Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2010
Tijdens het Notaoverleg Veteranen van 24 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 77) heeft mijn voorganger toegezegd de Kamer te informeren over de wijze waarop de evaluatie van het veteranenbeleid ter hand
wordt genomen. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
De evaluatie van het veteranenbeleid van de afgelopen jaren wordt uitgevoerd met ondersteuning van een onafhankelijke deskundige.
De evaluatie zal ingaan op de voortgang van de uitvoering van de beleidsdoelstellingen en hoe daarover is gerapporteerd. Op
het gebied van het Landelijk Zorgsysteem Veteranen wordt de Raad voor Civiel-Militaire Zorg en Onderzoek bij de evaluatie
betrokken.
De uitkomsten van de evaluatie zullen mede bepalend zijn voor de richting en de doelstellingen van het veteranenbeleid in
de komende jaren. De uitkomsten van de evaluatie en de richting van het veteranenbeleid kunnen in februari 2011 in een rondetafelconferentie
worden besproken met vertegenwoordigers van politieke partijen, de overheid en de zorg, met de verenigingen van veteranen
en met de centrales van overheidspersoneel. De rondetafelconferentie is al aangekondigd in de Veteranennota 2009–2010 van
7 juni jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 75).
De beleidsbrief over de hervormingen bij Defensie die voor komend voorjaar is voorzien zal ook ingaan op de hoofdlijnen van
het veteranenbeleid. In de Veteranennota 2010–2011 die de Kamer begin juni 2011 zal ontvangen, zal ik het veteranenbeleid
gedetailleerd uiteenzetten. Daarbij komen ook de resultaten van de evaluatie en van de rondetafelconferentie aan bod evenals
de doelstellingen en de wijze waarop deze moeten worden bereikt. Verder zal de Veteranennota beschrijven hoe de voortgang
en de resultaten van het beleid worden gemeten en hoe daarover wordt gerapporteerd.
De schadeloosstelling van veteranen, ten slotte, is afgelopen week tijdens de behandeling van de defensiebegroting voor 2011
aan de orde geweest. De motie-Albayrak c.s. (Kamerstuk 32 500 X, nr. 50) verzoekt de regering uiterlijk bij de komende Voorjaarsnota 2011 met een voorstel te komen. Ik wacht de uitslag van de stemming
over deze motie af.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen