nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2009
Bij deze bericht ik uw Kamer over de voortgang inzake de invoering van
een systeem van nummerherkenning voor advocaten. Hierover heb ik uw Kamer
eerder bij brief van 15 april (Kamerstukken II, 2008–2009, 30 517,
nr. 8) geïnformeerd, welke brief in het Algemeen overleg van 16 april
2009 (Kamerstukken II, 2008–2009, 30 517, nr. 9) is besproken
en waarvan het verslag tijdens de plenaire vergadering van 9 juni 2009
aan de orde was en aanleiding vormde tot het indienen van een tweetal moties:
de motie Teeven inzake het afzien van de aftapregeling (Kamerstukken II, 2008–2009,
30 517, nr. 10) en de motie Heerts en Van Toorenburg inzake een
stevige tuchtrechtelijke reactie in geval van misbruik (Kamerstukken II, 2008–2009,
30 517, nr. 11).
Ik heb een extern bureau opdracht gegeven een impactanalyse uit te voeren
naar de systeemtechnische, organisatorische en financiële aspecten van
automatische herkenning en vernietiging van geïntercepteerde telefoongesprekken
van en met advocaten. Het onderzoek zal ruim twee maanden tijd nemen. Onderzocht
zal worden welke aanpassingen precies nodig zijn aan het huidige interceptiesysteem,
wat het samenstel van aanpassingen gaat kosten en hoe dit moet worden aanbesteed.
Voorts ziet de impactanalyse op de vraag hoe advocaten en advocatenkantoren
op gebruiks- en onderhoudsvriendelijke wijze hun geheimhoudernummers kunnen
aanleveren, welke systeemtechnische toepassing zich hiervoor het beste leent
en hoe de aanlevering verder moet worden georganiseerd. Ten derde wordt onderzocht
hoe vorm kan worden gegeven aan een efficiënte en effectieve controle
op de juistheid van geheimhoudernummers en wat de meest geëigende organisatie
is om die controle uit te voeren. De impactanalyse beoogt voorts inzicht te
geven in de organisatorische en financiële gevolgen die invoering van
nummerherkenning met zich brengt.
Het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken (Stb 1999, 548)
geeft regels voor de vernietiging van de gegevensdragers met de opgenomen
gesprekken en voor de vernietiging van processen-verbaal die mededelingen
bevatten die zijn gedaan door of aan een geheimhouder. Het besluit behoeft
een wijziging. De voorbereiding daartoe hangt nauw samen met de uitwerking
van het systeem van nummerherkenning, die onderwerp vormt van de impactanalyse.
Naar verwachting zal het wijzigingsbesluit dit najaar in consultatie kunnen
worden gegeven, zodat deze in de loop van 2010 in werking kan treden. Aanvullend
zal een ministeriële regeling worden opgesteld waarin een aantal praktische
aspecten rond de nummerherkenning zal worden uitgewerkt. Voorts zal het College
van procureurs-generaal bezien in hoeverre de Instructie vernietiging geïntercepteerde
gesprekken met geheimhouders dient te worden aangepast.
De Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten is doende met het
concipiëren van de benodigde eigen regelgeving. Uitgangspunten hierbij
zijn onder meer dat advocaten alleen gesprekken voeren met hun cliënten
via de opgegeven geheimhoudernummers en dat het advocaten niet is toegestaan
niet-geheimhouders gebruik te laten maken van opgegeven geheimhoudernummers.
Misbruik of faciliteren van oneigenlijk gebruik is een ernstige schending
van het vertrouwen in de advocatuur dan wel in strijd met hetgeen een behoorlijk
advocaat betaamt. De concept regelgeving zal worden besproken in de september
vergadering van het College van Afgevaardigden. Daarna zal ik uw Kamer nader
informeren.
Wellicht ten overvloede deel ik u nog mee dat de bewaartermijn van de
opgenomen gesprekken, waarbij een geheimhouder is betrokken, 90 dagen zal
zijn. Verlenging van de termijn van 30 dagen, die door het College en de NOvA
was aanbevolen, was een uitdrukkelijke wens van uw Kamer. De argumentatie
daartoe vind ik overtuigend. Daarbij merk ik nog wel op dat ik wil vasthouden
aan het principe van geautomatiseerde vernietiging. De suggesties van enkele
leden van uw Kamer, gedaan tijdens het AO van 16 april 2009, de geheimhoudergesprekken
te bewaren tot het moment dat in de zaak onherroepelijk vonnis is gewezen,
zou betekenen dat de vernietiging weer afhankelijk wordt van menselijke tussenkomst,
terwijl een systeem van automatische nummerherkenning juist als voordeel heeft
dat omissies tengevolge van menselijk falen worden uitgesloten.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin