Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2011
In antwoord op Kamervragen van de leden Van der Werf en Haverkamp over de veiligheid van rangeerterreinen1 heb ik toegezegd uw Kamer het onderzoeksrapport Weten wat er staat van de Inspectie Verkeer en Waterstaat inclusief de al lopende acties vóór 13 september 2011 toe te sturen. Hierbij doe ik
deze toezegging gestand2.
Acties naar aanleiding van het onderzoeksrapport
De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft naar aanleiding van de tijdens het onderzoek geconstateerde overtredingen processen-verbaal
opgemaakt en tevens de betreffende vervoerders en infrastructuurbeheerders een voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke
sanctie gestuurd. Deze vervoerders en infrastructuurbeheerders hebben de inspectie hierop hun zienswijze gestuurd en aangegeven
welke maatregelen zij nemen of voornemens zijn te nemen.
Vervoerders en infrastructuurbeheerders hebben in hun zienswijze toezeggingen gedaan en aangegeven nadere afspraken met elkaar
te hebben gemaakt om de informatievoorziening onderling met name ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen te optimaliseren.
Zo is onder meer toegezegd dat het sinds 1 augustus jongstleden mogelijk is om in geval van een incident binnen 15 minuten
de hulpdiensten de relevante informatie te verschaffen over wagons met gevaarlijke stoffen die stil staan of rangeren op een
emplacement. Daarnaast is toegezegd dat vanaf 1 augustus rijwegen niet eerder worden verstrekt aan voor vertrek gereedstaande
goederentreinen dan nadat de op grond van het Besluit Spoorverkeer vereiste informatie van de vervoerder door de beheerder
is ontvangen. De inspectie heeft geconstateerd dat beide toezeggingen nog niet in alle gevallen gehaald worden.
In 2010 zijn de infrastructuurbeheerders in samenwerking met vervoerders en hulpdiensten een onderzoek gestart gericht op
het ontwikkelen van een systeem dat «real time» informatie levert over de inhoud van wagons die op emplacementen aanwezig
zijn en waar deze zich bevinden. Dit systeem is naar verwachting dit najaar operationeel.
Vervoerders geven daarnaast aan diverse maatregelen te nemen of te hebben genomen, zoals het aanscherpen van interne instructies,
(her)instructie van personeel, het opvoeren van toezicht op operationele processen en het houden van meer steekproeven en
inspecties.
De inspectie is van mening dat de betreffende vervoerders en infrastructuurbeheerders op dit moment nog niet op alle punten
voldoende «in control» zijn. Hen is daarom in het belang van de bevordering van de openbare veiligheid en met als doel deze
overtredingen in de toekomst te voorkomen een Last Onder Dwangsom opgelegd. De komende maanden zullen inspecteurs van de Inspectie
Verkeer en Waterstaat het toezicht op de naleving van de betreffende bepalingen en de door de spoorsector aangekondigde maatregelen
intensiveren.
Tot slot
Ik benadruk hierbij nogmaals, zoals ook aangegeven in mijn antwoorden op de eerder genoemde Kamervragen, dat het vervoer van
gevaarlijke stoffen per spoor veilig is, ook in vergelijking met andere landen. De naleving van regelgeving ligt in het algemeen
op een aanvaardbaar niveau. De inspectie heeft echter geconstateerd dat de naleving van de bepalingen over de informatie van
treinen met gevaarlijke stoffen tekort schiet. Mocht zich een calamiteit voordoen, dan is het van groot belang dat trein-
en emplacementpersoneel en personeel van hulpdiensten snel en adequaat worden geïnformeerd over de aanwezigheid van gevaarlijke
stoffen. De sector laat in haar reactie op het rapport van de inspectie zien bereid te zijn de veiligheid verder te verbeteren.
Ik heb er dan ook vertrouwen in dat met de maatregelen van de spoorsector en het toezicht van de inspectie hierop de naleving
van de bepalingen over de informatie van treinen met gevaarlijke stoffen op een aanvaardbaar niveau wordt gebracht.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus