Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2013
Hierbij leg ik, mede namens mijn ambtgenoten van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden,
het ontwerp Veteranenbesluit met de daarbij behorende nota van toelichting op grond
van artikel 13 van de Veteranenwet aan u voor in het kader van de voorhangprocedure1.
De Veteranenwet (Stb. 2012, 133) is als initiatiefwet met de steun van de volledige Tweede en Eerste Kamer tot stand
gekomen. De wet heeft tot doel de erkenning van, waardering voor en de zorg aan veteranen
te regelen. De uitvoering wordt geregeld in een algemene maatregel van bestuur, het
Veteranenbesluit.
Het besluit geeft uitvoering aan de opdracht in de wet om bij (of krachtens) algemene
maatregel van bestuur regels te stellen over aspecten van erkenning en waardering
van veteranen en over de zorgplicht van de Minister van Defensie vóór, tijdens en
na inzet, inclusief de bijzondere zorgplicht voor veteranen. Voorts regelt het besluit
een inkomensvoorziening in verband met zorg voor de duur die nodig is in verband met
revalidatie, re-integratie en begeleiding van de veteraan. Ook worden regels gesteld
over de samenwerking tussen de bij de revalidatie, de re-integratie en de materiële
zorg betrokken uitvoeringsinstanties. Ten slotte bevat het besluit een regeling betreffende
het Veteranenregistratiesysteem.
Een belangrijk onderdeel van het Veteranenbesluit wordt gevormd door de inrichting
van een Veteranenloket. Hiermee kunnen alle post-actieve veteranen, militaire oorlogs-
en dienstslachtoffers, veteranen in werkelijke dienst en hun relaties voor alle vragen
op het gebied van erkenning, waardering en zorg terecht bij één loket. In mijn brief
van 30 september jl. (Kamerstuk 30 139, nr. 122) heb ik gemeld te streven naar opening van het Veteranenloket in januari 2014. Het
loket zal echter niet eerder worden geopend alvorens er gelegenheid is geweest met
de Kamers over het voorgehangen besluit van gedachten te wisselen.
Zoals vermeld in artikel 13 van de Veteranenwet krijgen beide Kamers na aanbieding
van het besluit vier weken de gelegenheid te reageren. Indien gewenst kan een eventueel
overleg hierover ook na deze periode worden geagendeerd. Pas nadat het overleg met
de Kamers is voltooid en eventuele aanpassingen zijn verwerkt, zal het besluit voor
advies worden aangeboden aan de Raad van State. Ik streef naar inwerkingtreding van
het besluit in het tweede kwartaal van 2014.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert