30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2015

Hierbij bied ik u het rapport «Sportverenigingen in krimpkernen» aan1. Dit onderzoek is door het Mulier Instituut uitgevoerd naar aanleiding van de motie van mevrouw Bruins Slot (CDA) (Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 13) tijdens het wetgevingsoverleg Sport (WGO) op 27 oktober 2014 (Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 32).

Samenvatting en conclusie

In het onderzoek worden twee centrale vragen beantwoord, die door het Lid Bruins Slot tijdens het WGO Sport zijn gesteld:

Onderzoeksvraag 1

In welke mate is er sprake van het verdwijnen van sportverenigingen uit krimpkernen, en indien hier sprake van is, welke oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen?

Antwoord

Krimpkernen kennen nog altijd een goede vertegenwoordiging van sportverenigingen. Op basis van het aantal inwoners zijn sportverenigingen en sportaccommodaties in krimp- en anticipeerregio’s oververtegenwoordigd. Sommige sportverenigingen in de krimpkernen, zoals volleybal en gymnastiek, nemen meer dan gemiddeld af. Andere verenigingen, zoals voetbal, zijn verzekerd van voldoende belangstelling om te blijven voortbestaan.

De daling komt gedeeltelijk door fusies van sportverenigingen, die op eigen initiatief of door de gemeente zijn geïnitieerd. Daarnaast maken inwoners de keuze om, vanwege o.a. faciliteiten of het speelniveau, lid te worden van een andere sportvereniging waardoor een aantal verenigingen te weinig leden meer telt om zelfstandig voort te bestaan. Daar waar er geen fusie-partner voor handen is, worden verenigingen soms opgeheven.

Onderzoeksvraag 2

Wat is het belang van de aanwezigheid van sportverenigingen voor de leefbaarheid in krimpkernen?

Antwoord

De sportvereniging draagt bij aan de leefbaarheid. Diverse groepen van de samenleving komen hier samen en het sportveld neemt een belangrijke plek in binnen het lokale sociale speelveld. Sportverenigingen blijven over het algemeen langer overeind dan bijvoorbeeld winkels of scholen. Het sociale aspect is een belangrijke meerwaarde van sportverenigingen. Daarnaast wijst het onderzoek uit dat dorpsbewoners meer belang hechten aan rust en ruimte voor het woonplezier dan aan het sociale leven in het dorp.

Conclusie van het onderzoek

Het Mulier instituut concludeert op basis van dit onderzoek dat er momenteel geen sprake is van een zorgelijke situatie. De onderzoekers achten het van belang dat gemeenten en ondersteuningsorganisaties aandacht blijven houden voor de ondersteuning van sportverenigingen in krimpgebieden. Zo zouden sportverenigingen een meer maatschappelijke functie kunnen vervullen. Samenwerking tussen sportverenigingen is soms noodzakelijk, maar niet vanzelfsprekend. De mate van urgentie, visie en een reële vooruitziende blik van bestuurders zijn nodig om als vereniging in een krimpgebied te kunnen overleven.

Ik onderstreep het belang om de ontwikkelingen op dit terrein goed te blijven monitoren. Om die reden vraag ik het Mulier Instituut om hun Database Sport Aanbod (DSA) en de Verenigingsmonitor hiertoe uit te breiden. Dit is aanvullend op de ontwikkeling van een transitieatlas ten behoeve van het monitoren en in kaart brengen van sportverenigingen en -accommodaties in krimpkernen. Deze pilot heeft het doel om een betere duiding te krijgen hoe met dit vraagstuk omgegaan kan worden, zodat lokale actoren hier actief op kunnen handelen en verder op kunnen bouwen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven