief toezicht en zichtbare handhaving. Met het modern migratiebeleid wordt naast het bestaande toezicht op vreemdelingen een stelsel van toezicht op referenten ingevoerd. Ook wordt de bestuurlijke boete in het vreemdelingenrecht geïntroduceerd. Burgers en bedrijven, die zich niet aan de regels houden, krijgen extra aandacht en kunnen onder meer worden geconfronteerd met een bestuurlijke boete.

Ook met de invoering van de Wet modern migratiebeleid blijft, zoals ik in bovengenoemde voortgangsrapportage heb aangegeven, de onderhoudbaarheid en toekomstvastheid van INDiGO de komende jaren een belangrijk aandachtspunt.

Daarom is het waarschijnlijk dat in combinatie met de invoering van de Wet modern migratiebeleid – een majeure operatie voor de IND – er tijdelijk enigzins langere doorlooptijden zullen ontstaan. Als dat zich daadwerkelijk voordoet en klanten daardoor in de problemen zouden komen, zal de IND, zoals in de vierde voortgangsrapportage is aangegeven, die in afstemming met de klant oplossen.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven