30 234
Toekomstig sportbeleid

nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2005

Hierbij doe ik u de nota «Tijd voor sport, Bewegen, Meedoen, Presteren»1 toekomen.

Met deze nota presenteert het kabinet zijn voornemens voor het toekomstig sportbeleid.

Tevens kom ik met deze nota tegemoet aan de wens van de Kamer zoals neergelegd in de motie van de leden Atsma en Rijpstra (TK, 2004–2005, 29 800 XVI, nr. 87) en die van het lid Rijpstra (TK, 2004–2005, 29 800 XVI, nr. 88).

Sinds het verschijnen van de vorige kabinetsnota over sport («Wat sport beweegt», kamerstuk 25 125, nr. 2) is er het nodige veranderd in de sport, in de samenleving als geheel en in het denken over de overheidsbetrokkenheid. Daarom werd het tijd voor een nieuwe sportnota.

Het kabinet wil investeren in een sportieve samenleving en geeft in deze nota aan welke keuzes daarbij worden gemaakt. De verdere uitwerking en uitvoering van de in deze nota opgenomen beleidsvoornemens zullen in overleg met de relevante partners in de sport ter hand worden genomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven