30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 337 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2019

Hierbij ontvangt u de tussenrapportage van het onderzoek ultrafijn stof Schiphol1. Deze rapportage bestaat uit twee modules: het onderzoeksrapport «Metingen en berekeningen van ultrafijn stof van vliegverkeer rond Schiphol»2 en «Gezondheidseffecten van kortdurende verhogingen van ultrafijn stof»3. Deze modules maken deel uit van het meerjarig onderzoeksprogramma naar gezondheidsrisico’s van ultrafijn stof rond Schiphol. Hieronder treft u mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de beleidsreactie op de bevindingen aan.

Achtergrond van het onderzoek

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het RIVM opdracht gegeven onderzoek te doen naar gezondheidseffecten van ultrafijn stof rond de luchthaven Schiphol. Doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op de gezondheidseffecten van ultrafijn stof van met name vliegverkeer, omdat daarover nog nauwelijks iets bekend is. In het onderzoek wordt onder meer gekeken naar de blootstelling van omwonenden van Schiphol aan ultrafijn stof en het effect hiervan op hun gezondheid. Het onderzoeksprogramma duurt vier jaar, tot medio 2021. Het RIVM voert het onderzoek uit in samenwerking met verschillende onderzoeksinstituten, zoals TNO, Universiteit van Utrecht en Amsterdam Medisch Centrum. Ook plaatselijke GGD-en, gemeenten, Provincie Noord-Holland, omwonenden en vertegenwoordigers van de luchtvaartsector werken mee aan dit onderzoek.

Bevindingen

Afhankelijk van de windrichting worden omwonenden van Schiphol in meer of mindere mate blootgesteld aan emissies van vliegverkeer en emissies van andere bronnen, met name het wegverkeer. In de module over metingen en berekeningen wordt gerapporteerd over de verbeteringen van het rekenmodel voor ultrafijn stof van vliegverkeer rond Schiphol.

In de module over gezondheidseffecten van kortdurende verhogingen van ultrafijn stof laten deelstudies een samenhangend beeld zien waaruit blijkt dat kortdurende verhogingen van ultrafijn stof, zoals dat in de regio Schiphol voorkomt, de luchtwegen en de long- en hartfunctie in negatieve zin kan beïnvloeden. Uit het onderzoek blijkt dat bij relatief hogere concentraties ultrafijn stof een deel van de kinderen in woonkernen in de omgeving van Schiphol, meer last hebben van luchtwegklachten en dat het medicijngebruik hoger ligt. De toename van dagelijkse luchtwegklachten tijdens perioden met verhoogde concentraties ultrafijn stof bij kinderen in de buurt van Schiphol definieert het RIVM als gezondheidskundig relevant.

Bij gezonde volwassenen zijn kortdurende verminderingen in de long- en hartfunctie gemeten. De onderzoekers geven aan dat deze veranderingen gemiddeld genomen klein zijn en niet tot directe gezondheidsklachten hoeven te leiden.

Hoewel de gevonden effecten in longfunctie (kinderen en volwassenen) en hartfunctie (volwassenen) door het RIVM gemiddeld als relatief gering worden gekenmerkt, kunnen deze voor mensen met bijvoorbeeld astma of hartaandoeningen groter zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat de gezondheidseffecten van ultrafijn stof van vliegverkeer anders zijn dan die van het wegverkeer.

Ik vind het van belang dat de communicatie met de omgeving zorgvuldig verloopt, daarom is dit onderdeel van het onderzoeksprogramma.

Vervolg

Nog niet eerder is onderzoek naar blootstelling door ultrafijn stof op deze schaalgrootte uitgevoerd. De onderzoeksresultaten kunnen bijdragen aan de internationale discussie over het eventueel bepalen van internationale normen voor ultrafijn stof. Momenteel gelden wel voor de grotere fracties van fijn stof normen, maar nog niet voor ultrafijn stof omdat daarover nog te weinig bekend is.

Het rapport over de acute effecten belicht de gezondheidseffecten van kortdurende blootstelling aan ultrafijn stof. Het is nog niet duidelijk wat de effecten van langdurige blootstelling aan ultrafijn stof zijn. Dit wordt onderzocht in de volgende module van het onderzoeksprogramma. In 2021 verwacht ik u de eindresultaten van het meerjarig onderzoeksprogramma te kunnen toesturen. De tussenresultaten zullen waar mogelijk worden betrokken bij de luchtvaartnota en het Schone Lucht Akkoord.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven