nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2010
Conform het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken van
16 december 2009 (kenmerk 2009Z23701/2009D64832) informeer ik hierbij
uw Kamer over wat er inhoudelijk tussen Ziggo en mij is gewisseld over artikel
7.2a van de Telecommunicatiewet.
Artikel 7.2a van de Telecommunicatiewet is op 1 juli 2009 in werking
getreden. Het artikel bepaalt dat (telecommunicatie)contracten voor onbepaalde
tijd te allen tijde door consumenten kunnen worden
opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand.
Datzelfde geldt, zo bepaalt artikel 7.2a verder, voor contracten die stilzwijgend
verlengd zijn. OPTA, die toezicht houdt op de naleving van artikel 7.2a, heeft
aangegeven dat artikel 7.2a zo moet worden begrepen dat de opzegtermijn van één
maand start op de datum van opzegging. Derhalve is het contract van een klant
die op 14 september opzegt uiterlijk op 15 oktober beëindigd.
Ziggo heeft aangegeven grote moeite te hebben met deze uitleg van OPTA
en heeft zich, zoals u bekend is, daarover bij mij beklaagd. Ziggo zou graag
hebben gezien dat artikel 7.2a zo zou worden uitgelegd dat het slechts verplicht
tot de mogelijkheid van opzegging tegen het einde van een kalendermaand. Ziggo
heeft daarbij naar voren gebracht dat zij, bij de door OPTA gegeven uitleg,
om te voldoen aan artikel 7.2a haar (geautomatiseerde) administratieve systemen
moet aanpassen. Deze aanpassingen zijn, zo gaf Ziggo aan, relatief kostbaar,
terwijl de baten voor de consument relatief gering zijn. Bovendien is, zo
betoogde Ziggo, de door OPTA gegeven uitleg niet in lijn met de systematiek
van het Burgerlijk wetboek.
Van de zijde van EZ is daarop aangegeven dat zij de interpretatie van
OPTA onderschrijft en dat uit het Burgerlijk wetboek niet valt af te leiden
dat contracten alleen tegen het einde van een kalendermaand kunnen worden
opgezegd. Wel heeft EZ begrip getoond voor het kostenaspect. Daarbij is echter
ook gewezen op het feit dat in de ruim twee jaar waarin regelmatig met het
bedrijfsleven over de betreffende aanpassing van de Telecommunicatiewet
is gesproken, noch door Ziggo, noch door enige andere aanbieder, naar voren
is gebracht dat contractsbeëindiging te allen tijde bezwaarlijk zou zijn.
Bovendien is er op gewezen dat om de wens van Ziggo te honoreren vrijwel zeker
wetswijziging nodig is. Dit zou niet alleen de nodige tijd kosten, maar bovendien
een verkeerd signaal zijn aan de andere aanbieders bij wie de consument wel
te allen tijde kan opzeggen.
Enige tijd na het gesprek heeft Ziggo mij ervan op de hoogte gesteld dat
zij aan OPTA heeft laten weten dat zij zich zal voegen naar de interpretatie
van OPTA en het systeem van opzeggen op dagbasis te gaan implementeren.
Ik beschouw de zaak daarmee als afgedaan en hoop u hiermee (alsnog) voldoende
te hebben geïnformeerd,
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk