30 300 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2006

nr. 127
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2006

INLEIDING

Het museaal bestel van het Ministerie van Defensie bestaat uit zes musea en een dertigtal traditiekamers. De musea zijn vooral gericht op een bezoekerspubliek van buiten Defensie. Het gaat om het Marinemuseum in Den Helder, het Mariniersmuseum in Rotterdam, het Legermuseum in Delft, het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg, het Museum Bronbeek – deel uitmakend van het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek – in Arnhem, en het Marechausseemuseum in Buren. Deze musea ontvangen jaarlijks ongeveer 350 000 bezoekers en bieden werk aan meer dan 100 personeelsleden, waarvan er bijna 40 zijn tewerkgesteld bij Defensie.

De traditiekamers hebben vooral een intern gerichte rol ter versterking van het saamhorigheidsgevoel van een Krijgsmachtonderdeel. Een klein aantal hiervan vervult als historische verzameling, naast de functie voor de eigen achterban, eveneens een beperkte externe, regionale publieksfunctie.

Sinds eind jaren negentig zijn er stelselmatig tekortkomingen geconstateerd op het gebied van de fysieke behuizing van de musea. Vooral het Militaire Luchtvaart Museum en het Legermuseum kampen inmiddels met dringende huisvestingsproblemen, te wijten aan de te krappe behuizing en aan achterstallig onderhoud, waardoor het zeer moeilijk is de collecties op een professionele en aantrekkelijke manier aan het publiek te presenteren.

Ook is de depotsituatie van een aantal musea zeer zorgwekkend, wat, als deze niet verbetert, leidt tot onherstelbare schade aan de collecties.

Naast de huisvestingproblemen, vertoont het beheer en onderhoud van de meeste collecties soms ernstige gebreken. Inspecties, onder andere door de Algemene Rekenkamer en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, wijzen uit dat de collecties bij bijna alle defensiemusea grotendeels door vrijwilligers, weliswaar met liefdevolle aandacht maar met onvoldoende professionele zorg, worden beheerd en onderhouden. Eveneens zijn bij alle musea achterstanden geconstateerd op het gebied van collectiemanagement.

Tenslotte ontbreekt het tot op heden aan een heldere museale visie en een eenduidig beleid. Defensie maakt nog onvoldoende duidelijk wat zij met haar historisch erfgoed wil bereiken. Gebaseerd op dit te ontwikkelen museale beleid, dient aansluitend zowel een eenduidiger aansturing van de Defensiemusea te worden gerealiseerd, alsook de publieksgerichtheid te worden verbeterd.

De afgelopen jaren zijn verschillende plannen ter verbetering van de situatie opgesteld, maar deze zijn om uiteenlopende redenen slechts gedeeltelijk, of in het geheel niet uitgevoerd. Met het invoeren van het nieuwe besturingsmodel, het centraliseren van bevoegdheden bij de Commandant der Strijdkrachten en het intensiveren van het gezamenlijk («joint») optreden binnen de Krijgsmacht, is uiteindelijk besloten om mede met behulp van externe expertise ook één, defensiebrede museale beleidsvisie te ontwikkelen. Dit Advies Museaal Beleid Ministerie van Defensie is in het najaar van 2005 gereedgekomen en vormt de basis voor mijn besluit tot het herinrichten van het museaal bestel Defensie.

HERINRICHTING MUSEAAL BESTEL

Vorming Stichting Nationaal Militair Museum

De zes Defensiemusea zullen worden ondergebracht in één stichting, de Stichting Nationaal Militair Museum (NMM), die wordt aangestuurd door één bestuur en opereert onder één Raad van Toezicht.

De taak van de Stichting NMM is het presenteren van de museale boodschap van Defensie als onderdeel van het corporate communicatiebeleid én het in stand houden van het cultureel historisch erfgoed van de Krijgsmacht.

Hiertoe selecteert, presenteert, beheert en onderhoudt de Stichting NMM de Defensiecollectie en exploiteert zij de noodzakelijke musea en depots voor Defensie.

De stichting zal buiten de Defensieorganisatie worden geplaatst. De Minister van Defensie behoudt de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en uitvoering van een eenduidig museaal beleid en stelt duidelijke kaders vast, waarbinnen de Stichting NMM opereert. De Defensieonderdelen zullen onder leiding van de Commandant der Strijdkrachten op een actieve manier bij de Stichting NMM betrokken blijven, waarmee de huidige nauwe verbondenheid tussen Krijgsmacht en Defensiemusea wordt voortgezet.

Defensie zal de Stichting NMM op basis van jaarlijks te maken resultaatafspraken subsidiëren. Deze subsidie zal worden verkregen door de huidige exploitatiekosten van de verschillende Defensiemusea te bevriezen en samen te voegen.

Herinrichting tentoonstellingen militaire musea

De Stichting NMM presenteert de Defensiecollectie in:

– het op te richten Defensiemuseum op de vliegbasis Soesterberg;

– het Marinemuseum in Den Helder;

– het Museum Bronbeek;

– het Mariniersmuseum in Rotterdam;

– en het Marechausseemuseum in Buren.

Het Militaire Luchtvaart Museum en het Legermuseum worden gehuisvest in het nieuw te bouwen Defensiemuseum.

De Stichting NMM stuurt de militaire musea aan en verzorgt in al haar vestigingen presentaties en tentoonstellingen, die gebaseerd zijn op de museale boodschap en het museale beleid van Defensie. In het nieuw op te richten Defensiemuseum is de presentatie daarbij nadrukkelijk zowel gewijd aan krijgsmachtbrede (thema) tentoonstellingen als aan de Landmacht en de Luchtmacht. De andere musea van de stichting leveren bijdragen aan de krijgsmachtbrede presentatie, terwijl het Defensiemuseum omgekeerd de overige musea bij bepaalde presentaties ondersteunt.

Nieuwbouw en inrichting Defensiemuseum

Voor het Defensiemuseum zal op de vliegbasis Soesterberg een nieuw onderkomen worden gebouwd, bestaande uit een museum en een depot, waarbij grotendeels gebruik wordt gemaakt van bestaande infrastructuur. Ik zal u door middel van een DMP-A document over de behoefte en bijkomende kosten informeren. De bouw van het Defensiemuseum zal begin 2008 starten, het geschatte tijdstip van oplevering is eind 2009.

Sanering van de museumcollecties

De collecties van de zes huidige musea worden grondig gesaneerd en, waar mogelijk, geconcentreerd en verbeterd. Bij deze sanering zal de toekomstige depotruimte maatgevend zijn voor de omvang van de nieuwe collectie en zal de capaciteit van het nieuwe depot in Soesterberg maximaal worden benut. Met de sanering wordt ook het beheer van de Defensiecollectie verbeterd.

De collectie die de Stichting NMM voor Defensie beheert, bevat dan alleen die voorwerpen die van belang zijn voor de museale boodschap die aan het publiek gepresenteerd wordt en/ of een essentieel deel van het cultureel historisch erfgoed van Defensie uitmaken.

Realisatie

Ik ben voornemens om in goed overleg met de huidige museumbeheerders, de Stichtingen Militair-historisch Museum (het Legermuseum) en het Marechausseemuseum en de Defensieonderdelen CZSK (het Marine- en het Mariniersmuseum), CLSK (het Militaire Luchtvaart Museum) en CDC (het Museum Bronbeek), de transitie vorm te geven.

Daartoe wordt op zeer korte termijn een projectorganisatie opgericht waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd en die onder mijn regie het besluit herinrichting museaal bestel Defensie zal uitvoeren. Ik zal u te zijner tijd over de voortgang informeren.

EINDDOEL

Met het museale beleid Defensie, dat de hierboven besproken herinrichting van het museaal bestel omvat, streef ik het volgende einddoel na:

– Alle Defensiemusea zijn ondergebracht binnen de Stichting Nationaal Militair Museum. Onder eindverantwoordelijkheid van de Minister presenteert de Stichting dan de extern-gerichte museale boodschap van Defensie op een aansprekende wijze aan een zo groot mogelijk publiek. Deze stemt overeen met het corporate communicatiebeleid van Defensie. Tevens houdt de Stichting NMM op eenduidige en professionele wijze het cultureel-historische erfgoed van Defensie in stand.

Hierbij hanteert zij zowel de geldende museale normen, als ook de (doelmatigheids) criteria van goed beheer en speelt zij in op maatschappelijke ontwikkelingen; de Stichting kan derhalve op termijn o.a. het aantal en de locatie van haar vestigingen herevalueren.

Defensie subsidieert de Stichting NMM op basis van jaarlijkse, duidelijke resultaatafspraken.

– daarnaast biedt Defensie ruimte aan een aantal traditiekamers, met als doel tradities binnen een bepaalde eenheid in ere te houden en de gelegenheid te bieden te herdenken en gedenken; zij spelen dus een intern-gerichte rol ter versterking van het saamhorigheidsgevoel van een eenheid. Traditiekamers worden beheerd door private stichtingen en kunnen op bescheiden schaal gebruik maken van faciliteiten van Defensie.

De nu bestaande historische verzamelingen zijn hetzij geïntegreerd in de Stichting NMM hetzij omgevormd tot een traditiekamer.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven