30 175
Besluit luchtkwaliteit 2005

nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2007

Hierbij stuur ik u ter informatie het rapport «Hoogspanningslijnen en fijn stof – een literatuur onderzoek» dat afgelopen maanden door RIVM is opgesteld in opdracht van VROM1. Het betreft een beoordeling van de (internationale wetenschappelijke) literatuur op het aandachtsgebied elektromagnetische velden en fijn stof. Aanleiding voor de studie is de zorg die regelmatig door burgers en gemeenten wordt geuit over mogelijke negatieve gezondheidseffecten van fijn stof in combinatie met elektrische velden van hoogspanningslijnen.

Hoewel hoogspanningslijnen zelf geen fijn stof veroorzaken, kan in de lucht aanwezig fijn stof door een bovengrondse hoogspanningslijn elektrisch worden geladen. Enkele wetenschappers hebben als onderzoekshypothese dat hierdoor de effecten van fijn stof op de gezondheid beïnvloed zouden kunnen worden. Deze onderzoeken zijn eerder onderwerp geweest van een jaarbericht van de Gezondheidsraad (2001), een rapport van een onafhankelijke Britse adviescommissie (2004) en, laatst, van de monografie van de WHO2. In deze adviezen wordt aangegeven dat de potentiële gezondheidseffecten van elektrisch geladen fijn stof moeilijk precies zijn vast te stellen. Geconcludeerd wordt dat het onwaarschijnlijk is dat elektrisch geladen fijn stof meer dan een klein gezondheidseffect heeft, «if any», zelfs bij de meest blootgestelde personen.

Het huidige voorzorgbeleid voor hoogspanningslijnen is gebaseerd op het voorzorgbeginsel en de gevonden statistische relatie (maar geen oorzakelijk verband) tussen magnetische velden en kinderleukemie. Met betrekking tot een mogelijke relatie tussen hoogspanninsglijnen en fijn stof is tot nu toe geen aanvullend beleid geformuleerd.

In opdracht van VROM heeft RIVM afgelopen maanden een literatuurstudie verricht waarmee opnieuw en met diepgang de wetenschappelijke informatie op dit onderwerp is bestudeerd. Conclusie uit het RIVM rapport is dat voor zover nu bekend, de schadelijke effecten van fijnstof niet worden verergerd door hoogspanningslijnen en de daaraan gekoppelde elektromagnetische velden. De elektrische velden vlakbij de draden van de hoogspanningslijnen kunnen wel (reeds aanwezig) fijn stof elektrisch laden, en dit stof wordt door de wind verspreid. Dit is door metingen aangetoond. De beslissende stap naar schadelijke gezondheidseffecten (extra neerslag van fijn stof in longen, luchtwegen en op huid) is echter experimenteel niet aangetoond en ook niet aannemelijk.

De bevindingen van het RIVM zijn in lijn met die van de Gezondheidsraad uit 2001en de Wereld Gezondheids Organisatie van juni 2007. In deze bevindingen zie ik geen aanleiding om het voorzorgbeleid met betrekking hoogspanningslijnen bij te stellen.

Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Extremely Low Frequency Fields – Environmental Health Criteria Monograph No. 238; WHO juni 2007.

Naar boven