Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2012
In mei 2011 zond ik u de eerste effectprognose luchtkwaliteit Maasvlakte 2 (effectprognose
2010, TK 30 175, nr. 113). Daarin werd ingegaan op de verwachte gevolgen van het gebruik van Maasvlakte 2
op de luchtkwaliteit en de effectiviteit van de maatregelen in de Overeenkomst luchtkwaliteit
Maasvlakte 2 (hierna: de Overeenkomst).
Daarbij heb ik aangegeven dat, bovenop de reguliere effectprognoses die op grond van
de Overeenkomst eens per vijf jaar moeten worden gemaakt, voor 2011 en 2012 extra
effectprognoses zullen worden gemaakt teneinde te bezien of één of meerdere van de
overeengekomen luchtkwaliteitsmaatregelen kunnen worden beperkt of worden ingetrokken.
De eerste van deze aangekondigde extra effectprognoses bied ik u hierbij aan1.
Uit de effectprognose 2011 blijkt dat de knelpunten in de luchtkwaliteit, zoals die
in 2008 zijn vastgesteld en bij de effectprognose 2010 zijn bevestigd, zich ook naar
huidig inzicht zullen voordoen. Op grond daarvan zijn maatregelen die de luchtkwaliteit
verbeteren nog steeds vereist. Uit de effectprognose 2011 blijkt dat het huidige maatregelenpakket
in de Overeenkomst voldoende effectief is om de knelpunten weg te nemen.
Wel laten de cijfers beperkte fluctuaties zien ten opzichte van de vorige prognose.
De fluctuaties worden onder meer veroorzaakt door de (jaarlijkse) actualisatie van
de achtergrondconcentraties door het RIVM en door het gebruik van geactualiseerde
(voorgeschreven) rekenmodellen.
De effectprognose 2011 is conform de Overeenkomst ter beoordeling voorgelegd aan Milieudienst
Rijnmond (DCMR). DCMR heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de prognose.
Zoals eerder gemeld, wacht ik met een oordeel over het maatregelenpakket totdat ook
de effectprognose 2012 in het voorjaar 2013 beschikbaar is. Dit is nodig om over een
langere periode de bestendigheid van de prognoses en de effectiviteit van het maatregelenpakket
vast te stellen en te toetsen. Indien de effectprognoses over 2010, 2011 en 2012 een
bestendig beeld laten zien ten aanzien van de emissies en achtergrondconcentraties,
kan het mogelijk worden het overeengekomen maatregelenpakket aan te passen. Als die
mogelijkheid zich volgend jaar aandient zal ik met de andere partijen bij de Overeenkomst
in overleg treden.
Op dit moment bieden de effectprognoses 2010 en 2011 nog niet het bestendige beeld
dat nodig is om de maatregelen in de Overeenkomst opnieuw te overwegen.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus