nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2007
Hierbij stuur ik u ter informatie het rapport «Hoogspanningslijnen
en fijn stof – een literatuur onderzoek» dat afgelopen maanden
door RIVM is opgesteld in opdracht van VROM1.
Het betreft een beoordeling van de (internationale wetenschappelijke) literatuur
op het aandachtsgebied elektromagnetische velden en fijn stof. Aanleiding
voor de studie is de zorg die regelmatig door burgers en gemeenten wordt geuit
over mogelijke negatieve gezondheidseffecten van fijn stof in combinatie met
elektrische velden van hoogspanningslijnen.
Hoewel hoogspanningslijnen zelf geen fijn stof veroorzaken, kan in de
lucht aanwezig fijn stof door een bovengrondse hoogspanningslijn elektrisch
worden geladen. Enkele wetenschappers hebben als onderzoekshypothese dat hierdoor
de effecten van fijn stof op de gezondheid beïnvloed zouden kunnen worden.
Deze onderzoeken zijn eerder onderwerp geweest van een jaarbericht van de
Gezondheidsraad (2001), een rapport van een onafhankelijke Britse adviescommissie
(2004) en, laatst, van de monografie van de WHO2.
In deze adviezen wordt aangegeven dat de potentiële gezondheidseffecten
van elektrisch geladen fijn stof moeilijk precies zijn vast te stellen. Geconcludeerd
wordt dat het onwaarschijnlijk is dat elektrisch geladen fijn stof meer dan
een klein gezondheidseffect heeft, «if any», zelfs bij de meest
blootgestelde personen.
Het huidige voorzorgbeleid voor hoogspanningslijnen is gebaseerd op het
voorzorgbeginsel en de gevonden statistische relatie (maar geen oorzakelijk
verband) tussen magnetische velden en kinderleukemie. Met betrekking tot een
mogelijke relatie tussen hoogspanninsglijnen en fijn stof is tot nu toe geen
aanvullend beleid geformuleerd.
In opdracht van VROM heeft RIVM afgelopen maanden een literatuurstudie
verricht waarmee opnieuw en met diepgang de wetenschappelijke informatie op
dit onderwerp is bestudeerd. Conclusie uit het RIVM rapport is dat voor zover
nu bekend, de schadelijke effecten van fijnstof niet worden verergerd door
hoogspanningslijnen en de daaraan gekoppelde elektromagnetische
velden. De elektrische velden vlakbij de draden van de hoogspanningslijnen
kunnen wel (reeds aanwezig) fijn stof elektrisch laden, en dit stof wordt
door de wind verspreid. Dit is door metingen aangetoond. De beslissende stap
naar schadelijke gezondheidseffecten (extra neerslag van fijn stof in longen,
luchtwegen en op huid) is echter experimenteel niet aangetoond en ook niet
aannemelijk.
De bevindingen van het RIVM zijn in lijn met die van de Gezondheidsraad
uit 2001en de Wereld Gezondheids Organisatie van juni 2007. In deze bevindingen
zie ik geen aanleiding om het voorzorgbeleid met betrekking hoogspanningslijnen
bij te stellen.
Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
J. M. Cramer