Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2015
Hierbij stuur ik u overeenkomstig artikel 7.1 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector, kortweg: Wet normering topinkomens (WNT) de jaarrapportage
over 2014 toe, bestaande uit twee delen: de WNT-jaaranalyse en het WNT-overzicht1.
De WNT beoogt bovenmatige bezoldigingen in de (semi)publieke sector tegen te gaan,
door topinkomens te normeren en openbaar te maken. De WNT-jaarrapportage geeft inzicht
in de hoogte van bezoldigingen en ontslagvergoedingen die hoger zijn dan de wettelijke
normen.
1. Bezoldigingen en ontslagvergoedingen in 2014
De WNT-jaarrapportage 2014 geeft inzicht in de bezoldigingsgegevens van topfunctionarissen
in de publieke en semipublieke sector. Van de bezoldigde topfunctionarissen ontving
84% minder dan de in 2014 van toepassing zijnde norm. Ten aanzien van bezoldigingen
die hoger zijn dan de toepasselijke norm zal vrijwel altijd het overgangsrecht van
toepassing zijn. In enkele gevallen is door de accountant of de toezichthouder een
overtreding geconstateerd. In de rapportage zijn die gevallen vermeld en is de (wijze
van) handhaving vermeld. Daarnaast is er nog een aantal gevallen waarin door de toezichthouder
nader onderzoek is of zal worden gestart.
In totaal ontvingen 1.107 (uitvoerend) leidinggevende topfunctionarissen en 1.678
toezichthoudende topfunctionarissen meer dan de toepasselijke norm. Dit is een toename ten opzichte van 2013. Deze toename is het gevolg van de
met betrekking tot het jaar 2014 van toepassing zijnde verlaagde maxima in ministeriële
regelingen van de Ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport, en voor Wonen en
Rijksdienst. In de volgende WNT-jaarrapportage (over 2015) zal het aantal bezoldigingen
boven de norm beduidend verder toenemen in verband met de inwerkingtreding per 1 januari
2015 van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT-2).
Het percentage bezoldigingen van leidinggevende topfunctionarissen boven het in 2014
geldende algemene maximum van € 230.474 is licht gedaald (van 4% in 2013 naar 3% in
2014). Ook ten aanzien van de ontslagvergoedingen zijn de gegevens vergelijkbaar met
2013. Van de uitgekeerde ontslagvergoedingen bleef 72% onder de toepasselijke norm
(in 2013 was dit 69%). De vergoedingen boven de norm waren volgens de beschikbare
gegevens doorgaans gebaseerd op bestaande afspraken waar overgangsrecht op van toepassing
is, of op een rechterlijke uitspraak. Alle bezoldigingen en ontslagvergoedingen boven
het toepasselijke maximum zijn op individueel niveau opgenomen in het WNT-overzicht
2014.
2. Uitvoering, toezicht en handhaving van de WNT
In 2014 is geïnvesteerd in het registreren van alle instellingen die onder de WNT
vallen, om deze instellingen zo gericht te kunnen voorlichten over de WNT, ten einde
de uitvoering daarvan te verbeteren. Ten opzichte van 2013 zijn er 600 meer inkomensmeldingen
gedaan en 1.500 meer functionarissen in beeld.
De kwaliteit van de bezoldigingsgegevens die instellingen hebben gemeld, is zichtbaar
verbeterd. Er zijn minder fouten geconstateerd en de bezoldigingen van topfunctionarissen
zijn beter gemotiveerd. Nog maar bij twee vijfde van de bezoldigingsgegevens en een
derde van de ontslagvergoedingen ontbreekt deze (in 2013 respectievelijk 46% en 73%).
Het ontbreken van gegevens leidt in beginsel tot verscherpt toezicht. Indien er in
die gevallen aanleiding is voor nader onderzoek, wordt dit door de desbetreffende
WNT-toezichthouder opgepakt.
Zoals hiervoor opgemerkt, doen de WNT-toezichthouders in een aantal gevallen uit eigen
beweging of naar aanleiding een melding onderzoek naar bezoldigingen en ontslagvergoedingen.
Op het moment van publicatie van deze rapportage lopen er verscheidende onderzoeken
in het kader van het toezicht. Gebleken is dat zorgvuldig onderzoek naar individuele
overtredingen enige tijd vergt. Lopende onderzoeken zijn niet opgenomen in de overzichten,
omdat eventuele overtredingen van de WNT daar nog niet zijn vastgesteld. Zodra op
grond van onderzoek op een later moment overtredingen worden geconstateerd, zal waar
nodig met passende maatregelen (handhavend) worden opgetreden. Deze overtredingen
en de op basis daarvan ondernomen handhavingsacties zullen worden opgenomen in de
volgende WNT-jaarrapportage.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk