Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2021
Op 8 februari 2020 (Kamerstuk 30 234, nr. 241) heb ik samen met mijn collega’s van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en met de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) het actieplan: «Ons voetbal
is van iedereen. Samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI) gelanceerd.
Dit gebeurde naar aanleiding van de racistische bejegening van Excelsior-speler Ahmad
Mendes Moreira door voetbalfans van FC Den Bosch op 17 november 2019.
Nu een jaar later bied ik u mede namens de ministers van JenV en SZW de eerste monitoring
aan van dit plan uitgevoerd door het Mulier Instituut1. In deze eerste tussenrapportage is de voortgang geïnventariseerd van de in het actieplan
genoemde maatregelen en de diverse daaraan gekoppelde indicatoren.
In het plan wordt ingezet op drie inhoudelijke uitvoeringslijnen: (1) voorkomen (2)
signaleren en (3) sanctioneren, en vormt (het vergroten van) de samenwerking tussen
alle betrokken partijen (samen aan de slag) een doorsnijdende lijn.
De resultaten laten zien dat ondanks de beperkende coronamaatregelen een voortvarende
start is gemaakt met de voorgenomen werkzaamheden en acties. Een groot aantal aanpassingen
om racistische en andere discriminatoire uitlatingen te voorkomen, op te sporen en
er tegen op te treden zijn reeds uitgevoerd. Denk daarbij aan het aanstellen van de
speciaal aanklagers, het verhogen van de strafmaat en het aanpassen van de rapportagetool
voor scheidsrechters. Ook zijn belangrijke (voorbereidende) werkzaamheden uitgevoerd
voor onder meer de ontwikkeling van aanvullende en nieuwe technologieën en scholingsactiviteiten,
die ook deels (online) doorgang vonden.
Het plan als geheel kent een groot draagvlak onder alle betrokken partijen en onder
de bevolking als geheel. Een aantal maatregelen, zoals bijvoorbeeld de slimme technologie,
kent meer uitdagingen rondom (maatschappelijk) draagvlak en/of privacy. Voor inzicht
in de opbrengsten van reeds genomen acties is het nog te vroeg. Het is aannemelijk
dat meldingen en behandelde zaken van (racistische) discriminatie in de komende periode
– wanneer er weer overal «live» en met publiek gevoetbald kan worden – eerder zullen
toenemen dan afnemen, vanwege een betere herkenning en meer inzet op opsporing en
vervolging.
Niettemin hebben een aantal maatregelen als gevolg van COVID-19 vertraging opgelopen.
We zetten ons in om de gestelde einddoelen ondanks de vertragingen als gevolg van
COVID-19 te behalen.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark